Koudemiddelen

Ontwikkelingen en trends

Waar gaat het heen in de koeltechniek? Dat is een prangende vraag waarmee veel installateurs worstelen. Branchevereniging voor de koel- en klimaattechniek ‘NVKL’ probeert hier samen met haar leden grip op te krijgen door middel van marktverkenning en contact met haar achterban. Veel ontwikkelingen zijn terug te brengen tot twee megatrends: de koudemiddeltransitie en toenemende toepassing van warmtepompen.

Zo onderzocht NVKL onlangs de toepassing van HFO’s (de vierde generatie synthetische koudemiddelen) als vervanger van koudemiddelen met een hoog Global Warming Potential (GWP). Global Warming Potential, of in het Nederlands aardopwarmingsvermogen, is een aanduiding voor de mate waarin een broeikasgas bijdraagt aan klimaatverwarming. Koudemiddelen met een hoog GWP dragen dus in sterke mate bij aan opwarming van de aarde. Voorbeelden zijn HFK-koudemiddelen R404a en R507a. Als gevolg van de F-gassenverordening zal het aanbod in hoog-GWP-koudemiddelen sterk afnemen. HFO’s en HFK’s met een laag GWP kunnen dit tekort deels opvangen. Daarnaast worden er steeds meer installaties toegepast met natuurlijke koudemiddelen zoals CO2, koolwaterstoffen en ammoniak.

Sectoren

Multinationals waarbij het koelproces een essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering is, kiezen vaak voor natuurlijke koudemiddelen. Denk maar aan supermarkten, procesindustrie en vrieshuizen. Deze bedrijven hebben veel kennis in huis en zijn al een aantal keer eerder overgestapt op een nieuwe generatie synthetische koudemiddelen. Zij zoeken vooral naar zekerheid en duurzaamheid. In de markt waarbij het koelproces bij eindgebruikers maar een deel van de bedrijfsvoering betreft (scholen, ziekenhuizen, kantoren en dergelijke), ontstaat juist vraag naar HFO’s en HFK’s met een laag GWP. De fabrikanten spelen hierop in door deze koudemiddelen toe te passen in de nieuwste generatie koel- en warmtepompsystemen die ze op de markt brengen.

Heilige Graal?

De ontwikkeling van nieuwe synthetische koudemiddelen, samen met de daarvoor ontwikkelde installatiesystemen gaat ongehinderd door. De zoektocht is naar een koudemiddel met goede energetische eigenschappen, een breed toepassingsgebied, lage milieu impact en acceptabele risico’s. De kans dat we één heilige graal gaan vinden, zoals we vroeger toen milieu impact minder zwaar meetelde R22 in bijna alle sectoren konden toepassen, is zeer klein verwacht NVKL. We zien eerder een aantal ‘winnende’ koudemiddelen per subsector ontstaan.

Schaalgroottes

In de gebouwde omgeving zien we met name voor de wat grotere vermogens de natuurlijke koudemiddelen CO2 en koolwaterstoffen vaker toegepast. Denk hierbij aan (kleinere) utiliteit, zoals winkels, kleine zorggebouwen en kantoren. In de woningbouw gaat het met name over appartementencomplexen met centrale opwekking. Bij individuele woningen worden over het algemeen koelsystemen en warmtepompen toegepast met een synthetisch koudemiddel. Hier zien we wel een verschuiving naar synthetische koudemiddelen met een lager GWP.

Lekkage

Let wel: waar lekkage van HFK-koudemiddelen met name een risico vormt voor het milieu, vormen natuurlijke koudemiddelen bij lekkage een risico voor de directe omgeving. Door hiervan bewust te zijn en kwalitatief goede systemen te ontwerpen en bouwen kunnen natuurlijke koudemiddelen goed toegepast worden. Risico’s bij toepassing van natuurlijke koudemiddelen:
• Ammoniak: Het vrijkomen van ammoniak als koudemiddel vormt een risico, omdat deze stof zowel giftig als brandbaar is.
• Kooldioxide: Kooldioxide is vanaf een bepaalde concentratie verstikkend en daarmee vormt lekkage een risico.
• Koolwaterstoffen: Koolwaterstoffen, waaronder bijvoorbeeld propaan, zijn brandbaar en zorgen daardoor voor een risico bij lekkage.

