Categorie: Techniek

Hergebruik

In Kloetinge hebben DWT Groep en Paree Elektro-Telecom samen met een aantal partners de nieuwe Ithaka-kliniek onder handen genomen. De eisen die zorginstelling Emergis stelde aan de nieuwe kliniek voor kinder- en jeugdpsychiatrie logen er niet om. Het gebouw moest energieneutraal zijn én bovendien circulair tot stand komen. Zorginstelling Emergis heeft uiteindelijk twee vestigingen samengevoegd tot één kliniek. Bij de renovatie en nieuwbouw is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van materialen die beschikbaar kwamen door de gedeeltelijke sloop van het bestaande gebouw. Vrijwel gelijktijdig met de bouw van het nieuwe Ithaka moest in Terneuzen, zo’n 60 kilometer verderop, het kantoor van Rijkswaterstaat plaatsmaken voor een nieuwe sluis. Het gebouw werd zorgvuldig gedemonteerd en tal van raamkozijnen, houten draag- en steunbalken en pilaren kregen zo’n 60 kilometer verderop een nieuwe bestemming. Energieneutraal gebouw De energiespecialisten van DWT Groep slaagden er samen met Paree Elektro–Telecom en Rothuizen Architecten en Stedebouwkundigen in om de Ithaka-kliniek grotendeels circulair tot stand te brengen. In opdracht van Emergis zijn in Kloetinge twee klinieken die voorheen een capaciteit van 42 bedden hadden, teruggebracht tot één locatie met 28 bedden. Dankzij warmtepompen en zonnepanelen is het nieuwe gebouw volledig energieneutraal. Demontabele warmtepomp Bij het project is gekozen voor een lucht-water-warmtepomp van Mitsubishi Electric. De pomp is geselecteerd omdat die, zodra de technische levensduur erop zit, in een speciale fabriek weer helemaal wordt gedemonteerd. Mark-Jan Koldijk van DWT Groep: “Dankzij circulair installeren en bouwen kunnen gebouwen ook sneller andere functies krijgen. Je weet immers niet hoe de wereld er over

Slim klimatiseren

In deze tijden van Corona is er volop aandacht voor ventilatie. Ook bij scholen. Volgens Carl-peter Goossen wordt het tijd om andere concepten toe te passen. De directeur van Adviesbureau BouwNext legt uit wat goed ventileren inhoudt en hoe je met inspiratie uit het (recente) verleden tot verrassend goed werkende concepten kan komen. De ventilatie van scholen is nu net zo’n ‘hot item’ als 100 jaar geleden. Tijdens de TBC- uitbraak in de eerste helft van de vorige eeuw werden vele ‘buitenscholen’ opgericht, onder andere in de duinen van Scheveningen. In 1927 werd bovendien de ‘Vereniging voor openluchtscholen voor het gezonde kind’ opgericht in Amsterdam. Deze liet in 1930 een openluchtschool ontwerpen door architect Jan Duiker. Het is een rank gebouw met heel veel glas en grote taats ramen die ook in het voor- en najaar geheel konden worden geopend. De school werd in 1993 en 2008 gerestaureerd. BNA brengt op dit moment op haar website een onderzoekstudie van Micha de Haas opnieuw onder de aandacht, die tot doel had om de openluchtschool weer nieuw leven in te blazen. Niet alleen vierkante meters Het onderzoeksteam zocht onder andere naar zachtere en eigentijdse varianten van de buitenlokalen van openluchtscholen. Dat leverde een variatie op aan installatieconcepten en bouwkundige oplossingen. Er is echt een omwenteling nodig om scholen als meer te zien dan alleen vierkante meters klassen, leerpleinen en gangen. Een loggia, dakterras, patio of erker zijn allemaal voorbeelden van verschillende klimaatzones of bufferruimtes. Deze bouwkundige ingrepen kunnen bijdragen aan een gedifferentieerd

