Categorie: Techniek

Circulaire Installaties

De overheid wil dat Nederland in 2050 een volledig circulaire economie heeft. Hoewel 2050 nog heel ver weg is, worden momenteel de eerste stappen gezet op het gebied van circulair bouwen. De focus van de bouwwereld ligt daarbij voornamelijk op hergebruik van bouwstoffen als beton en hout en demontabel bouwen. Maar hoe zit het met de installaties? Er bestaan inmiddels tenminste 114 definities van de circulaire economie, begreep ik. De definitie op de Informatiekaart Circulaire Economie van Nederland Circulair dekt voor mij goed de lading: “Een circulaire economie is een economisch systeem waarin waarde behouden blijft of ontstaat door producten en grondstoffen te hergebruiken en vernietiging van grondstoffen te minimaliseren.” Is dit gelijk aan recyclen? Nee, niet per definitie. Bij recycling krijgt een product doorgaans een laagwaardiger bestaan, downcycling. De circulaire economie probeert ook te upcyclen, door bestaande producten naar een kwalitatief hoger niveau te tillen of door ze meer waarde te laten toevoegen aan een ecosysteem. Is de circulaire economie dan hetzelfde als Cradle 2 Cradle? Nee, ook niet. Waar C2C zich focust op het productniveau, legt de circulaire economische benadering het accent bij het systeemniveau. Pilotproject Om terug te komen op de vraag wat een circulaire economie inhoudt; er is geen eenduidig antwoord te geven. Wel is een richting te benoemen. Vanuit een consortium (Carrier UTC, Priva, SystemAir, Thermaflex, TVVL, Van Dorp Installaties en Valstar Simonis) werken we in een pilot op drie niveaus aan circulariteit, te weten circulair hoofdontwerp, circulaire producten en een business model. Re- of

Het kantoor van de toekomst

Adviesbureau Merosch is in de zomer van 2017 gestart met de renovatie van een gymzaal in Bodegraven, die dateert uit 1955. Het gebouw stond toen al 7 jaar leeg. Vanaf december 2017 is de 400 m2 b.v.o. door de onderneming in gebruik genomen als kantoor. Geheel volgens de bedrijfsfilosofie is de renovatie van het pand uitgevoerd op een verregaande circulaire en duurzame manier. Het kantoor gaat dienen als Living Lab voor duurzaam en gezond bouwen in Nederland. Er zijn diverse duurzaamheidsmaatregelen doorgevoerd om uiteindelijk tot een circulair, gasloos, energieleverend en gezond gebouw te komen. Zo is het volledige casco inclusief de vloer van de gymzaal behouden gebleven en zijn zoveel mogelijk ‘oude’ materialen hergebruikt. Het gebouw is zeer goed geïsoleerd en heeft geen aansluiting meer op het gasnet, maar een warmtepomp die duurzame warmte en koude levert. Er komen in april 2018 zonnepanelen op het dak en er is een elektrische laadpaal voor auto’s, waarmee het een energieleverend gebouw gaat worden. De hoge duurzaamheidsambities komen ook tot uitdrukking in de verschillende keurmerken die zijn verworven. Zo heeft het gebouw een GPR-score van 8,7 (hoogste in zijn klasse), een BREEAM Excellent label, WELL (gezondheidslabel) zilver en een tuin met NL Greenlabel A. Doelstelling De doelstelling was enerzijds om een inspirerende, comfortabele en gezonde werkomgeving te maken en anderzijds het karakteristieke gebouw uit 1955 te behouden en een positieve bijdrage te laten leveren aan de buurt. Het gebouw is daarom qua verschijningsvorm vrijwel volledig intact gehouden. Waar mogelijk zijn materialen hergebruikt. Ook

Ecodesign en ventilatie

Op 1 januari 2016 heeft een aantal woonhuisventilatiesystemen, zoals ventilatieboxen en wtw-units, een energielabel gekregen. Destijds was al bekend dat er per 1 januari 2018 een verdere aanscherping van de regelgeving zou plaatsvinden. Die regelgeving betreft de Europese richtlijn Ecodesign. Wat is Ecodesign, waarom worden de regels aangescherpt en wat gaat u daarvan merken als installateur? Ecodesign is een Europese richtlijn die tot doel heeft de milieu- en energieprestaties van apparaten inzichtelijk te krijgen en door geregeld aanscherpen van de richtlijn deze prestaties te verbeteren. Het terugdringen van het broeikaseffect, een betere klimaatbeheersing en het realiseren van een grotere energiebesparing zijn daarbij het doel. In 2020 moet er – ten opzichte van oude afspraken uit 1990 – sprake zijn van 20% minder CO2-uitstoot, 20% minder energiegebruik en 20% meer inzet van duurzame energie. Stimulans voor productverbetering Als eerste werd Ecodesign bij huishoudelijk apparaten zoals koelkasten etc. ingevoerd. Geregeld worden de Ecodesign-richtlijnen aangescherpt waardoor bepaalde labels ophouden te bestaan. Dit betekent dat het product niet meer verkocht mag worden binnen de EU. Het is bedoeld als een stimulans om producten te verbeteren, zodat ze een beter label krijgen.Apparaten waarop de Ecodesign richtlijn van toepassing is en die vallen binnen de Labeling Directive (gericht op producten voor consumenten), moeten een energielabel hebben, zowel fysiek in de verpakking als in de communicatie vanuit de fabrikant. De energielabels voor ventilatie-units bevatten specifieke informatie met betrekking tot ventilatie volgens de Specifieke Energie Consumptie (SEC) in een gemiddeld klimaat. Het product moet bovendien voorzien zijn van

