Categorie: Techniek

Warmtepompen

De warmtepompmarkt is afgekoeld, blijft uit recente cijfers. Sterker nog, de eerste maand van 2024 liet zelfs een stijging zien van het aantal cv-ketels dat werd verkocht. Toch zal de opmars van de warmtepomp doorzetten. All-electric als het kan, hybride als het moet óf gunstiger financieel uitpakt. Tijdens de afgelopen VSK stond de warmtepomp wederom in het middelpunt van de belangstelling. IZ sprak met GREE en ATAG, twee exposanten die noviteiten lieten zien. Wat zijn volgens hen de trends in warmtepompland? Succesvolle beurs Maar eerst nog even terug naar de beurs. Hoewel we in het volgende nummer een uitgebreide terugblik geven, kunnen we alvast wat eerste indrukken optekenen. Wat hadden GREE en ATAG zoal te vertellen? Voor beide partijen was het een geslaagde beurs. Opvallend genoeg vanwege exact dezelfde reden: de juiste bezoekers kwamen langs. Grotendeels installateurs “Het was een drukbezochte beurs. Dit jaar stonden we als GREE op de VSK om ons aanbod meer onder de aandacht te brengen van de Nederlandse installateur. Wereldwijd is GREE een grote speler, met 90.000 man in dienst, maar we merken dat we toch nog wat extra naamsbekendheid kunnen gebruiken hier”, vertelde Enrico Lenaerts, Business Development Manager ons. En in die missie is GREE geslaagd tijdens de VSK. “Ik denk dat zeker 80 % van onze bezoekers installateur was. Ik draai zelf al een tijd mee in de HVAC-wereld en heb wel VSK-edities meegemaakt waar dat heel anders was.” Vakbeurs “Ik vond het veel meer een vakbeurs dan de vorige edities”, vertelde Jan

‘All-electric ready’

Wie een warmtepomp overweegt, staat voor de keuze tussen een hybride of een all-electric systeem. Steeds vaker stellen adviseurs echter een derde optie voor, een ‘tussenvariant’: ‘all-electric ready’. Het is een van de voornaamste trends die ISSO-specialist Jos de Leeuw momenteel opmerkt. Wie nog niet voor all-electric kan of wil gaan, maar deze stap in de (nabije) toekomst wel wil zetten, kan kiezen voor all-electric ready. Een hybride warmtepomp is all-electric ready wanneer deze voldoende vermogen heeft om op termijn – eventueel na (verdere) isolatie – de volledige woning te verwarmen, zonder hulp van een cv-ketel. Volgens De Leeuw, specialist klimaatinstallaties bij ISSO, wordt deze tussenvariant steeds vaker als derde optie voorgelegd. Het was een van de voornaamste ontwikkelingen die zijn meegenomen bij het actualiseren van ISSO-kleintje Hybride Warmtepompen in Woningen. Plannen voor rendementseis In 2021 verscheen de eerste versie van het ‘kleintje’, die inspeelde op de toenemende vraag naar dergelijke warmtepompsystemen. Deze werd deels gevoed door de overheidsplannen om vanaf 2026 een rendementseis te stellen die de cv-ketel niet zelfstandig kan behalen. Veel mensen sorteren sindsdien alvast voor op het bijplaatsen van een warmtepomp. Als deze plannen echt doorgaan, dan zal bovendien vrijwel iedere installateur in staat moeten zijn om een hybride warmtepompsysteem te ontwerpen en installeren. Vijf fasen ISSO-kleintje Hybride Warmtepompen in Woningen helpt daarbij. Het biedt installateurs en adviseurs alle informatie die ze nodig hebben, deels afkomstig uit de uitgebreide ISSO-publicatie 98 ‘Lucht/water-warmtepompen’. Hoofdzakelijk gaat het dus over warmtepompen met lucht als energiebron. De informatie in het

