De Chinese HVAC-sector maakt een groeispurt door en lonkt nu ook naar Nederland. Wat wordt er zoal aangeboden en hoe doe je als installateur zaken met de Chinezen? IZ nam een kijkje bij de ISH China. Afgelopen mei opende het China International Exhibition Center in Beijing haar poorten voor de ISH China. Deze jaarlijkse beurs wordt georganiseerd onder de auspiciën van de Frankfurter Messe. De ISH China trok dit jaar zo’n 1300 exposanten en 72.500 bezoekers. Daarmee was en is het ook gelijk de grootste vakbeurs op HVAC-gebied in Azië. Aanbod Qua aanbod en variatie doet een ISH China niet onder voor de Duitse variant, alleen de schaal is beduidend kleiner. Maar wie meer te weten wil komen over de nieuwste ontwikkelingen komt zeker aan zijn trekken. Van warmtepompen, tot slimme thermostaten, GB-systemen, vloerverwarming en sanitaire oplossingen. De exposanten toonden een rijke verscheidenheid aan producten en systemen voor zowel de utiliteit als woningbouw. Groei “Zo’n 10 jaar geleden waren de exposantenhallen van de ISH China voor zo’n 90% gevuld met Westerse fabrikanten, dat is nu nog maar 10%, schat ik”, vertelde Dirk Rosenberg, Managing Director van Aquatherm aan IZ. “De rest zijn vooral Chinezen.” Chinese fabrikanten verstevigen hun positie op de binnenlandse markt en slaan ook in toenemende mate hun vleugels uit naar andere continenten. Grote partijen als Midea, Haier en GREE zijn al actief in Nederland, hun warmtepompen staan bijvoorbeeld ook al op de subsidielijsten. Lonken Maar ook minder bekende partijen lonken naar Nederland. Neem nu Xinbaoda Metal Products,
Categorie: Zakelijk
Hoe zorgen we ervoor dat mensen met plezier naar hun werk gaan? Deze vraag leidde tot een succesvol beleid gericht op duurzame inzetbaarheid bij een groot bedrijf in het noorden van Nederland. In dit beleid werd vitaal vakmanschap in de breedste zin van het woord op de agenda gezet. De kern: eenvoud. En het loont! “Toen ik hier kwam werken werd mij gevraagd een ouderenbeleid op te zetten. Daar had ik een verkeerd gevoel bij. In een bedrijf gaat niet immers alleen om oudere vakmensen. Het gaat om iedereen. Dus mijn missie werd duurzame inzetbaarheid van iedereen. Er is veel informatie, veel onderzoek. Maar dat is niet goed genoeg. De theorie moet werken in de praktijk zijn. Met die uitdaging ging ik aan de slag.” Aan het woord is Wessel Melkert, manager P&O bij Eekels Technology BV. Eekels is meer dan 110 jaar actief in de marktsegmenten Marine & Offshore en Industrie & Infra. Met bijna 600 medewerkers voert het installatiebedrijf uit Kolham projecten en werkzaamheden uit in de technische automatisering, de elektrotechniek en de werktuigbouw. De variatie aan vakmensen is groot. En daarmee ook de P&O-uitdaging. Vitaal en bekwaam Melkert is enthousiast over de manier waarop het thema vitaal vakmanschap in het bedrijf is geland. “De wereld verandert voortdurend en dat vraagt wat van werknemers. Denk aan het langer doorwerken met de huidige pensioenregels. Gezien hun enorme kennis en ervaring wil ik de mensen graag zo lang mogelijk voor dit prachtige bedrijf behouden. Langer werken vraagt echter wel om
De werkdruk is hoog, de markt is goed, de klant weet wat hij wil en de jonge vakmensen van nu hebben andere kennis en een andere rol. Het is schakelen voor ervaren vakmensen en soms zoeken naar meer zelfvertrouwen. De ervaren vakmannen Kees en Jan kennen dit gevoel én het dilemma tussen het eigen belang en hun loyaliteit naar hun bedrijf. Kees is 56 jaar en werkt al 28 jaar voor hetzelfde bedrijf in de installatiebranche. Voorheen werkte hij in de tuinderij die zijn vader had opgezet. Met hart en ziel nam hij het levenswerk van zijn vader over en het doet hem nog steeds pijn dat hij het bedrijf heeft moeten opgeven. “Het werd meer een hobby dan een bedrijf en dat kon niet midden in de landbouwcrisis. Inmiddels ben ik voorbereid op de vraag naar het hoe en waarom, maar het is en blijft heftig.” Met passie voor techniek maakte hij de overstap naar de installatiebranche. Jan, ook 56 jaar oud, heeft altijd in de techniek gewerkt. Al 12 jaar lang werkt hij bij zijn huidige bedrijf, maar wel in verschillende functies. Tegenwoordig zit hij op kantoor waar hij zorgt voor de planning en de ondersteuning van de monteurs in het veld. Hij is de oudste in het bedrijf. “Ik sta met hart en ziel in mijn werk, maar de werkdruk is hoog, net als de verantwoordelijkheid.” Blijven groeien Kees is een doener en wil zich blijven ontwikkelen.“Ik heb altijd zelf het lot in handen willen hebben en
