Vanwege de huidige corona-crisis ligt de focus bij scholen veelal op CO2 gestuurde regelingen. Ook de overheid stelt dit als een vereiste, om in aanmerking te komen voor subsidie. Maar enkel aansturen op CO2 is niet voldoende voor een gezond binnenklimaat. Binnenmilieu omvat meer dan alleen CO2: temperatuur, luchtvochtigheid, geluid, VOC’s, (ultra)fijnstof, etc. Al deze factoren zorgen ervoor dat de gebruiker zich prettig, comfortabel en veilig voelt, en dragen bij aan de gezondheid van de gebruiker. Nieuwbouw Een optimaal binnenmilieu was het uitgangspunt voor het ontwerp van de luchtbehandeling voor de nieuwbouw van het Esdal College in Zwolle. Luchtbehandelingskasten (LBK) zorgen voor de verse lucht en een VRV-installatie voor de temperatuur. Beide installaties worden centraal aangestuurd vanuit de Daikin mini GBS iTouchManager (iTM). Deze regelt o.a. op basis van CO2 en temperatuur in iedere ruimte het binnenmilieu. Speciale coating Voor dit project zijn twee Daikin Professional LBK’s geleverd met een luchthoeveelheid van 18.000 m3/uur en 8.000 m3/uur. Eén verzorgt de verse lucht toevoer voor de keuken en heeft een kruisstroomwisselaar om de retour en toevoerlucht te scheiden. Dit ter voorkoming van geuroverdracht. De tweede LBK is gekoppeld aan de klaslokalen en overige ruimten. Deze unit heeft een sorptiewarmtewiel voor het behalen van een optimaal comfortniveau. Er is een speciale coating aangebracht voor het behalen van een nog hoger vocht rendement. Ook is de unit voorzien van een spoelzone om kortsluiting van de retourlucht naar de toevoerlucht te beperken tot ca. 1%. Sensoren Beide LBK’s zijn voorzien van sensoren die zorgen
Categorie: Techniek
Hoe zorg je ervoor dat gebruiksruimtes zo besmettingsvrij mogelijk blijven? De VitalAir Luchtreiniger kan wellicht een waardevolle bijdrage leveren. Verschillende adviseurs en installateurs vertelden al de afgelopen maanden aan IZ dat ze meer vragen krijgen over ventilatiesystemen. Daar vloeien in een aantal gevallen ontwerpopdrachten uit voort en concrete werkzaamheden. In de praktijk komt het veelal neer op onderhoud en de upgrading of vervanging van installatiesystemen. Stap verder Maar wat nu als je nog een stap verder wil gaan? Ook voor deze vraag ontwikkelen fabrikanten nu interessante producten. Mobiele unit Zo brengt BUVA homecare systemen de VitalAir Luchtreiniger op de markt. Deze mobiele unit verlaagt de aerosolendruk met minimaal 98%, aldus de fabrikant. De VAL is vooral bestemd voor de utiliteitssector, vertelt Steven van den Bergh, productmanager bij BUVA. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan sportscholen, kantoren en onderwijsinstellingen. Plaatsing De unit meet 34 x 34 x 170 cm en weegt ongeveer 40 kg. In theorie kan de VAL overal worden neergezet, maar het meest verstandige is natuurlijk om de unit in de nabijheid van locaties te plaatsen waar veel aerosolen vrijkomen. Werking De mobiele luchtreiniger zuigt onderin lucht aan en geeft vervolgens de gereinigde lucht bovenaan weer af. In de mobiele unit zitten zowel een HEPA- als plasmafilter. HEPA is van origine ontwikkeld voor de ruimtevaart maar wordt nu ook gebruikt in de gebouwde omgeving. HEPA betekent letterlijk: High Efficiency Particulate Air. HEPA zijn luchtfilters die tussen minimaal 85% en maximaal 99,999995% van alle stofdeeltjes (most penetrating particle size) van
Het thema ‘luchtkwaliteit in gebouwen’ houdt de gemoederen in veel gesprekken en in de media regelmatig bezig. Bijvoorbeeld als het gaat om fijnstof, wat bijdraagt aan een hele waaier aan ziekten. Door fijnstof overlijden in Nederland jaarlijks een paar duizend mensen eerder dan zij zonder deze stofdeeltjes zouden doen. Ook in menig discussie over het coronavirus komt ‘luchtkwaliteit en ventilatie’ vaak ter tafel. Als het gaat om luchtkwaliteit en ventilatie spelen luchtfilters een zeer belangrijke bijrol. Met luchtfiltersystemen is de hoeveelheid fijnstof en andere luchtverontreiniging effectief te beperken. De toegenomen aandacht voor fijnstof heeft tot gevolg gehad dat de bijbehorende normen zijn veranderd. In juni 2018 heeft de wereldwijde ISO 16890 richtlijn ‘Luchtfilters voor algemene ventilatie’ de plek overgenomen van de Europese EN779 