Geïntegreerde opslag

De belangstelling voor energieopslag neemt toe. Niet alleen vanwege de overstap op duurzame energiebronnen, maar ook uit efficiëntieoverwegingen. Daarbij komen E & W samen. Met de opgeslagen energie kunnen we immers klimatiseringsinstallaties aansturen. Ron Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek belicht twee systemen: de Home Control Smart Grid Interface en de Control4 NRG. Hoewel er verschillende geluiden te horen zijn op de markt, lijkt het zeker de moeite waard om te investeren in energieopslag, vooral gezien de stijgende energieprijzen en de groeiende beschikbaarheid van duurzame energiebronnen. Een slimme keuze in dit scenario kan de implementatie van gebouw- of thuisautomatisering zijn. Met de juiste oplossingen kunnen consumenten niet alleen besparen op energiekosten, maar ook bijdragen aan een groenere toekomst. Oplossingen Op de markt zijn al verschillende oplossingen beschikbaar waaronder de Control4 NRG en de Home Control Smart Grid Interface. Hiernaast een kort overzicht van de twee energiemanagementsystemen. Afbouw salderingsregeling De markt voor energieopslag zal waarschijnlijk groeien door de afbouw van de salderingsregeling. Vanaf 2025 kunnen huishoudens en kleine bedrijven geleidelijk aan minder salderen. In 2031 wordt de regeling volledig stopgezet. – 2023: 100% – 2024: 100% – 2025: 64% – 2026: 64% – 2027: 55% – 2028: 46% – 2029: 37% – 2030: 28% – 2031: 0% Oplossingen Er zijn al verschillende oplossingen beschikbaar, waaronder gebouw- of thuisautomatiseringssystemen. Deze systemen optimaliseren het gebruik van zelf opgewekte energie met behulp van algoritmes en dynamisch energiemanagement, waardoor de afhankelijkheid van het elektriciteitsnet wordt verminderd en de energiekosten worden verlaagd. Belastingdienst regeling Huishoudens die voldoen

Visie

De traditionele elektriciteitsinfrastructuur kraakt en piept onder de toenemende vraag. Zijn we klaar om onze energie zelf op te wekken? En wat wordt de rol van de installateur? Atakan Bilecen, Chief Sales Director bij Huawei FusionSolardel deelt zijn inzichten. Over tech, trends en de toekomst. “De vraag naar PV-panelen en zonne-accusystemen neemt toe, zowel in de utiliteit als in de woningbouw. We zien een gestage groei in de afgelopen twee jaar, met gemiddeld 4,8 gigawatt aan nieuwe PV-capaciteit per jaar. De groei is verdeeld over de markten voor residentiële, commerciële en utiliteitsgebouwen. Deze groei lijkt structureel. Maar groei is natuurlijk afhankelijk van verschillende factoren. Denk aan congestieproblemen in het elektriciteitsnet, veranderingen in wet- en regelgeving met betrekking tot saldering, en de beperkte beschikbaarheid van land voor het plaatsen van PV-panelen.” Terugverdientijden “De terugverdientijden van PV-systemen variëren sterk. Ook die zijn afhankelijk van verschillende factoren. Zoals het specifieke segment en de toepassing van de installatie. Of het voor de meter of achter de meter wordt geïnstalleerd. De mate van zelfgebruik van de opgewekte energie. Daarnaast speelt ook hier de aanwezigheid van congestieproblemen een rol: ze beïnvloeden de operationele efficiëntie van de installatie. Al deze aspecten samen bepalen de mogelijke terugverdientijd(en) van een PV-installatie of batterijsysteem.” Materialen “De ontwikkelingen op het gebied van technologie voor zonne-PV en batterijen gaan snel. De efficiëntie van PV-panelen is bijna 25 %, terwijl dat enkele jaren geleden nog op 19 % lag. Omvormers worden steeds geavanceerder en bieden meer mogelijkheden voor beheer en integratie met bijvoorbeeld

Meterkast

Met de elektrificatie van onze samenleving groeit de meterkast uit zijn jasje. In toenemende mate komen W & E samen in het bekende plekje vlakbij de voordeur. Enige jaren geleden leidde het al tot een herziening van de NEN 2768 ‘Meterruimten en bijbehorende bouwkundige voorzieningen in woningen’. Maar ondertussen wordt er al gedacht over verdere aanpassingen. De cv-ketel verdwijnt, de warmtepomp maakt zijn entree, evenals steeds meer gebalanceerde ventilatiesystemen, elektrische laadpalen, accu-opslagsystemen en PV-panelen. De Nederlandse woning is in een rap tempo aan het veranderen. En dat drukt ook zijn stempel op de oude, vertrouwde meterkast. IZ sprak erover met John van Vugt, Vakspecialist Elektrotechniek bij Techniek Nederland. Hij verzorgde tijdens de VSK een lezing over de meterkast van de toekomst. Lezing De toelichting klonk al veelbelovend: “De meterkast is hét netwerkpunt waar gas, elektra, water en telecom samenkomen en technische installaties voorzien van input. Het aantal apparaten neemt toe, ze worden slimmer en de stromen gas en elektriciteit veranderen. Wat is de impact hiervan op de huidige meterkast en hoe houden we deze veilig, overzichtelijk en betaalbaar?” Van Vugt gaf tijdens de lezing zijn visie op de toekomst, maar laten we eerst voor de volledigheid even teruggaan naar het recente verleden. Terugblik In 2021 ging de NEN 2768 op de schop. In de voorafgaande jaren was al duidelijk geworden dat de installatiequote in woningen toenam en de meterkast nodig moest worden aangepast. Niet alleen vanwege het ruimtebeslag, maar ook door de stijgende warmtelast en daarmee het risico op brand.

