Categorie: Zakelijk

Partner in crime

De woningmarkt staat onder druk. Dat is geen nieuws. Maar het betekent wel iets voor senioren. Doorverhuizen naar een (meer) geschikte woning is niet altijd mogelijk. Dus vraagt het om aanpassingen in de woning zelf. Op gebied van comfort, veiligheid en domotica. De installateur is de partner voor de senior van vandaag en morgen. Maar dat vraagt wel om een goed gesprek. Gusta Willems is hoofd communicatie van de seniorenorganisatie KBO-PCOB. Deze grootste seniorenorganisatie van Nederland, met zo’n 200.000 leden en 800 lokale afdelingen door heel Nederland, zet zich in om senioren zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen. Dat is het beleid van de overheid maar ook de wens van veel senioren. Maar wat is thuis? KBO-PCOB gaat regelmatig met haar leden in gesprek hierover. Willems: “Dat doen we via het online Nationale Seniorenpanel. Maar ook via de vele vrijwilligers die bij mensen thuis komen; denk aan de ouderenadviseurs, wooncoaches, tabletcoaches en veiligheidsadviseurs. Zij gaan het gesprek aan met de senioren zelf. En we ontvangen wekelijks vele persoonlijke vragen via de mail en telefoon. De algemene lijn door alle vragen heen: de persoonlijke aanpak is van belang. Mensen hebben een partner nodig om te luisteren, vragen op te lossen en te zoeken naar andere mogelijkheden. En die partner kan de installateur zijn.” Langer in het grote huis Onlangs onderzocht KBO-PCOB nog de wensen van senioren op het gebied van wonen. Op dit moment vindt ruim 70 procent (71%) dat er onvoldoende geschikt woningaanbod voor senioren is. Zolang er

Veilig werken

Veilig werken moet altijd tussen de oren zitten van elke vakman en vakvrouw in de techniek. Maar wat doe je als je ergens aan het werk bent? Daar is nu een oplossing voor. Met de nieuwe gratis ArboTechniek Veiligheidsapp kan je altijd en overal checken of je veilig aan het werk bent. Een gesprek met de mensen die vanaf het eerste moment betrokken waren bij de ontwikkeling van de app. Op de meeste werkplekken geldt het mantra ‘we werken veilig, of we werken niet’. Toch moeten we, ook in de technische installatiebranche, nog regelmatig ongevallen met zwaar letsel betreuren. Precieze cijfers ontbreken helaas, maar dit zijn er naar schatting toch vele tientallen op jaarbasis. En elk ongeval is er één teveel. Informatievoorziening Daarom kan er niet genoeg aandacht zijn voor dit onderwerp. Hierbij speelt informatievoorziening een belangrijke rol, maar daarvoor moet de informatie vooral makkelijk te vinden zijn. “Voor ArboTechniek een reden om na te denken hoe we alle relevante informatie nóg beter zichtbaar kunnen maken. De oplossing was helder: een veiligheidsapp voor de techniek. Naast het feit dat de app het veiligheidsbewustzijn vergroot, biedt het ArboTechniek zelf ook belangrijke inzichten om de dienstverlening voortdurend te blijven verbeteren op het gebied van veiligheid”, aldus Theo-Jan Heesen. Hij is de programmaleider van ArboTechniek, een samenwerkingsverband van Wij Techniek en de sociale partners in de techniek. ArboTechniek biedt vakmensen in de techniek de actuele arbocatalogi, handige toolboxen en het laatste nieuws op gebied van veilig en gezond werken. Daarnaast kunnen bedrijven de

