Energiebesparing in industriële gebouwen
Hoe kan de industrie haar grootgebruik verminderen? Het nieuwe ISSO-handboek ‘Energiebesparing in industriële gebouwen’ biedt ondersteuning.
Voor industriële bedrijven liggen de oplossingen voor de vermindering van energiegebruik soms voor het oprapen. En ze zijn vaak nog betaalbaar ook. Daarbij kunnen bedrijven die investeren in energiebesparende maatregelen rekenen op een positieve waardering van hun medewerkers en klanten. Wat houdt de industrie nog tegen, is dan de vraag. Het ontbreekt bedrijven nog wel eens aan kennis over energiebesparingsmogelijkheden. Om die reden heeft ISSO, kennisinstituut voor de installatiesector, een aantal specialisten op dit kennisgebied samengebracht voor de ontwikkeling van het ISSO-handboek ‘Energiebesparing in industriële gebouwen’.
Wetgeving
Het handboek bevat onder meer een aantal concrete, effectieve en efficiënte energiebesparende maatregelen en is daarmee voor de industrie een probaat middel om tegemoet te komen aan het Activiteitenbesluit van de Wet milieubeheer. Gebouwen met een jaarlijks elektriciteitsgebruik van meer dan 50.000 kWh of meer dan 25.000 m3 aardgasequivalenten (Aeq), behoren energiebesparende maatregelen te treffen. Het gaat om maatregelen die zich binnen vijf jaar terugverdienen. Volgens afspraak met de overheid streven industriële bedrijven naar een energiebesparing van 30% in 2020 (ten opzichte van 2005). Het ISSO-handboek kan daarbij een hulpmiddel zijn.
Techniek, organisatie en financiën
Het ISSO-handboek beschrijft de energiebesparende maatregelen van gebouwschil, verwarming, halventilatie, verlichting, perslucht, stoomgebruik en duurzame energie. Behalve de techniek krijgt ook het financiële aspect aandacht. Welke investeringen betalen zichzelf op termijn terug, is daarbij een interessante vraag. Ook de organisatie van energiebesparende maatregelen ligt onder het vergrootglas, want zonder energiemanagement glijdt een bedrijf al snel weer af naar het oude niveau van energiegebruik. Productieprocessen worden zijdelings besproken. Op die processen valt natuurlijk ook goed te besparen, maar vanwege de enorme verschillen per industrie, kan het boek daarin nooit volledig zijn.
Simpelweg het licht uit
Het is een uitdaging voor industriële bedrijven om hun energiegebruik te verminderen. Toch liggen de oplossingen vaak voor de hand. Zo rijden we ’s avonds vaak langs overvloedig verlichte bedrijven(terreinen). Hoe nodig is dat? “Een betaalbare besparing van 2% per jaar haalt een industrieel bedrijf op zijn sloffen, dus 3% moet zeker kunnen”, stelt Jan Grift, die heeft meegewerkt aan het ISSO-handboek. Vanwege zijn rol als adviseur bij Energy Matters heeft hij al meer dan tweehonderd industriële bedrijven gezien en geadviseerd over energiebesparing. “Begin met het terugdringen van het eindgebruik”, stelt Jan Grift. “Doe simpelweg het licht uit wanneer je dat niet nodig hebt.”
Praktisch voorbeeld
Het ISSO-handboek komt met praktische oplossingen. Neem nog even die verlichting. Voor het gebruik daarvan zijn streefwaarden opgesteld. Voor de berekening worden alle lampen geteld per m2, inclusief de transformatoren en de omvormers. Grift: “Een kantoor dat minder dan 10 watt per m2 gebruikt, doet het goed. Voor industriële gebouwen geldt 7, 5 en 3 watt per m3 voor respectievelijk grof en fijn werk en magazijnen. Zit je daar (ver) boven, dan heb je een besparingspotentieel te pakken.” Hoe kan de industrie besparen op verlichting? Mogelijkheden zijn er te over. De trend is LED. Gangbaar zijn hogedruklampen (op kwik of natrium). Mooie oplossingen zijn sensoren of simpelweg het gebruik van (gratis) zon- en daglicht. Grift is enthousiast over systemen die zonlicht binnenbrengen door reflecterende buizen. Ook op dure energiedragers als perslucht en stoom zijn met uitstekende alternatieven grote besparingen te bereiken. En zo komen we vanzelf bij PV-panelen, een alternatief dat in het ISSO-handboek beschreven wordt. Ieder bedrijf met een plat dak dat sterk genoeg is, kan zijn stroomvoorziening geheel vergroenen. Ook lucratief zijn (gesubsidieerde) houtketels. Niet minder belangrijk: dat type duurzame en zichtbare maatregelen helpen mee aan de verbetering van het imago van de industrie.
Samenstelling ISSO-KontaktgroepDiscussiegroep: Brabant Water, DAF Trucks, Van Doren Engineers, Imtech Building Services, Ingenieurs- en adviesburo Technion, Laborelec Cofely Zuid Nederland. |
Mindset
Het ISSO-handboek is geschreven voor facilitair managers, adviseurs en ontwerpende installateurs. Hoe gebruiken die het boek? Ralf Bosch, projectleider van de afdeling Energy End-use Efficiency van Laborelec en rapporteur van het ISSO-handboek, geeft het antwoord: “Het boek geeft concrete voorbeelden van maatregelen aan de technisch onderlegde professional bij bijvoorbeeld aanpassingen, renovatie of nieuwbouw. Een installateur die een bedrijf bezoekt vanwege de vervanging van een defect onderdeel, kan zijn contactpersoon op die maatregelen attenderen. Een facilitair manager of adviseur kan zich met het handboek richten op potentiële aanpassingen op lange termijn. Zij kunnen onderzoeken welke aanpassingen en budgetten voor de maatregelen nodig zijn. Het gaat soms ook om de ‘mindset’ of de ‘reflexverandering’ van een bedrijf. Dat kan al een besparing geven zonder investering. Denk alleen al aan het ontdekken van onnodige bedrijfsuren van installaties en hun onderdelen, waaronder verwarming en verlichting. Met hulp van het boek kijk je met een duurzame bril naar installaties.” •