Categorie: raar

Meet- en regeltechniek

Meet- en regeltechniek zit in de lift, merkt opleider ROVC. Toch lijken veel installateurs nog vaak meer bezig te zijn met de ‘hardware’ dan de ‘software’. Hoe komt dat? IZ sprak erover met Nico van Leeuwen, Business Developer bij ROVC. De opleider biedt verschillende cursussen aan op het gebied van meet- en regeltechniek. Sinds afgelopen jaar is de belangstelling sterk toegenomen. Hoe sterk precies? “In de jaren 2018 – 2022 hadden wij min of meer hetzelfde aantal deelnemers aan onze cursussen op het gebied van Meet- en Regeltechniek. Maar sinds afgelopen jaar is dat aantal bijna verdubbeld, en dan praat je al snel over honderden cursisten.” Ben je verbaasd? “Ja, maar vanwege een andere reden dan je denkt. Al jaren neemt het belang van meet- en regeltechniek toe voor de werking en monitoring van W-installaties. Toch bleef het aantal cursisten stabiel. Ik had al eerder een kentering verwacht.” Waarom dan nu wel? “Verschillende factoren. Allereerst natuurlijk de gestegen energie- en gasprijzen. Klanten tonen meer belangstelling voor monitoringsoplossingen en mogelijkheden om hun installaties te optimaliseren. Daar heb je meet- en regeltechniek voor nodig. Daarnaast heeft ook Corona, onder andere vanwege de aandacht voor de binnenklimaatkwaliteit, een duit in het zakje gedaan. Tot slot wordt er in 2026 Europese wetgeving ingevoerd die de monitoring van energieprestaties van gebouwen verplicht maakt.” Hoe zit het eigenlijk met de belangstelling voor andere cursussen op het gebied van W-installatietechniek? “Ook daar zien we een groei. Bijvoorbeeld op het gebied van warmtepompen. Onze cursisten willen graag weten

Te veel of te weinig?

Jarenlang werd er steen en been geklaagd over het binnenklimaat van scholen. Met name het ventilatieregime bleek vaak niet op orde te zijn. Maar toen kwam 2020. Nu klagen gebruikers juist dat er ‘overgeventileerd’ wordt. Bart Advokaat, energieadviseur van Merosch legt uit wat er aan de hand is. Een docente Frans begint haar les. De scholieren zijn dik ingepakt. Ze dragen jassen, hebben fleecedekentjes over hun schoot, maar zitten nog te blauwbekken. De reden? Het is eind november, maar de ramen staan helemaal open. En tegen de kou kan zelfs geen overgedimensioneerde radiator opboksen. Hoe heeft het ooit zóver kunnen komen? Laten we even het geheugen opfrissen. De afgelopen jaren zijn er heel wat initiatieven opgetuigd om het binnenklimaat in scholen te verbeteren. Kan je er drie noemen? “Met het ‘Programma van Eisen Frisse scholen’ dat in 2008 door het RvO is ontwikkeld, was er een eerste stimulans om het binnenklimaat en ook het energiegebruik in scholen te verbeteren. Vervolgens zijn er rond 2015 in grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam initiatieven opgetuigd om de luchtkwaliteit in bestaande scholen te verbeteren, vaak in samenwerking met de GGD. Daarnaast wil ik graag een nieuw initiatief noemen, namelijk de ‘Specifieke Uitkering Ventilatie in Scholen’. Met deze subsidie worden dezelfde doelen nagestreefd als in het PvE Frisse Scholen en bij de GGD-richtlijnen voor een goede luchtkwaliteit.” Nog even recapitulerend: waar schortte het de afgelopen decennia vaak aan bij de ventilatie van schoolgebouwen? “Voldoende luchtverversing. We kwamen bijvoorbeeld regelmatig situaties tegen waarbij de zonwering

