Een zorgvuldig uitgevoerde rookgasanalyse hoort bij professioneel cv-onderhoud. Hierbij wordt onder andere de samenstelling van de gassen die vrijkomen bij het verbrandingsproces (de rookgassen) gemeten en berekend. Aan de hand van deze meetresultaten kan worden bepaald of het verbrandingsproces naar wens verloopt, of dat er maatregelen moeten worden getroffen om het proces energiezuiniger en/of veiliger te laten verlopen. Het eerste dat u hiervoor nodig heeft is een goede rookgasanalyser. Om er zeker van te zijn dat het instrument technisch voldoet aan de geldende regelgeving is het verstandig om een model aan te schaffen dat is gecertificeerd volgens NEN-EN50379 deel 2 door een onafhankelijke keuringsinstantie.
Auteur: Ruud
De grootste HVAC-beurs van Amerika werd onlangs gehouden in Las Vegas. AHR Expo is in 85 jaar uitgegroeid tot het grootste evenement ter wereld op het gebied van verwarming, ventilatie, airconditioning en koeling. InstallateursZaken vroeg meetinstrumentspecialist Teun Mulder (zie kader) naar zijn bevindingen op deze beurs, die hij beroepshalve bezocht. Hij ging op zoek naar de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van meet- en regeltechniek en handmeters.
Gebouwen en bedrijfsprocessen zijn steeds meer ‘all electric’. Elektrische energie is vaak de levensader van handel, dienstverlening en industrie. Dat maakt ons zo afhankelijk van de kwaliteit van de geleverde elektriciteit. Tegelijk zien we dat veel moderne elektrische apparaten de elektriciteitsvoorziening vervuilen. Het verstoort de spannings-output en het is nadelig voor andere apparaten. ISSO onderkent dit probleem en komt met kennisproducten, zegt Arjan Schrauwen, projectcoördinator bij ISSO. “Als maatschappij hebben we groot belang bij een goede Power Quality en Elektromagnetische Comptabiliteit.”
Veel gebouwinstallaties in scholen functioneren niet optimaal. Ze zijn niet goed afgesteld en/of draaien wanneer dat niet nodig is. Met behulp van de Installatiescan Scholen kan een installateur op eenvoudige en rendabele wijze de werking van gebouwinstallaties controleren/verbeteren en daarmee zorgen voor een aanzienlijke energiebesparing (10-30%) en verbetering van het binnenmilieu.
Wanneer monteur Martin Wabeke van Breman Service Haarlem op locatie gebruik maakt van zijn warmtebeeldcamera, merkt hij dat hij eigenlijk niet meer zonder kan. Het apparaat is het verlengstuk van de servicemonteur. “Zonder deze camera zijn sommige werkzaamheden niet haalbaar”, vertelt hij. “Bovendien kun je de klant direct laten zien dat een probleem is opgelost.”
Dagelijks worden we overspoeld met informatie over Internet of Things (IoT). Fabrikanten willen graag meeliften op dit marketinggeweld en gebruiken de kreet IoT te pas en te onpas om zich te profileren. Alle apparaten die ook maar iets met communicatie te maken hebben, al dan niet via een bedraad of onbedraad netwerk, zijn opeens slimme IoT-devices. En waarom ook niet? We willen het liefste alles met alles laten communiceren en knopen al onze apparaten direct of indirect aan het grote internet.
Steeds meer steden en gemeenten bereiden zich voor om wateroverlast tegen te gaan. Hiertoe zijn ze verplicht, gezien de nieuwe Waterwet. En hiertoe worden ze gedwongen, gezien het veranderende klimaat. De gemiddelde temperatuur warmt op, de zeespiegel stijgt en het klimaat verandert met onder andere hevige neerslag als gevolg. Extreem veel regenwater dus. Wat betekent dit voor installateurs?
