Categorie: Zakelijk

Installatiethriller

De Belgische Stephan Swertvaegher heeft al jaren een eigen installatiebedrijf. Sinds kort is hij daarnaast ook schrijver. Recentelijk verscheen zijn debuut ‘Ik weet waar je zit’. Met in de hoofdrol: een installateur. De Belgische installateur – “noem me maar Stephan”- hield van jongs af aan al van schrijven. “Op school was ik de primus in het verzinnen van fictieve verhaaltjes. Ik kon het allemaal ook goed verwoorden en een opstel werd steevast door de leraar voorgelezen in de klas.” Eigen baas Stephan koos echter voor een technische carrière. Hij werkte eerst bij GTI. Later zette hij met een vennoot ESSEF bvba op, dat een breed pakket aan diensten aanbiedt op het gebied van “elektriciteit, sanitair, centrale verwarming, ventilatie en hernieuwbare energie, maar ook bijvoorbeeld de betegeling van badkamers voor zijn rekening kan nemen”. Geweldig vak De 60-jarige heeft nog altijd schik in zijn werk. “Je begint bij 0 en levert dan een eindproduct af. Ik vind dat geweldig.” Natuurlijk zijn er ook minder plezierige kanten aan het vak. “Bij ons in België krijg je geen vergoeding voor de kosten die je maakt tijdens het voorontwerp. Dat is extra vervelend als het voorstel dan afketst en een concurrent er met de opdracht vandoor gaat. Daarnaast draag ik betweterige architecten geen warm hart toe. Interieurdesigners die een loopje nemen met de huidige normering kunnen mij ook mateloos irriteren.” Schrijver pur sang Ondanks zijn drukke agenda en het plezier dat hij in werk had, liet het schrijven hem niet helemaal los. Tijdens zijn

Veilig en gezond

Veilig en gezond werken loont. Maar vaak vereist het de beschikbaarheid van zowel actuele kennis als praktische handvatten. Daarom geven de adviseurs van ArboTechniek kosteloos advies aan bedrijven zodat zij veilig en gezond werken binnen hun bedrijf nóg beter kunnen stimuleren. Masja Van Loy, één van de adviseurs, vertelt hoe zij in haar eerste maanden bedrijven op weg heeft geholpen naar een veiligere en gezondere werkomgeving. Sinds 1 oktober is Masja Van Loy (51) adviseur voor ArboTechniek. “Ik ben al ruim 20 jaar actief op gebied van veiligheid in de techniek. Een prachtige en dynamische branche. En nu geef ik dus al enkele maanden namens ArboTechniek advies aan bedrijven op gebied van veilig en gezond werken.” Hoe vergaat het haar en haar collega’s tot nu toe? “We krijgen veel vragen van bedrijven, maar kunnen het vooralsnog prima bolwerken.” Het feit dat Masja geniet van haar werk helpt daarbij, vertelt ze enthousiast. “Mijn werk is heel divers; de bedrijven waar ik mee in contact kom zijn erg verschillend. Maar dat maakt het ook zo ontzettend leuk.” Eigen visies Masja heeft de afgelopen maanden ervaren dat er in de branche op verschillende manieren wordt omgegaan met veiligheid en gezondheid. “Bedrijven hebben een eigen visie, die niet per se goed of slecht is. Mijn taak is hen erbij te helpen om op hun eigen manier veiliger en gezonder te kunnen werken, zodat iedereen elke dag gewoon weer naar huis gaat.” Het gesprek aangaan is daarbij een eerste stap. “Het zijn heel verschillende gesprekken.

Je kan meer dan je denkt!

Sandra van Dijke (38) heeft een bijzonder verhaal. Aanvankelijk werkte zij in een compleet andere sector dan de techniek en had zij zelfs een eigen bedrijf met gewichtsbeheersingsproducten. Na een zwaar motorongeluk moest zij haar bedrijf stopzetten en een lange revalidatie wachtte. Nu werkt ze als PR- en communicatiemedewerkster bij InstallatieWerk (IW) Brabant/Zeeland en Bouwmensen en blijft ze zich ontwikkelen. Een inspirerend verhaal over vallen en opstaan. Sandra van Dijke geniet van haar werk. “Ik ben nu ruim acht jaar in dienst van IW Brabant/Zeeland. Ik ben veel actief op scholen; de voorlichting geven over techniek vind ik het leukste om te doen. Er moeten meer jongeren de techniek in! Toch blijft Van Dijke ook op zoek naar verdieping en verbreding. Ze legt uit: “Vorig jaar heb ik aangegeven dat ik iets anders wilde. Daardoor ben ik nu ook verantwoordelijk voor PR en communicatie bij zowel IW als Bouwmensen. En dat bevalt mij uitstekend!“ Ongeluk Van Dijke heeft een bijzonder verhaal over haar carrière tot nu toe. “Ik ben begonnen in de horeca, daarna kwam ik in het slagersvak terecht en vervolgens had ik een eigen bedrijf met gewichtsbeheersingsproducten. In 2007 kreeg ik een zwaar motorongeluk, waardoor ik mijn bedrijf moest stopzetten en begon ik aan een lange revalidatie. Ik moest alles opnieuw leren, zelfs het nadenken. Door al deze ervaring kijk ik nu veel meer naar mogelijkheden. Ik ben dankbaar voor alle kleine succesjes en mijlpalen.” LinkedIn Het was voor Van Dijke een lange weg om te komen waar

