Het komende decennium gaan we als branche over op circulaire gebouwinstallaties, daar is geen twijfel over mogelijk, volgens Merosch. Het adviesbureau heeft in samenspraak met leveranciers de afgelopen tijd al verschillende circulaire installaties weten te realiseren. Adviseur Nordin Oudshoorn weet er meer over. De transitie naar gezond- en energiezuinig bouwen is in volle gang. Wie een aantal weken geleden de VSK heeft bezocht, zal hier ongetwijfeld nog eens duidelijk aan zijn herinnerd. Binnen dit proces zal naar verwachting de overstap op circulair bouwen de komende jaren steeds meer aandacht krijgen. Wet- en regelgeving gaan ervoor zorgen dat we bij nieuwbouw en verbouwingen slechts een zeer lage milieubelasting mogen hebben. Installaties zijn doorgaans verantwoordelijk voor gemiddeld een derde van de totale milieubelasting bij nieuwbouw of verbouwingen. Het is dan ook geen Rocket Science om tot de conclusie te komen dat op ons vakgebied de komende jaren grote veranderingen gaan plaatsvinden. Principes Circulariteit is op zichzelf een duidelijk begrip; je zorgt voor een gesloten kringloop van materialen en grondstoffen. Er zijn verschillende manieren om dit voor elkaar te krijgen. Samenvattend zien wij 4 belangrijke hoofdthema’s/principes die een gebouw en/of installatie circulair maken, namelijk: Flexibel bouwen: sta in het ontwerp stil bij het faciliteren van functieverandering van gebouwen en installaties over een tijdsbestek van tientallen jaren. Demontabel bouwen: denk na over de manier waarop een gebouwinstallatie ontworpen wordt, zodat deze weer (geheel) schadevrij uit elkaar te halen is. Minimaliseer milieu-impact door materiaalkeuze of hergebruik: ga na of materialen uit gebouwinstallaties vervangen kunnen worden
Categorie: Techniek
Gebruikersgemak, systeemintegratie, duurzaamheid, digitalisering… Wedden dat u het rijtje wel kunt afmaken? Zo verrassend zijn de beurstrends namelijk niet de afgelopen jaren. Wat viel ons dan wel op tijdens ons VSK-bezoek? De waterstofketel maakt eindelijk zijn entree en modulair bouwen, waarbij al in een vroeg stadium een woning/utiliteitsgebouw Smart System Ready wordt gemaakt, begint opgang te maken. De sfeer was zonder meer goed. Over het algemeen waren de standhouders positief over de aanloop van bezoekers. Althans, zolang ze over het soort professionals hadden. Meerdere malen kregen we te horen dat “deze beurs ons heel wat klantenbezoeken uitspaart”. Minder te spreken waren de standhouders over de aantallen mensen die rondliepen in de beurshallen. Herhaaldelijk signaleerden oudgedienden onder de standhouders een terugloop vergeleken met een aantal edities geleden. “Wij houden nauwkeurig in de gaten hoe dit zich verder gaat ontwikkelen en of de investering nog wel opweegt tegen de kosten”, vertrouwden enkele bezorgde fabrikanten ons dan ook toe. Nieuw elan De VSK is niet meer wat het ooit was. Tien jaar geleden trok de beurs immers nog ruim 57.000 bezoekers. Het positieve nieuws is dat er sinds de vorige editie wel sprake is van een nieuw elan. Sinds het aantreden van beursmanager Patrick Schilte wordt er bijvoorbeeld fors geïnvesteerd in online marketing, wat onder andere zichtbaar was in de perskamer waar een heel team van de Jaarbeurs voortdurend content aan het produceren was, in woord, beeld en geluid. Ook zijn er nieuwe initiatieven opgestart, zoals deze editie de Smart Homes & Intelligent
