In mijn werk spreek ik dagelijks met verschillende ondernemers binnen de installatiebranche. De laatste jaren waren dit vaak gesprekken met een zorgwekkende ondertoon. Bij veel ondernemers waren de vooruitzichten slecht, met prijzen die onder druk staan en klanten die slecht of niet betalen. Bij sommigen waren er zelfs twijfels over het bestaansrecht van hun bedrijf. Tegenwoordig zijn het steeds vaker positieve gesprekken over de ontwikkelingen rondom hun bedrijf. Hoe gaan we nieuwe productgroepen onder de aandacht brengen? Hoe spelen we in op de veranderende behoeftes van de klant? Hoe kunnen we beter samenwerken met fabrikanten en leveranciers? Het sentiment binnen de branche is enorm belangrijk. Voor je het weet praten we elkaar de put in, terwijl er voorbeelden te over zijn van groei in tijden van crisis. Wat is dan zo bepalend voor het veranderende sentiment? Is dat de aantrekkende huizenmarkt, of is het de lage hypotheekrente die voor een groeiende vraag zorgt? Maar ik merk dat er meer is. Inspelen op nieuwe markten zorgt voor veel positieve energie. Installateurs helpen hun klanten om de voorschotnota van de energiebedrijven fors naar beneden te krijgen. Of neem nu de markt voor langer thuis wonen: er zijn prachtige voorbeelden van installateurs die een essentiële bijdrage leveren om ouderen langer in hun eigen omgeving te laten wonen. Natuurlijk moet ook met deze werkzaamheden geld verdiend worden. Maar dan wel met de voldoening van een maatschappelijke bijdrage en een meer dan tevreden klant. Bij veel ondernemers is de lach terug. Er is weer écht
Categorie: Column
Het is een memorabel moment. Mijn laatste column op deze plek. Na een periode van 16 jaar neem ik afscheid als directeur van ons opleidingsfonds van de technische installatiebranche. Met veel plezier heb ik de afgelopen jaren hier met u mijn gedachten maar ook mijn ontmoetingen met de branche mogen delen. Een voorrecht om te kunnen doen. Nu is het tijd om het stokje maar ook mijn pen over te dragen aan mijn opvolgster. Het moment waarop dit gebeurt bevindt zich in een bijzondere context. Onze technische installatiebranche staat aan de vooravond van een uitdagende toekomst. Na een pittige periode zien bedrijven weer een nieuwe horizon met nieuwe kansen. Met nieuwe technieken, een nieuwe klantvraag en nieuwe markten. Deze kansen vragen echter wel iets van de bedrijven: collectief nieuw vakmanschap. Nieuw vakmanschap van werknemers als het gaat om nieuwe technieken, kennis en inzichten. Maar ook als het gaat om het nemen van verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en het werken met flexibele tijden die passen bij de klantvraag. Ook is er nieuw vakmanschap van de werkgever nodig. Vervagende grenzen in de bouwkolom vragen om samenwerking met het volle vertrouwen dat de gezamenlijke deler altijd meer oplevert dan het prijsvechten voor het krijgen van opdrachten. Maar het nieuwe vakmanschap gaat ook om het coachen van werknemers naar topprestaties. U hoeft het niet alleen te doen. Als opleidingsfonds door en voor de branche weten we wat er speelt in de bedrijven en in de markt. En dat blijven we doen. Ik neem hier afscheid. Mijn
Mijn columns gaan over politiek-geld-corruptie en water. “Om de duit en de fluit gaat de wereld uit.” Je hoeft de krant maar open te slaan en we lezen veel schandalen. Neen, niet alle schandalen, want we hadden toch ook nog de Haagse Methode (artikel 1: onder de pet houden). Sommige hoogstaanden denken aan artikel 69. Jawel, daar komt de fluit in beeld. Bernhard, Clinton, Strauss-Kahn, om er maar een paar te noemen. Zij moeten zich ook zorgen maken. Recentelijk las ik dat een bordeel een legionellabesmetting had. Nu ook weer iemand uit het bankwezen die zelfs van twee walletjes eet. Hier is de link naar de duit; na Watergate, nu Panama Papers. Wegsluizen die hap en onder een andere vlag