De prijsontwikkeling van warmtepompen blijft de gemoederen bezighouden. Branchevereniging Techniek Nederland zet in op een drastische verlaging. Maar volgens verschillende fabrikanten is dat onmogelijk. Jan Willem van de Velde, Interim Directeur Viessmann Nederland: “Ik denk zelf dat een prijsdaling alleen mogelijk is door ketenefficiency en samenwerking met de juiste partners.” Begin januari gooide Arthur van Schayk de knuppel in het hoenderhok. Volgens de CEO van Remeha zullen de prijzen van warmtepompen eerder gaan stijgen dan dalen. In een uitgebreid interview met de Volkskrant legde hij uit waarom. “Cruciale onderdelen van warmtepompen zijn precies hetzelfde als in airco’s en ze komen uit dezelfde fabrieken. Door schaalvergroting zal echt niet plotseling een prijsdaling intreden. Bovendien krijgen we een nieuw koudemiddel, dat eerder duurder dan goedkoper zal zijn dan de bestaande varianten. Een prijsstijging van warmtepompen is dus het meest realistische scenario”, aldus Van Schayk. Prijsdaling De publicatie van het artikel zorgde voor een storm aan reacties. Vanuit verschillende hoeken klonken sceptische geluiden. Zo zei Energieconsultant Gideon Goudsmit in een interview met IZ dat “als ik kijk naar de huidige keten, dan zit er al een verschil van zeker 50% tussen de kostprijs en uiteindelijke aanschafprijs. De marges van de verschillende partijen kunnen echt wel omlaag.” Ook Branchevereniging Techniek Nederland ziet wel ruimte voor een prijsverlaging. “In het ontwerp-Klimaatakkoord hebben we de afspraak gemaakt dat de systeemkosten op de middellange termijn met 15 tot 40% omlaag kunnen,” liet woordvoerder Dick Reijman weten Neutraal Sommige partijen hielden zich op de vlakte, zoals Ambrava (Samsung),
De ISH is altijd een feestje. In een sneltreinvaart krijg je als bezoeker een totaaloverzicht van alle trends en noviteiten. Deze editie was volgens meerdere bronnen ‘minder vernieuwend’ dan de ISH van 2017, maar had wel genoeg nieuws in petto om de bezoeker te verrassen. Tegelijkertijd liet de beurs ook goed zien welke trends op dit moment de toon aangeven in de installatiebranche. De ISH had dit jaar geen duidelijk thema. Wel besteedde de Frankfurter Messe in haar communicatie volop aandacht aan allerlei organisatorische veranderingen die ze had doorgvoerd. Zo was er een nieuwe indeling, die meer vierkante meters expositieruimte opleverde. Ook had de organisator gekozen voor een ander tijdschema. De ISH was dit jaar voor het eerst van maandag tot en met vrijdag te bezoeken. Daarnaast viel het op dat het omlijstend programma een ander karakter had, dan gewoonlijk. Hoe het allemaal uitpakte? Laten we beginnen met het noviteitsgehalte. Noviteiten In tegenstelling tot de vorige editie viel het noviteitsgehalte wat tegen. Ja, er waren nieuwe producten en systeemoplossingen te bewonderen, maar zoals links en rechts terecht te horen viel; het ging wel erg vaak om doorontwikkelingen van bestaande varianten. Toch moet het belang ervan niet worden onderschat. Op een doorsnee VSK, Bouwbeurs of ‘Hardenberg’ zijn nauwelijks meer noviteiten te vinden. Daar draait het tegenwoordig vooral om relatiebeheer, ook belangrijk en zeker geen verwaarloosd aspect op de ISH, maar een beurs zou vanuit historisch perspectief vooral innovaties moeten laten zien. Zo verras je de bezoeker en verleid je hem/haar tot