Certificeringen

Daarom worden installateurs die met natuurlijke koudemiddelen werken, net als in het geval van HFK-koudemiddelen, verplicht gecertificeerd te zijn. Voor natuurlijke koudemiddelen geldt het vakbekwaamheidscertificaat en voor HFK-koudemiddelen het F-gassendiploma. NVKL-erkende installateurs zijn volledig gecertificeerd en op de hoogte van alle wettelijke verplichtingen. Zo weet men bijvoorbeeld dat een installatie met een natuurlijk koudemiddel jaarlijks geïnspecteerd moet worden op goed en veilig functioneren. Voor een installatie met een HFK-koudemiddel geldt ook dat deze periodiek gecontroleerd dient te worden, maar dan op lekkage.

Warmtepomp in opkomst

Een andere trend naast de opkomst van natuurlijke koudemiddelen is de stijgende vraag naar warmtepompen bij zowel woning- en gebouweigenaren als in de industrie. In Nederland is een directe aanleiding hiervan de aankondiging van het kabinet middels de Energieagenda om geen nieuwe gasinfrastructuur meer aan te leggen, de aansluitplicht te schrappen en in 2050 aardgasvrij te zijn. Er moeten dus, mede vanwege de problematiek in Groningen, alternatieven komen voor de aardgasgestookte cv-ketel.

Varianten

Gelukkig zijn fabrikanten dan ook al volop bezig met deze ontwikkeling en worden er steeds meer hybride en all-electric-warmtepompen op de markt gebracht. De toepassing van hybride systemen en all-electric warmtepompen draagt bij aan het behalen van de klimaatdoelen. Absolute voorwaarde is natuurlijk vergroening van het aandeel hernieuwbare elektriciteitsopwekking; anders spannen we het paard achter de wagen en vervangen we aardgas door kolen.

Vragen

Als NVKL ondervonden we de toegenomen interesse in warmtepompen aan den lijve op de VSK-beurs afgelopen februari. Allereerst hadden de warmtepompen een prominente plek op de beurs. Hoewel er uiteraard fabrikanten met nieuwe cv-ketels stonden, profileerden de meesten zich toch vooral met warmtepomptechnologie. Daarnaast ontvingen wij tijdens de beursdagen veel installateurs die zich oriënteerden op het installeren van warmtepompen en dan met name benieuwd waren naar de opleiding die daarvoor nodig is. We wezen hen op ons opleidingscentrum GO° in Ede dat gespecialiseerd is op dit gebied. Ook particulieren wisten ons op de beurs veelvuldig te bestoken met vragen als: “Hoe werkt een warmtepomp?” en “Is een warmtepomp geschikt om mijn huis te verwarmen?”. Deze vragen zijn natuurlijk het beste te beantwoorden door een erkende en kundige installateur.

En de installateur?

De sector verandert en verandert eigenlijk steeds sneller. Dit betekent allereerst dat je je als vakman moet blijven scholen. Klinkt als een open deur, maar dit is te belangrijk om niet te noemen. Zo zorgt de koudemiddeltransitie voor het gebruik van nieuwe koudemiddelen. Dit vergt kennis van deze koudemiddelen, maar ook van de bijbehorende installatiesystemen. Voor natuurlijke koudemiddelen betekent dit daarnaast ook nog het behalen van een vakbekwaamheidscertificaat, zodat met de risico’s omgegaan kan worden.

Specialisatie

Tot slot verandert de marktvraag. De warmtepomp gaat een steeds centralere rol spelen in de verwarming van de gebouwde omgeving. Hierdoor zullen installateurs moeten bepalen waar ze zich op gaan focussen. Ga je naast het plaatsen van aircosystemen en koudetechniek ook inspelen op de groei van de toepassing van warmtepompen voor ruimteverwarming? Op welke systemen richt je je dan? Hybride systemen, all-electric warmtepompen of de complexere centrale systemen? Dit zijn vragen waar de installatiesector nu mee aan de slag moet. Het zal zowel effect hebben op de installateur als ondernemer als op de benodigde competenties van de installatievakman. NVKL kan hierbij als kenniscentrum en netwerkorganisatie voor koel-, koude- en warmtepomptechnologie de helpende hand bieden. De eerste stap is bewustwording dat we, met zijn allen, in transitie zijn 

Auteur: Rik van Berkel, Projectmanager Techniek en Wetgeving NVKL