High-Tech vs Low-Tech

Technologiedeskundige Kris de Decker schreef jarenlang over technische innovaties. Totdat hij zich realiseerde dat we als maatschappij een doodlopende weg bewandelen. Volgens De Decker moeten we naar een Low-Tech Society toe. En de installatiebranche kan daarin een belangrijke rol spelen. Hij kan het zich nog goed herinneren: zijn ‘Eureka-moment’. “Ik schreef als freelancer ettelijke artikelen over technische innovaties. Op een gegeven moment merkte een eindredacteur op dat ik vrijwel altijd afsloot met de opmerking dat ‘de innovatie of geen daadwerkelijke oplossing vormde voor het onderliggende probleem of alleen maar zou leiden tot nieuwe problemen die weer om nieuwe technische oplossingen zouden vragen’. Pas toen drong het echt tot me door dat ik niet meer geloofde in het paradijs dat voorstanders van de High-Tech society ons beloven. En, ik besloot het roer om te gooien.” Duizendpoot De Decker verhuisde van België naar Catalonië en startte in 2007 zijn eigen tijdschrift ‘Lowtech Magazine’. Hij werd een begrip in de technologiewereld, publiceerde diverse boeken, ging ook aan de slag als energieconsultant en onderzoeker en sprak op een aantal conferenties. Een van zijn belangrijkste stellingen luidt dat “automatisering alleen maar leidt tot meer machines die energie nodig hebben”. Maar als dat zo is: welke kant moeten we dan op als maatschappij én als installatiebranche? Verwarmingstechniek De Decker geeft een aantal voorbeelden van, naar zijn mening excessen in de installatiebranche. “Laat ik beginnen bij de verwarmingstechniek. Vroeger had die een sterk lokaal karakter. Met haardvuur verwarmde men een specifieke plek in de woning. Verder gebruikten

Oud wordt nieuw

Is het wel mogelijk om circulaire installaties te ontwerpen? Met die vraag in het achterhoofd wordt nu geëxperimenteerd in een aantal proefprojecten. Johan Riezebos, directeur bij Ter Steege Advies & Innovatie vertelt over de ervaringen in het Enschedese Stroïnkslanden. “Het is best een uitdaging om al van tevoren te bedenken hoe je afval voorkomt en wat er met de toegepaste producten moet gebeuren aan het einde van hun levensduur. Toch zien we gelukkig steeds meer zien we pilotprojecten ontstaan, waarin wordt geprobeerd om zo circulair mogelijk te bouwen. Project Enschede “Eén van die projecten is gerealiseerd in Enschede in de wijk Stroïnkslanden. Het ging om 7 woningen voor woningstichting De Woonplaats. Er stonden 7 eenlaagse woningen die klaar waren voor de sloophamer. Op de bestaande fundering zijn 7 nieuwe woningen opgetrokken met een HSB casco in twee lagen. We zijn in april van start gegaan, deze maand betrekken de eerste bewoners hun nieuwe woning.” Installateur “De Woonplaats had het project ingebracht in een masterclass Circulair Bouwen die door Pioneering (innovatief bouwnetwerk in oost-Nederland) was georganiseerd. Een aantal van de deelnemende partijen hebben samen de handschoen opgepakt en zijn gaan ontwerpen en ontdekken. Helaas was er bij de masterclass geen installatiebedrijf aanwezig. Maar via goede contacten werd Loohuis Energie- en Installatieadvies bereid gevonden om mee te denken.” Casco “Uitgangspunt van het ontwerp was om zoveel mogelijk van het bestaande woonblok te hergebruiken. De deelnemers wilden het bestaande casco dus liever niet slopen, maar laten staan en opnieuw gebruiken. Dan zou de

Opschalen

Het idee voor ChargeFreeHome ontstond bij grondlegger Henk van Houten toen hij zag wat een BENG-woning inhoudt en dat vergeleek met zijn energieplus-woning. De werktuigbouwkundige pleit voor een energietransitie waarbij verduurzaming naar een hoger niveau wordt getild. ‘Van BENG naar BELG’ noemt hij dat, oftewel van een Bijna Energie Neutraal Gebouw naar een Bewust Energie Leverend Gebouw. Een BELG-woning kan het hele jaar zelfvoorzienend zijn en elektriciteit leveren. In het geval van een starterwoning gaat het om 13.000 kWh en bij een semibungalow om 27.000 kWh aan overcapaciteit. Dat scheelt op jaarbasis meer dan 15.000 kg aan CO2-uitstoot per woning. Wijkaanpak Van Houten pleit voor een wijkgerichte aanpak, waarbij zowel aandacht wordt geschonken aan energiebesparingsmogelijkheden als de productie van groene energie. Alle huizen krijgen een lessenaarsdak met geïntegreerde zonnepanelen. Bovendien worden ze voorzien van PVT-panelen, een dik isolatiepakket, Triple glas, aardwarmtepomp en accu’s. Via WTW-systemen in de ventilatie, douche, keuken en riolering valt een verdere energiebesparing te realiseren. Dat geldt ook voor de PCM-vloer die tot de additionele mogelijkheden behoort. Buurtopslag Daarnaast komt er een energieopslag op buurtniveau met de mogelijkheid om elektriciteit door te geven aan nabijgelegen woningen en bidirectionele elektrische (deel)auto’s te laten inpluggen. Monitoring Door de energiestromen te monitoren en te sturen krijgt de bewoner zicht op en controle over zijn eigen gebruik. Zowel voor huishoudelijke doeleinden als voor de gebouwgebonden installaties. De markt heeft al de nodige oplossingen om hierin ondersteuning te bieden. Zoals (remote access) monitoringssystemen van Envitron. Selectief Volgens Van Houten is het onontkoombaar