Heb je je wel eens afgevraagd waarom we een appartementengebouw van een totaal ander ventilatiesysteem voorzien dan een kantoorgebouw met dezelfde omvang? Ieder appartement krijgt zijn eigen ventilatie-unit, terwijl in het kantoorgebouw een centrale ventilatie-unit wordt geplaatst. Gek toch? Tim Beuker van BBA Binnenmilieu hield er tijdens de VSK een lezing over. In veel steden zie je dat nieuwbouwwoningen niet langer een serie rijtjeswoningen zijn, maar dat zij onderdeel uit maken van een groter wooncomplex. Volgens Funda.nl bestaan op moment van schrijven in Den Haag bijvoorbeeld 19 van de 19 beschikbare nieuwbouwprojecten uit zo’n wooncomplex. In Arnhem geldt dit voor 6 van de 7 nieuwbouwprojecten. De schaal van deze wooncomplexen doet niet onder voor die van een gemiddeld kantoorgebouw. Toch worden de woningen in de wooncomplexen van een aparte ventilatie-unit voorzien, terwijl de kantoren een centraal ventilatiesysteem hebben. Woning- en kantoorventilatie In dit artikel wordt er gekeken naar het verschil tussen woningventilatie en kantoorventilatie. Hieronder verstaan we het volgende: A. Woningventilatie: in de klassieke opstelling bestaat dit systeem uit een ventilatie-unit per woning die is aangesloten op een gemeenschappelijk buitenluchtaanzuigkanaal en luchtafblaaskanaal. De luchtkanalen in de woning worden ingestort in de vloer en voorzien van ronde inblaas- of afzuigventielen. B. Kantoorventilatie: dit systeem bestaat uit een centrale ventilatie-unit die bijvoorbeeld op het dak wordt geplaatst. Op centrale locaties gaan er verticale hoofdkanalen naar beneden vanwaar de lucht via horizontale kanalen verder wordt verdeeld over het gebouw. De luchtkanalen worden na de ruwbouw aangebracht en boven een verlaagd plafond gemonteerd. Er wordt een
Jaap Schut was 15 jaar oud toen hij in het bedrijf van zijn vader stapte. Net 20 jaar geworden, werd hij eigenaar en dat zou hij tot aan zijn pensioen in 2017 blijven. Al die jaren verzamelde hij historisch gereedschap en oude installaties. Van antieke geisers, baden en gaskachels tot afsnijtangen en een heuse bitumenketel. De zestiger wil nu de nalatenschap van zijn familiebedrijf en andere installateurs veiligstellen voor het nageslacht. Het liefst in de vorm van een museum en als het even kan in zijn geliefde Naaldwijk. Fantastisch “Mijn opa startte in 1901 zijn eigen bedrijf in Naaldwijk”, vertelt Schut. “Ik heb nog installaties en gereedschap uit die tijd.” De zestiger deed na zijn pensionering zijn bedrijf van de hand, maar heeft nog wel een eigen loods waar al zijn historische curiositeiten staan uitgestald. Regelmatig leidt hij op aanvraag groepen rond. “Ze vinden het fantastisch. Herkennen nog een oud apparaat dat in het huis van oma stond, vragen waar dat stuk gereedschap voor dient…”, vertelt Schut aanstekelijk. Gascilinders op de fiets Beneden zijn onder andere oude baden, gaskachels, gereedschapsartikelen, toiletten en thermostaten te zien. Maar ook de fiets waarmee zijn oom nog gascilinders rondbracht in de streek. Boven is een hele zaal gewijd aan geisers. Over alles valt wel een verhaal te vertellen. Zo toont Schut een wc die nog met een voetpedaal moest worden bediend, een zinken bad voor de gewone man en een fraaie groene voor de elite. “Dat groene bad is afkomstig uit een oud herenhuis.
