Ventilatie blijft een zorgenkindje. Uit diverse onderzoeken en klachten blijkt dat de woonhuissystemen nog regelmatig ondermaats presteren. Daar is een rijke verscheidenheid aan oorzaken debet aan. Door een betere borging krijgen de installateur en bewoner een steuntje in de rug om deze problemen te voorkomen of sneller te verhelpen. Marco Hofman houdt zich al jarenlang beroepshalve bezig met ventilatiesystemen. De Teamcoördinator Programmering & Acquisitie bij ISSO schrijft er ook graag over, zoals u al in een eerdere uitgave dit jaar heeft mogen merken. Voor onze special over de Nieuwe Vakman sprak IZ met de gedreven vakspecialist over interessante nieuwe ontwikkelingen op het gebied van kwaliteitsborging in de ventilatiewereld. VLA Waarschijnlijk bent u beroepshalve al bekend met de Ventilatieprestatiekeuring en het Ventilatiekeur. Beide kwaliteitborgingsmethodes zijn ontwikkeld door de Vereniging voor Luchttechnische Apparaten, ook wel bekend als de VLA. Waar de Ventilatieprestatiekeuring primair mikt op het onder certificaat beoordelen van opgeleverde ventilatiesystemen, is het Ventilatiekeur bedoeld om het onderhoud van bestaande woningen in goede banen te leiden. Uniformiteit Beide keuringsmethodes worden toegepast in de woningbouw. De achterliggende bedoeling is duidelijk; door een uniforme aanpak te promoten, kan een betere garantie op kwaliteit worden geboden, vertelt Hofman. “Veel bedrijven verrichten een breed scala aan werkzaamheden. Van sanitair installeren tot cv-ketels controleren en ventilatiesystemen aanleggen. Iedereen doet dat op zijn eigen manier. Als bedrijven hetzelfde kwaliteitsborgingsinstrument hanteren, heb je meer zekerheid dat ze zich aan de basisvoorschriften houden.” Belangrijke koppeling Recentelijk is de volgende stap gezet. “Er is een koppeling tot stand gebracht tussen
Categorie: Techniek
Het verwarmen van een woning is voor de huiseigenaar de grootste kostenpost als het gaat om de energierekening. Met isolatie is direct winst te behalen. Zeker als dit wordt gecombineerd met een slimme thermostaat. Woningeigenaren die vanaf 15 augustus 2019 minimaal twee energiebesparende isolatiemaatregelen hebben uitgevoerd, komen in aanmerking voor de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH). Deze regeling – die ook voor installateurs van groot belang is – wordt gecoördineerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). De SEEH loopt van 15 augustus 2019 tot en met 31 december 2020. De subsidie voor Verenigingen van Eigenaren loopt tot en met 31 december 2022. Aanvragen zijn sinds 2 september 2019 in te dienen. De subsidie voor energiebesparende maatregelen bedraagt maximaal €10.000 per woning. Eigenaren of gebruikers van woningen die het extra energiezuinige pakket uitvoeren, kunnen een subsidie van maximaal €15.000 (inclusief een bonusbedrag) tegemoet zien. Slimme thermostaten De SEEH houdt in dat woningeigenaren geld retour krijgen als zij bijvoorbeeld hun muur, vloer, bodem, glas of dak goed laten isoleren. De subsidie bedraagt ruwweg een vijfde van de kosten. Een bijkomend voordeel van deze maatregelen is vaak dat de woning in waarde stijgt. Alle woningeigenaren in Nederland komen in aanmerking voor de SEEH. Juiste isolatie Isoleren staat op dit moment hoog op de agenda als een van de manieren om een succes te maken van de energietransitie. Met de SEEH speelt de rijksoverheid in op deze trend. Professionele installateurs weten dat duurzaam besparen op stookkosten begint met de juiste isolatie. Veel woningeigenaren
LT-netten zijn in opkomst. Sebastiaan Knepper studeerde er onlangs op af. Aan IZ vertelt hij waarom deze duurzame verwarmingsmethode een interessant alternatief vormt voor de veelbesproken warmtepomp. Knepper voltooide recentelijk zijn studie Sustainable Energy Technology aan de TU Delft. Zijn eindscriptie had als titel ‘Meeting heat demands in Dutch existing homes using Low Temperature District Heating’. In de toekomst wil de twintiger graag zijn expertise op het gebied van LT-netten verder uitbouwen, bij voorkeur uiteraard in een professionele setting. Kinderschoenen Hoewel alle aandacht nu lijkt uit te gaan naar de warmtepomp, zijn er natuurlijk prima alternatieven om de thermische energievoorziening te verduurzamen. Een van die alternatieven is een LT-warmtenet. De ontwikkeling hiervan staat nog in de