Ecodesign en ventilatie

HOE ZIT HET OOK ALWEER?

Op 1 januari 2016 heeft een aantal woonhuisventilatiesystemen, zoals ventilatieboxen en wtw-units, een energielabel gekregen. Destijds was al bekend dat er per 1 januari 2018 een verdere aanscherping van de regelgeving zou plaatsvinden. Die regelgeving betreft de Europese richtlijn Ecodesign. Wat is Ecodesign, waarom worden de regels aangescherpt en wat gaat u daarvan merken als installateur?

Ecodesign is een Europese richtlijn die tot doel heeft de milieu- en energieprestaties van apparaten inzichtelijk te krijgen en door geregeld aanscherpen van de richtlijn deze prestaties te verbeteren. Het terugdringen van het broeikaseffect, een betere klimaatbeheersing en het realiseren van een grotere energiebesparing zijn daarbij het doel. In 2020 moet er – ten opzichte van oude afspraken uit 1990 – sprake zijn van 20% minder CO2-uitstoot, 20% minder energiegebruik en 20% meer inzet van duurzame energie.

Stimulans voor productverbetering

Als eerste werd Ecodesign bij huishoudelijk apparaten zoals koelkasten etc. ingevoerd. Geregeld worden de Ecodesign-richtlijnen aangescherpt waardoor bepaalde labels ophouden te bestaan. Dit betekent dat het product niet meer verkocht mag worden binnen de EU. Het is bedoeld als een stimulans om producten te verbeteren, zodat ze een beter label krijgen.
Apparaten waarop de Ecodesign richtlijn van toepassing is en die vallen binnen de Labeling Directive (gericht op producten voor consumenten), moeten een energielabel hebben, zowel fysiek in de verpakking als in de communicatie vanuit de fabrikant. De energielabels voor ventilatie-units bevatten specifieke informatie met betrekking tot ventilatie volgens de Specifieke Energie Consumptie (SEC) in een gemiddeld klimaat. Het product moet bovendien voorzien zijn van een document met technische gegevens over het energiegebruik.

Sensoren maken het verschil

Bij de start van Ecodesign voor ventilatie-units op 1 januari 2016 betekende dit in het algemeen dat wtw-units een A-label kregen omdat ze warmte terugwinnen. Wtw-units met sensoren kregen een A+ label, op enkele uitzonderingen na die zelfs zonder sensoren een A+ label scoren, zoals de Itho Daalderop HRU ECO 300. Ventilatieboxen zonder sensoren kregen door de bank genomen een E-label en een D-label als ze waren voorzien van één sensor. Het hoogst haalbare bij ventilatieboxen was een B-label, namelijk als er sprake was van twee of meer sensoren.

Vuilfilterindicatie verplicht

De zorg van fabrikanten was dat Ecodesign alleen uitgaat van energiebesparing en comfort en gezondheid van de bewoners buiten beschouwing laat. Daar is nu per 1 januari jl. verandering in gekomen. Bij wtw-units zal op het gebied van energielabels niets wijzigen, maar wel wordt een vuilfilterindicatie verplicht. Een goede ontwikkeling volgens Coen Schut, Innovation manager Ventilatie van Itho Daalderop: “Bewoners zijn zich niet altijd bewust van de rol die goed aangelegde en onderhouden ventilatie speelt bij een gezond binnenklimaat. Een indicatie dat filters vervangen moeten worden is hierin een goede stap. Bovendien betekent dit voor installateurs een mooie ingang; niet alleen voor de filterverkoop maar ook voor het aanbieden van all-in onderhoudscontracten voor wtw-systemen.”

Automatisch ventileren

Schut vervolgt: “Een andere belangrijke factor in een gezond binnenklimaat is het toepassen van sensoren. We weten uit onderzoek dat bewoners niet of nauwelijks de 3-standen schakelaar aanraken. Kookluchten, CO2 en vocht krijgen zo vrij spel in huis en dat is nou niet bepaald bevorderlijk voor een gezond binnenklimaat. Door het plaatsen van sensoren hoeft de bewoner nergens naar om te kijken en toert de ventilator automatisch op en af.”
Daarnaast zorgt de aanscherping van Ecodesign per 1 januari jl. voor een verbetering van het binnenklimaat. De onderste drie energielabels verdwijnen. Door aan producten die hierin vielen een sensor toe te voegen, krijgen ze een betere SEC-waarde en komen ze zo weer in een hogere energielabelklasse terecht. Het toepassen van een sensor levert dus niet alleen energetisch voordeel op maar voorziet de bewoner ook van een gezonder binnenklimaat.

Wat te doen als installateur?

U als installateur mag nog gewoon ventilatieboxen verkopen die al in de markt of in uw magazijn aanwezig waren. De meeste fabrikanten kiezen ervoor om een vochtsensor in de box in te bouwen. “Maar de ene sensor is de andere niet”, legt Schut uit. “Zo heeft Itho Daalderop gekozen voor een geïntegreerde, slimme vochtsensor die nog nauwkeuriger meet.”
Schut raadt installateurs ten slotte aan om de consument te adviseren over een gezond binnenklimaat én om CO2-sensoren in de huiskamer en vooral in de slaapkamers te plaatsen. “Dit laatste geldt zowel voor ventilatieboxen als wtw-units. Daarnaast is het verstandig om all-in onderhoudscontracten voor ventilatiesystemen aan te bieden of op zijn minst een filterabonnement zodat filters regelmatig vervangen worden. Zo garandeert u de consument een gezond binnenklimaat en creëert u voor uzelf goede en stabiele omzetkansen. Een win-win-situatie dus.” 

Auteur: Henriëtte Davids, Itho Daalderop

Wat wijzigt er?

Kort samengevat zijn de Ecodesign wijzigingen per 1 januari jl.:
- wtw-units veranderen niet qua energielabel, maar een vuilfilterindicatie wordt verplicht;
- ventilatieboxen worden voorzien van een sensor (ingebouwd in de box of los in de verpakking). In de meeste gevallen zal dit een vochtsensor zijn.

Vochtsensor in de nieuwe CVE

In de nieuwe CVE-unit van Itho Daalderop is standaard een vochtsensor in de ventilatie-unit geïntegreerd. Daarmee voldoet deze unit aan de verscherpte Ecodesign richtlijnen (zie artikel).
Daarnaast gaat de ‘blauwe box’, zoals velen de CVE-unit kennen, als eerste product omgezet worden naar de nieuwe family look van de Itho Daalderop producten. Eén van de uitgangspunten van de nieuwe lijn is een mooie balans tussen grijs en wit, wat een professioneel en innovatief uiterlijk geeft, aldus de fabrikant.