Hoge temperatuurwarmtepompen? Michel Deelen, van adviseur IDEA heeft er geen fiducie in. “Een kansloos verhaal. In de praktijk ben je al snel duurder uit, als je geen extra maatregelen neemt, om maar te zwijgen van de praktische problemen die erbij komen kijken om zo’n systeem te plaatsen.” In maart werd bekend dat de verplichte gasaansluiting per 1 juli vervalt. In de praktijk komt dat neer op een verbod. Duurzame installatieconcepten zullen dus al automatisch ingang vinden in de nieuwbouw. Maar hoe verduurzaam je de huidige woningvoorraad? Een groot aantal fabrikanten en leveranciers pleit voor een tweestappen strategie: stap eerst over op een hybride oplossing oftewel zet een warmtepomp bij de cv-ketel en schakel in een later stadium dan over op een verwarmingsconcept met alleen een warmtepomp. Op deze wijze blijft het betaalbaar voor de consument. Slechts een enkele fabrikant of leverancier houdt er een afwijkende mening op na en ziet meer heil in andere oplossingen, bijvoorbeeld door cv-ketels te vervangen door HRe-ketels of biomassa-systemen. Uitvoerbaarheid Michel Deelen kan zich vinden in de tweestappen strategie, maar heeft wel zijn bedenkingen over de uitvoerbaarheid. “Een hybride systeem is een prima tussenoplossing. Het kan redelijk renderen in het voor-en najaar. Maar men moet dan wel allereerst de energievraag beperken, dus het gebouw goed isoleren. Daarnaast ontbreekt het de installateur vaak aan de juiste kennis om een warmtepomp te installeren, in te regelen en te onderhouden. Ze zijn nauwelijks vertrouwd met innovatieve duurzame technieken. Bijscholing sneuvelt altijd als eerste als het druk is of
Categorie: Techniek
Eigenlijk was iedereen het wel met elkaar eens. Tijdens lezingen in het VSK-theater, op de stands van fabrikanten en in gesprekken met professionals op de beursvloer, werd overal dezelfde mening verkondigd. Hybride oplossingen gaan een gouden tijd tegemoet. De cv-ketel is een oudgediende, maar veel mensen weten niet dat de warmtepomp ook al langer dan 100 jaar bestaat. Aan het begin van de 20e eeuw werd de eerste warmtepomp in gebruik genomen. Het was geen succes. Pas de laatste jaren vindt de duurzame warmteopwekker breed ingang. Die ontwikkeling is heel recent in een stroomversnelling terecht gekomen. Directe aanleiding zijn de perikelen in Groningen en de kabinetsplannen van Rutte III. De CO2-uitstoot in Nederland moet in 2030 met 49 procent zijn teruggedrongen ten opzichte van 1990, vinden VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Dit wordt verankerd in een klimaatwet. Daarnaast moeten uiterlijk in 2030 alle resterende kolencentrales gesloten zijn. Nadat de duurzaamheidsparagraaf van het Regeerakkoord bekend werd, stroomden de Twitter- en Facebook-Timelines vol met de hashtag #vangaslos. Zowel consumenten als het bedrijfsleven zijn naarstig op zoek naar alternatieven voor de cv-ketel en komen dan al snel terecht bij de warmtepomp. Plug & Play Op de VSK maakten we een rondje langs de stands van Remeha, Nathan, Nefit en Duco en woonden we twee lezingen bij waarin experts het onderwerp aantikten. Het was in twee woorden ‘gillend druk’ op de stand van Remeha. Vooral in het straatje waar all-electric warmtepompen in de range tussen 4,5 tot 27 KW werden getoond. We spraken met
“De installateur is geen tovenaar die slechte gebouwen goed kan maken”, zegt Chris Zijdeveld. De duurzaamheidsconsultant en voormalig voorzitter van de Stichting PassiefBouwen verzorgde een interessante lezing tijdens de VSK. “Zonnepanelen worden gebruikt als aflaatbrieven om slechter te kunnen bouwen dan haalbaar is.” “Wie in Nederland wil bouwen moet aan vele eisen voldoen om de vereiste bouwvergunning te krijgen. Dat zou een goede zaak zijn als de eisen weloverwogen waren opgesteld om het gewenste doel te bereiken: een energiezuinig, stevig, comfortabel en gezond gebouw met een hoog thermisch comfort en een goede binnenluchtkwaliteit. En liefst ook nog zonder een hoge milieubelasting.Voor de installateur zijn de eisen die gelden voor de energieprestaties van het gebouw het meest interessant. EPC Bij de aanvraag van de bouwvergunning moet een berekening worden overlegd waaruit blijkt dat de berekende Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) onder een bepaalde waarde blijft. Die