Scherp zicht

De gemeente Emmen en enkele bedrijven hielden vorig jaar bij De Groot Installatiegroep een bijeenkomst over de aanpak van laaggeletterdheid in bedrijven. Het was het begin van een actieve aanpak binnen het bedrijf van het thema. Maar dan wel met de expertise van stichting Lezen en Schrijven. Een avontuur op zich. Aandacht is kracht. Dat is de essentie van De Groot Installatiegroep. Het bedrijf staat voor zijn personeel. Als winnaar van de FemmeTech Award zet De Groot zich actief in voor meer diversiteit op de werkvloer. Ontwikkeling en scholing hebben een belangrijke plaats binnen het bedrijf. Ook is de combinatie van mantelzorg en werken mogelijk. Irma Timmer, één van de mede-eigenaren van het familiebedrijf en verantwoordelijk voor HRM, is helder: “Als je in je mensen durft te investeren, krijg je er veel voor terug. Mensen voelen zich een onderdeel van het DNA van dit bedrijf. Men krijgt vertrouwen. Er kan veel bij ons. Er is vrijheid en ruimte om kansen te pakken. Met een plan. Met een visie. Met vertrouwen. Ook in ons bedrijf En zo kreeg ook laaggeletterdheid een plek op de agenda van dit bedrijf. Timmer: “We werden gevraagd een bijeenkomst over dit thema te hosten. En natuurlijke zeggen we dan ja. Maar het zette ons ook aan het denken. Wij groeien, we ontwikkelen en dat vraagt om digitale vaardigheden. Alles wordt steeds meer digitaal en dat vraagt om kennis hoe om te gaan met de apparatuur. Maar het is ook een kwestie van meer lezen. Dus bedachten

Data delen

Fabrikant Remeha liet het afgelopen anderhalf jaar uitgebreid onderzoek verrichten naar de bereidwilligheid van Belgen en Nederlanders om data van slimme thermostaten te delen. De installateur gaat een belangrijke rol spelen in het acceptatieproces. Bij onze Zuiderburen bleek er weinig animo te zijn om de data van slimme verwarmingstoestellen te delen. Slechts 25% van de Belgen was hiertoe bereid. Product Manager Jan Deklerck liet in een reactie aan de Belgische bouwsite Livios weten teleurgesteld te zijn. Voordelen De huiver om data te delen kan namelijk een rem vormen op innovatie, aldus Deklerck. “We ontwikkelen regelsystemen afgestemd op patronen van de gebruiker. Je zou bijvoorbeeld de combinatie van een thermostaat met een bewegingssensor kunnen onderzoeken. Of dat nuttig is, weten we momenteel niet. Maar via de informatie die we verkrijgen van slimme ketels zouden we dat wel kunnen testen en achterhalen. Of tal van nieuwe features bedenken. Maar daarvoor heb je reële situaties nodig om te achterhalen of dit minder gaat gebruiken. En zouden wij als fabrikant een beroep moeten kunnen doen op geanonimiseerde data van gebruikers.” Nederland Zijn Nederlandse collega Ferry Overweg kreeg dit jaar de onderzoeksresultaten binnen voor ons land. Ook Nederlanders maken zich zorgen om hun privacy bij het delen van gegevens met fabrikanten en/of derden, maar het ligt wel allemaal genuanceerder dan bij onze zuiderburen. “We hebben 800 respondenten benaderd, die een representatieve afspiegeling zijn van de bevolking. Uit onze gegevens blijkt dat 20% van de Nederlanders nu een slimme thermostaat heeft. Van de resterende 80% toont