Geothermie

Uit een studie van Energie Beheer Nederland blijkt dat 2,6 miljoen huizen en gebouwen van warmte kunnen worden voorzien door geothermie. Waarom zijn er dan nog nauwelijks projecten gerealiseerd met aardwarmte in de gebouwde omgeving? IZ sprak erover met adviseur Runa Lentz van Merosch. Lentz is bij Merosch de contactpersoon voor begeleiding van geothermieprojecten. Volgens de adviseur zijn er verschillende redenen aan te wijzen waarom aardwarmte nog nauwelijks voet aan de grond heeft gekregen in Nederland. Zo’n enorme potentie en toch staat de techniek hier nog in de kinderschoenen. Hoe komt dat? “Allereerst omdat we relatief weinig weten over de aardlagen dieper dan 3 kilometer. De afgelopen decennia hebben we ons vooral geconcentreerd op de ondiepe aardlagen, omdat daar gas te vinden viel. Daarmee kom je ook bij het volgende punt: we hebben onszelf jarenlang beholpen met gas, onze infrastructuur was daar ook op uitgelegd. Er was dus geen reden om onszelf te gaan verdiepen in geothermie.” Wat komt er allemaal bij kijken om een geothermische installatie aan te leggen? “Het is een complexe operatie. Eerst worden er twee putten geboord tot een diepte van maximaal ongeveer 4000 m. Uit de ene put wordt warm water omhoog gepompt. De warmte wordt via een warmtewisselaar afgegeven, waarna het afgekoelde water de andere put in gaat. Naast de installatie moet ook een technische ruimte worden gerealiseerd. Al met al ben je gemiddeld tussen de 6 maanden tot 2 jaar kwijt om een geothermische installatie aan te leggen.” Kan je een dergelijk systeem

Verduurzamen

Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving zijn de kosten voor het verduurzamen van woningen veel te hoog. Zo zou uit eigen PBL-onderzoek blijken dat een eigenaar al snel 35.000 euro kwijt is en het bedrag niet terugverdient. Volgens Ivo Opstelten klopt die berekening echter niet. De Directeur van Stroomversnelling legt aan IZ uit waarom. Stroomversnelling is een vereniging van ambitieuze bouwers, toeleveranciers, corporaties, gemeentes, financiers, netbeheerders en anderen, die zich richt op de energietransitie van de gebouwde omgeving in Nederland. Sinds 2 jaar is Opstelten één van de topmannen. U kunt zich niet vinden in de conclusie van het PBL, waarom niet? “Kort door de bocht: Ze doen net alsof normale kosten voor de instandhouding van een woning het gevolg zijn van verduurzaming. Als je een woning in stand wilt houden, zal je regelmatig onderhoud moeten plegen. Van bij wijze van spreken het schilderwerk tot de opknapbeurt of vervanging van installaties. Dat brengt kosten met zich mee. Op het moment dat je kiest voor het energieneutraal maken van een woning, ga je een stap verder. Je koopt bijvoorbeeld geen nieuwe Hr-ketel, maar vervangt die door een warmtepomp. Wat het PBL doet is dan de totaalkosten berekenen van de operatie, maar dat is incorrect. Kijk je namelijk sec naar het geld dat uitgegeven wordt aan verduurzaming, dan moet je alleen de meerkosten van die warmtepomp meenemen.” Het PBL gooit dus alle kosten op één grote hoop en schaart die onder de noemer ‘verduurzaming’? “Inderdaad. Daarnaast brengt niet iedere verduurzamingsslag evenveel meerkosten

Veilig werken

Op 23 maart kondigt Premier Rutte de ‘intelligente lockdown’ aan. De coronacrisis dreigt op dat moment totaal uit de hand te lopen. Technisch Dienstverlener Kuijpers heeft dan al de eerste maatregelen genomen. Er volgen bewogen maanden voor de landelijk opererende installateur, waarbij niet altijd blindgevaren kan worden op het RIVM.