Vers bloed

Uit onderzoek van TechniekOpleiding.nl blijkt dat het animo voor omscholing naar een technisch beroep laag is. Opleider ROVC is niet verbaasd. Directeur John Huizing: “Elke sector vist nu in dezelfde vijver.” Het is kortom dringen geblazen om nieuwe mensen te vinden. Maar er is nog meer aan de hand. Wat nu? Een vijfde van de Nederlanders heeft serieuze interesse in technische omscholing. Mannen (29%) overwegen omscholing naar de techniek vaker dan vrouwen (11%), zo blijkt uit onderzoek door TechniekOpleiding.nl onder ruim 1.500 werkende Nederlanders. Coronacrisis Het animo in verschillende sectoren die bovengemiddeld onder druk staan door de coronacrisis is opvallend genoeg laag. Van de Nederlanders die actief zijn in de sector toerisme & luchtvaart zegt slechts 17 procent omscholing naar de techniek serieus te overwegen. Ook in de horeca en de cultuur-, sport- en recreatiesector is er weinig interesse in omscholing naar een technisch beroep (respectievelijk 21% en 3%). Andere sectoren Mensen werkzaam in sectoren die minder hard geraakt zijn door de coronacrisis lijken wel bovengemiddeld geïnteresseerd in omscholing naar de techniek. Van de mensen werkzaam in de financiële dienstverlening, landbouw, bos en visserij, telecommunicatie en industrie- en nutsbedrijven overweegt 30 tot 33 procent serieus om zich om te scholen naar de techniek. Praktische drempels Het zijn met name praktische drempels die Nederlanders lijken te weerhouden van een omscholing naar de techniek. Zo weet vier op de tien (39%) niet waar ze zouden moeten beginnen bij een omscholing en zegt de helft (49%) niet te weten waar ze terecht kunnen

Een rollercoaster

De komst van corona betekende veel online vergaderen en het volgen van online lessen. Maar nu Nederland zich weer opent, gaan we niet terug naar de oude manier van werken. En dat merkt Netinstall BV absoluut. Het bedrijf houdt zich bezig met bekabeling, online samenwerken en asset management. Accountmanager Jeroen Vegter startte in januari 2021 met zijn functie en het enthousiasme spat eraf! Maar hij kijkt ook met enige verwondering terug. Want wat was het een rollercoaster! Jeroen startte midden in de eerste lockdown met zijn nieuwe functie. En het voelde alsof hij op een rijdende trein sprong. De gekte van het online lesgeven en vergaderen was groot. Zadkine – verantwoordelijk voor 200 mbo-opleidingen in de regio Rotterdam – voltijds-, deeltijds-, bedrijfstrajecten en ook opleidingen voor volwassenen – vroeg Netinstall als partner in crime om personeel thuis goed te ondersteunen maar ook om online lesgeven mogelijk te maken. En dat was nog maar de start. Jeroen: “We hebben in een jaar tijd ons volledig gericht op het online werken. En eerlijk gezegd gaan we nu pas ervaren wat dat betekent voor ons businessmodel. In de eerste maanden waren we vooral aan het werk om dingen mogelijk te maken. Kunst en vliegwerk was het soms wel. Maar we zien nu dat organisaties zien dat het online werken blijvend is. Dus zij willen gaan investeren. En wij zijn daar meer dan ooit klaar voor.” Online leren Terug naar het begin. De lockdown in het onderwijs. Zadkine deed een beroep op Netinstall. Jeroen

Nieuwe regels

Per 1 juli 2021 is een milieuprestatie-eis van 0,8 van kracht voor nieuwe woningen. Het doel is om de eis stapsgewijs scherper te stellen en uiterlijk in 2030 te halveren. Deze regelgeving zal op termijn ook verregaande gevolgen hebben voor installateurs, vertelt Harm Valk, senior-adviseur energie & duurzaamheid bij Nieman Raadgevende Ingenieurs. De MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) is bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning verplicht. De MPG geeft aan wat de milieubelasting is van de materialen die in een gebouw worden toegepast. Het gaat hierbij om nieuwe kantoorgebouwen (groter dan 100 m2) en om nieuwbouwwoningen. Let op: de nieuwe eis van 0,8 geldt alléén voor nieuwbouwwoningen. Levenscyclus Hoe lager de MPG, hoe duurzamer het materiaalgebruik. De milieuprestatie van materialen van gebouwen zal een steeds belangrijkere factor worden in de totale milieubelasting van een gebouw. Om de milieubelasting van een enkel materiaal te bepalen, wordt een LevensCyclusAnalyse (LCA) uitgevoerd. De LCA moet wordt uitgevoerd door een gekwalificeerde deskundige. De LCA resulteert in 11 indicatoren voor de milieubelasting van een product. Deze 11 indicatoren worden samengevoegd tot één waarde: de schaduwkosten per eenheid van het product (kg, m3, m2 of iets dergelijks). Som schaduwkosten De MPG van een gebouw is de som van de schaduwkosten van alle toegepaste materialen in een gebouw. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de materialen die worden vervangen tijdens de levensduur van het gebouw. De totale som wordt gedeeld door de levensduur en door het bruto vloeroppervlak van een gebouw. De MPG wordt vervolgens uitgedrukt in de