De nieuwe vakmens

De technische installatiebranche ontwikkelt zich voortdurend. Nieuwe kennis, nieuwe technologieën, nieuwe uitdagingen. De vakmensen in de branche ontwikkelen mee. Ze volgen coachingstrajecten, nemen deel aan cursussen en investeren in hun toekomst. Zij nemen regie over hun loopbaan om niet alleen nu, maar ook in de toekomst inzetbaar te blijven. Maar hoe doe je dit? Hoe pas je je aan? Hoe ga je om met de ontwikkelingen in de branche, maar ook met jouw eigen dromen en wensen? Vier vakmensen – drie werknemers en een werkgever – vertellen vanuit eigen ervaring hoe zij werken aan duurzame inzetbaarheid in een veranderende branche. Voor André Dekkers (44) is het niet nieuw om met zijn eigen ontwikkeling bezig te zijn. “Ik heb hier altijd wel aandacht voor gehad. Je moet met je tijd meegaan,” aldus Dekkers. Ook Nico Kooij (53) heeft al jarenlang ervaring met het zichzelf blijven ontwikkelen. “Ik ben opgeleid als loodgieter en heb daarna gewerkt in waterzuivering, milieutechniek, voedselproductie en machineverhuur. Je kunt dus wel zeggen dat ik gewend ben aan een leven lang leren.” Oscar Brouwers (56) geeft evenzeer aan van jongs af aan te hebben doorgeleerd. “Ik heb vroeger veel in de avonduren geleerd. En ook nu neem ik deel aan opleidingen en trainingen om bij te blijven.” Samen doen Dekkers, nu nog werkzaam als servicetechnicus bij ESNW in Alkmaar, beseft goed dat het pure noodzaak is om je te blijven ontwikkelen. “Veel werkgevers eisen het ook. Als je je papiertjes niet op orde hebt wordt het op de

Installatieadviseur 2.0

Moderne woninginstallaties zijn zo omvangrijk en complex, dat opdrachtgevers moeten meedenken over de keuzes. Vaak wenden zij zich echter slecht voorbereid tot de installateur, wat leidt tot tijdverlies, onbegrip en ontevredenheid achteraf. Adviseur Sjoerd Eegerdingk bedacht een oplossing waar zowel de installateur als opdrachtgever profijt van hebben. Iedereen die heeft te maken met woningbouw en installatietechniek, weet hoe snel het vakgebied zich doorontwikkelt en hoeveel nieuwe oplossingen en producten er continu op de markt komen. Waar woningen voorheen werden voorzien van een verwarmingsketel en een afzuigsysteem, is het verschil met de utiliteitsbouw tegenwoordig een stuk kleiner. Nieuwe wet- en regelgeving, duurzaamheidseisen en technische ontwikkelingen, doen een groot beroep op de kennis en vaardigheden van installatiebedrijven. Via de nodige inspanningen gelukt het de sector gelukkig grotendeels om op het benodigde niveau te blijven werken. Wie echter achterblijft, is de particuliere opdrachtgever die wellicht voor het eerst in zijn leven een woning gaat bouwen en in de meeste gevallen wel hoge ambities heeft, maar onvoldoende kennis van de technische installaties. Ervaringen Sjoerd Eegerdingk heeft 30 jaar ervaring als installatieadviseur, en veel contact met particuliere opdrachtgevers en eindgebruikers. Hij ervaart hoe mensen worstelen met alle installatietechnische keuzes die op hen afkomen. “In veel gevallen zouden de mensen zich het liefst helemaal niet bezighouden met al die techniek, maar men begrijpt het grote belang voor hun woongenot, comfort en gezondheid. En niet te vergeten voor de bouwkosten en woonlasten.” Toch gaat voor veel particulieren het inschakelen van een installatieadviseur nog een stap te ver.

Dag van de Warmtepomp

Bouwbedrijven veranderen de komende decennia in hightechbedrijven, waarin de meest innovatieve bouwtechniek, klimaattechniek en installatietechniek zich nauw met elkaar verweven. Robots worden ingezet die panelen maken waarmee woningen worden voorzien van nieuwe muren en daken. Technici hoeven alleen nog maar de prefab-leidingen aan te koppelen, zodat warmtepompen – wellicht verwerkt in de daken en de muren – hun werk kunnen doen. Dat is nodig om bijna vier miljoen rijtjeshuizen uit de jaren vijftig tot en met de jaren tachtig uit de vorige eeuw op een betaalbare manier klimaatneutraal te maken. Dat visioen schetste Jan Willem van de Groep, specialist in duurzaamheid, innovatie en transitie, op donderdag 25 september tijdens zijn presentatie tijdens de Dag van de Warmtepomp bij Aeres Tech in Ede. Kwaad daglicht De bijeenkomst stond in het teken van het toelichten van feiten en fabels. Nadat de warmtepomp aanvankelijk als een wondermiddel werd gepresenteerd voor de energietransitie, staat deze techniek nu bij velen – ook in de media – in een kwaad daglicht wegens vermeend lawaai en het slurpen van energie. De waarheid is genuanceerder, bleek uit de presentaties en workshops. Mits goed toegepast in geïsoleerde gebouwen, biedt de warmtepomp formidabele mogelijkheden om in de komende decennia miljoenen woningen comfortabel te verwarmen. De techniek werkt en is betrouwbaar, maar vraagt om uitgekiende toepassingen. Daarvoor is veel extra kennis nodig in de technische sectoren, zo bleek in het Edense Expertisecentrum koude, klimaat en warmtepompentechniek van Aeres Tech, dat zich profileert als hèt kennis- en opleidingscentrum in Nederland op dat