SchoolVent

Klimaatverandering zorgt voor hetere zomers. Vooral op scholen kan dit leiden tot hoge binnentemperaturen, lagere leerprestaties en tijdens hittegolven ook de noodzaak om de school te sluiten. Het invoeren van ventilatiesystemen met (passieve) koeling kan dit voorkomen en heeft tevens als voordeel dat de ramen tijdens de lessen gesloten kunnen blijven. Gesloten ramen verminderen de geluidsoverlast van buitenaf en kunnen in combinatie met fijnstoffilters de fijnstofconcentratie in de klaslokalen sterk verlagen. Met behulp van verdampingskoeling en elektrostatische filtering hebben we aangetoond dat dit op een energie-efficiënte manier kan worden gedaan, waardoor verdere klimaatverandering tot een minimum wordt beperkt. PvE frisse scholen In Nederland zijn de zogenaamde PvE frisse scholen programma-eisen opgesteld voor het binnenklimaat in scholen. Ze bestaan uit drie klassen die vergelijkbaar zijn met het energielabelsysteem. De klasse C-eisen zijn gebaseerd op de minimale wettelijke eisen, klasse B verwijst naar een goed binnenklimaat en klasse A naar een uitstekend klimaat. Aan alle vereisten moet worden voldaan gedurende 95 % van de gebruikstijd. Project Het doel van het TKI SchoolVent project was om een schoolventilatiesysteem geschikt voor renovatie van bestaande scholen te ontwikkelen dat voldoet aan de klasse A specificaties van de PvE frisse scholen programma-eisen voor CO2, zomertemperatuur, wintertemperatuur en PM2.5. Pilot test Na de succesvolle laboratoriumtesten is samen met Virus Free Air (VFA) en Lucam een pilot gestart op het Montessori Lyceum in Zeist. Deze school ligt op nog geen 50 m afstand van de A28, een drukke snelweg. De meeste klaslokalen zijn natuurlijk geventileerd. Vóór de installatie

Ruimtegericht ventileren

Ieder gebouw vraagt om een eigen ventilatie-oplossing. Het is daarom zinloos om verschillende ventilatiemethodes met elkaar te vergelijken en te zoeken naar ‘een beste universele oplossing’, betoogt Marcel Loomans van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is nauw betrokken bij onderzoek naar onder andere de wijze waarop verse lucht in de ruimte wordt gebracht. Waarom ventileren we? Dat doen we om de luchtkwaliteit in een ruimte op orde te houden. In de meeste gevallen is dat omdat we zelf en anderen in die ruimte verblijven en daarmee een bron van verontreiniging zijn. Vaak kan dat nog worden aangevuld met bronnen van verontreiniging die het gevolg zijn van onze activiteiten in die ruimte, bijvoorbeeld koken in woningen, maar ook het plaatsen van meubilair en dergelijke. In sommige gevallen, vaak in een productieomgeving, zijn er nog vele andere soorten bronnen te bedenken. Conditionering Daarnaast wordt met behulp van lucht vaak ook de ruimte geconditioneerd. Dit betekent dat er ook nog een thermisch comfort component aan de ventilatie gehangen kan worden. Tot op de dag van vandaag wordt bij ventileren meestal nog gedacht in termen van het ventilatievoud, ofwel hoe vaak wordt het hele volume van de ruimte met lucht ververst, per uur. Dat kun je dan vertalen in een ventilatiedebiet. Dit veronderstelt dat die ruimte dan uniform wordt gemengd, oftewel op elke plek in de ruimte heeft de ventilatie evenveel effect. In de realiteit zal dat niet het geval zijn en wordt de ene plek in de ruimte beter geventileerd dan de andere.

Verduurzaming

Nederland staat voor een gigantische transitieopgave. De komende decennia moeten miljoenen woningen worden verduurzaamd. Wat komt daar allemaal bij kijken? IZ ging terug in de schoolbanken en volgde de cursus ‘BENG-expert bestaande bouw’ om beter inzicht te krijgen in het proces en het beschikbare instrumentarium. In deze editie aflevering I. Opleider BouwProfs biedt sinds vorige jaar de cursus aan. Onder de bezielende leiding van adviseur en praktijkdeskundige Rens ten Hagen maken de participanten onder andere kennis met de verduurzamingscyclus, de BENG-ladder en de belangrijke rol die is weggelegd voor installatietechniek in het opkrikken van het energetische, gezondheids- en comfortniveau van bestaande woningen. Achtergrond Eerst nog even terug naar die BENG-regels, wat behelzen die precies? De BENG verving in 2021 de EPC-norm en komt voort uit de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) en het Energieakkoord voor duurzame groei. De BENG-regels gelden voor alle nieuwbouw in de utiliteit en woningbouw. “Wil je echter bestaande gebouwen gaan verduurzamen in gemeentes die daarvoor nieuwbouweisen hanteren, dan gelden de BENG-regels ook”, licht Ten Hagen toe. Stappenplan Evenals de voormalige EPC-norm ligt de focus bij het primaire energiegebruik. De BENG levert als het ware een stappenplan om duurzame gebouwen neer te zetten of bestaande bouw te verduurzamen. Daarvoor zijn de regels van de Trias Energetica leidend. Samenvatting Heel kort door de bocht komt het erop neer dat je, in de woorden van Ten Hagen, “ten eerste de gebouwschil optimaal isoleert om de energievraag aan banden te leggen. Daarna zorg je voor gebouwgebonden installaties die energie