EPC moet worden berekend volgens de Energie Prestatie Norm (EPN).Al bij het uitkomen van die norm, in 1996, wees het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in een rapport op de systematische fout in de norm van het op één hoop gooien van gebouw en installatie. Levensduur van gebouw en installatie zijn immers heel verschillend en de kwaliteit van een gebouw over de gehele levensduur kan alleen tijdens de bouw relatief gemakkelijk worden beïnvloed, terwijl verbeteringen aan de installatie tijdens de levensduur regelmatig voorkomen. Helaas bleef dit rapport met toekomstvisie zonder gevolgen. Rampzalige wijziging Bij de laatste wijziging van de EPC berekening werd het onlangs mogelijk gemaakt om
Op de VSK bezochten wij ook een aantal experts op het gebied van warmte-afgiftesystemen. Ze signaleerden allemaal een toenemende populariteit van stralingsverwarming. Zowel in de vorm van vloerverwarming, infaroodpanelen als elektrische radiatoren. Verslag van een rondje langs Rehau, Stelrad, Warp en Etherna. EPC, BENG, Breeam, WELL, NOM…. wat hebben ze met elkaar gemeen? Ze lijken allemaal de populariteit van straalverwarming in de hand te werken. Waar aanvankelijk flink gepionierd werd, met alle mislukkingen of halve oplossingen die ermee gepaard gaan, lijkt nu een stevig fundament te rusten onder nieuwe maatregelen, concepten en keurmerken. BENG en NOM om maar twee voorbeelden te noemen, grijpen grotendeels terug op de Trias Energetica. Volgens deze routebeschrijving naar een duurzame gebouwde omgeving moet eerst de (thermische) energievraag tot een minimum worden teruggebracht. Bijvoorbeeld door de gebouwschil goed te isoleren. Vervolgens is het zaak om de resterende energiebehoefte zo duurzaam mogelijk in te vullen. Blijft er daarna nog een vraag over, dan wordt geadviseerd om te zoeken naar energie-efficiënte oplossingen met fossiele brandstoffen. Elektrische stralingspanelen De Trias Energetica is in een rap tempo aan het inburgeren in de bouwkolom. Op de VSK werd er dan ook veelvuldig aan gerefereerd. Bijvoorbeeld tijdens verschillende presentaties in het VSK-theater, onderonsjes tussen bezoekers en op de stands van fabrikanten. Zo signaleerde Etherma een groeiende belangstelling voor verwarmingsoplossingen met elektrische infaroodpanelen.De oorzaak: “verduurzaming. De kwaliteit van de gebouwschil wordt aangepakt, #vangaslos is een trend en de maatschappij lijkt all-electric oplossingen te gaan omarmen.” Allemaal ontwikkelingen die nauw aansluiten op het gedachtegoed
Het grootste probleem van hernieuwbare energie is dat het moment van opwekking niet overeenkomt met het moment van gebruik. Zonne-energie wordt overdag opgewekt, terwijl ‘s ochtends en ‘s avonds hiernaar de meeste vraag is. Op de VSK zagen we een energiebuffervat dat verschillende warmtebronnen bij elkaar brengt. De warmte wordt als energie opgeslagen en naar de verwarmings- en drinkwaterinstallatie in de woning overgedragen als hieraan behoefte is. Oventrop produceert zelf geen warmte-opwekkers (cv-ketels, warmtepompen etc.) of afgifteproducten (radiatoren, stralingsplafonds, etc.) maar wel alle overige producten voor een verwarmings-, koel- of drinkwaterinstallatie. Het Regucor energiebuffervat met regeling dat deze fabrikant op de beurs liet zien is daarvan een voorbeeld van. Eén totaaloplossing Dit energiebuffervat voegt diverse van haar producten samen tot één totaaloplossing voor de problemen die ontstaan als er in een woning meerdere energiebronnen aanwezig zijn, zoals een cv-ketel, warmtepomp, zonne-energiesysteem en pelletkachel. Met dit product komt alles voor verwarming en warm-drinkwater samen. In één woning kunnen meer dan tien verschillende warmtebronnen worden gekoppeld of een laagtemperatuur-installatie voor vloerverwarming en een hoogtemperatuur-installatie voor de radiatoren worden gerealiseerd. Oventrop levert ook de inregelappendages en ondersteuning voor de inregeling van de verwarming- en drinkwaterinstallatie. Voorbeeld opstelling Een voorbeeld van een dergelijke opstelling ziet er als volgt uit: een buffervat slaat energie op in de vorm van warm water, een pompgroep staat in verbinding met de zonnecollectoren, en een regeling met elektro-elementen zorgt voor het laagsgewijs opwarmen van het water met niet gebruikte energie van de PV-panelen. Daarbij komt een warmwater-unit die via