standaard. Deze ISO 16890 richtlijn stelt eisen aan het vangstrendement van fijnstof van luchtfilters. Dankzij deze norm is het daarom mogelijk om filters te selecteren die fijnstof werkelijk tegenhouden. Sinds de introductie van deze ISO-norm worden luchtfilters op een andere manier beoordeeld en geclassificeerd, niet meer met de classificatie volgens NEN-EN 779. Ze worden tegenwoordig ingedeeld in klassen, bepaald door de rendementen op stofvangst. De richtlijn heeft het bovendien mogelijk gemaakt om filters van over de hele wereld onderling te vergelijken. Selectie luchtfilters De relatief nieuwe ISO-norm bevat veel informatie en is redelijk complex. En hoewel luchtfilters een belangrijke rol spelen bij het verbeteren van binnenluchtkwaliteit, is een voorwaarde uiteraard dat ze op de juiste wijze worden geïnstalleerd en onderhouden. ISSO-publicatie 27 ‘Luchtfilters voor comfortinstallaties’ biedt de
Het komt regelmatig voor dat gebruikers last hebben van stank. In hun woning, kantoor of op school. Vaak wordt de installateur dan ingeschakeld om de oorzaak te achterhalen. Hoe doe je dat? Twee experts uit het veld geven tips. Lino Noya Mahn is eigenaar van installatiebedrijf Noya Installatietechniek. Als installateur voert hij de meest uiteenlopende projecten uit, maar zijn hart ligt toch bij de ventilatietechniek. Wouter Wijma is directeur van Ned Air en voorzitter van Binnenklimaat Nederland. Sinds zijn aantreden probeert hij het belang van ventilatie meer tussen de oren te krijgen bij opdrachtgevers en bouwpartners. IZ sprak met beide ventilatiedeskundigen, die gezamenlijk meer dan 40 jaar ervaring hebben in de installatiebranche. Corona De coronacrisis blijft de gemoederen bezighouden. Nadat er aanvankelijk vooral aandacht was voor de overdracht van het virus via de fysieke weg, nam gaandeweg ook de belangstelling toe voor een andere, mogelijke transmissieroute: via de lucht. Dat heeft geresulteerd in “meer interesse voor ventilatie”, vertelt Wijma. “Maar helaas vloeien er vooralsnog weinig concrete opdrachten uit voort.” Wijma weet wel waaraan dat ligt: geld. “Scholen zeggen vaak geen budget te hebben en in de kantoorsector gaat men niet investeren in gebouwen als het merendeel van de zakelijke gebruikers thuis werkt.” Woningbouw Ook in de woningbouw lijken opdrachtgevers meer doordrongen te raken van het belang van goede ventilatie. “Toch hangen ze in nieuwbouwprojecten uiteindelijk vaak weer eenvoudig te installeren ventilatiesystemen op, zonder aan de kwaliteit van de lucht te denken. Men kiest voor de goedkoopste oplossingen,” vertelt Wijma. Onderhoud
Een jaar geleden werden we opgeschrikt door de grootste lockdown ooit. In China ging een gebied met 36 miljoen mensen in quarantaine. Dit werd gedaan om de uitbraak van het coronavirus tegen te gaan. Nu zitten we zelf in een lockdown. Hoe kunnen we het virus onder bedwang krijgen en welke rol is daarbij weggelegd voor de ventilatiebranche? Een update. De hele wereld zoekt naar manieren om in een sneltreinvaart vaccins te ontwikkelen en de impact van het coronavirus te minimaliseren, zodat we ons normale leven weer terugkrijgen. Het virus is besmettelijk en overdraagbaar van mens tot mens. Men blijft maar herhalen dat je je handen moet wassen en afstand moet houden. Bovendien is het nu ook verplicht om mondkapjes te dragen in openbare ruimtes. Erkent men daarmee volmondig dat er een tweede besmettingsroute is via de lucht? Nou… ja en nee. Daar is de politiek het nog niet helemaal over eens. Luchtoverdracht Het virus is wel overdraagbaar op korte afstand maar niet over een lange afstand, wordt er gezegd. Maar is dit wel zo? Er zijn meerdere Spreading Events geweest waarbij besmetting door de lucht als redelijk aannemelijk kan worden beschouwd. Een grote groep van 239 wetenschapers heeft een half jaar geleden al een brandbrief gestuurd aan het WHO over de aerosolen-verspreiding. Ook een groep van 363 Canadese wetenschappers heeft in een open brief politici in eigen land opgeroepen om de aerosolen-route serieus te nemen. Het WHO en het Amerikaanse Center for Disease Control and Prevention adviseren nu dan