Nieuwe leefzone

Nu de NEN 1087 wordt herzien, gaan er ook stemmen op om het begrip leefzone anders te definiëren. Dat zou verregaande consequenties hebben voor bepaalde ventilatiesystemen. “Vooral systeem C zou worden benadeeld.”  De leefzone is het gedeelte van een verblijfsgebied waarbij de ruimte gelegen binnen 1 m van een uitwendige scheidingsconstructie, binnen 0,2 m van een inwendige scheidingsconstructie en hoger gelegen dan 1,8 m boven de vloer buiten beschouwing blijft. Binnen Europa geldt er een eis voor de vergelijking van onderlinge producten die meet op 0,5 meter vanaf de gevel. Een aantal deskundigen zou dit als systeemeis willen laten opnemen in de nieuwe NEN 1087. Een zinvolle wijziging? Jan Verdonck, Specialist New Business bij Jaga denkt van niet. Mensen zetten hun meubels en apparatuur in de praktijk vaak dicht bij de gevel. Het zou dan toch logisch zijn om daar strengere comforteisen te laten gelden? “In deze discussie worden zaken met elkaar verward. De 0,5 m uit de Europese norm geldt voor producten, niet voor systemen. Als je 1 op 1 de eis overneemt in een nieuwe NEN 1087 zonder de meetvoorschriften aan te passen, duw je systemen de markt uit.” Hoe bedoel je?  “Je meet dan te veel op een punt dat dicht bij het product zelf ligt. Dat geeft  een vertekend beeld van de totale prestaties van het systeem.” Maar varianten met systeem C die werken met roosters voor de toevoerlucht, zorgen in de praktijk toch vaak voor problemen? Er wordt dikwijls geklaagd over tocht, omdat in de

Gemakzucht

Al jarenlang kampen we met een structureel gebrek aan vakmensen. Experts wijten dat voornamelijk aan de vergrijzing en het beroerde imago van ons vakgebied. Maar volgens Lisje Schellen Teammanager CIVIL Installatie- en elektrotechniek en Kenny Broer, docent van Gilde Opleidingen speelt er meer. Ze wijzen ons ook op ons gedrag als samenleving. “We worden steeds gemakzuchtiger”. Het Limburgse Gilde Opleidingen heeft zo’n 300 leerlingen die een W- of E-installatietechnische MBO-opleiding volgen. “De installatiebedrijven waar wij contact mee onderhouden, kunnen echter veel meer mensen plaatsen. Ze kampen met een structureel gebrek aan vakmensen. Wij verwachten dat daar, helaas, de komende vijf jaar geen verandering in zal komen.” Hoe komt dat? “Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. Allereerst natuurlijk de vergrijzing, waardoor het aantal jongeren afneemt. En dan kampen we als sector ook nog met een slecht imago. Vuil werk, laag betaald, noem het maar op.” Wat kan je eraan doen? “De salarissen moeten echt omhoog. Zolang bijvoorbeeld bedrijven als Nedcar voor ongeschoold werk meer bieden dan een installatiebedrijf, is het lastig om jongeren te enthousiasmeren voor onze sector. Daarnaast hebben we behoefte aan marketingcampagnes die bijdragen aan een positieve beeldvorming. Campagnes waarbij we als sector laten zien trots te zijn op ons vakmanschap.” Maar er worden toch al allerlei initiatieven ontplooid om jongeren te werven voor de installatiebranche? “Jewel, maar laten we ook de hand in eigen boezem steken als onderwijsinstelling; we weten jongeren niet altijd via de juiste weg te bereiken. We benutten bijvoorbeeld niet de Social Mediakanalen

Vakmanschap

Wordt het geen tijd om vrouwenquota’s in te voeren op monteursniveau? Nieuwe vakmannen zijn nauwelijks te vinden, maar bij vrouwen ligt nog een onbenut potentieel. IZ peilde de stemming op de arbeidsmarkt en legde Pascale Linck, directeur van Stichting Flexpool Installatietechniek Zuid-Oost, deze en andere vragen voor. De Stichting Flexpool houdt zich bezig met collegiale in- en uitleen voor de technische installatiebranche. Flexpool is actief in Limburg en Brabant en bestaat sinds 1999. Hoe nijpend is het tekort aan mensen op dit moment? Kunt u wat indicaties geven? “Wij hebben 150 leden, over de gehele breedte kampen ze met tekorten. Vooral aan monteurs, maar ook aan engineers, werkvoorbereiders en projectleiders om maar een paar voorbeelden te noemen. We zouden zo 1000 mensen kunnen plaatsen. Een werkgever zou dus zo snel mogelijk een vast contract met goede secundaire arbeidsvoorwaarden moeten aanbieden als hij een geschikte kandidaat heeft gevonden… “Veel vakmensen zijn door de crisis ZZP’er geworden. Wij horen regelmatig dat ze ‘het gedoe’ beu zijn. Dus het acquireren, administratie doen in de avonduren, de certificeringstrajecten die ze moeten doorlopen etcetera etcetera. Dergelijke professionals zijn zeker te porren voor een vaste verbintenis.” Maar tegelijkertijd horen we van recruiters dat vakmensen liever ZZP’er worden, omdat ze dan beter gaan verdienen… “Het hangt af van de functie en de regio. Een BIM-modelleur of projectleider kan vanwege de grote krapte en specialistische kennis hogere eisen stellen dan de doorsnee monteur. Zeker als hij in de Randstad woont, waar ZZP’ers hogere tarieven kunnen vragen dan in

