NEN 1087

VOOR IEDERE SITUATIE EEN OPLOSSING

Nu de NEN 1087 wordt herzien, gaan er ook stemmen op om het begrip leefzone anders te definiëren. Dat zou verregaande consequenties hebben voor bepaalde ventilatiesystemen. “Vooral systeem C zou worden benadeeld”, meent Jan Verdonck van Jaga. Het interview met hem in de vorige editie bracht een storm aan reacties teweeg.

De leefzone is het gedeelte van een verblijfsgebied waarbij de ruimte gelegen binnen 1 m van een uitwendige scheidingsconstructie, binnen 0,2 m van een inwendige scheidingsconstructie en hoger gelegen dan 1,8 m boven de vloer buiten beschouwing blijft. Binnen Europa geldt er een eis voor de vergelijking van onderlinge producten die meet op 0,5 meter vanaf de gevel. Een aantal deskundigen zou dit als systeemeis willen laten opnemen in de nieuwe NEN 1087. Een zinvolle wijziging? Volgens Jan Verdonck, Specialist New Business bij Jaga niet. In het februari-nummer van IZ legde hij uit waarom.

Koude lucht

Een veelgehoorde klacht over systeem C heeft betrekking op de koude maanden. Dikwijls wordt er geklaagd over tochtverschijnselen, omdat in de wintermaanden rechtstreeks koude lucht naar binnen wordt gevoerd. Verdonck: “Zo simpel ligt het niet. Uit ervaring en onderzoek weten we dat er meestal andere problemen spelen. Zo kunnen de bouwkundige randvoorwaarden onvoldoende in acht zijn genomen. Denk aan de impact van grote raampartijen, slechte regelingen en het niet goed luchtdicht zijn van de gebouwen, waardoor het lijkt te tochten via de roosters. En een nog groter probleem; met al die goed geïsoleerde woningen van tegenwoordig schiet de centrale kamer thermostaat bijna niet meer aan. Het ligt dus kortom niet altijd aan de roosters.”

Energiegebruik

Dat klinkt uiteraard heel aannemelijk, maar de vraag is of je dan geen extra energie gebruikt, bijvoorbeeld om de lucht te sturen, om zo een inherent mankement aan het systeem te maskeren? En, hoe valt dat te rijmen met energiebesparing? Verdonck “In de wintermaanden zal je misschien extra energie kwijt zijn, maar in de zomermaanden juist minder. In die maanden kunnen varianten van systeem D met wtw juist onvoordelig uitpakken, omdat de toegevoerde lucht ervoor kan zorgen dat er extra gekoeld moet worden.”

“Markt uitduwen”

Als dit allemaal bekend is, waarom wil men dan toch die voorschriften uit een Europese norm opnemen in de nieuwe NEN 1087, kan je je dan afvragen. Verdonck: “Ik vermoed dat er andere belangen in het spel zijn. Volgens mij wil een bepaalde lobby systeem C de markt uitduwen en dat is vervelend. Een norm dient systeemneutraal aan te geven welk doel er moet worden gerealiseerd. En daarna moet worden getest of het werkt, met een goede onderbouwing.”

Reacties

Zowel op LinkedIn als Facebook zorgde het artikel voor een storm aan reacties. IZ vroeg naar aanleiding van de losgebarsten discussie aan Carl-Peter Goossen, directeur van BouwNext om een uitgebreide reactie. Goossen heeft veel ervaring met beide systemen en zat daarnaast in de werkgroep die de NTA 8800 opstelde, een rekenmethode om de energieprestatie van gebouwen vast te stellen.

Zoveel meningen…

“Vraag techneuten om een oplossing, zoals in Groningen, en het wordt een debacle”, vindt Goossen. “Ze houden er allemaal een andere mening op na en komen aanzetten met de meest uiteenlopende oplossingen. In de discussie over de NEN 1087 in de februari-uitgave van IZ wordt gesproken over de lobby die systeem C ‘uit de markt zou willen halen’ versus een groep die deze vorm van natuurlijke ventilatie juist promoot. Dit gaat volgens mij veel te ver en doet geen recht aan de opgave die we hebben. We moeten enorm veel nieuwbouwwoningen neerzetten en nog meer bestaande woningen renoveren. Met dit gegeven in het achterhoofd, moet je niet de opgave herleiden tot een puur technisch vraagstuk.”