Twee jaar geleden veranderde het voormalige Hitachi Power Tools zijn merknaam in HiKoki. De fabrikant kan dus bogen op meer dan 70 jaar ervaring, want de gereedschapsreus zag in 1948 al het levenslicht. Welke trends signaleert deze expert op haar vakgebied? IZ sprak met Salesmanager Ruurd van der Vegt. Van der Vegt draait zelf ook al een aardig tijdje mee bij de gereedschapsfabrikant. Hij begon in 1995 als Vertegenwoordiger bij de gereedschapstak van Hitachi. In 2000 ging Van der Vegt aan de slag als Sales Manager. Sinds 1 oktober 2018 onder een andere bedrijfsnaam. Vanaf die datum is HiKoki de nieuwe naam van Hitachi Power Tools. Dat is het gevolg van de overname van Hitachi Power Tools door de Amerikaanse financiële investeerder KKR. HiKoki (uitgesproken als hai-koh-ki) is afgeleid van het Engelse woord ‘high’ – wat staat voor de visie van het nieuwe merk op technologie en kwaliteitsleiderschap – en het Japanse ‘koki’ dat ‘industriële machines’ betekent. Verduurzaming Dankzij een uitgebreide marketingcampagne en de aanwezigheid op toonaangevende beurzen is de installateur nu wel vertrouwd met de nieuwe naam. Zo stond de gereedschapsfabrikant recentelijk nog op de VSK. De ervaren Sales Manager zag in Utrechtse Jaarbeurshallen hoe de branche aan het veranderen is. Met name de verduurzaming van de bouw- en installatiesector heeft verregaande consequenties. Zo zorgt de overstap op duurzame energie voor de groeiende populariteit en doorontwikkeling van warmtepompsystemen en PV-panelen. Plug & Play Maar de verduurzaming gaat verder dan alleen de ontwikkeling van nieuwe systemen. De branche krijgt ook
Maximale installatie-efficiëntie en planningsvrijheid. Het zijn de belangrijkste voordelen van de sanitaire inbouwbox, die iedere zichzelf respecterende sanitairfabrikant inmiddels op de markt brengt. Nú installeren en later een opbouwdeel kiezen, is het moto. Zo is er het onlangs op de markt gebrachte inbouwsysteem HansaBluebox van Hansa. Het systeem werd voor de mengkraanseries en thermostaten van de segmenten Hansa|Living en Hansa|Home ontwikkeld. De installateur kan hiermee inspelen op verschillende inbouwsituaties en behoeften van gebruikers. In de ruwbouwfase wordt alleen de basiseenheid in de muur ingebouwd. Vormgeving en functie kunnen later worden bepaald. Inbouw Het systeem beschikt over een rotatie-symmetrische opbouw met naar wens ingangen van ½-duim of ¾-duim. Er is een afstand van 31 millimeter tussen aansluiting en muur. De inbouwdiepte heeft een speelruimte van 75 tot 105 millimeter. Bij de inbouw kan nauwelijks iets verkeerd gaan, aldus de fabrikant. Zo worden de functie-eenheden met onverliesbare schroeven op de basiseenheid gefixeerd en er is een passende correctie-adapter voor vrijwel elk mogelijk probleemgeval. Eindmontage De eindmontage kan tijdbesparend en veilig worden uitgevoerd. De verbinding van de schakelaar tussen de functie-eenheid en de eindmontage-set kan met behulp van een onafhankelijke telescoopverbinding los van de omgeving over de hele inbouwdiepte worden gemonteerd. De Blueclick-rozettendrager fixeert de rozetten schroefloos via zes vormsluiting-bevestigingen veilig aan de muur – ook bij een oneffen ondergrond. Verder zijn alle functie-eenheden met aanpassing en/of blokkering met de keramische Blueswitch-schakelaar uitgerust. Dit resulteert in een hoge functiebetrouwbaarheid bij alle drukverhoudingen, een duidelijke bediening en vooral – aldus de fabrikant – een
Nu de NEN 1087 wordt herzien, gaan er ook stemmen op om het begrip leefzone anders te definiëren. Dat zou verregaande consequenties hebben voor bepaalde ventilatiesystemen. “Vooral systeem C zou worden benadeeld”, meent Jan Verdonck van Jaga. Het interview met hem in de vorige editie bracht een storm aan reacties teweeg. De leefzone is het gedeelte van een verblijfsgebied waarbij de ruimte gelegen binnen 1 m van een uitwendige scheidingsconstructie, binnen 0,2 m van een inwendige scheidingsconstructie en hoger gelegen dan 1,8 m boven de vloer buiten beschouwing blijft. Binnen Europa geldt er een eis voor de vergelijking van onderlinge producten die meet op 0,5 meter vanaf de gevel. Een aantal deskundigen zou dit als systeemeis willen laten opnemen in de nieuwe NEN 1087. Een zinvolle wijziging? Volgens Jan Verdonck, Specialist New Business bij Jaga niet. In het februari-nummer van IZ legde hij uit waarom. Koude lucht Een veelgehoorde