Anders verduurzamen

We moeten zo snel mogelijk en op grote schaal de CO2-uitstoot omlaag krijgen. Daarbij draait het vooral om de pieken in het gas-, de warmte- en het elektriciteitsgebruik. Vervolgens kunnen we dan de basislast aanpakken, betoogt Ronald Rovers. Volgens de bouwfysicus en Fellow van de Faculteit Bouwkunde aan de TU/E is het tijd voor een totaal andere benadering, waarbij een hoofdrol is weggelegd voor de installatiebranche. “Traditioneel zijn installaties vaak uitgelegd op het invullen van de piekvraag. Dan zat je altijd goed. Dat was met fossiele, altijd beschikbare brandstof geen probleem. Maar met de huidige energietransitie kunnen we niet meer op deze weg doorgaan. De ironie is namelijk dat juist tijdens piekperiodes het aanbod aan duurzame energie het meest beperkt is. Daarom zijn we eigenlijk wel gedwongen om te zoeken naar een nieuwe en veel lagere balans tussen vraag en aanbod.” Geen tijd meer “En dat moet snel gebeuren. We hebben geen jaren de tijd meer om te wachten tot allerlei ideeën en onderzoeken tot prachtige nieuwe innovaties leiden. Maar, als we de curve alvast af kunnen buigen, dan winnen we wel wat tijd. Eigenlijk zouden we dit zo spoedig mogelijk moeten oppakken en op een manier die flexibel is, dat wil zeggen vervolgstappen niet in de weg zit.” Rol installateur “En daarbij komt de installateur om de hoek kijken. Een effectieve manier die snel resultaat oplevert, is om niet een complete renovatie uit te voeren, maar om een kleine warmtepomp naast de gasketel te hangen en die in hybride

Toekomst warmtepomp

Opleidingscentrum GO organiseerde in samenwerking met brancheorganisatie NVKL onlangs een online variant van de Dag van de Warmtepomp. In twee sessies werden de laatste ontwikkelingen voor installateur én consument op een rij gezet. Met een productietijd van miljoenen jaren, kunnen we de fossiele brandstoffen die we nu voor verwarming gebruiken, niet bepaald hernieuwbaar noemen. Omdat verreweg het overgrote deel van de huishoudens fossiele brandstoffen gebruikt voor stroom, verwarming en vervoer komt er een hoop CO2 vrij. Los daarvan zijn de (toegankelijke) fossiele brandstoffen naar verwachting over 60 jaar op terwijl we in Nederland al in 2050 van het aardgas af willen zijn. Transitie is dus het toverwoord! Hybride Om het effect van die transitie dan maar gelijk tastbaar te maken: de energie die in het huishouden wordt gebruikt voor verwarming kan van een cv-ketel of warmtepomp komen. Het rendement van de warmtepomp is daarbij 1,36; dat van een hoogrendement cv-ketel 0,96. Door inzet van de warmtepomp kan dus al 40% op het energiegebruik worden bespaard (mits het gebouw voldoet aan de eisen). Daar komt nog eens bij dat met de warmtepomp niet alleen kan worden verwarmd maar meestal ook kan worden gekoeld. Meer comfort dus. Verwacht wordt dat de cv-ketel nog wel even zal blijven hangen maar dat daarnaast een warmtepomp wordt ingezet. Een hybride oplossing dus zolang de wereld nog niet volledig all-electric is. Hernieuwbaar Terug naar de fossiele brandstoffen: die gaan steeds sneller plaats maken voor hernieuwbare energie. Een mooi voorbeeld is zonne-energie die met behulp van zonnepanelen