Een paar jaar geleden was de warmtepomp nog een niche product. Vandaag de dag is ‘het nieuwe verwarmen’ doorgedrongen tot in alle lagen van de samenleving. Leveranciers springen hierop in met al dan niet hybride warmtepompsystemen die de traditionele cv-ketel (moeten) gaan vervangen. Vijf obstakels die de installateurs kan tegenkomen bij de selectie en installatie van deze systemen. Het is geen cv-ketel Dit lijkt een open deur. Maar er worden te vaak aannames gedaan die nog geschoeid zijn op de aloude leest van de doorgewinterde cv-installateur. Zo is er, om te beginnen, een groot verschil in het watertraject. Tussen de aanvoer- en retourtemperatuur van een cv-ketel zit gemiddeld 20°C verschil; bij een warmtepomp is dit slechts 5°C. Bij een gelijk verwarmingsvermogen is dan 4x zoveel water(debiet) benodigd. Wordt een warmtepomp op het ‘oude’ leidingwerk van de cv-ketel aangesloten, dan zal al snel blijken dat de leidingen hiervoor te krap zijn. Een warmtepompleiding heeft een grotere diameter dan die van een cv-ketel.Daarnaast vraagt het afgiftesysteem dat gekoppeld is aan een warmtepomp een groter oppervlak dan een cv-ketel i.v.m. de lagere watertemperatuur. Daarom is de warmtepomp bij uitstek geschikt om in vloerverwarming te voorzien. Als het afgiftesysteem een radiator is, zijn hiervoor ook zeer geschikte systemen beschikbaar, maar hoewel deze uiterlijk – voor een leek – identiek lijken, zijn ze wezenlijk anders dan een radiator voor een hoog-temperatuursysteem. Een warmtepomp voor verwarming vergt dus wat ingrijpendere veranderingen bij renovatie en een andere benadering bij nieuwbouw. Dit geldt ook voor de mate van
BENG, NOM, hybride oplossingen, installateurs worden van alle kanten bestookt met nieuwe duurzame concepten. De ontwikkelingen gaan razendsnel. Veel vakmensen worstelen met de vraag hoe ze hun kennis op peil kunnen houden in deze drukke tijden. Technische Unie heeft er een oplossing voor gevonden. Sinds november kan de installateur zich in het Zwolse ‘Inspiratiecentrum Duurzaamheid’ in een mum van tijd laten bijpraten over de trends. IZ nam de proef op de som en kreeg een rondleiding van Paula Reijnders, Manager New Business. Hoge duurzaamheidsambities Duurzaamheid is allang geen modewoord meer. Overheden, bedrijven en particulieren maken zich gezamenlijk hard voor een toekomstbestendige maatschappij, die op een verantwoorde wijze omgaat met natuurlijke hulpbronnen. Ook de bouwsector draagt haar steentje bij aan deze transitie. Zo wil het nieuwe kabinet de CO2-uitstoot met maar liefst 49% terugdringen voor 2030. De Bouwagenda zet eveneens hoog in. Het nationale innovatieprogramma voor de bouwsector wil in 2021 de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad hebben opgeschaald naar 100.000 woningen per jaar. Bovendien moeten tussen 2021 en 2030 een miljoen nieuwe energieneutrale woningen worden opgeleverd. Capaciteitstekort De vraag is alleen of we die doelstellingen wel gaan halen met de huidige capaciteit, die de bouwkolom kan bieden. Aannemers, architecten, adviseurs en installateurs verzuipen in het werk. Veel bedrijven en zeker de kleinere spelers hebben daardoor nauwelijks tijd om zich te laten informeren over nieuwe ontwikkelingen. Nieuwe ontwikkelingen die van cruciaal belang zijn om onze milieu- en energieambities te realiseren. Totaaloverzicht Internet biedt maar gedeeltelijk uitkomst. Hoewel het medium de informatievoorziening
Er is bijna geen woning in Nederland zonder verhoogde concentratie fijnstof in de binnenlucht. In 1 op de 7 Nederlandse huizen is de binnenluchtkwaliteit het grootste deel van de dag onvoldoende als gevolg van fijnstof. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van het Longfonds. Meer dan ooit is ventilatie van levensbelang. De vakman zal daarom steeds meer vragen krijgen en moet zich met kennis daartegen wapenen. Met de Erkenningsregeling Woningventilatie kan hij als volwaardige gesprekspartner bij je klant voor de dag komen. De onderzoeksresultaten die aantonen dat de luchtkwaliteit in Nederlandse huizen relatief slecht is, vooral aan het begin van de avond, komen niet als een verrassing. “Met dit onderzoek krijgen we wel meer inzicht in de luchtkwaliteit binnenshuis”, zegt Longfonds directeur Michael Rutgers. “Mensen brengen meer dan 20 uur van hun tijd binnen door. Het is belangrijk dat de lucht daar gezond is.” Het onderzoek is uitgevoerd bij 749 huishoudens. Met een speciale sensor is gedurende 9 maanden (juni 2017 t/m februari 2018) het gehalte aan CO2, fijnstof (PM2,5), luchtvochtigheid en temperatuur gemeten. Fijnstof PM2,5 zijn deeltjes kleiner dan 2,5 micrometer die het diepst doordringen in de longen. In huis komt fijnstof onder meer vrij bij verbranding, door bijvoorbeeld bakken en braden, het branden van kaarsen of de open haard. Ook komen er fijnstofdeeltjes van buiten naar binnen. Bij gevoelige groepen, zoals mensen met een longziekte, kan dit direct leiden tot gezondheidsklachten, zoals benauwdheid of hoesten. Op lange termijn is blootstelling aan fijnstof voor iedereen schadelijk. Erkenning nieuwe
De Diamantbeurs, gebouwd in 1911 in opdracht van ‘Vereniging Beurs voor den Diamanthandel’, ontwikkelde zich tot hét centrum van de diamanthandel in Amsterdam. Eind jaren ’80 stopte de Diamantbeurs haar activiteiten. In 1990 trok de Gemeente Amsterdam in het pand, waarna het gebouw in 2001 werd aangewezen als Rijksmonument. Momenteel wordt het Monument door Sijthoff Media en Zadelhoff volledig gerenoveerd tot hét centrum voor de creatieve industrie, onder de nieuwe naam ‘Capital C Amsterdam’. Het Rijksmonument aan het Weesperplein ondergaat een volledige restauratie en renovatie. Het pand wordt gemoderniseerd met karakteristieke kenmerken van toen. Zo wordt het siermetselwerk op de dakrand dat ooit het aanzicht van de gevel vormde samen met de originele gevelbeëindigingen teruggeplaatst en hersteld. In het gebouw zelf werken topontwerpers samen met jong creatief talent om de ruimte opnieuw in te delen. Het uiteindelijke doel is om de voormalige Diamantbeurs om te toveren tot een inspirerende omgeving met kantoorruimtes, restaurants, Events en workshops. Design and build Bij de aanbesteding kreeg A. de Jong Installatietechniek, vestiging Amsterdam, de opdracht toegewezen. De opdracht voor de Diamantbeurs is aanbesteed volgens het Design and Build principe. Bij deze contractvorm draagt de aanbestede partij de verantwoordelijkheid voor het ontwerp en de realisatie van de installatie/het project.In concreto is A. de Jong Installatietechniek verantwoordelijk voor het ontwerp en de renovatie van alle werktuigbouwkundige installaties op het gebied van koeling, verwarming, luchtbehandeling en meet- en regeltechniek. Samen met de bouwkundige partij en constructeurs heeft A. de Jong Installatietechniek een ontwerp gemaakt, waarna een planning
De overheid wil dat Nederland in 2050 een volledig circulaire economie heeft. Hoewel 2050 nog heel ver weg is, worden momenteel de eerste stappen gezet op het gebied van circulair bouwen. De focus van de bouwwereld ligt daarbij voornamelijk op hergebruik van bouwstoffen als beton en hout en demontabel bouwen. Maar hoe zit het met de installaties? Er bestaan inmiddels tenminste 114 definities van de circulaire economie, begreep ik. De definitie op de Informatiekaart Circulaire Economie van Nederland Circulair dekt voor mij goed de lading: “Een circulaire economie is een economisch systeem waarin waarde behouden blijft of ontstaat door producten en grondstoffen te hergebruiken en vernietiging van grondstoffen te minimaliseren.” Is dit gelijk aan recyclen? Nee, niet per definitie. Bij recycling krijgt een product doorgaans een laagwaardiger bestaan, downcycling. De circulaire economie probeert ook te upcyclen, door bestaande producten naar een kwalitatief hoger niveau te tillen of door ze meer waarde te laten toevoegen aan een ecosysteem. Is de circulaire economie dan hetzelfde als Cradle 2 Cradle? Nee, ook niet. Waar C2C zich focust op het productniveau, legt de circulaire economische benadering het accent bij het systeemniveau. Pilotproject Om terug te komen op de vraag wat een circulaire economie inhoudt; er is geen eenduidig antwoord te geven. Wel is een richting te benoemen. Vanuit een consortium (Carrier UTC, Priva, SystemAir, Thermaflex, TVVL, Van Dorp Installaties en Valstar Simonis) werken we in een pilot op drie niveaus aan circulariteit, te weten circulair hoofdontwerp, circulaire producten en een business model. Re- of