Slimme senioren, die m.b.v. techniek thuis kunnen blijven wonen, zijn er al maar nog niet in grote getalen. Manon Vanderkaa, directeur van KBO-PCOB, de grootste seniorenorganisatie van Nederland, praat in Den Haag op het ministerie van VWS vaak over het langer thuis wonen van senioren. Techniek komt daar ook aan bod. Maar er is nog veel nodig. “Techniek moet worden afgestemd op een doelgroep voor wie de mogelijkheden ervan nog niet vanzelfsprekend zijn.” Met het Pact Ouderenzorg, gestart door minister De Jonge, gaan veel organisaties aan de slag om ouderen langer thuis te laten wonen, eenzaamheid te bestrijden en mensen zich echt thuis te laten voelen in het verpleeghuis. Techniek kan hierin absoluut ondersteunen. Met welke slimme oplossingen kunnen ouderen langer zelfstandig thuis wonen? Wat werkt wel en wat werkt niet? Manon Vanderkaa volgt de ontwikkelingen op de voet. Zij zit overal aan tafel met maar één vraag: wat gaan de senioren merken van alle technologische vernieuwingen? Schrikken KBO-PCOB heeft een kwart miljoen leden en 800 lokale afdelingen. “We krijgen van onze leden regelmatig de vraag: wat gaan wij merken van al die maatregelen in Den Haag? Dat is begrijpelijk. Want zij hebben vaak het gevoel dat niet met hen gesproken wordt, maar over hen. Wij doen er alles aan om dat signaal over te brengen. Niet alleen naar Den Haag maar ook naar alle partners die zich inzetten om senioren inderdaad veilig en comfortabel thuis te laten wonen. Ook als het gaat om techniek. Want nieuwe technieken schrikken vaak
Als jonge vader gaf Job Beijer zijn baan als gymleraar op om zonder ervaring directeur te worden van een loodgietersbedrijf. Hij werd een sociaal werkgever met een groot hart. Goudeerlijk en altijd in kansen denkend, juist als het gaat om ‘zijn’ vakmensen. Sinds twee jaar is Job Beijer mede-eigenaar van het installatiebedrijf Aquarius. Zijn vader passeerde de 60 en wilde langzaam afbouwen. Tegelijkertijd stond Job na vele jaren in het onderwijs wel open voor een nieuwe uitdaging. Daarom besloot hij de stap naar het familiebedrijf te zetten. Zijn vader is nog steeds actief in het bedrijf maar de dagelijkse leiding ligt bij Job. Lachend: “Mijn zoontje zegt het treffend: ‘opa is de baas en mijn papa is de directeur’.” Handen uit de mouwen Een nieuwe uitdaging aangaan zonder ervaring. Dat vraagt om handen uit de mouwen steken en optimisme. “Het was best spannend, want als ‘zoon van’ kom je niet ver. Hierbij kwam dat er in het bedrijf drie oude rotten in het vak waren. Tja, en dan kom ik binnen… Ik had geen idee of ik het zou kunnen, maar ik heb last van wat ik de gymlerarenziekte noem. Gewoon doen wat je leuk vindt en er het beste van maken. Zo ben ik erin gestapt.” Naast de mannen Directeur van een bedrijf. Dat was best even wennen. “Eigenlijk was ik helemaal niet zakelijk en commercieel. Voorheen had ik een vast salaris dat elke maand op mijn bankrekening werd gestort. Als ondernemer is dat toch anders. Het beeld in
Kantelen, noemen ze het in vakjargon. Nederland staat aan de vooravond van een aardverschuiving. Iedereen weet dat de energietransitie onomkeerbaar is, maar vooralsnog aarzelt de consument om en masse over te stappen op duurzame oplossingen. Waarom? Queena Qian en Shima Ebrahimigharehbaghi zijn beiden verbonden aan de TU Delft. Ebrahimigharehbaghi is op dit moment bezig te promoveren bij Qian. Beide dames verdiepten zich de afgelopen jaren in de motieven van Nederlandse huiseigenaren en huurders om wel of niet over te stappen op duurzame oplossingen. Het resultaat van hun onderzoek zal binnenkort worden gepubliceerd. In dit artikel een voorproefje, waarbij tijdens het interview vooral Qian het woord voerde. Stap wagen? Met onze ambitieuze klimaatdoelstellingen moeten we als maatschappij overstappen op duurzame verwarmingssystemen en energieopwekkers. Het is opvallend dat Nederland zo langzamerhand wel aan de PV-panelen gaat, maar de warmtepomp nog niet helemaal