Te droog of te vochtig. Volgens bevochtigingsspecialist Condair is het beroerd gesteld met het binnenklimaat van onze gebouwen. We kweken ongewild een voedingsbodem voor virussen en bacteriën. Bovendien krijgen mensen met allergieën het extra zwaar te verduren. Maar klinkt Condair’s betoog niet als preken voor eigen parochie en hoe zit het met de kosten? Bevochtigen kost toch klauwen met geld?
‘Servitization – dienstverlening is de toekomst van de industrie’ (2016) is een rapport van ABN-AMRO dat u niet mág missen. Het legt uit hoe binnen de technische sector de kanteling plaatsvindt van productverkoop naar dienstverlening. Een uitdagende kanteling voor veel van onze sectorbedrijven. Je zou servitization – oké, het blijft een tongbreker – versimpeld mogen vertalen naar servicedienstverlening. Het staat voor ‘het aanbieden van klantgerichte combinaties van goederen, diensten, ondersteuning, selfservice en kennis, met als doel waarde toe te voegen aan het kernproduct’. Deze volle definitie van de tongbeker werd al in 1988 gebruikt door Vandermerwe & Rada. Toch lijkt nu pas de tijd rijp voor een echte doorbraak. Servitization biedt de installateur nieuwe kansen. Hoe ga je geld verdienen aan servicediensten in plaats van dat het een kostenpost is? We kennen al enige tijd het onderhoudscontract, eigenlijk een soort voorloper. Toch blijkt deze contractvorm steeds meer onder druk te staan. Installaties en onderliggende producten worden steeds slimmer. Gecombineerd met andere data ontstaan er nieuwe vormen van informatiestromen, waarmee geautomatiseerd inzicht en kennis afgegeven wordt aan iedereen die hierop is afgestemd. Opdrachtgevers gaan anders naar installaties en producten kijken. Ze zoeken naar en vragen om andere financieringsmodellen. Eén daarvan is ‘x-As-A-Service’, waarbij x voor het product of de dienst staat. Ook te denken valt aan een pay-per-use. Je leest steeds vaker dat er een sociale maatschappelijke kanteling plaatsvindt van bezit naar gebruik. We kennen het in de (mobiele) telefoniewereld en ook op het gebied van muziek en film. Zou een
De verkiezingen zijn weer achter de rug. Op het moment dat ik deze column schrijf zijn de uitslagen nog niet bekend. Maar ik hoop dat er betrouwbare, capabele mensen en partijen gekozen zijn, zodat we weer even vooruit kunnen. Als u mijn vorige columns gelezen hebt weet u dat ik nogal sceptisch ben over de politiek. Ik mag dan regelmatig roepen dat de installatiebranche naar een hoger niveau moet worden getild, maar dat geldt zeker ook voor Den Haag en Brussel. Bij ISSO en Uneto VNI gaat het roer nu om. Hopelijk is dat ook bij u, installateurs, het geval. Bij mijn dagelijkse inspecties zie ik namelijk veel fout gaan. Ik acht het mijn plicht om dit aan te kaarten. Breng de faalkosten omlaag! Een voorbeeld. Er wordt bij een bestaande installatie een verbouwing c.q. uitbreiding gedaan. Hierbij zijn projectleiders, adviseurs en installateurs betrokken. Helaas blijkt ook nu weer dat men onvoldoende inzicht heeft in elkaars disciplines en langs elkaar heen werkt. Dit leidt tot onnodig veel fouten. Misschien kan iemand mij duidelijk maken hoe lang een installateur verantwoordelijk is voor zijn afgeleverde werk. Het juridische kader daaromtrent is voor mij in ieder geval vaag. Het is frustrerend een inspectierapport te schrijven met vele bemerkingen over installaties die recent zijn aangelegd. Dat is zonde van het geld, de herstelwerkzaamheden en onderlinge relaties. Voldoen aan wet- en regelgeving betekent niet direct hogere kosten. Een eigenaar moet echter vaak veel onnodige beheersmaatregelen uitvoeren, omdat er niet goed is nagedacht over het ontwerp.