Hoe kunnen we voorkomen dat drinkwaterleidingen ongewenst opwarmen door circulatiesystemen voor warm tapwater? Deze vraag duikt regelmatig op bij het installatieontwerp. Vooral als het gaat om zorginstellingen, hotels en sportcomplexen. Het gaat dan om de opwarming van distributieleidingen, uittapleidingen en mengkranen. In dit artikel wordt ingegaan op een aantal praktijksituaties. Tot slot wordt een nieuwe techniek besproken. In veel installaties worden de distributieleidingen voor drinkwater en voor het circulatiesysteem voor warm tapwater boven het verlaagd plafond gemonteerd. Zo wordt een overzichtelijk systeem gecreëerd, waarbij warm en koud water gezamenlijk naar de verschillende tappunten gaan. De keerzijde is de opwarming die optreedt boven het verlaagd plafond. In zorginstellingen en ziekenhuizen is de ontwerp- en bedrijfstemperatuur van de ruimten meestal hoog: 22 of 24°C. Dit heeft als gevolg dat de temperatuur boven het verlaagd plafond oploopt tot boven 25°C. Zelfs bij toepassing van zeer goed geïsoleerde warme leidingen. De warmte kan domweg nergens heen. De drinkwaterleiding zal dus bij stilstand geleidelijk opwarmen tot deze hoge temperatuur. Wat te doen? Isoleren en spuien De gangbare oplossing is om te isoleren en spuien. Het gaat dan zowel om de warme als de koude drinkwaterleiding. Hiermee wordt condensatie voorkomen en wordt tevens bereikt dat opwarming van de leiding bij stilstand wordt vertraagd. Met een veelgebruikt tappunt aan het eind is een regelmatige doorstroming verzekerd. In aanvulling hierop kan aan het eind een temperatuur gestuurde spuiklep worden toegepast. Hiermee kan de temperatuur van de distributieleiding onder de 25°C worden gehouden. Spuien uittapleidingen? Wat hiermee niet wordt
Tag: artikel editie november 2017
Dit keer doe ik een oproep aan u, installateur: adviseer uw klanten om periodiek hun watermeterstand bij te houden. Ik heb in mijn loopbaan als opzichter veel trieste gevallen meegemaakt. Klanten die ik moest laten afsluiten omdat ze de waterrekening niet konden betalen. Des te triester als de fout bij de installateur lag. Want, hoewel met regelmaat ijking van de watermeter werd geëist, bleek de oorzaak niet hier maar vooral bij de vakman (of leverancier) te liggen.
De energietransitie begint op stoom te raken en steeds meer marktpartijen zien dat warmtepompen snel terrein winnen in de woningbouw. Maar wat betekent dat voor u als installateur; kunt u het beste nog even afwachten of vol gas geven om bij te blijven? We vroegen het Sander Zuidgeest van de Nederlandse grondlegger van warmtepompen: Itho Daalderop. Onlangs is Itho Daalderop gestart met een Duurzaam Partner Programma, waarvoor Zuidgeest verantwoordelijk is. We vroegen hem wat dit programma inhoudt en hoe Itho Daalderop de transitie voor zich ziet. Hij legt uit: “Itho Daalderop ziet veel installateurs worstelen met de vraag of ze gewoon moeten doorgaan met cv-ketels of dat ze versneld op warmtepompen moeten overstappen. Uit recent onderzoek van Uneto-VNI blijkt dat het grootste deel, 70 procent, van de installatiebedrijven op het gebied van de warmtepomp nog in de oriënterende fase zit, of de beslissingen omtrent de warmtepomp nog voor zich uitschuift. Aan de ene kant begrijpelijk; je hele bedrijf heeft jarenlang goed gedraaid op cv-ketels en met name de onderhoudscontracten. Je personeel kan ermee lezen en schrijven. Als je een zelfde bedrijfsvoering en verdienmodel voor de warmtepomp gebruikt, kom je niet uit. Maar aan de andere kant: nieuwe ketels worden nu met zeer kleine marges geplaatst. Daarnaast kun je je nauwelijks meer onderscheiden als installateur; ketels zijn op elke hoek van de straat te verkrijgen. Warmtepompen zijn ‘here to stay’ en we zien de markt ervan zo groeien, dat je daar als ondernemer niet omheen kunt. Om de onzekerheden rondom kennis