kinderschoenen in Nederland, volgens Knepper. “In tegenstelling tot Scandinavische landen waar al een aantal is gerealiseerd.” LT- of HT-warmtenet? Wanneer spreken we van een HT- of een LT-warmtenet? “In de praktijk worden er verschillende grenzen aangehouden. Sommige deskundigen betitelen alle warmtenetten die warmte leveren met een temperatuur onder de 70 graden Celsius als LT-netten. Anderen spreken nog van een tussencategorie, de zogenaamde Midden Temperatuurnetten, die een werkingsgebied hebben tussen de 50 en 70 graden Celsius. Alles daaronder valt dan in de categorie LT-net. Ikzelf houd het liefste die categorisering aan.” Mogelijke bronnen LT-warmtenetten zijn in feite collectieve voorzieningen voor de thermische energielevering. Er bestaat ook een equivalent, de zogenaamde LT-koudenetten, maar die zijn nog nauwelijks bekend hier in den lande. Een LT-warmtenet ontleent zijn thermische energie aan een bron, die
Om lage-temperatuurverwarming via bijvoorbeeld een warmtepomp tot een succes te maken moet het afgiftesysteem voldoende warmte kunnen afgeven. Dat kan als het een groot oppervlak heeft, zoals bij vloer- of wandverwarming het geval is. Maar er zijn ook steeds meer radiatoren verkrijgbaar die speciaal ontworpen zijn voor lage temperaturen: de LT-radiator. LT-radiatoren laten het warme water bijvoorbeeld eerst via de voorplaat lopen. Hierdoor komt er zoveel mogelijk stralingswarmte van de radiator. In de radiator geïntegreerde ventilatoren zorgen voor versterkte convectie. Een voorbeeld hiervan is de nieuwste Ulow-E2 radiator van Radson (zie hoofdafbeelding). Dit soortradiatoren helpt woningeigenaren al een eerste stap te zetten naar een duurzame en energie-efficiënte woning op lagere temperatuur. In een later stadium – als dit qua investering beter uitkomt – kan hierop dan nog een warmtepomp worden aangesloten. Gecombineerde warmte De 2 in de naam van deze radiator staat voor het principe van twee gecombineerde warmtesystemen. De panelen leveren de stralingswarmte en de in de radiator geïntegreerde ventilatoren zorgen voor versterkte convectie van deze warmte naar de ruimte. De Ulow-E2 is zelfregulerend, stuurt, afhankelijk van de warmtevraag, zelf de ventilatoren aan, maar kan via een touchpad ook handmatig bediend worden. Een bijkomend voordeel van de ventilatoren is het ‘summer breeze effect’: de circulatie van duurzaam verkoelende lucht tijdens warmere zomermaanden. De radiator wordt gemonteerd zoals zijn traditionele broertje: met middenaansluiting. Elektrotechnisch is het een kwestie van een stekker in een stopcontact steken. Vlakke voorplaat De FlatLine-radiator van Vasco is een ander voorbeeld van een LT-radiator. De watervoerende
We kennen al de waterstofketel. Binnenkort krijgt hij er een broertje bij: de waterstofgestookte luchtverwarmer. Mark Climate Technology is een expert op het gebied van klimaattechniek, luchtverwarming, stralingsverwarming en ventilatie apparatuur. De thuisbasis ligt in Veendam. Die omstandigheid heeft er in grote mate aan bijgedragen dat directeur Jan Koop de Boer op het idee kwam om een totaal nieuwe weg in te slaan met zijn luchtverwarmers. Ideale omstandigheden De Boer: “Het einde van de gaswinning in Groningen komt in zicht. Er worden nu verschillende initiatieven ontplooid om hierop in te springen. Zo is de Gasunie reeds bezig een bestaande ringleiding geschikt te maken voor Russisch gas. Een andere ringleiding van circa 600 km lengte wordt omgeturnd voor het transport van waterstofgas. Tegelijkertijd is de kuststrook ideaal voor nieuwe windmolen- en zonneparken. Als er te veel energie wordt opgewekt, kan er via elektrolyse waterstof mee worden gemaakt wat dan als opslagmedium gaat fungeren. Een duurzame oplossing, omdat waterstof zero emissies oplevert.” Al met al dus de ideale omstandigheden om waterstofgestookte verwarmers te ontwikkelen. Doelgroepen De luchtverwarmers moeten medio 2020 op de markt komen. De Boer mikt onder andere op de industrie, garages, sporthallen en supermarkten. “Ook is het mogelijk de luchtverwarmer in te bouwen in een LBK, waarbij hij gaat fungeren als voor- of naverwarmer. Concurrentie De vraag is echter of deze nieuwe oplossing wel aftrek zal vinden. In de media en ook in de branche worden immers de warmtepomp en waterstofketels al als de oplossingen voor onze duurzame toekomst aangeprezen.