Een andere bril opzetten

De kranten staan er vol van: er zijn onvoldoende mensen in de techniek. Jordi Metten, programmamanager Instroom van Talent van Wij Techniek, ziet het echter anders. Van woorden naar daden; van wanhoop naar gewoon doen. Er lopen voldoende mensen rond die een plek in de techniek willen, maar dan moeten we wel de deuren openen en het goede verhaal vertellen. Jordi Metten is bij Wij Techniek, het ontwikkelingsfonds van de technische installatiebranche, verantwoordelijk voor instroom. “Ik lees de artikelen en denk dan: waarom denken we vanuit een probleem in plaats van vanuit mogelijkheden? Verhalen over tekorten en het negatieve imago helpen ons niet. Volgens mij hebben we een heel ander verhaal te vertellen. De installatiebranche is van groot belang voor de verduurzaming, voor de energietransitie. Maar ook maken wij het mogelijk dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Als je werkt in de techniek draag jij daar allemaal aan bij. Dat is dus een sector waar je bij wilt horen, waar je wilt werken. Een positiever verhaal dus.” Genoeg mensen Metten ontkent niet dat er mensen nodig zijn in de techniek. Maar het aanbod is er. “Ik denk dat als we mensen bewust maken van het werk wat we doen en hoe we ervoor zorgen dat Nederland duurzamer wordt, mensen willen werken in de techniek. Met alle uitdagingen in de samenleving weet je dat als je kiest voor een baan in de techniek, je een mooie loopbaan kan hebben. Dat is het verhaal!” Maar zijn er dan wel de mensen

Bodemenergie

Veelzijdig inzetbaar, duurzaam, en comfort biedend: energie uit de bodem heeft het allemaal. Maar tegelijkertijd is bodemenergie onzichtbaar, letterlijk. En onbekend maakt vaak onbemind. Dat is volledig onterecht in de ogen van Frank Agterberg en Maarten Woudstra van de nieuwe koepel Bodemenergie Nederland. “Op bodemenergie kun je bouwen, letterlijk. Het is niet alleen een techniek die als fundament van het binnenklimaatsysteem onder een gebouw kan worden aangelegd. Het is ook het fundament onder de energietransitie.” In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2030 in Nederland 1,5 miljoen wooneenheden van het aardgas zijn afgehaald. Hoe dat precies wordt gedaan, is per regio verschillend. Gemeenten en provincies zetten op dit moment regionale energiestrategieën op, waarin duidelijk wordt hoe zij onder andere de gebouwen in hun gebieden aardgasloos maken. Meest duurzame energie “Bodemenergie is daarin een onmisbare schakel,”, stelt Frank Agterberg, sinds 2015 voorzitter van Branchevereniging Bodemenergie. “Het is de meest duurzame energietechniek, omdat er op een hele passieve manier warmte én koeling uit de aarde wordt gehaald. Er is niet veel energie nodig om dat in woningen en kantoren te brengen. En na gebruik is de ‘thermische’ energie, de warmte én de koude dus, weer op te slaan in de bodem. Daardoor is het een hele rendabele manier voor het verwarmen en koelen van gebouwen. En dat levert heel veel comfort op voor de gebruikers. Dat maakt bodemenergie onmisbaar, want het is overal bij te betrekken, ook bij warmtenetten bijvoorbeeld.” Levensduur Bodemenergie is niet nieuw, maar wel relatief onbekend en daarmee onbemind.

Garantie

Onlangs kreeg ik de vraag van een bezitter van een Omnik omvormer of hij bij ons terecht kon voor reparatie van zijn omvormer. Hij had de omvormer pas 4 jaar en het apparaat gaf ‘relay failure’ aan. Zijn installateur had aangegeven niets voor hem te kunnen doen, omdat Omnik failliet is. Sinds we reparatie en revisie van omvormers aanbieden, komen we dit soort verhalen in allerlei varianten tegen. De fabrikant is failliet en de installateur geeft daarom niet thuis. De installateur is failliet en de fabrikant geeft niet thuis, want doet alleen zaken met groothandel of installateur. De eigenaar van de omvormer heeft net het huis gekocht inclusief installatie en bij garantie staat de omvormer niet op zijn naam geregistreerd. Wil je nog meer voorbeelden? Geen probleem. De lijst is helaas te lang om hier op te noemen, maar de gemene deler in het verhaal is dat veel installateurs, groothandels en fabrikanten in de jonge solar-markt óf bewust weglopen van hun verantwoordelijkheid óf soms simpelweg niet weten waar ze aan gehouden zijn. Soorten garantie Er zijn 3 soorten garantie waar een consument aanspraak op kan maken: fabrieksgarantie, verkopersgarantie en wettelijke garantie. Fabrieksgarantie en verkopersgarantie krijgt of koopt de consument bij een product. Maar wettelijke garantie heeft hij altijd bij een aankoop. Dat staat in de wet. De garanties zijn verschillend van aard, maar hebben één ding gemeen en dat is dat de verkoper, jij als installateur, verantwoordelijk bent voor de afhandeling. Fabrieksgarantie Fabrieksgarantie kan worden gegeven bij de verkoop van