BENG-eisen

De BENG-eisen zijn bekend. Deze nieuwe energieprestatie-eisen zijn een belangrijke stap richting energieneutraliteit. Maar wat betekenen nieuwe rekenregels voor de installateur? Die impact komt uit een onverwachte hoek: de communicatie wordt belangrijk. Bij projectontwikkelaars en bouwbedrijven zoemt het al rond: er komen nieuwe energieprestatie-eisen. Maar in de installatiesector is het nog stil. Toch komt het dichterbij: BENG. Voor eind 2019 komt de software op de markt en vanaf 1 juli 2020 wordt het de wettelijke minimumeis bij elke bouwaanvraag voor nieuwbouw. BENG staat voor Bijna Energie-Neutrale Gebouwen en is de opvolger van de bekende EPC, die sinds 1995 gebruikt is om stapsgewijs strengere eisen te stellen aan de energieprestaties van nieuwbouw. Succes EPC De installateur heeft dat gezien in de toepassing van nieuwe technieken. De HR107-ketel was 20 jaar geleden nog innovatief, PV-panelen op het dak nog een uitzondering en van CO2-gestuurde ventilatie en een box met gelijkstroommotoren had nog niemand gehoord. Terugkijkend is de EPC een motor geweest voor innovatie in de installatietechniek voor de bouw. Noodzaak BENG Maar met de energietransitie voor de boeg en energieneutrale gebouwen als doel, schiet de EPC tekort. Vooral dat het maar één getal is, gaat wringen. Een slechte prestatie op het gebied van isolatie compenseren met extra PV op het dak; dat levert voor de gebruiker van het gebouw uiteindelijk geen comfort en ook geen lage energierekening op. Dat moet anders, besloot de overheid een aantal jaar geleden. Uitleg eisen Er komen aparte eisen voor drie belangrijke aspecten van een (bijna) energieneutraal

Een leven lang leren

Onze maatschappij verandert in een rap tempo en dat heeft ook grote gevolgen voor de installatiebranche. Waar 10 jaar geleden nog in futuristische termen werd gesproken over VR, IoT en duurzame energiesystemen, zijn deze technieken nu al aardig ingeburgerd. Hoe blijf je bij als vakman? Het antwoord is eenvoudig; door een leven lang te leren. Bekende kennisbolwerken zoals ISSO, TVVL, Otib en Techniek Nederland spelen er slim op in door een breed scala aan trainingen, workshops en cursussen aan te bieden. Maar ook particuliere kennisinstituten houden er rekening mee in hun lesprogramma’s. Denk maar aan een ROVC of een Warmtepomp Academy. En wat te denken van leveranciers of fabrikanten? Bijna iedere week valt er wel een cursus, seminar of workshop te volgen ergens in het land, waarin vakmensen vertrouwd worden gemaakt met nieuwe technieken of technologische ontwikkelingen en markttrends. HBO+? Daarnaast zien we dat reguliere onderwijsinstellingen hun aanbod verruimen. Wat het VMBO- en MBO te bieden heeft aan de vakman, mogen we wel als bekend veronderstellen in de branche. Dat ligt anders voor HBO+. De doorsnee installateur zal niet gelijk denken aan een universiteit, als hij zich oriënteert op een bijscholingscursus, seminar of workshop. En dat is jammer, want ook daar valt veel kennis te halen. En in tegenstelling tot wat velen denken, hoeven achtergrond en vooropleiding daarbij geen enkele belemmering te vormen. Aanbod universiteit Waar moet je dan aan denken? De TU Delft biedt bijvoorbeeld regelmatig vrij toegankelijke lezingen, symposia en seminars aan. Daarbij komen niet alleen wetenschappers aan