klacht over systeem C heeft betrekking op de koude maanden. Dikwijls wordt er geklaagd over tochtverschijnselen, omdat in de wintermaanden rechtstreeks koude lucht naar binnen wordt gevoerd. Verdonck: “Zo simpel ligt het niet. Uit ervaring en onderzoek weten we dat er meestal andere problemen spelen. Zo kunnen de bouwkundige randvoorwaarden onvoldoende in acht zijn genomen. Denk aan de impact van grote raampartijen, slechte regelingen en het niet goed luchtdicht zijn van de gebouwen, waardoor het lijkt te tochten via de roosters. En een nog groter probleem; met al die goed geïsoleerde woningen van tegenwoordig schiet de centrale kamer thermostaat bijna niet
De verduurzaming van de bouwkolom leidt niet tot minder problemen met installaties, zegt Sjang den Ouden. De bouwpatholoog onderzoekt al 20 jaar onder meer de kwaliteit van technische gebouwgebonden oplossingen. Vaak in geschilsituaties. Sjang den Ouden is in het dagelijks leven werkzaam bij het Bureau voor Bouwpathologie. Bouwpathologen onderzoeken klachten en gebreken in en aan gebouwen, zoals lekkages, schimmeloverlast, scheurvorming, tochtklachten, insectenoverlast, degeneratie van materialen en dergelijke. Het onderzoeksterrein omvat naast bestaande bouw, nieuwbouw, ontwerp, oplevering, garantieklachten en eventuele verborgen gebreken ook vaak sloop en aanhoudende onderhoudsgebreken. Bijna altijd betreft het een geschil tussen een aantal partijen. En regelmatig heeft het conflict direct of indirect te maken met de installatietechniek in het pand. Hardnekkig De verduurzaming van de bouw leidt helaas niet tot een afname van het aantal problemen, constateert Den Ouden. Ja, de luchtdichtheid en isolatie van woningen en utiliteitsgebouwen zijn aanmerkelijk verbeterd, maar sommige problemen zijn hardnekkig en er komen ook nieuwe bij. Gewenning “Zo hebben bewoners vaak moeite om te wennen aan de nieuwe situatie. Een warmtepomp reageert traag, in tegenstelling tot een cv-ketel. En de comfortbeleving bij een lt-verwarming is, evenals de bediening, heel anders.” Bij een slecht installatieconcept lopen bewoners bovendien het risico met een torenhoge energierekening te worden opgezadeld. “Bijvoorbeeld als de installateur geen convectoren langs hoge glazen puien heeft aangebracht en de bewoners met hun lt-installatie tegen de koudeval moeten opboksen. Of als het afgifte- en regelsysteem en de warmtepomp van verschillende merken zijn en gebrekkig met elkaar samenwerken.” Wollig taalgebruik Maar ook
We zien tegenwoordig de meest ingewikkelde installaties ontwikkeld worden om de duurzaamheidsvraag te beantwoorden. Een perfecte ventilatie in de woning wordt hierdoor dan ook steeds belangrijker. Maar is de installatie altijd correct toegepast?
Evelien Koekkoek werkt al 10 jaar als interieurarchitect.. Sinds 2012 heeft zij zich geheel toegelegd op het ontwerpen van gezonde gebouwen. Daarbij werkt ze geregeld samen met installateurs. “Op het gebied van ventilatie zijn nog grote stappen te zetten.” De belangstelling voor gezond leven dateert al uit haar jeugd. Koekkoek was een fanatieke sporter, die op hoog niveau turnde. Gaandeweg begon ze zich af te vragen hoe het interieur van gebouwen de gezondheid van mensen beïnvloedt. Na haar studie Interieurarchitectuur besloot ze zich verder te gaan verdiepen in dit onderwerp. Zo volgde ze onder andere een opleiding tot WELL-Accredited Professional. Waar duurzaamheidskeurmerken als Breeam en LEED zich sterk focussen op de verduurzaming van de energievoorziening en het materiaalgebruik, richt WELL zich voornamelijk op het creëren van gezonde leefomgevingen. In Amerika is de WELL-standard al ingeburgerd, in Nederland nog niet, maar is de belangstelling wel groeiende. Vooral in de utiliteit. Arbeidsproductiviteit De reden ligt voor de hand: een gezonde werkomgeving heeft een positief effect op de arbeidsproductiviteit. Koekkoek is dan ook voornamelijk actief in kantorenland. Ruim 90% van haar klanten komen uit die hoek. Daarnaast ontwerpt ze gezonde interieurs voor winkels en yogaruimtes. “Niet te maken” In haar werk krijgt de interieurarchitecte regelmatig te maken met installateurs. “Soms klagen ze dat wij dingen verzinnen die zij niet kunnen realiseren”, zegt ze lachend, “maar over het algemeen verloopt de samenwerking harmonieus. De installateurs die ik tref, doen echt hun best om mee te denken, komen hun afspraken na, stellen slimme vragen en