varen. Ik vaar met onze boot onder Hollandse vlag, en maar betalen. Ik heb zorgen over mijn pensioen. Ieder die betrokken is bij het bovenstaande moet toch ook zorgen hebben, want oh wee als het uitlekt, om in watertermen te blijven. Zo hebben eigenaren van de prioritaire groep weer andere zorgen. Elke keer als er monsters genomen worden vragen zij zich in spanning af wat het resultaat zal zijn. Wat als het misgaat? Imagoschade, pers, et cetera. Wat te doen? Op 16 juni is voorstel Ziengs behandeld. Bij het schrijven van deze column weet ik het resultaat nog niet. Ik weet wel dat IL&T watersportverenigingen heeft aangeschreven voor controle. Afgezien van de timing een prima actie. Ook daar zullen velen zorgen hebben. Zullen de vragenlijsten eerlijk ingevuld worden? Men wijst
Om 23.59 een wasmachine bestellen en de volgende dag laten bezorgen op een moment dat het je past? Of een schade melden bij de verzekeraar via WhatsApp? Tien jaar geleden was geen enkel bedrijf hiermee bezig, laat staan dat een klant erom vroeg. Maar in de zoektocht om de gunst van de klant te winnen en je te onderscheiden van je concurrenten zijn bedrijven steeds vaker op zoek naar een unieke benadering. De meeste voorbeelden van dit soort dienstverlening zijn op dit moment nog te vinden zijn bij webshops, maar er is een verschuiving gaande naar de fysieke winkels en dienstverleners. Dit biedt volop kansen voor installatiebedrijven! Het is al jaren gemeengoed om bij de technische groothandel je order te plaatsen na sluitingstijd. Ook worden steeds meer goederen bezorgd via nachtdistributie. Ook op het gebied van automatisering loopt de installatiebranche al jaren voorop, met het digitaal plannen van afspraken en digitale werkbonnen. Toch zie je dit soort services nog weinig tot uiting komen bij werkzaamheden voor de klant. Dat bij veel installatiebedrijven na 17.00 uur een telefoonbeantwoorder en een servicedienst het ‘werk’ overnemen, is vanuit het perspectief van de ondernemer best te begrijpen. De dagen zijn al lang en kennen een hoge werkdruk. Op meer drukte zit u vast niet te wachten. Maar nieuwe tijden vragen ook om een andere aanpak. Als consument zou ik het zeker kunnen waarderen als ik ’s avonds ‘live’ via WhatsApp of chatfunctie in contact kan komen met een sympathieke installateur die mijn situatie bekijkt
Het is één van mijn laatste columns voor InstallateursZaken. Vol trots maar met enige weemoed neem ik binnenkort na ruim 15 jaar afscheid van ons opleidingsfonds. Deze plek in InstallateursZaken is mij dierbaar geworden en het vormt een moment van reflectie. Even stilstaan bij wat onze branche beweegt. Verhalen opschrijven die werkgevers en werknemers mij toevertrouwden. In al die jaren heeft de branche verschillende uitdagingen gekend. De veranderende economische situatie, de technische innovaties, de veranderende klantvraag, de maatschappelijke opdrachten op het terrein van duurzaamheid en zorg. Het zijn maar enkele factoren die de hartslag van onze branche mede hebben bepaald en die dit nog steeds doen. Ik heb met ons team, werkgevers en werknemers optimaal willen ondersteunen bij deze uitdagingen. En dat blijven we doen! Zo zien we nieuwe uitdagingen op de arbeidsmarkt. Bedrijven hebben soms moeite de juiste mensen te vinden. OTIB is gestart met het Steunpunt Arbeidsmarkt Mobiliteit voor werkgevers, werknemers én werkzoekenden. Onderdeel hiervan is dat in elke regio arbeidsmarkcoaches worden ingezet om zij-instromers en mensen met ervaring in de branche te koppelen aan bedrijven die vacatures hebben. Door de kennis van personeel en arbeid is de arbeidsmarktcoach in staat om bedrijven te adviseren bij noodzakelijke opleidingstrajecten (intervalscholing) en kan de coach bedrijven ondersteunen bij voorlichtingsactiviteiten. En natuurlijk kunnen de reguliere subsidies hiervoor worden ingezet. In het verlengde hiervan ondersteunen we ook bedrijven die invulling willen geven aan de 100.000 banen-afspraak en zo mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans bieden. Ook hiervoor hebben we