lijkt te omarmen. Wat is er aan de hand en kan je als installateur jouw klant zover krijgen dat hij wel de stap durft te wagen? Onbekendheid oplossingen Hoewel het onderzoek van Qian en Ebrahimigharehbaghi zich vooral toespitst op de sociale context, hebben ze gaandeweg ook wel enig inzicht gekregen in het populariteitsgehalte van de verschillende technische oplossingen. En daar zit al de eerste bottleneck. Nederland wil wel de overstap maken op zonne-energie, maar bijvoorbeeld een zonneboiler, batterij of warmtepomp aanschaffen, is een ander verhaal. “Sommige oplossingen zijn gewoon minder bekend”, vertellen de beide onderzoeksters. En dat brengt vragen met zich mee. “Consumenten vragen zich bijvoorbeeld af of er wel
Is de inzet van extra handjes voldoende om de doelstellingen van het klimaatakkoord te realiseren of moeten we ook slimmer gaan werken? Volgens Adrie van Duijne, mede-initiatiefnemer van de Barbapapafabriek, wel. Hij legt uit wat de oplossingen zijn voor het capaciteitstekort in de branche. De installatiesector wordt uitgedaagd om een grote rol te spelen bij de realisatie van de doelstellingen uit het klimaatakkoord. Naast het inbrengen van nieuwe technologieën wordt er ook een beroep gedaan op het slim samenwerken met de andere partijen in de bouwkolom, zodat er voor de klant een ‘One stop shopping’ model ontstaat. Voor de inbreng van de nieuwe technologieën hoeft niet direct worden gevreesd. De installatiebranche heeft haar contacten met fabrikanten en groothandels, zodat ze in ieder geval op de hoogte blijft van de lopende technische ontwikkelingen. Daarnaast zijn er contacten met de diverse technische universiteiten , waardoor de installatiebranche ook weet welke innovaties er in de pijplijn zitten. Integraal samenwerken Lastiger is om proactief samen te werken met de andere partijen in de bouwkolom, zoals aannemers, architecten, isolatiebedrijven, energieadviseurs, glaszetters en dergelijke. Dit vereist een samenwerkingsmodel waarbij de individuele partijen het lef hebben om boven zichzelf uit te stijgen en de vraag van de klant centraal blijven stellen, zonder meteen uit te gaan van eigen gewin. Willen we de klant bijvoorbeeld adviseren om eerst te isoleren en dan pas zijn ketel te vervangen? Of duwen we hem meteen een warmtepomp door zijn strot? Dit integraal denken vereist ander ondernemerschap. Het toverwoord hierbij is ‘sociale
Veilig en gezond werken lijkt vanzelfsprekend. En dat moet het ook zijn. Maar het is de vraag of de bedrijven en de vakmensen van de technische installatiebranche zich hier altijd bewust van zijn. Wat betekent veilig en gezond werken? Wat zijn de trends? Waar moeten we rekening mee houden? Veiligheidskundige Harm van Heukelum geeft zijn visie. Harm van Heukelum staat midden in de praktijk van veilig en gezond werken. Als manager QHSE (dit staat voor Quality, Health, Safety & Environment) zetten hij en zijn team zich bij Dynniq Energy dagelijks in voor het bevorderen van de bewustwording en de praktische vertaling van veilig en gezond werken op de werkvloer. Veilig en gezond werken vraagt om aandacht ”Het belang van veilig en gezond werken is eigenlijk heel logisch,” stelt Van Heukelum. “Als bedrijf wil je een mooi product op de markt zetten én winst maken. Voor beide ambities is veilig en gezond werken essentieel. Het zijn immers de vakmensen die de prestatie moeten leveren. Tegelijkertijd zijn de vakmensen gebaat bij een veilige werkplek om goed en met plezier te kunnen presteren. Het brede belang van veilig en gezond werken is dus vanzelfsprekend. De praktijk van veilig en gezond werken vraagt echter om continue aandacht.” Toenemende kennisbehoefte Van Heukelum ziet in de branche een groeiende kennisbehoefte op het gebied van veilig en gezond werken. Hierbij gaat het niet alleen over risico’s en wettelijke voorschriften, maar ook over de manier waarop de kennis over veilig en gezond werken op de werkvloer praktisch kan