C versus D

“Pasgeleden kwamen wij als BouwNext terecht in zo’n situatie, waarin sprake was van een patstelling. De ene projectleider van de woningbouwvereniging wilde een natuurlijke ventilatie-oplossing, omdat er dan geen filters vervangen hoefden te worden en de investeringskosten laag zouden uitpakken, terwijl de ander vanuit duurzaamheidsoverwegingen juist opteerde voor een balansventilatiesysteem. Ook de bouwer hield er zo zijn eigen mening op na. Wij kregen als BouwNext de opdracht om het eens goed uit te zoeken.”

Breed spectrum

“Door de nZEB-tool toe te passen, kwamen we er al snel achter dat de netto warmtevraag voor deze categorie kleine seniorenwoningen 18 kWh/m2y zou bedragen met balansventilatie en bij mechanische ventilatie met CO2 (C4b) 28 kWh/m2y. ‘Zie je nou wel! Balansventilatie is véél beter’, kregen we direct te horen, toen we onze conclusies presenteerden. Kijk je neutraal naar dit verhaal dan gaat het maandelijks om een bedrag van respectievelijk 8 of 14 euro voor de verwarmingskosten. Neem je dan de bijkomende kosten mee voor het vervangen van filters, dan is de keuze om het even. Toen wij dit erbij vertelden kwam de rust terug en hebben we de echte voors en tegens op een rijtje gezet met het hele gezelschap. Pas toen overzagen we allemaal het gehele spectrum, dat wordt bestreken met dit vraagstuk. Want het gaat niet alleen over techniek, maar ook over comfort, debieten, fijnstof, temperaturen, schoonmaken en geluidsbeleving. Het werd een boeiend gesprek, geheel losgetrokken van de discussie over systeem C en D.”

Huidige NEN 1087

“Het verbaast mij dat de NEN 1087 die nu van kracht is, eigenlijk alleen maar uitgaat van oplossingen. De 1% verdunningsfactor wordt niet als eis gesteld, maar als een oplossing voor de afstand en plaats van de in- en uitvoer van de kanalen. Terwijl in het buitenland allang gebruik gemaakt wordt van roosters (zowel voor de aan- en afvoer) die zorgen dat de verdunningsfactor onder de 0,5% blijft. Het verslepen van kanalen, dat de huidige NEN 1087 met zich meebrengt, zorgt er namelijk voor dat het rendement van balansventilatiesystemen met zeker 10% afneemt, omdat de koude kanalen te weinig zijn geisoleerd.”

Overstromen

Ook een ventilatiesysteem met een hoger debiet, dan het Bouwbesluit voorschrijft, de lucht laten binnenbrengen in de hoofdslaapkamer en om die dan vervolgens te laten doorstromen naar de woonkamer, is nu niet mogelijk. In appartementencomplexen zorgt deze methode, waarbij de ventilatie in cascade wordt uitgevoerd, ervoor dat we met een totaaldebiet van 65 m3/h (normaal stand) kunnen ventileren en de lucht niet te droog wordt. Artikel 3.34 lid 2 van de NEN 1087 gaat namelijk uit van een bestaand ventilatie regime. En dat terwijl er mooie, nieuwe, actieve overstroomventielen bestaan die als het ware de luchtkwaliteit kunnen ‘ruiken’.”

Oplossing

“Ik zou de volgende oplossing willen aandragen voor de NEN 1087 problematiek. Houd de 0,5 m aan als begrenzing van de leefzone, maar pas wel de meetvoorschriften aan. Laat daarnaast de 50% eis voor luchtkwaliteit vervallen en neem de 1% verdunningsfactor op in de nieuwe NEN 1087, zonder al dat ‘kanalengedoe’. Tot slot zou ik willen voorstellen om bij de prestatie-eisen een CO2-gehalte van 1200 ppm voor 90% van de tijd als uiterste bovengrens te hanteren.” 

“In feite zijn alle systemen goed, zelfs systeem A, als je ze maar toepast in de juiste context”, aldus Goossen.

Alle systemen

“In feite zijn alle systemen goed, zelfs systeem A, als je ze maar toepast in de juiste context”, aldus Goossen.