Iedere zichzelf respecterende vakbeurs weet zijn bezoekers te boeien met een mix van vertier, kennisdeling en uiteraard bedrijfs- en productnieuws. Dat is natuurlijk een grotere uitdaging voor een regionale speler als ‘Hardenberg’ dan voor een VSK of Bouwbeurs. De Installatievakbeurs heeft misschien niet het verrassingselement van zijn grote broers, maar wist zeker wel de bezoeker te boeien. Een greep uit het productaanbod. Muurdrain Pestan is geen onbekende in de sanitairwereld. Het Servische bedrijf is mondiaal actief, maar heeft pas sinds vorige jaar een officiële importeur in Nederland. Plastevent toonde onder andere de Pestan Confluo, een muurdrain oplossing, die bestaat uit een samenstelling van plastic en RVS. Mocht u interesse hebben, “er is ook een uitvoering te verkrijgen in 24 karaats goud”. Drie maal raden, waar die gretig aftrek vindt. WTW-bevochtiger De bevochtiging van gebouwen blijft een ondergeschoven kindje. Micronevel komt soms in gebouwen waar een RV is van 10% en dat terwijl mensen pas optimaal functioneren bij een RV rond de 50 -55 %. Het bedrijf toonde ons een bevochtiger voor WTW-units. Het apparaat werkt op basis van adiabatische koeling en is energiezuinig. Speciaal voor de koude dagen heeft de bevochtiger een verwarmingselement. Het systeem is op alle WTW-units aan te sluiten. Op de foto is het binnenwerk te bewonderen. Legionellapreventie We kunnen niet voorzichtig genoeg zijn… Vandaar dat Ideal Standard nu de Nederlandse markt betreedt met kranen waarbij extra aandacht is voor legionellapreventie. Zo is er een kevlaroverbrugging aangebracht, waardoor de koude mengkraan niet ongewenst kan opwarmen. Systeemintegratie
Of Nederland in 2050 CO2 neutraal is? Doekle Terpstra, voorzitter van Uneto-VNI, is ervan overtuigd. En de installatiebranche gaat in die energietransitie een sleutelrol vervullen. De installateur als energieregisseur. Het is een beeld dat mij erg aanspreekt. In welke sectoren? Je kunt beter stellen in welke sectoren niet! In de gebouwde omgeving, infrastructuur, industrie en mobiliteit. En dat betekent: kansen voor werkgevers en werknemers om aan de slag te gaan met nieuwe kennis en nieuwe samenwerkingspartners, vanuit een rol die tien jaar geleden nog ondenkbaar was. Dat is spannend en gaaf om te doen!
Bij het energieneutraal maken van woningen wordt meestal gedacht aan maatregelen als het isoleren van het huis en het installeren van zonnepanelen, warmtepompen of andere duurzame installaties. Maar nog energiezuiniger wordt een huis met slimme regelsystemen. De techniek hierachter ontwikkelt zich in rap tempo. Zo maakt geofencing het mogelijk dat de locatie van de bewoner van invloed is op de temperatuur in huis. Ofwel: van de ‘simpele’ draaiknopthermostaat uit de jaren vijftig naar ‘connected’ apparaten van nu. Nederland maakte in de jaren vijftig van de vorige eeuw kennis met het ‘gouden rondje’: een thermostaat van Honeywell die uiteindelijk dienstdeed in drie kwart van de Nederlandse huishoudens. Met de komst van internet werd het gouden rondje ‘connected’. De thermostaat kon nu bediend worden via een app voor smartphone en tablet. Maar wat eigenlijk nog belangrijker was: er ontstonden nieuwe manieren voor energiebesparing. Na evohome – een zoneregelingsysteem – voegde Honeywell vorig jaar de derde connected thermostaat toe aan zijn portfolio: de Lyric T6. De fabrikant noemt het de volgende generatie programmeerbare, slimme thermostaten. Maar wat is er eigenlijk zo slim aan deze apparaten en hoe dragen ze bij aan energiebesparing? Energiebesparing Het huis verwarmen vormt een grote kostenpost voor Nederlandse huishoudens. Tot 55 procent van de gemiddelde energierekening bestaat uit verwarmingskosten. Onderzoek van Milieu Centraal toont echter aan dat door energiebewuster te stoken, er gemiddeld 275 euro (22 procent) per jaar op die energierekening te besparen valt. De Round Connected was als eerste Honeywell-thermostaat te bedienen via een app met energiebesparende
Het kabinet zit vol ambitie als het gaat om een energie neutrale toekomst. In 2018 moeten alle overheidsgebouwen energieneutraal zijn, in 2020 alle nieuwbouwwoningen en in 2050 heel Nederland. In de markt lopen de meningen over de haalbaarheid van deze ambitie uiteen. De transitie naar een energieneutraal Nederland brengt een heleboel nieuwe vraagstukken en discussies met zich mee: Waar gaan we alle duurzame energie opslaan? Moeten we het aardgas zo snel mogelijk uitbannen of voorlopig nog combineren met groene energie? En wat betekent deze ambitie eigenlijk voor het werk van installateurs? Paul de Bruin, commercieel directeur Vaillant Group, geeft zijn visie. Is energieneutraal 2050 haalbaar? Een energieneutraal Nederland in 2050 is volgens Paul de Bruin zeker realistisch, vooral als deze transitie net zo snel vordert als de energie-oplossingen uit de laatste decennia, zoals de gasketel. Deze ketel heeft zich in een relatief korte periode enorm ontwikkeld (zie kader). De