Vers bloed

ANIMO VOOR TECHNIEK BLIJFT LAAG

Uit onderzoek van TechniekOpleiding.nl blijkt dat het animo voor omscholing naar een technisch beroep laag is. Opleider ROVC is niet verbaasd. Directeur John Huizing: “Elke sector vist nu in dezelfde vijver.” Het is kortom dringen geblazen om nieuwe mensen te vinden. Maar er is nog meer aan de hand. Wat nu?

Een vijfde van de Nederlanders heeft serieuze interesse in technische omscholing. Mannen (29%) overwegen omscholing naar de techniek vaker dan vrouwen (11%), zo blijkt uit onderzoek door TechniekOpleiding.nl onder ruim 1.500 werkende Nederlanders.

Coronacrisis
Het animo in verschillende sectoren die bovengemiddeld onder druk staan door de coronacrisis is opvallend genoeg laag. Van de Nederlanders die actief zijn in de sector toerisme & luchtvaart zegt slechts 17 procent omscholing naar de techniek serieus te overwegen. Ook in de horeca en de cultuur-, sport- en recreatiesector is er weinig interesse in omscholing naar een technisch beroep (respectievelijk 21% en 3%).

Andere sectoren
Mensen werkzaam in sectoren die minder hard geraakt zijn door de coronacrisis lijken wel bovengemiddeld geïnteresseerd in omscholing naar de techniek. Van de mensen werkzaam in de financiële dienstverlening, landbouw, bos en visserij, telecommunicatie en industrie- en nutsbedrijven overweegt 30 tot 33 procent serieus om zich om te scholen naar de techniek.

Praktische drempels
Het zijn met name praktische drempels die Nederlanders lijken te weerhouden van een omscholing naar de techniek. Zo weet vier op de tien (39%) niet waar ze zouden moeten beginnen bij een omscholing en zegt de helft (49%) niet te weten waar ze terecht kunnen voor een omscholingssubsidie. Een kwart (26%) denkt dat omscholen te lang duurt.

One-stop-shop
TechniekOpleiding.nl is een initiatief van ROVC, dat een breed scala aan technische opleidingen aanbiedt. De website is recentelijk gelanceerd en wil een “overzichtelijk one-stop-shop voor technici, bedrijven en intermediairs, starters en zij-instromers zijn. Wij willen dé vindplaats zijn voor hulp en ondersteuning bij opleidings- en ontwikkelvraagstukken in de techniek.”

Doolhof
Meer overzichtelijkheid dus, de vraag is echter of opleiders zelf ook niet verantwoordelijk zijn voor het doolhof waardoor belangstellenden zich nu moeten manoeuvreren om informatie te vergaren over cursussen en opleidingen. Kijk alleen al naar de installatiesector en je ziet dat naast het reguliere onderwijs ook nog eens ISSO, TVVL, Techniek Nederland, fabrikanten en installatiebedrijven zelf allerlei cursussen en opleidingen aanbieden. Moet die wildgroei niet worden aangepakt? Huizing: “Dat brengt weer veel overheidsbemoeienis met zich mee. Als ondernemer zie ik daar weinig heil in.”

Competenties
Liever zet hij naast zijn eigen initiatief TechniekOpleiding.nl in op competentiegericht leren en inzetten van personeel. Het is een koers die de opleider al langere tijd voorstaat en die ook hout snijdt. Het achterliggende idee is om omscholers korte trajecten te laten volgen, zodat ze vervolgens met de basisvaardigheden die ze zich eigen maken direct inzetbaar zijn. In een later stadium kunnen deze nieuwe vaklieden zich dan verder specialiseren met vervolgcursussen of opleidingen. Klinkt logisch en laten we wel wezen, ook als een interessant verdienmodel voor ROVC en andere opleiders.

