Sinds de regelgeving voor werken aan gasgestookte installaties is aangescherpt, kon de kennis daarbij niet achterblijven. Het gaat dan niet alleen om de kennis over de installatie en het onderhoud van de gasketel, maar bijvoorbeeld ook om het werken aan gasleidingen en rookgasafvoersysteem. Sinds De Gasketelwet (ook wel CO-certificering genoemd) van kracht is, stelt deze wettelijke regeling expliciete vakbekwaamheidseisen aan cv-monteurs en installatiebedrijven die gasinstallaties ontwerpen en verwarmingsketels plaatsen, inbedrijfstellen, onderhouden of repareren. Monteurs moeten een theorie- en praktijkexamen afleggen en bedrijven moeten zich certificeren. Die certificering is sinds 1 april 2023 verplicht en de verplichting werd ook opgenomen in het nieuwe Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het doel van de regelgeving is vooral het aantal koolmonoxide-incidenten terugdringen. Actuele kennis Om aan die vakbekwaamheidseisen en regels voor de certificering te kunnen voldoen, biedt ISSO twee nieuwe kennisproducten aan die via BouwZo beschikbaar zijn. Beide uitgaven kregen recent een uitgebreide update. Actuele kennis is namelijk minstens zo belangrijk als het voldoen aan vakbekwaamheidseisen of een certificering. Sterker nog, het één kan niet zonder het ander. Overigens geldt de regelgeving niet alleen voor alle werkzaamheden aan gebouwgebonden verbrandingstoestellen, maar zijn ook de luchttoevoer en rookgasafvoer van belang. Vandaar dat de kennisproducten van ISSO het brede spectrum van het werken aan gasgestookte installaties omvat. Gasinstallaties tot 130 kW “De certificering volgens de BRL6000-25 geldt voor gasgestookte installaties tot 130 kW. En dan maakt het niet uit of het toestel in een woning, woongebouw, kantoor of utiliteitsgebouw hangt”, vertelt Jos de Leeuw, projectcoördinator Klimaatinstallaties in
Categorie: Techniek
In Broek op Langedijk bouwde Duteco een innovatief en duurzaam bedrijfspand. Het resultaat is een levend voorbeeld van de expertise van het installatiebedrijf. Voor de klimaattechniek viel de keuze op een VRV 5-systeem met het koudemiddel R-32. Met de bouw van het nieuwe pand laat Duteco zien waar ze voor staan: duurzaamheid, innovatie en vakmanschap. In Broek op Langedijk ontwikkelde de totaalinstallateur een werkomgeving die tevens dienst doet als showroom voor klanten. Centraal in het ontwerp staat het VRV 5-systeem van Daikin, gecombineerd met een luchtbehandelingskast en een slim gebouwbeheersysteem. “Ons pand weerspiegelt wie we zijn en wat we onze klanten kunnen bieden,” zeggen directeuren Raymond Graaman en Frank Verburg. Jong merk met diepe wortels Duteco is in 2021ontstaan uit de fusie tussen Climapartners en Woldhuis Installatietechniek. Hiermee werd kennis en ervaring uit meerdere decennia samengebracht. “We zijn een jong merk met een stevige basis,” vertelt Graaman. “Dat geeft ons de vrijheid én de verantwoordelijkheid om voorop te lopen in duurzame techniek.” Gebouw met een missie Het pand moest niet zomaar een kantoor worden, maar een tastbare vertaling van de visie van Duteco op duurzaamheid. Vanaf het eerste ontwerp is nagedacht over het gebruik van duurzame materialen en innovatieve techniek. “We wilden een plek creëren waar klanten meteen zien wat wij doen – en vooral hóé we dat doen,” aldus Graaman. VRV 5 met R-32 Voor de klimaattechniek viel de keuze op Daikin en specifiek op het VRV 5-systeem met het koudemiddel R-32. “We zochten een oplossing die aansluit bij