De ambitie om een gezond binnenklimaat te realiseren is niet nieuw. De lancering van een Binnenklimaat Label is dat wel. Bba Binnenmilieu, TVVL en Binnenklimaat Nederland hebben dit label op 9 februari jl. officieel gelanceerd. Daarmee is er een onafhankelijk keurmerk voor een gezond binnenklimaat in kantoren gekomen. Door het Binnenklimaat Label te behalen, komt een gebouw in een database die aantoont welke gebouwen aantoonbaar gezond zijn. Met het Binnenklimaat Label wordt dus in één oogopslag duidelijk hoe het met het binnenklimaat van een gebouw gesteld is. Het label geeft de eigenaar bovendien de zekerheid dat de vooraf gestelde prestatie-eisen ook daadwerkelijk behaald worden. Vergelijk het met het energielabel dat aangeeft of een apparaat energiezuinig is of juist helemaal niet. Gezond bouwen Het idee voor het Binnenklimaat Label gaat terug naar 2018 toen Binnenklimaat Nederland ging samenwerken met het Rijksvastgoedbedrijf om technische eisen voor onder andere installatie, ontwerp en realisatie op te stellen. Uitgangspunt was om het voor het Rijksvastgoedbedrijf eenvoudiger te maken om bestekken te formuleren die inzetten op een comfortabel en gezond binnenklimaat. Naast de verschillende technische eisen kwam er ook aandacht voor het beperken van energiekosten en het duurzaam beheren van gebouwen. Want gezond bouwen of renoveren is mooi, maar het is wel de bedoeling dat een gebouw ook na oplevering een gezond binnenklimaat blijft houden. Programma van Eisen Gezonde Kantoren De volgende stap was de ontwikkeling van prestatie-eisen voor gezonde kantoren. Binnenklimaat Nederland, TVVL, RVO en het Platform Duurzame Huisvesting sloegen de handen ineen en ontwikkelden
In Uithoorn zijn veertien sloopwoningen gereed gemaakt voor tijdelijke verwarming met waterstof. Stedin werkt hierbij samen met woningcorporatie Eigen Haard, de gemeente Uithoorn en energieconsultant DNV GL. Feenstra voert werkzaamheden aan de binneninstallatie uit en Nefit Bosch en Remeha leveren de waterstof cv-ketels. Het verwarmen van woningen met waterstof kan in de toekomst een alternatief zijn naast volledig elektrisch en warmtenetten. In Uithoorn wordt dit nu in de praktijk onderzocht. De ombouw van aardgas naar waterstof bestaat uit een aantal stappen. Het onderzoeken van bestaande gasleidingen en verbindingen zowel in de straat als in de woningen en het verwarmen van woningen met speciale waterstof cv-ketels. Stedin werkt hierbij op basis van strenge veiligheidseisen en in nauwe samenwerking met de lokale brandweer en onder toezicht van de Veiligheidsregio. Mijlpaal “In Uithoorn onderzoeken we in de praktijk hoe wij ons bestaande aardgasnet geschikt kunnen maken voor waterstof”, vertelt Marc van der Linden, CEO van Stedin. “Gedurende een aantal weken stroomt er waterstof door de gasleidingen en verwarmen we de huizen met waterstof. Zo leren we over wat een ombouw van aardgas naar waterstof precies betekent voor ons als netbeheerder en voor de partijen waarmee wij samenwerken. Dat dit nu in de praktijk gebeurt is een mijlpaal voor Stedin. Het toont aan dat we de gebouwde omgeving, met de juiste stappen en een aantal aanpassingen in ons netwerk, technisch geschikt kunnen maken voor het gebruik van duurzame gassen en waterstof in de toekomst.” Rol waterstof Vóór 2030 verwacht Stedin niet dat waterstof een
Is All-Electric de heilige graal? LG en Alklima-Mitsubishi Electric, twee toonaangevende spelers geven hun visie op de ‘Road to All-Electric’. De warmtepomp begint zo zoetjes aan wel ingeburgerd te raken, vertelt Erwin Tuijtel van Alklima-Mitshubishi Electric. “Wij merken dat bijvoorbeeld aan de grote groep installateurs die zich laat bijscholen en de blijvende groei van het aantal projecten waarin warmtepompen worden geplaatst.” Beperkingen waterstof Toch is er een hevige discussie gaande welke weg we nu moeten inslaan: richting een All-Electric maatschappij waarin een belangrijke rol is weggelegd voor warmtepompen of biedt een waterstofeconomie uiteindelijk meer perspectief? “Een All-Electric approach met warmtepompen heeft een aantal voordelen”, zegt Wilco Henzen van LG. “Zo kan je er naast verwarmen, ook mee koelen. Bovendien zijn warmtepompen makkelijk te integreren in installatieconcepten met PV-panelen en opslag in accu’s.” En interessant al die aandacht voor waterstof, “maar