Duurzaam behandelen van lucht

Duurzaamheid en gezondheid zijn thema’s die veel aandacht krijgen. In 2023 moeten gebouwen zijn voorzien van energielabel C. En in 2030 moeten gebouwen zelfs al energielabel A hebben. Dat vraagt om aandacht van alle gebouweigenaren en -beheerders. Ook fijnstof is een actueel gezondheidsissue. De combinatie van een (fijnstof)filter en energiegebruik vereist veel kennis en een zorgvuldige aanpak voor een optimaal resultaat. Luchtbehandelingskasten (LBK’s) hebben als de ‘longen van het gebouw’ een belangrijke functie. Vaak staan ze op daken of in kelders waardoor ze niet altijd alle aandacht krijgen. Gebouwbeheerders en installateurs stellen daardoor zelden de vraag hoe LBK’s bijdragen aan duurzaamheid en de toekomstige eisen qua labeling. Een gemiste kans, want luchtbehandelingskasten zijn van groot belang voor het binnenklimaat én gebruiken vaak veel energie. Ook vertegenwoordigen de luchtbehandelingskasten een forse waarde. De volgende vijf aandachtspunt helpen luchtbehandeling duurzaam te maken. 1. Selecteer de effectiefste filters Ventilatoren in luchtbehandelingskasten gebruiken doorgaans veel energie. De weerstand van de filters in klimaatkasten in combinatie met de gewenste m3/h zuivere lucht, bepaalt hoe hard de ventilatoren moeten werken. Door filters te selecteren met een lage weerstand, kunnen bedrijven veel energie besparen. Vaak betekent een lage weerstand van filters dat ze minder effectief de lucht zuiveren. Ook is het van belang te kijken naar de efficiency van het filter én de stofvangcapaciteit. Dat is de mate waarin een filter stof kan vasthouden zonder dat de luchtdoorstroming geblokkeerd wordt door grote hoeveelheden stof waardoor de weerstand en het energiegebruik snel toenemen. Een filter dat weinig stof

Ventilatie totaalconcept

Hiensch bedacht het concept, Barcol-Air gaf er vorm aan. Zo zou je kort door de bocht de werkverdeling kunnen omschrijven tussen het adviesbureau en de fabrikant. Gezamenlijk brengen ze nu een nieuw ventilatieconcept op de markt. Het is speciaal gericht op gestapelde woningbouwprojecten waar een extreem lage EPC wordt gevraagd. Het CERA-systeem is vanaf dit jaar beschikbaar. We staan als samenleving voor een gigantische opgave. Als we onze klimaatdoelen willen behalen, moeten de woningbouw en utiliteit een fikse duurzaamheidsslag maken. Hoewel we al door ‘Brussel’ en ‘Den Haag’ de goede kant op worden gedirigeerd, gaat het veel opdrachtgevers niet snel genoeg. Zij doen er nog een schepje bovenop door de eisen aan te scherpen en bijvoorbeeld te vragen om BENG-gebouwen of NOM-woningen. Lage EPC-waarde Kees Koot, DGA van Hiensch Engineering, krijgt er dagelijks mee te maken. Bijvoorbeeld als hij mee tendert voor een project in Amsterdam. De gemeente mikt vaak op een lagere EPC-waarde dan landelijk verplicht is. Wil Koot de opdracht binnenhalen, dan moet hij daarin meegaan. Het vormde een belangrijke reden om een nieuw ventilatieconcept te ontwikkelen, waarmee het mogelijk wordt om in appartementencomplexen een EPC van 0.15 of lager te behalen. Energiebesparing “Het is een weloverwogen keuze geweest om ons te focussen op energiebesparing bij het ventileren”, vertelt Koot. “De helft van onze thermische energie gaat naar de warmtapwater bereiding, de rest is bestemd voor ruimteverwarming. Van dat laatste deel is circa 50% nodig om te ventileren. Hier valt nog een behoorlijke energiewinst te boeken, realiseerden we