Iedereen kan het dak op

Esther Wienese (foto) wordt de DakenDiva genoemd. Zij schreef Het Rotterdamse Dakenboek: nieuw gebruik van dak en stad, is daarnaast spreker, adviseur en gids. Een gesprek over de ontwikkelingen op de daken in Nederland, de kansen die er liggen en de inzet van techniek. Esther Wienese kreeg voor het eerst interesse in daken tijdens haar werk voor Rijkswaterstaat. Het spel tussen ruimte en water heeft impact op de inrichting van de stad, en het dak is hierbij bepalend. Als journalist kreeg ze samen met een ambtenaar van de gemeente Rotterdam het idee om te werken aan het Rotterdamse Dakenboek. “En direct was het kippenvel. Ik was gefascineerd. In 2030 woont wereldwijd naar verwachting 70% van alle mensen in een stad, waarvan 50% alleen. Ook in een stad als Rotterdam. Eenzaamheid, ontmoeten, drukte en behoefte aan stilte worden belangrijke thema’s in de stad. Steden moet zich hierop voorbereiden en dat betekent ook de daken benutten. Voor woningen, recreatie, daktuinen, daktuinbouw, wateropvang, duurzame energieopwekking. En als dat ergens kan, dan is dat in Rotterdam. Want Rotterdam heeft de meeste platte daken van Nederland: 18,5 km² ligt smachten te wachten op invulling.” Rotterdamse aanpak Het benutten van die daken is belangrijk, want Rotterdam groeit. En om de stad leefbaar, gezond, bereikbaar en aantrekkelijk te houden, is het dak van groot belang. Een multifunctioneel dak is een dak waarop meerdere functies te vinden zijn. Bij nieuwbouwprojecten heeft Rotterdam als voorwaarde dat elk dak minimaal twee extra functies heeft. Elke functie heeft een eigen kleur:

Investeer in dialoog

De meeste mensen brengen een groot deel van hun tijd op hun werk door. Maar dan moet je je ook goed kunnen voelen op je werk. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet altijd. En dan is er werk aan de winkel. In de Arbowet staat dat de werkgever beleid moet voeren om te hoge psychosociale arbeidsbelasting (PSA) te voorkomen en waar dat niet mogelijk is te beperken. PSA bestaat uit: werkdruk, agressie en geweld, seksuele intimidatie, discriminatie en pesten. Maar wat betekent dat? André Verbeek is veiligheids-, arbeids- en organisatiedeskundige en wetenschapper. Maar hij heeft ook een geschiedenis in de installatiebranche. “Ik heb verschillende functies gehad maar ooit begon ik na mijn studie werktuigbouwkunde bij een installatiebedrijf. En die liefde is nooit helemaal weggegaan; het is dan ook een beetje thuiskomen. Verbeek is inmiddels ondernemer en vanuit die rol ook adviseur op het gebied veilig en gezond werken waarbij hij zijn kennis actief inzet. “Je kan me gerust een arbofreak noemen.” PSA Wat is PSA eigenlijk? Verbeek: “PSA is het welzijnsgedeelte in het werk. We weten dat gemotiveerde medewerkers beter presteren, dat zij openstaan voor nieuwe werkwijzen en ook veiliger en gezonder werken. Er is dus altijd een relatie tussen de werksituatie en de mentale belastbaarheid van een medewerker. Is deze gunstig, dan is de kans groot dat medewerkers gemotiveerd zijn. Ik vat PSA wel eens samen als ‘die zaken in het werk die bij een medewerker werkstress kunnen veroorzaken.’ En dat kan van alles zijn. Stress wordt