het is nog maar de vraag welke risico’s deze warmtedrager met zich meebrengt”, waarschuwt Henzen. “Daarom blijf ik benadrukken dat de branche en klanten daarover goed geïnformeerd dienen te worden door onafhankelijke partijen als ISSO, Techniek Nederland en TVVL.” Toch zou er een rol kunnen zijn weggelegd voor waterstof, denkt de LG-specialist. “Bijvoorbeeld in binnenstedelijke gebieden, waar de warmtepomp moeilijker toe te passen is.” Trias Energetica Ook Tuijtel heeft een uitgesproken mening over waterstof. “Bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving in Nederland moeten we gebruik maken van meerdere technieken om ons doel te behalen. Ik zie echter meer kansen voor waterstof in de industrie en het transportwezen en eventueel
Wat verstaan we precies onder een all-electric installatieconcept en wat komt erbij kijken om het te realiseren? Ron Bosch, TIAB-adviseur en Hoofddocent Installatietechniek bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, legt uit en geeft ‘hands-on’ adviezen. We spreken van een all-electric woning of utiliteitsgebouw als alle gebouwgebonden installaties zijn aangesloten op het elektranetwerk en daarnaast wordt voorzien in de eigen energiebehoefte. #gaslos Je ziet tegenwoordig al dat gehele wijken worden gerealiseerd zonder dat ze zijn aangesloten op het gasnetwerk. De warmteopwekking voor de verwarming, warm water en ook koken vindt in dat geval plaats op basis van de aanwezige elektriciteitsaansluiting. Het maakt niet uit welk installatieconcept er wordt gekozen. Zolang er maar sprake is van duurzame oplossingen, die passen bij de lokale situatie. Bijvoorbeeld een combinatie van een luchtgebonden warmtepomp met PV-panelen. Dik isolatiepakket Heden ten dage worden woningen zodanig ontworpen dat de gebouwgebonden installaties slechts een minimale hoeveelheid energie hoeven te gebruiken. Ze zijn vaak voorzien van een dik isolatiepakket. Daardoor wordt het een stuk eenvoudiger om een installatieconcept met duurzame oplossingen te bedenken. BENG Houd er rekening mee dat met ingang van dit jaar de BENG-eisen van kracht zijn (zie ook artikel elders in deze uitgave). Woningen dienen vanaf nu zodanig te worden ontworpen dat ze eenvoudig verwarmd én gekoeld kunnen worden. Ter verduidelijking: tegenwoordig worden woningen zodanig goed geïsoleerd, dat de warmte blijft hangen in de woning. Vandaar dus die koelingseis. Aandachtspunten Stel je wilt een all-electric installatieconcept bedenken en realiseren voor een opdrachtgever. Waar moet je
In Venlo vindt een indrukwekkende transformatie plaats. Wat ooit een drukbezocht postkantoor was, wordt nu omgetoverd in een heus museum. De opdrachtgever heeft gekozen voor een all-electric installatieconcept, waarin een hoofdrol is weggelegd voor een hybride warmteopwekkingssysteem. Hybride oplossingen winnen snel aan populariteit. Dat blijkt wel uit een rondje langs de velden. Zowel leveranciers als installateurs peilen een stijgende belangstelling. In de meeste gevallen krijgt de opdrachtgever een warmteopwekkingssysteem met een luchtgebonden warmtepomp als hoofdverwarmer en een gasgestookte cv-ketel voor de piekmomenten én de productie van warm tapwater. Niet dus in het Museum van Bommel van Dam. Daarin komt straks een elektrische cv-ketel te hangen die de warmtepomp gaat bijstaan. Vanwaar deze bijzondere keuze? Historie In 1938 verrees aan de Keulsepoort het nieuwe hoofdpostkantoor van Venlo. Het gebouw – ontworpen door Rijksbouwmeester Hayo Hoekstra – is een zogenaamd ensemble dat bestaat uit drie vleugels en een binnenhof. Kenmerkend is het vele metselwerk, een robuuste plint, stalen kozijnen en grote dakvlakken. Het hoofdpostkantoor verloor in 2009 haar functie en kwam leeg te staan. Tegelijkertijd groeide het Museum van Bommel van Dam uit haar jasje in haar onderkomen aan de Deken van Oppensingel. Ook waren de installatietechnische voorzieningen niet meer van deze tijd. De gemeente Venlo liet als toekomstig eigenaar van het museum haar ogen vallen op het oude postkantoor als nieuwe locatie. Dat had een aantal redenen. Vrije indeelbaarheid Allereerst is de locatie perfect. Het voormalige postkantoor ligt tussen het station en het centrum. Daarnaast gaat het om een solide gebouw