Een uitgemaakte zaak?

De telefoon staat nog niet roodgloeiend, maar bij TDS Engineering merken ze wel dat de belangstelling voor warmtepompen fors is toegenomen. En ze zijn niet de enigen. Is het een uitgemaakte zaak? Gaat heel Nederland aan de warmtepomp? Vrijwel dagelijks krijgen we onze portie warmtepompen voorgeschoteld. Soms via de media, een andere keer tijdens een congres, symposium, cursus of training. Vaak zijn die berichten positief van aard. Maar er klinken ook sceptische geluiden. Over de torenhoge kosten die met een overstap gepaard gaan of de collectieve blindheid die we lijken te hebben voor alternatieven. Waar gaan we naartoe? Bart Ruijs, directeur van adviesbureau TDS Engineering gaat in op een aantal prangende vragen. De overstap op een warmtepomp, vereist nogal wat investeringen in de bestaande bouw. Met een warmtepomp alleen kom je er niet… “Dat klopt. Wijzelf werken volgens het principe van de Trias Energetica, dus we proberen eerst de warmtevraag zoveel mogelijk terug te brengen, voordat er een warmtepomp wordt geïnstalleerd. Bouwkundige maatregelen, zoals het aanbrengen van extra isolatie, kierdichting en goed glas kosten natuurlijk geld, evenals de installatie van een laagtemperatuur afgiftesysteem. Dat loopt al snel in de tienduizenden euro’s.” Bovendien zijn de warmtepompen zelf nogal prijzig, vergeleken met cv-ketels. Veel fabrikanten verwachten overigens dat daar ook geen verandering in komt… “Daar geloof ik niets van. De afgelopen jaren zijn de prijzen al gedaald. Ik verwacht dat die trend zal doorzetten als er steeds meer warmtepompen worden verkocht. Uiteindelijk zullen we natuurlijk wel een bodem bereiken. Ik denk zelf

Hemel of hel?

Op iedere beurs zie je ze wel rondlopen; de Zelfstandige Zonder Personeel. De kleine ondernemer die zijn eigen toko runt en als we de verhalen mogen geloven, vaak het Walhalla heeft gevonden. Maar is dat wel echt zo? Lino Noya Mahn is 37 jaar oud. De Rotterdammer werkt al sinds zijn 13e in de installatietechniek. Een paar maanden geleden hakte hij de knoop door en begon hij voor zichzelf met Noya Installatietechniek. Klinkt mooi zo’n avontuur, maar mist hij niet de oude zekerheden en zijn collega’s?  Hoe ben je zo jong in de installatietechniek terecht gekomen? “Toen ik 13 was, kon ik aan de slag bij een installatiebedrijf als vakkenvuller. Ze hadden namelijk ook een winkel. Ik mocht al snel mee op pad met monteurs om spullen te sjouwen. Gaandeweg kreeg ik het vak onder de knie en op mijn 15e werd ik gedropt bij een woning en zeiden ze ‘installeer de boel maar’.” Je hebt jarenlang als monteur gewerkt en toen de overstap gemaakt naar een commerciële functie bij een groothandel. Waarom? “Ik merkte als monteur al dat ik technisch-commercieel was aangelegd. Ik vond het leuk om met de klant mee te denken en hem te adviseren. Als accountmanager kon ik wat dat betreft helemaal mijn ei kwijt. Ik genoot van mijn werk, het klantencontact, orders scoren en natuurlijk de bonussen.” Al die jaren was je in vaste dienst. Wat vond je daar prettig aan? “Je had de zekerheid van een vast inkomen, ook bij ziekte. En ik had