Onfrisse regeldruk?

KIEN-Afb‘Frisse Scholen’; zo langzamerhand zou je gaan geloven dat alle scholen toch wel zijn doorgelucht. Het regent aan initiatieven om een beter binnenklimaat en energiebesparing te realiseren in onze leerpaleizen. Waarom komt stichting KIEN dan toch op de proppen met een nieuw concept? Zitten we hier nu echt op te wachten?

De Frisse Scholen Toets, het Programma van Eisen van Frisse Scholen, de Installatiescan… Installateurs kunnen al naar hartenlust shoppen als ze blauwdrukken zoeken om gezonde en energiezuinige scholen te realiseren. Toch heeft de Stichting Knooppunt Elektrotechniek een nieuw programma gelanceerd. Dick van Tulden, directeur van adviesbureau Syntegraal en nauw betrokken bij het initiatief, legt uit waarom.

Zitten we nu echt als branche te wachten op dit programma van KIEN?
“KIEN richt zich op scholen met renovatievraagstukken. We onderscheiden ons daarmee van bestaande programma’s, die vooral mikken op de nieuwbouw. Bovendien brengen we onze benadering direct in praktijk. Zo wordt nu in Venlo een school opgeknapt, volgens onze uitgangspunten. De kennis die we opdoen, willen we vervolgens gaan delen met de installatiebranche.”

Wat is er dan zo onderscheidend aan jullie aanpak?
“We vliegen een renovatieproject breed aan, waarbij we oog hebben voor de technische, organisatorische en financiële aspecten. Het is een totaalaanpak. Technisch inhoudelijk leggen we bijvoorbeeld veel nadruk op de formulering van een duidelijke uitvraag. Als de opdrachtgever, in casu het schoolbestuur, daarbij steken laat vallen, is het al bij voorbaat een verloren race. Op organisatorisch vlak pleitten we voor integrale samenwerking tussen ontwerpende en uitvoerende partijen én de opdrachtgever. Financieel gezien staan we niet afwijzend tegenover hogere begininvesteringen, als die zich maar terugverdienen tijdens de levenscyclus van een gebouw. Met onze blauwdruk verschaffen we kortom zowel de opdrachtgever als de ontwerpende en uitvoerende partijen de nodige handvatten om gezamenlijk succesvol een school te renoveren en een energiezuinig en gezond binnenklimaat te realiseren.”

Een blauwdruk, een programma; dat klinkt naar nog meer voorschriften waar de installateur zich aan moet houden. En dat terwijl de branche al steen en been klaagt over de regeldruk…
“Okay, deze aanpak vergt extra inspanning, maar daar staat wel wat tegenover. De bedoeling is om partijen voor langere termijn aan elkaar te verbinden. In het traditionele bouwproces, verdwijnt de installateur van het toneel als hij zijn kunstje heeft gedaan. In onze benadering blijft hij na de realisatie betrokken bij het onderhoud. Zowel de opdrachtgever als de installateur zijn daarbij gebaat. De opdrachtgever, omdat de installateur een incentive krijgt om echt kwaliteit te leveren. Hij blijft per slot van rekening ook na de oplevering zaken doen met het schoolbestuur. De installateur op zijn beurt kan extra inkomsten genereren uit onderhoudswerkzaamheden. Het is dus een win-win situatie.”

Een andere uitvraag, een consortium van partijen dat integraal samenwerkt; het klinkt allemaal vrij ingewikkeld en tijdrovend. Wat moet ik hiermee als kleine of middelgrote installateur die wel eens wordt ingeschakeld voor een opknapbeurt van een school?
“Een consortium klinkt inderdaad groots, maar je moet eerder denken aan werken in een bouwteam. En daar zijn kleine en middelgrote installateurs toch voldoende vertrouwd mee. Ze worden een gelijkwaardige partner in het bouwproces, niet een onderaannemer, die ergens achter in de keten, half uitgeknepen nog eens zijn ding mag komen doen.”

Hoe is het animo voor deze aanpak tot dusver?
“Het is bepaald nog geen gemeengoed. Bij de eerste twee projecten hebben wij zelf actief partijen moeten benaderen om te vragen of ze willen meedoen.”

Geeft dat niet te denken?
“Je kan niet verwachten dat de branche van de ene op de andere dag omschakelt, daar gaat tijd overheen. Grote partijen zien al brood in ons programma, kleine en middelgrote installateurs
zijn nog voorzichtig. Ik voorspel dat onze aanpak over
5 jaar al behoorlijk is ingeburgerd.” •