Een stapje terug doen?

DREIGEND WATERTEKORT

Rainshowers, bubbelbaden, stoomcabines; de consument pakt weer flink uit nu de economie is opgebloeid. En waarom ook niet, we hebben geld en water genoeg in ons kikkerlandje. Toch ligt er watergebrek op de loer, waarschuwen experts. Hebben ze gelijk of zijn het doemdenkers?

Eric van der Blom is werkzaam als Vakspecialist Sanitaire Technieken bij Techniek Nederland. De ervaren en gedreven expert trekt aan de bel: “misschien moeten we een stapje terug doen in ons watergebruik.”

Waarom?

“De afgelopen zomer hebben we een lange hete en droge periode gehad, met als gevolg een dalende grondwaterstand. Het kostte bovendien de nodige moeite om het grondwater in de kusstreek niet brak te laten worden. Drinkwaterbedrijven waarschuwen nu consumenten om zuinig om te gaan met drinkwater. Uit Big Data onderzoek is naar voren gekomen, dat we de komende vier jaar grote kans hebben op vergelijkbare hete en droge periodes. Met alle gevolgen vandien.”

Maar waar hebben we het over? Nederland wordt toch niet voor niets een waterrijk land genoemd? Een paar hete zomers moeten we toch wel aankunnen?

“Ogenschijnlijk wel, maar de drinkwaterbedrijven krijgen te maken met grote problemen. Als het zo warm is, gaan mensen vaker douchen, hun tuin sproeien of de kinderbadjes laten vollopen. Dat zorgt vooral in de ochtend- en avonduren voor grote pieken in het drinkwatergebruik. Om tegemoet te komen aan die piekvraag, kan de druk in het distributienet worden verhoogd. Dit leidt echter tot een toename van de stroomsnelheid en wrijvingsverlies in het distributienet. Consumenten dichtbij het pompstation gaan uiteindelijk meer water gebruiken. De klanten aan het einde van het distributienet daarentegen krijgen juist vaker te maken met een lagere waterdruk en minder water. Bovendien heeft de hoge stroomsnelheid nog een ander vervelend gevolg: ijzer- en mangaandeeltjes in de leidingen gaan opborrelen, waardoor er bruin water uit de kraan komt. Bovendien neemt de kans op verstoppingen en legionellagroei toe.”

Er zijn al tal van waterbesparende producten op de markt, zoals recirculatiedouches en waterbesparende kranen en toiletten. Zijn deze technieken niet afdoende om het dreigende watertekort te voorkomen?

“Ik denk dat het toepassingssegment van recirculatiedouches niet aanzienlijk gaat bijdragen aan waterbesparing. Qua waterbesparende toiletten zitten we nu aan een minimumspoeling van 6 liter per minuut. Willen we naar de 4 of 4,5 liter gaan, dan moet het rioleringsnet worden aangepast. Verstandig gebruik maken van de spoelonderbreking levert waterbesparing op, evenals waterbesparende douchekoppen en kranen. Maar hoe dan ook; als we zo doorgaan met ons watergebruik, blijven we kampen met problemen in lange droge en hete periodes.”

Hoe lossen we deze problematiek dan wel op?

“Ik denk via een tweeledige aanpak; enerzijds door technische oplossingen te gebruiken, zoals waterbesparende kranen en drukonafhankelijke volumestroombegrenzers, zowel in de installatie als aansluiting met het drinkwaterbedrijf. En anderzijds door te sturen op gedragsverandering. Via voorlichtingscampagnes, waarbij ook de installateur een rol kan vervullen, bewoners aansporen hun watergebruik meer over de dag te gaan spreiden. Daarnaast moeten drinkwaterbedrijven voldoende productiecapaciteit en/of opslag hebben om piekmomenten op te kunnen vangen.”

Tot slot: hoe denk jij dat de situatie er uitziet over pak ‘m beet 10 jaar?

“Ik verwacht dat de installaties binnenshuis complexer worden. Meer waterleidingen en meer hybride warmtapwateropwekkers. Of het tot een daadwerkelijke grootschalige toepassing komt van systemen die inzetten op hergebruik durf ik geen uitspraak te doen. Er zal in dat geval nog eerst heel wat onderzoek nodig zijn om de techniek verder door te ontwikkelen en zekerheid te verkrijgen over de effectiviteit.”