Wat verstaan we eigenlijk onder verwarmen? Hebben we als branche nog wel een reëel beeld van de klantwensen als het om warmte gaat? We zijn soms zo geobsedeerd door verduurzaming, dat we de warmtebehoeften van bewoners ondergeschikt lijken te maken aan onze drang om energie te besparen. Een luchtkolom met een temperatuur van 20°C wordt in ons vak als behaaglijk beschouwd voor iedereen, maar klopt dat wel? Centrale verwarming is mede door de lagere energievraag van woningen steeds meer luchtverwarming geworden. En de lucht waarmee we verwarmen, krijgt een steeds lagere temperatuur en zit nog maar een fractie boven de kamertemperatuur van 20°C. Is deze manier van verwarmen wel zo prettig voor iedereen en zo energiezuinig als we denken? De klant centraal Zoals bekend kan warmteoverdracht zowel via radiatie als convectie plaatsvinden. Om warmte als behaaglijk te ervaren zijn beide nodig. Waarom laten we stralingswarmte (radiatie) dan steeds vaker achterwege? Misschien zijn we wel te veel bezig met energiebesparing en heeft dat een ondermijnende uitwerking op ons eindproduct. We verwarmen echter niet om aan een norm te kunnen voldoen, voor een bouwer of voor de leverancier van warmtepompen. Nee, we verwarmen voor onze klanten, die behoefte hebben aan voelbare warmte op een specifieke plaats en op een specifiek tijdstip. En die warmtebehoefte is zeer persoonlijk. Vrouwen hebben het sneller koud dan mannen en ouderen en veel allochtonen weer sneller dan een gemiddeld jong autochtoon gezin. Toch houden we daar bij het ontwerpen totaal geen rekening mee. Bovendien wil de klant
Wat veel mensen niet weten is dat maar liefst 60 % van de duurzame energie in Nederland komt van bio-energie, waarbij bioketels een belangrijke bijdrage leveren. Zon, wind, water en andere bronnen leveren de resterende 40 %. Dat aandeel stijgt flink, maar voor de energietransitie blijft ook bio-energie nuttig en noodzakelijk. In dit artikel ga ik wat dieper in op bio-energie en bioketels in het bijzonder. Over bio-energie bestaan veel misverstanden. Dat komt deels omdat bio-energie in Nederland nog relatief onbekend is en deels omdat bio-energie erg divers is, waarbij verbranding van het bio-deel in afvalcentrales meetelt evenals de open haard en houtkachel van huishoudens, maar ook de vergisting van mest en van reststromen in de voedingsmiddelenindustrie en biodiesel voor vrachtwagens. Bioketels die houtpellets of houtchips verbranden zijn de sterkst groeiende sector, zowel voor gebouwgebonden oplossingen als voor warmtenetten, tuinbouw en industrie. Bij huishoudens gaat het om bescheiden aantallen (in 2018 5.300 ketels), maar naar verwachting zal dit groeien naar enkele honderdduizenden. Duurzaamheid Bijna 80% van alle gebruikte biomassa komt uit Nederland. We kunnen ook nog even vooruit met onze Nederlandse stromen, maar op de langere termijn moet de beschikbaarheid beslist omhoog of de import uit omringende landen moet toenemen. De toepassing van hout hoger in de circulaire ladder staat ook niet op gespannen voet met de toepassing als energiebron. Integendeel, voor het opbouwen van circulaire ketens in Nederland zijn alle stappen naar het meer en breder toepassen van hout en andere biomassastromen gewenst. Meer bomen in de natuur en
Op de Kloveniersburgwal in Amsterdam ligt een prachtig monumentaal pand uit 1883. Dit architectonische huzarenstuk in hartje hoofdstad is niet het eerste waar je aan denkt wanneer je je een gasloos pand voorstelt. Toch is juist dit pand na een grondige renovatie volledig onafhankelijk van gas – voor zowel verwarming als koeling. Het oude grachtenpand heeft een statig voorkomen met een zichtbaar lange en enerverende geschiedenis. In de huidige staat fungeert het pand zowel als kantoor- als woonruimte, met zowel binnen als buiten groot respect voor de monumentale waarde. LG Air Solution wist het gehele pand in samenwerking met partners IDEA en Air-Innovations (zie kaders) op een passende manier gasloos te maken. Het is één van de eerste grote panden in Amsterdam die op deze manier verwarmt en koelt. Toekomstmuziek Michael Nijdam was als installatieadviseur bij IDEA verantwoordelijk