Bruin acht de kans groot dat de huidige duurzame energie-oplossingen, zoals warmtepompen, zich nog sneller ontwikkelen. “Met name omdat een energie neutrale toekomst internationaal hoog op de agenda staat, in tegenstelling tot de ontwikkeling van de ketel destijds. De ontwikkeling van de cv-ketel leunde vooral op regionale belangen, aangezien slechts een beperkt groepje landen beschikking had over grote hoeveelheden aardgas, zoals Noorwegen en Groot-Brittannië. Nu werken wereldwijd overheden en organisaties aan dezelfde vraagstukken. Deze internationale focus stimuleert de ontwikkeling.” Wat is de rol van aardgas de komende jaren? De Bruin: “Ik denk dat de komende jaren aardgas met name zal dienen
Steeds meer bouw- en installatietechnische bedrijven gaan ‘van het gas af’. Zo ook installatieadviseur Merosch. Sinds januari 2017 neemt het bekende bureau geen ontwerpopdrachten meer aan in de nieuwbouw waarbij aardgas als verwarmingsbron het uitgangspunt is. In dit artikel legt directeur Ronald Schilt uit waarom. Ronald Schilt zal bij de oudgedienden nog wel op het netvlies staan als adjunct-directeur van DWA. In 2008 begon hij voor zichzelf. Zijn adviesbureau heeft de afgelopen 9,5 jaar een stormachtige groei doorgemaakt. Tegelijkertijd wist Merosch zich in de kijker te spelen met diverse aansprekende projecten. Zo zijn Schilt en zijn medewerkers onder andere betrokken geweest bij de bouw van energieneutrale woningen in Houten, de realisatie van een hypermoderne terminal op de Tweede Maasvlakte en de ontwikkeling van een circulair concept voor Buiksloterham in Amsterdam. Schilt is al vanaf de oprichting van Merosch sceptisch geweest over het gebruik van aardgas als verwarmingsbron. Die overtuiging heeft er uiteindelijk toe geleid om in 2017 een radicaal andere weg in te slaan. Duurzaamheid “De onderstaande argumenten zijn voor ons niet nieuw. Sinds de oprichting in 2008 zijn we er van overtuigd geraakt dat we aardgas niet moeten inzetten voor verwarming, maar ons juist moeten richten op een veilige, gezonde en duurzame gebouwde omgeving. Van de honderden projecten die we sindsdien hebben uitgevoerd, zijn maximaal 10 projecten uiteindelijk voorzien van een (piek)ketel. In 2016 waren er bij ons helemaal geen nieuwe projecten op aardgas meer. Feitelijk is dus genoemd uitgangspunt niet meer dan een formalisatie van de bestaande praktijk.
Doodvermoeiend. De ene keer moet je gaan ‘nommen’, dan wil de schrijvende pers je weer aan de ‘energieneutrale concepten’ helpen. Wat moet je ermee? Installateur ‘Sjaak’ legt adviseur/deskundige René de Brouwer het vuur aan de schenen. De Brouwer is directeur van Evanston Consulting, een adviesbureau dat klanten ondersteunt bij het realiseren van betaalbare en energiezuinige gebouwen met een hoog gebruikerscomfort. Naast zijn werk als adviseur klimt hij ook regelmatig in de pen om in begrijpelijke termen uit te leggen aan de installatiebranche en opdrachtgevers wat ‘verduurzaming’ nu in de praktijk inhoudt. Blij dat ik u aan de lijn heb. Volgens de vakpers en trendwatchers moet ik me gaan richten op energieneutrale concepten. Ik vind het een hopeloos ingewikkeld verhaal. Wat is energieneutraliteit eigenlijk?“Energieneutraliteit betekent in feite dat de energie die gedurende een jaar wordt gebruikt voor gebouwgebonden doeleinden wordt gecompenseerd met eenzelfde hoeveelheid duurzaam opgewekte energie. Nul op de Meter, ook een bekend begrip, gaat nog een stapje verder. Een NOM-woning wekt namelijk gedurende een jaar evenveel duurzame energie op als er nodig is voor gebouwgebonden én huishoudelijke doeleinden.”Ik kom bij klanten met vrijstaande villa’s over de vloer, maar heb ook woningcorporaties en winkeleigenaren tussen mijn opdrachtgevers zitten. Het lijkt me toch een heel gedoe om voor iedere situatie een nieuw concept te bedenken…“Dat valt in de praktijk enorm mee. In veel gevallen komt het er globaal op neer dat je een installatieconcept bedenkt met een warmtepomp, LT-verwarming, ventilatie- en douche-wtw en PV-panelen op het dak legt. Daarnaast is het
In de installatiebranche is het woord energieneutraal inmiddels helemaal ingeburgerd. Vooral voor nieuwbouw lijkt er geen uitweg meer. Voor bestaande situaties ligt dit anders, ‘maar ook hier komt u als installateur eigenlijk niet meer weg met het adviseren van alleen een cv-ketel’, zo betoogt Sander Zuidgeest van Itho Daalderop in deze uitgave.