Luchtlekken

Stel uw klant wil zijn woning energieneutraal laten maken. De aannemer pakt de schil aan, u installeert duurzame installatiesystemen, maar toch blijft de rekening in de papieren lopen en zitten de bewoners in de kou. Hoe kan dat? Het is mogelijk dat de woningscheidende wanden luchtlekken vertonen. Volgens adviseur Willem Koppen een veelvoorkomend probleem, waar de installateur op velerlei manieren last van kan krijgen. Tot een rechtszaak aan toe.Koppen is het gezicht van Koppen Bouwexperts, een adviesbureau met meer dan 15 jaar ervaring. De gedreven directeur maakt zich ernstig zorgen over de kwaliteit van het binnenklimaat in woningen die energiezuinig worden gemaakt. “Ik schat dat zo’n 50% van de woningen die duurzaam worden gerenoveerd ‘behoorlijk luchtopen’ zijn. In de helft van die gevallen denk ik zelfs dat er sprake is van storende luchtlekken.” NOM-woningen De zogenaamde NOM-woningen zijn hiervan niet gevrijwaard, benadrukt de adviseur. Ook daar komen frequent luchtlekken voor, volgens Koppen. De gevolgen zijn gemakkelijk te raden. “Als de buitenschil goed geïsoleerd is, maar de woningscheidende wand niet, dan zijn het comfort, energiegebruik maar ook de gezondheid en veiligheid al snel het kind van de rekening.” Verwarmen voor de buren Koppen geeft voorbeelden uit de praktijk. Zo was er een echtpaar dat dagelijks het menu van de buren kon raden. De kooklucht kwam door de luchtlekken hun huiskamer binnen. Het ventilatiesysteem trok de ‘verse’ lucht niet van buiten aan, maar via de ‘luchtopen’ bouwmuur bij de buren vandaan. In andere gevallen krijgen bewoners hun huis niet meer op temperatuur

Passief renoveren van monumenten

Renovatie is een complex geheel, zeker als het een monumentaal pand betreft. Zo loop je als installateur tegen hele praktische zaken aan: net te weinig ruimte, leidingen die niet door de muren en plafonds getrokken mogen worden, balken die in de weg zitten en roosters die niet passen. De weg naar een oplossing is lang. Of toch niet? Het project De Binnengasthuizen in Zwolle laat zien dat het ook anders kan. Door de energiebesparingsdoelen uit het Convenant Energiebesparing Huursector hebben woningbouwcorporaties de doelstelling hun woningvoorraad de komende jaren te verduurzamen van het huidige gemiddelde D-label naar een gemiddeld B-label. Woningcorporatie Openbaar Belang in Zwolle heeft met een uiteenlopend pakket aan duurzaamheidsmaatregelen de Binnengasthuizen weten op te waarderen van energielabel F naar A+. Het is het eerste monumentale sociale woningbouwproject in Nederland, ontworpen en gebouwd volgens het Passief Bouwen principe. In dit project is naast het verduurzamen speciale aandacht uitgegaan naar het behoud van de authentieke elementen van de woningen en het terugbrengen van elementen van vroeger. De oorspronkelijke ramen en luiken zijn bijvoorbeeld terug en de nieuwe passief uitgevoerde voordeuren verwijzen subtiel naar hun authentieke vorm. Rigoureuze ingrepen Manager vastgoed Ronald van Lith van woningcorporatie Openbaar Belang was verantwoordelijk voor het project. “De Gasthuizen werden in 1923 door de gelijknamige stichting gebouwd voor ouderen en armen in Zwolle. Openbaar Belang nam de woningen in 2008 over van de stichting met de afspraak ze ook in de toekomst geschikt te houden voor deze doelgroep en de technische staat waarin ze verkeerden

Slimme oplossingen

Smart is al een tijdje het toverwoord. Nog even en alle apparaten zijn op één of andere manier (ook) via een App op de smartphone te bedienen tot zelfs in te regelen. De VSK-hallen zullen vol staan met dit soort slimme oplossingen. Van dakventilator in de Cloud tot gecombineerde verwarming, ventilatie en luchtbehandeling via een interface-module. Dakventilator in de Cloud Zo zal Itho Daalderop (standnr. 8.E055) een dakventilator tonen die rechtstreeks met de cloud kan worden verbonden. De CAS 3 Connect kan door één persoon ingeregeld en inbedrijf gesteld worden. De dakventilator is op afstand te controleren en monitoren en kan op afstand worden uitgezet bij calamiteiten. De installateur kan direct de meting uitlezen en de instellingen aanpassen. Hij krijgt proactief storings- en servicemeldingen. Ook kan de locatie worden vastgelegd zodat men weet welke dakventilatoren aan service toe zijn. Via Google Maps wordt de installateur dan naar de juiste dakventilator geleid. Smart Heating Danfoss (standnr. 9 C040) laat haar Smart Heating oplossingen zien. Een basisoplossing is de Danfoss Eco™ Bluetooth® radiatorthermostaat. Deze programmeerbare thermostaat is binnenshuis tot maximaal 10 meter afstand te bedienen via een app op de smartphone. Voor de veeleisende gebruiker is er het Danfoss Link™ systeem. Dit is één systeem waarmee draadloos zowel elektronische radiatorthermostaten als vloerverwarming én verlichting kan worden aangestuurd per vertrek. Dankzij een wifi connectie is dit systeem zowel binnens- als buitenshuis te bedienen met de Danfoss Link™ app op een smartphone. Installatie via App Op de stand van Renson (7.D067) staat een nieuwe