Fijnstof

Fijnstof, we krijgen er dagelijks mee te maken. Of we nu in de stad leven of op het platteland. Gelukkig komen er steeds meer oplossingen op de markt om de schadelijke deeltjes uit de lucht te filteren. Zoals het Pure induct sys­teem van Brink Climate Systems. Fijnstof (≤PM10) is opgebouwd uit een groot aantal stoffen. Het belangrijkste onderdeel vormen stofdeeltjes die in de lucht worden gevormd uit zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak. Een tweede belangrijke bijdrage komt van elementair koolstof en organische koolstofverbindingen. We spreken van fijnstof als de maximale grootte van de deeltjes 10 micrometer bedraagt. In vaktermen ook wel afgekort tot 10 PM. Schadelijke effecten Fijnstof komt onder andere vrij bij verbrandingsprocessen met fossiele brandstoffen. Daarbij kan je bijvoorbeeld denken aan houtstook en uitlaatgassen. In Nederland overlijden jaarlijks enige duizenden mensen enkele dagen tot maanden eerder door kortdurende blootstelling aan hoge concentraties fijnstof, zegt het RIVM op haar website. Het gaat vooral om ouderen en mensen met hart-, vaat- of longaandoeningen. Langdurige blootstelling aan lagere concentraties fijnstof, zelfs beneden de Europese grenswaarden, levert ook nadelige gezondheidseffecten op. Levenslange blootstelling kan leiden tot blijvende gezondheidseffecten zoals verminderde longfunctie, verergering van luchtwegklachten en vroegtijdige sterfte aan met name luchtwegklachten en hart- en vaatziekten. Ultrafijn stof Des te kleiner de deeltjes, des te dieper ze de longen binnendringen en des te moeilijker het lichaam ze kan opruimen. Ultrafijnstof – deeltjes in de lucht die kleiner zijn dan 0,1 micrometer – zijn daardoor mogelijk nog schadelijker voor de gezondheid dan grotere deeltjes fijnstof.

Hoogwaardig hergebruik

Voor het eerst werd de circulaire economie dit jaar genoemd in de troonrede. Een lichtpuntje, maar de vraag is nu hoe we dat in de installatiesector vertalen van circulair denken naar circulair doen. Hoe wordt circulair werken het nieuwe normaal? Al jarenlang hebben we in de installatiesector de mond vol van duurzaamheid. Zeker in tijden van een energietransitie is dat heel logisch. We hebben het over zonnepanelen en warmtepompen en gebruiken afkortingen als NOM en BENG. Maar als ik dan kijk naar hoe duurzaam de materialen en systemen zijn die worden gebruikt onder het mom van duurzaamheid valt dat helaas nogal eens tegen. Tijd dus om daar wat meer aandacht aan te besteden. Voor de goede orde, het is niet zo dat er helemaal niets gebeurt in onze sector, maar iets meer kennis over wat het inhoudt, welke voorbeelden er zijn en wat je zelf direct kunt toepassen brengt je soms ook weer op nieuwe ideeën. Wat is een circulaire economie? Een bekende definitie luidt: “Een circulaire economie is een economisch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt”. Vrij vertaald komt dat erop neer dat alle producten die je maakt zo zijn gemaakt dat je het product lang kunt gebruiken en dat aan het einde van de levensduur alle toegepaste materialen (relatief) eenvoudig kunnen worden teruggewonnen. Op deze manier gaan geen kostbare grondstoffen verloren doordat ze worden gestort of verbrand in een “grondstoffencrematorium”, zoals architect en voorvechter van circulair bouwen

Kundig inregelen

Het inzetten van duurzame warmte stopt niet bij de leveringsgrens. Er is een ware zoektocht gaande naar de meest geschikte duurzame warmtebronnen als alternatief voor aardgas en dat allemaal tegen de laagste maatschappelijke kosten. Toch wordt in dit proces nog vaak vergeten dat de kwaliteit van de binneninstallatie een belangrijke rol speelt. ‘Beperk het energiegebruik door verspilling tegen te gaan’; zo luid de eerste stap van de Trias Energetica. Het reduceren van warmteverliezen in de traditionele cv-installaties met radiatoren zoals we deze sinds 1970 kennen, speelt hierbij een belangrijke rol. Het verlagen van de warmtebehoefte draagt niet alleen bij aan lagere energiekosten voor de bewoner maar heeft ook positieve effecten bij de exploitatie van een warmtenet. Het op de juiste manier benutten en verdelen van warmte zorgt voor lagere retourtemperaturen en daarmee lagere distributieverliezen in en buiten de woning. Nieuwe regelgeving Op 10 maart 2020 is het herziene Bouwbesluit gepubliceerd met daarin volop aandacht voor warmteverliezen. Nieuwe regels moeten ons gaan helpen om op een gezonde manier jaarlijks 30.000 tot 50.000 gebouwen aardgasvrij te krijgen. Het Bouwbesluit omschrijft op welke wijze nieuwe en bestaande verwarminsginstallaties adequaat moeten zijn gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en ook instelbaar moeten zijn. Voorkomen overcapaciteit Omdat overcapaciteit een slechte invloed heeft op het rendement geeft het herziene Bouwbesluit aandacht aan het dimensioneren van installatieonderdelen. Dit betekent dat bij het plaatsen van een nieuwe warmteopwekker rekening moet worden gehouden met de warmtebehoefte van het gebouw. Bij de overstap naar een warmtenet of een duurzame warmtepompinstallatie is het belangrijk