De markt trekt aan en ondertussen zetten fabrikanten volop in op innovatie. Tijdens de afgelopen ISH was duidelijk te zien waar dit toe leidt. Meer R290, meer systeemintegratie, meer digitalisatie en meer monoblocks. Natuurlijk waren er nog meer trends te bespeuren. Zoals nieuwe oplossingen voor woningen met een beperkte technische ruimte of de groeiende populariteit van lucht-lucht warmtepompen. IZ zette het allemaal op een rijtje. R 290 Bij het eerste bezoek aan de stand van Mitsubishi Electric kregen we eigenlijk al direct vrijwel alle trends op een presenteerblaadje aangereikt. De fabrikant vertelde onder andere over de impact die de herziening van de F-gassenregeling in 2024 heeft op de markt. Men stapt en masse over op het koudemiddel R290 oftewel propaan. Zelf liet de fabrikant bijvoorbeeld de Ecodan lucht/water-warmtepomp uit de PUZ-WZ serie zien, waarvan de nieuwste monoblock-versie gebruik maakt van R290. Deze Ecodan familie is al enige tijd verkrijgbaar met verwarmingsvermogens van 5 en 6 kW en wordt nu uitgebreid met versies van 8,5, 10 en 12 kW. Overigens was het opmerkelijk hoeveel fabrikanten nu monoblock-versies van warmtepompen in de markt zetten. Zoals bijvoorbeeld Renson en alpha innotec. De redenen liggen voor de hand. Je bespaart er ruimte mee en de monteur heeft geen F-gassen certificering nodig om ze te plaatsen. Airco Als het gaat om lucht/lucht-warmtepompsystemen kon men op de stand van Mitsubishi Electric de modellen MSZ-RZ en MUZ-RZ met het koelmiddel R290 zien. Om de veiligheid extra te verhogen, zijn de apparaten niet alleen met leksensoren uitgerust maar
De behoefte aan geintegreerde oplossingen neemt sterk toe. Niet alleen vanwege de regelbaarheid, maar ook omdat ze minder ruimte innemen. IZ sprak met Airspot en Prado die op een slimme manier ventilatie en verlichting integreren in hun producten. En dat op een esthetisch aantrekkelijke manier. Airspot is geen onbekende in de installatiewereld. Mede-eigenaar Cornel van den Thillart wist 10 jaar geleden al handig in te springen op een ergernis van architecten en andere bouwpartijen. “Ze stoorden zich aan de aanblik van plafondventielen. In samenwerking met TNO is toen de Airspot ontwikkeld.” Het standaard gamma bestaat uit 8 modellen, maar uiteraard is het ook mogelijk om de Airspot te personaliseren. Opbouw Heel kort door de bocht is de Airspot een element dat de ventilatie met een verlichtingspunt combineert. De Airspot beschikt over een instortbox die compatible is met alle luchtkanalen en elektra voorzieningen. Voordat de vloer of het plafond wordt gestort, plaats je de instort box op de plek waar de spot zal komen. De zijkanten worden vervolgens afgewerkt met stucwerk. “Op deze manier oogt het plafond aantrekkelijker, omdat het mooi en strak kan worden afgewerkt zonder beeldverstorende elementen.” Luchtzijdig Zowel de toevoer als afvoer van lucht vindt plaats via de armaturen. De lucht wordt recht naar beneden ingeblazen met een lage snelheid. Op die manier waaiert de lucht snel uit, zodat er een goede luchtverdeling plaatsvindt. Per armatuur wordt er ieder uur ongeveer 23 – 37 m3 aan verse lucht de ruimte ingebracht. Een afvoerpunt verwerkt ongeveer 30 m3 aan
We lijken in Nederland afscheid te hebben genomen van de koude, donkere dagen. Zo zijn er voor deze tijd van het jaar al een aantal warmterecords gemeten in De Bilt. Om de warmte buitenshuis te houden, stappen steeds meer mensen over op de aanschaf van airconditioning en warmtepompen. In het jaarlijkse rapport ‘European State of Climate’ wordt gesteld dat het klimaat in Europa twee keer sneller opwarmt dan de rest van de wereld. De behoefte aan airconditioning in ons land zal in de komende jaren alleen nog maar verder toenemen. Een duidelijk waarneembare trend is dat airconditioners steeds vaker gebruikt worden voor verwarming, aangezien ze zonder uitzondering ook een warmtepompfunctie hebben. Met name voor de thuiswerkplek is dit een veel gekozen oplossing. Op deze manier hoeven gebruikers niet de gehele woning te verwarmen gedurende de thuiswerkdag. F-gassenverordening Naast de toenemende vraag naar airconditioning is de koeltechnische markt volop in beweging. Zo zijn er grote veranderingen op komst die niet