Flexibele oplossingen

De luchtkwaliteit in industriële omgevingen is door trends als energiezuinig en luchtdicht bouwen helaas achteruitgegaan. “Inzicht in de situatie en flexibele oplossingen zijn essentieel om het effect van slechte binnenlucht aan te pakken”, zegt Daniel Gooijer, directeur van Euromate en lid van Binnenklimaat Nederland. “De nieuwste bouwprincipes laten steeds minder ruimte voor natuurlijke ventilatie”, vertelt Gooijer. “Mechanische ventilatiesystemen worden weliswaar opgeleverd volgens de richtlijnen uit het Bouwbesluit, maar het gebruik van de ruimte is veel bepalender voor de luchtkwaliteit. Arbeidsprocessen zoals next day delivery, retouren en lichte productie zorgen voor extra vervuiling zoals (fijn)stof, dat doeltreffend afgevangen moet worden.” Stoffig Volgens de WHO, het RIVM en vergelijkbare instanties geldt voor fijnstof geen drempelwaarde. Dat komt omdat zelfs de kleinste blootstelling al gezondheidsschade kan opleveren. “Bijvoorbeeld in magazijnen zijn de gevolgen van vervuilde binnenlucht goed te merken. Medewerkers gaan met hoofdpijn of een zere keel naar huis, goederen worden bedekt onder een laag stof en automatische lijnen hebben steeds vaker te maken met storingen. Maar ook buiten het magazijn zijn er gevolgen. Zo kennen we voorbeelden van winkels, waar de kleding met twee personen opgehangen moet worden door de stoffige verpakkingen. En etiketten zijn soms zo stoffig dat gedurende het transportproces barcodesystemen niet meer goed werken.” Gezondheidsklachten Zoals aangegeven kan slechte binnenluchtkwaliteit, mede afhankelijk van de vervuilingsbron, leiden tot serieuze gezondheidsklachten. In kantoren en scholen kunnen bijvoorbeeld hoofdpijn, vermoeidheid en concentratieverlies ontstaan en ook Sick Building Syndrome klachten liggen op de loer. “Tijdens de coronapandemie is duidelijk geworden dat in slecht

Totaalconcept

In 2018 brachten adviesbureau Hiensch en fabrikant Barcol-Air een nieuw ventilatieconcept op de markt. Ruim 5 jaar later vertelt Hiensch DGA Kees Koot hoe het CERA-systeem sindsdien is doorontwikkeld. En, geeft hij zijn visie op de huidige ontwikkelingen in de ventilatiebranche. Het was een schot in de roos. Met CERA kon en kan de markt goed inspelen op gestapelde woningbouw. “Sinds 2018 worden er meerdere duizenden woningen per jaar aangesloten op het ventilatiesysteem.” Energiebesparing “We realiseerden ons dat er nog een behoorlijke energiewinst te boeken viel. Anno 2018 ging de helft van onze thermische energie naar de warmtapwater bereiding en de rest was bestemd voor ruimteverwarming. En van dat laatste deel was circa 50 % nodig om te ventileren.” Dat is eigenlijk nog steeds het geval, constateert Koot. Opbouw Bij het CERA-systeem staat de centrale ventilatie unit met wtw op het dak of in de kelder. Via het kanalenstelsel wordt verse lucht toegevoerd en vervuilde lucht afgezogen. Ieder appartement krijgt een eigen slimme regelunit. Deze is leverbaar in twee uitvoeringen; als 1- en als 2-zonesysteem. De unit bevat onder andere de balansregeling en wordt via een CO2- of vochtsensor aangestuurd. De box heeft compacte afmetingen en kan in de bergruimte van appartementen tegen de schacht met ventilatiekanalen worden geplaatst en vervolgens worden aangesloten op de instortkanalen in de woning zelf. Aangezien de regelunit geen ventilator bevat, produceert de box nauwelijks geluid. Ja, een werkende regelklep brengt wat decibellen met zich mee, maar het niveau zit ruim onder de verplichte 30