Draadloos meten en regelen

Het meten en regelen van (een stukje) binnenklimaat wordt steeds toegankelijker en geavanceerder. Data kan razendsnel worden gedeeld, geëxporteerd en opgeslagen dankzij allerlei intelligente software- en internet­ontwikkelingen. Ook op de VSK zullen hiervan talrijke voorbeelden te zien zijn. Een voorproefje. Binnenklimaat online ATAL (standnr. 10.C009) introduceert een webportal voor het online monitoren van het binnenklimaat. Deze introductie gaat gepaard met de presentatie van een nieuwe lijn draadloze sensoren. Met behulp van Internet of Things (IoT) technologie kunnen deze vanaf iedere locatie in Nederland draadloos meetdata verzenden naar een centrale webportal. De batterij gevoede sensoren zijn zonder complexe instellingen te activeren. Vervolgens is de real-time data direct in een gebruiksvriendelijke, overzichtelijke online omgeving uit te lezen. Deze meetdata worden direct in een cloud portal opgeslagen. De online portal biedt uitgebreide grafische presentaties en rapportages, waaronder alarmen per e-mail of SMS naar een onbeperkt aantal gebruikers, en de mogelijkheid om het portal als OEM-oplossing in te zetten voor eigen klanten. Daarnaast is een koppeling te maken met eigen applicaties. Regelen in de Cloud Ook Belimo (standnr. 11.D030) komt met een IoT-apparaat, Energy Valve: een drukonafhankelijke regelkogelkraan die met de Belimo Cloud kan worden verbonden. Het gaat om een 100% afsluitende 2-weg-regelkogelkraan, waarvan de intelligente technologie snel en veilig ontwerpen en eenvoudige inbedrijfstelling mogelijk maakt. De automatische, permanente hydraulische inregeling zorgt voor een energiezuinig functioneren. Integratie van de Energy Valve in de Belimo Cloud maakt het energiegebruik van de koel- en verwarmingsinstallaties altijd webbased inzichtelijk voor de gebruikers. Een exclusieve functie van deze

‘Brandgevaar­lijke’ ketels

Ophef deze maand over de volgens RTL Nieuws ‘brandgevaarlijke’ Topline ketels van Nefit. Dit soort publiciteit is de nachtmerrie van iedere fabrikant. Onafhankelijk onderzoek moet nu uitwijzen hoe de vork precies in de steel zit. De ellende begon in 2009 toen Nefit de markt moest informeren over het vervangen van de originele brander in 88.000 Topline ketels. Het betrof de Nefit TopLine, TopLine Compact en Nefit TopLine AquaPower (Plus), uit de jaren 2006-2009. Niet alle branders kunnen, na eenmaal te zijn geopend, weer worden afgesloten. Onderdelen zouden hierdoor kunnen gaan smelten of er zou brand kunnen uitbreken. Kosteloos vervangen Begin vorig jaar bleek echter nog maar een derde van de branders te zijn vervangen. De Voedsel- en warenautoriteit (NVWA) drong aan op vergaande actie bij Nefit om de overige ketels te laten upgraden. De fabrikant heeft vervolgens 11.000 installateurs aangeschreven om bij een eerstvolgende servicebeurt de brander kosteloos te vervangen. Wil de klant een directe vervanging dan zou Nefit (met terugwerkende kracht) 25 euro extra voor de vervangingswerkzaamheden vergoeden (tot 1 augustus 2017). Tekort aan branders Dan volgt er een run op de branders en ontstaat hier een tekort aan. Nefit besluit daarop ook branders bestemd voor haar nieuwe ketels in te zetten. Het gevolg: voorlopig géén nieuwe TopLine-toestellen van 25/30 en 45 kW. Bovendien verlengt Nefit de periode waarin de installateur recht heeft op de tijdelijke extra vergoeding tot en met 31 oktober 2017. AIs er geen brander beschikbaar is en de klant wil toch direct een oplossing, dan