alleen een grote impact hebben op bedrijven die actief zijn in onze sector, maar ook op eindgebruikers. Op 11 maart 2024 is de tweede herziening van de F-gassenverordening van kracht geworden. Deze verordening is van grote invloed op diverse sectoren, waaronder de warmtepomptechnologie, die een cruciale rol speelt in de verduurzaming van de gebouwde omgeving en de energietransitie. De verordening bestaat uit drie belangrijke onderdelen waar de sector op in moet spelen: • Uitfasering koudemiddelen In deze Europese wet wordt onder andere een uitspraak gedaan over de hoeveelheid koudemiddel met een hoge
Met de stijgende gasprijzen, strengere regelgeving én beschikbare subsidies maken steeds meer bedrijven de overstap naar verwarming en koeling middels warmtepompen. In hallen, magazijnen en distributiecentra gaat dat vaak nog gepaard met twijfel: zijn warmtepompen wel krachtig genoeg? Wat zijn de kosten? En hoe verhoudt dat zich tot traditionele gasheaters? Conventionele halverwarming, zoals gasgestookte heaters of luchtverhitters, heeft decennialang zijn waarde bewezen. Ze zijn relatief goedkoop in aanschaf en eenvoudig te installeren. Maar die voordelen zijn tijdelijk: het gasverbruik is hoog, de energiekosten stijgen en toekomstige aanpassingen richting verduurzaming worden daarmee uitgesteld. Na een paar jaar moet er door de steeds dwingendere wet- en regelgeving vanuit de overheid toch nog worden geswitcht. Een vergelijking op basis van 50.000 m3 gasverbruik per jaar (bij €1,43 per m3 (huidige gasprijs)) laat zien dat traditionele verwarming €71.500 per jaar kost. Maar een lucht/lucht-warmtepomp met een S.C.O.P. van 5,25 verbruikt 79.010 kWh, goed voor €26.863 per jaar. Dat is een besparing van 62% ten opzichte van gas. Uit praktijkcases van Templari Benelux – leverancier van dergelijke warmtepompen – is gebleken dat nagenoeg alle hallen het systeem binnen vijf jaar terugverdienen. Toekomstbestendig Warmtepompen voor hallen zijn allang geen comfortkoelers meer die ‘ook een beetje verwarmen’. Nieuw ontwikkelde systemen – bijvoorbeeld de Kita-modellen van Templari- zijn specifiek ontworpen voor de grote hallen en de koude winters in de Benelux. Ook bij -30°C blijven ze efficiënt en met een S.C.O.P. van 5,25 zijn de installaties zeer zuinig. Het systeem bestaat uit een binnen- en buitendeel, beschikbaar in
Een gezond binnenklimaat is cruciaal voor comfort, productiviteit en welzijn. Luchtbehandeling speelt hierin een sleutelrol, maar zowel te weinig als te veel ventilatie kunnen problemen veroorzaken. In dit artikel zoomt Ron M R Bosch, adviseur en HBO-Hoofddocent Installatietechniek, in op de risico’s van Lowtech- en Hightech-benaderingen. Een gemiddeld persoon ademt ongeveer 0,5 liter lucht in per ademhaling, en het zuurstofgehalte van de lucht bedraagt ongeveer 21 %. De ideale temperatuur varieert afhankelijk van de activiteit, persoon en omgeving. De luchtvochtigheid speelt hierin een belangrijke rol. Een waarde tussen de 40 en 60 % wordt als optimaal beschouwd. Comfortabele temperatuur en luchtvochtigheid Temperatuur: Tussen de 20 en 24 °C wordt door de meeste mensen als aangenaam ervaren. Temperaturen boven de 24 °C kunnen als oncomfortabel worden beschouwd, vooral bij een hoge luchtvochtigheid. Luchtvochtigheid: Waarden boven de 60 % in combinatie met hoge temperaturen kunnen een benauwd gevoel veroorzaken. Lage luchtvochtigheid (<30 %) kan juist droge luchtwegen en huid veroorzaken. Een goed ontworpen ventilatiesysteem moet deze factoren in balans brengen, zonder onnodig energiegebruik of discomfort te veroorzaken. Installatieontwerp In de bouwsector zijn er twee stromingen. Enerzijds is er een Lowtech-richting, die zo veel mogelijk gebruik wil maken van natuurlijke ventilatie en eenvoudige systemen. Daar tegenover staan de Hightech-adepten, die pleiten voor maximale controle via de toepassing van geavanceerde klimaatinstallaties met sensoren en regeltechniek. Beide benaderingen hebben voordelen, maar ook risico’s. Lowtech Een Lowtech-installatieconcept heeft de volgende voordelen: Energiezuinigheid – Minder afhankelijkheid van mechanische installaties betekent lagere energiekosten. Robuustheid – Minder bewegende delen verminderen