voor het ontwerp van de werkbouwkundige en elektrotechnische installaties voor dit monumentale gebouw. Hij zag een gasloze oplossing wel zitten. “We zagen een kans om een volledig gasloze installatie te maken en besloten ervoor te gaan en deze oplossing te implementeren. Veel aannemers en ontwikkelaars in Amsterdam durven het nog niet aan; ik heb het idee dat sommigen warmtepompen nog een beetje eng vinden. Ze schuiven het voor zich uit en plannen de implementatie in voor ergens in de toekomst. Terwijl de timing juist nu heel geschikt is.” Geen zichtbare delen Ook Paul Hakkoer, eigenaar van Air Innovations, kan zich hier helemaal in vinden. Hij heeft als installateur de implementatie van de
Sinds de lancering heeft het Air Excellent luchtverdeelsysteem verrassend genoeg niet alleen haar weg weten te vinden in de gebouwde omgeving, maar ook in de scheepsbouw. “Het is zagen, klikken en klaar.” Vitters Shipyard opende haar poorten in 1990. Het bedrijf uit het Overijsselse Zwartsluis is gespecialiseerd in ‘custom made luxe zeiljachten’ met een lengte van minimaal 30 meter. Uitdagingen Het installeren van een luchtverdeelsysteem op een jacht is geen sinecure. Je krijgt sowieso te maken met beperkte ruimte, ook qua inbouwhoogte, dus daar moet rekening mee gehouden worden bij het wegwerken van de kanalen. Ook het beugelen is een vak apart. Schepen krijgen veel te verduren op zee, dus de leidingen moeten stevig worden bevestigd. Tot slot wil een klant geen last hebben van geluidsoverlast. Flexibel materiaal Met het Air Excellent luchtverdeelsysteem van Ubbink kan Vitters Shipyard aan al die eisen tegemoetkomen. Allereerst omdat de flexibele en modulaire ventilatiekanalen gemaakt zijn van hoogwaardig kunststof. Bovendien is er een compleet programma aan hulpstukken beschikbaar. De ventilatiekanalen kunnen eenvoudig op de juiste lengte worden gesneden. Geschakelde of los toegepaste beugels zorgen voor fixatie. Halfrond en rond Kenmerkend voor het Air Excellent luchtverdeelsysteem zijn de ronde en halfronde kanalen die eenvoudig gecombineerd kunnen worden. Dit zorgt voor optimale ontwerpvrijheid. Hierdoor is dit systeem ideaal voor ruimtes met beperkte inbouwhoogte, zoals in de zeiljachten die Vitters Shipyard bouwt. De overgang van halfronde kanalen naar ronde kanalen kan worden gemaakt met behulp van een speciaal verloopstuk. Geluid “De luchtkanalen zonder aftakkingen garanderen een lager
Voor veel huiseigenaren zijn draadloze apparaten aantrekkelijke opties, omdat ze zo handig en flexibel zijn. Toch willen sommige installateurs zich er nog niet aan wagen. En dat is grotendeels te wijten aan vooroordelen omtrent betrouwbaarheid, signaalsterkte en installatiegemak. Arnold Bakker, trainer bij Resideo, ontkracht de meest gehoorde mythes over draadloze apparatuur en geeft tips over hoe installateurs eenvoudig en met vertrouwen draadloze producten kunnen installeren en adviseren. In de consumentenelektronicabranche wordt al volop gebruikgemaakt van draadloze innovaties als wifi. En hoewel dergelijke oplossingen al lange tijd beschikbaar zijn, heeft nog niet elke installateur het vertrouwen deze te adviseren aan klanten en toe te passen. Draadloze thermostaten zijn nog niet zo ingeburgerd dat elke installateur ze toepast naast het bedrade portfolio. Pluspunten Bedrade en draadloze producten hebben allebei zo hun eigen specifieke eigenschappen en voordelen. Draadloze producten bieden een aantal mooie pluspunten. Ze geven huiseigenaren de flexibiliteit om hun thermostaat op de meest geschikte plek neer te zetten en zo de juiste temperatuur te meten. Daarnaast zijn ze zo flexibel dat ze bij een wijziging aan het interieur eenvoudig te verplaatsen zijn. Nog een pluspunt is dat de integrale kosten lager zijn. Een loze leiding of kabelgoot leggen en een kabel doortrekken is namelijk duurder dan een draadloze thermostaat plaatsen. Daarom gaat de voorkeur meestal hiernaar uit. Bovendien bespaart een draadloze thermostaat een hoop gedoe bij een renovatie of bijvoorbeeld wanneer er in een flat een centrale ketel wordt vervangen door individuele ketels in elke woning. Versleuteld verstuurd Een eerste mythe