Dieperliggend probleem
Maar los je hiermee een dieperliggend sociaal-cultureel probleem op? In een welvaartsmaatschappij als Nederland genieten cognitief ingestelde beroepen per definitie een hogere status dan hun manuele tegenhangers. Zo bleek al uit een eerder artikel in IZ 2013, waarin we spraken met Opleidingsbedrijf InstallatieWerk dat er een onbenut potentieel ligt bij de groep jongeren met een migratieachtergrond. Hun ouders pushen ze echter vaak om opleidingen te volgen die leiden tot een baan als advocaat, arts, manager of equivalenten daarvan met een hoge maatschappelijke status (zie ook onder andere: https://www.leerloopbanen.nl/home/uploads/Documenten/Handreiking-ouders-en-lob.pdf).

Idolen
Een ander probleem is het gemis aan aansprekende voorbeeldfiguren. Vakmensen van vlees en bloed die authentiek zijn, weten te enthousiasmeren en niet uit de koker van een marketingafdeling komen rollen. Het ontbreekt de installatiebranche kortom aan een Elon Musk, Steve Jobs of een Richard Branson. Enige tijd geleden wist kickbokser Rico Verhoeven wel de nodige aandacht te genereren door techniek in de spotlights te zetten voor Heelnederlandwerkt.nl. Maar laten we wel wezen, als je iconen van buiten de sector moet inzetten om op het netvlies te komen van de doelgroep is dat toch eigenlijk een teken van armoede. Natuurlijk doen branche- en vakverenigingen wel hun best – wie heeft Techniek Nederland voorman Doekle Terpstra nog niet horen langskomen bij BNR? – maar ze lijken niet echt het verschil te kunnen maken.

Onderwijs
Huizing is bekend met het problematische imago van de branche. “Eigenlijk moet techniek in zijn algemeenheid al direct onder de aandacht worden gebracht in het basisonderwijs”, zegt de topman van ROVC en met hem vele anderen. En uiteraard heb je daarna ook inspirerende, goed onderlegde vakdocenten nodig die de leerlingen richting hun diploma en een interessante baan weten te loodsen. Of cursisten helpen om hun vakkennis op te poetsen en het werk interessant te houden. Ook daar schuurt het, weet Huizing uit ervaring. Zo moeten er nu duizenden installateurs hun CO-certificering halen. “Zorg er maar eens voor dat je dan voldoende docenten hebt.”

Financiering
Daarnaast moet het allemaal betaalbaar blijven. Zeker als het om omscholings- en bijscholingstrajecten gaat. Huizing onderstreept nogmaals het belang van competentiegericht leren. “Op die manier kunnen mensen al na korte trajecten aan de slag, wat gunstig uitpakt voor het kostenplaatje en de motivatie van werkgevers, leerlingen en cursisten.”

Gunstige tekenen
Ondanks deze slepende problemen zijn er ook lichtpuntjes aan de horizon. Hoewel het animo voor omscholing naar een technisch beroep dus laag is, blijkt de belangstelling voor een technische opleiding ‘an sich’ wel degelijk een stijgende lijn te vertonen. Huizing merkt dat onder andere aan het groeiende aantal cursisten dat een opleiding volgt op het gebied van bijvoorbeeld klimaat- en elektrotechniek. “4 jaar geleden hadden wij 12.000 cursisten, dat zijn er dit jaar 15.000.”

Toekomst
Ondanks alle inspanningen zal het tekort aan technisch personeel blijvend zijn, verwacht Huizing. “Sowieso vist elke sector nu al in dezelfde vijver”, er is sprake van een krappe arbeidsmarkt in verschillende sectoren. Door de toenemende automatisering – denk onder andere aan prefab bouwen en installeren – kan dit deels worden ondervangen. Ook zal de krapte leiden tot een verdere stijging van salarissen, denkt Huizing tot slot. Wie weet zal dan een aantal ouders die nu nog twijfelen of er geen brood in zien, wel eerder geneigd zijn hun kinderen een opleiding in de technische installatiebranche te laten volgen 