Jetroosters of ventilatienozzles kunnen het comfort maken of breken. Bij Solid Air Climate Solutions hebben ze maar liefst 52 varianten in het assortiment zitten. IZ sprak erover met Martin Timmermans, Technisch Adviseur Projecten. Jetroosters worden gebruikt om de lucht ver de ruimte in te blazen. Dat gebeurt in het geval van Solid Air met een worp tussen de 5 en 50 meter. Blijft de lucht gebundeld, dan wordt er gesproken van een laag inducerende luchtstroom. Wordt de lucht via een werveling over een groter oppervlakte uitgespreid, dan spreekt men van een hoog inducerende luchtstroom. In het laatste geval zit er een swirl deflector in het rooster. Populair Ze zijn overal te vinden. Met name op plekken waar een grote worp wenselijk is. Zoals sporthallen, vliegvelden, atria of werkplaatsen. “Je vindt geen jetroosters in verblijfsruimtes, zoals woningen. Daar luistert het een stuk nauwer met de comfortregeling. Een gebundelde luchtstroom kan daar snel als verstorend worden ervaren.” Bevestiging De lucht komt voornamelijk op horizontale wijze de ruimte in. Meestal vanaf enkele meters hoogte. De jetroosters worden verticaal gemonteerd. Dat kan bijvoorbeeld aan het uiteinde van een kanaal of in een montageplaat met meerdere jets. In het laatste geval maakt de plaat dikwijls onderdeel uit van een plenum. Deze “verdeeldoos” brengt de luchtsnelheid omlaag en zorgt zo voor een meer gelijkmatige verdeling van de lucht over de verschillende jetroosters. Materialen De jetroosters zijn zowel in aluminium als kunststof verkrijgbaar. Beide hebben hun voordelen en beperkingen. Met kunststof kan je eenvoudig het rooster in
Uit het demonstratieproject Hybride warmtepompen blijkt dat een hybride installatie gemiddeld 75% gas bespaart en jaarlijks 1018 euro op de energierekening scheelt. Correcte installatie en een goed functionerend afgiftesysteem zijn cruciaal voor optimaal rendement. Tijdens het congres ‘Hybride in de warmtetransitie’ in januari zijn de definitieve resultaten van het Demonstratieproject Hybride Warmtepompen gepresenteerd. Uit het onderzoek, waarin het energiegebruik van 174 huishoudens is geanalyseerd, is gebleken dat het installeren van een hybride warmtepomp bij een cv-ketel gemiddeld leidt tot een gasbesparing van 75% en een verlaging van de energierekening met 1.018 euro op jaarbasis. Samenwerking en onderzoeksmethode Het demonstratieproject is een samenwerking van de Rijksoverheid, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Techniek Nederland en de Vereniging voor Duurzame Warmte. De prestaties van 174 hybride warmtepompen zijn gedurende twee stookseizoenen nauwkeurig geanalyseerd en vergeleken met het energiegebruik vóór de installatie van de hybride warmtepomp. De resultaten zijn wetenschappelijk geverifieerd door de Universiteit Twente. Belang van correcte installatie De gemiddelde prestaties hebben de betrokken partijen positief verrast. Tegelijkertijd liet de analyse zien dat bijna 20% van de geïnstalleerde systemen nog beter kon functioneren met enkele aanpassingen aan de installatie. Dit onderstreept hoe belangrijk een correcte installatie en een goed functionerend afgiftesysteem, zoals radiatoren en vloerverwarming, zijn om het maximale rendement te behalen. Bij een hybride warmtepomp speelt dit een nog grotere rol dan bij een cv-ketel. Bovendien is de hybride warmtepomp eenvoudig in te passen in bestaande woningen. De installatie neemt slechts een dag in beslag en vereist geen ingrijpende verbouwing, waardoor het een