U heeft een boodschap die u wilt overbrengen naar uw klant. Al snel wordt er gekeken naar online-instrumenten. Website, sociale media of banners. Laagdrempelig, snel en goedkoop. Maar let op, er is meer om uit te kiezen. Samengevoegd in de marketingcommunicatiemix. De mix geeft meer dan de online-droom die verschillende goeroes u doen geloven. Dat er een verschuiving plaatsvindt van offline naar online is onmiskenbaar waar. En met technologieën zoals augmented reality en 3D, neemt dit alleen maar toe. Maar onderschat de kracht van offline niet. Denk maar aan de reclamefolder. Niemand zegt hierin te kijken. Toch neemt het toepassen of gebruik hiervan nog steeds toe. Offline is niet overleden. Het wordt wel anders ingezet. En hier komt weer de marketingcommunicatiemix om de hoek kijken. De boodschap die u wilt overbrengen, vraagt om een passend middel. Een keuze die uw doelgroep steeds meer bepaalt. Leuk om via Facebook foto’s te delen van uw projecten. Maar wat als uw klant daar geen gebruik van maakt? Schitterend om via Twitter te roeptoeteren hoe goed u bent, maar met 80 volgers (waarvan 50 leveranciers of concurrenten) zet dit geen zoden aan de dijk. Elke boodschap vraagt om de inzet van de juiste instrumenten. Het is net een orkest, daar ontstaat ook de mooiste muziek door het samenspel van de juiste muziekinstrumenten. Een marketingcommunicatiemix bestaat uit alle instrumenten die u kunt inzetten om uw boodschap over te brengen en communicatiedoelen te bereiken. Instrumenten zoals: reclame/media, onlinecommunicatie, public relations, sponsoring, evenementen, winkelcommunicatie, promoties, direct marketing,
Dag lezers. In een eerdere column had ik beloofd terug te komen op het voorstel van het Tweede Kamerlid Ziengs om de legionella-wetgeving te versoepelen. De eerste afspraak in de Kamer is niet doorgegaan en verschoven naar 16 juni. Ik ben benieuwd wat het gaat brengen. Mijn mening is dat wetgeving goed moet zijn. Een soort tien geboden. De overheid moet nu eenmaal regels opstellen om zaken in goede banen te leiden. Maar als je vervolgens geen toezicht/handhaving toepast, heb je grote kans dat er gesjoemeld wordt. De Haagse methode: bonnetjes, fotorolletjes, dronken burgemeesters met piketdiensten, u kent het wel. Ik ben blij dat ik niet Van der Steur heet. Aparte afspraken maken om niet te controleren is mijns inziens een verkeerd uitgangspunt. Eind 1939 hadden we ook convenanten, maar een paar maanden later stonden ze midden in de nacht op de Veluwe. Ik bedoel maar. Heeft u ook meegekregen dat de lobby voor het WK ons meer dan 10 miljoen euro heeft gekost? Het geld had beter in een adviespotje gestopt kunnen worden om besmette sportclubs te adviseren. Faalkosten noem ik dat. Zo gaat het ook in de bouw, onnodige fouten kosten nog veel meer dan 10 miljoen. Elf procent faalkosten staat op de teller. Ook installateurswerk, zonde van het geld. Water naar de zee dragen. Het herstellen van fouten is vaak een lapmiddel, geen structurele oplossing, en veroorzaakt veel beheersmaatregelen. Bezint eer ge begint. Alles begint met een goed plan. Als de KNVB ook goed had nagedacht, hadden
Afgelopen februari was het weer zover: de VSK beurs. Ook dit jaar weer veel aandacht voor techniek, nieuwe technologieën en energiegebruik. Wat dat betreft niks nieuws. Wel bijzonder vond ik de toenemende aandacht voor echte eindgebruikersthema’s, zoals gezondheid en comfort. Zo is bij de toekenning van de VSK Awards deze ronde klaarblijkelijk ook naar de gebruikskwaliteit gekeken. De winnaar van de Energiebesparing Award (Inventum – Ecolution WTW-D) bijvoorbeeld, won volgens het juryrapport mede doordat de unit ontwikkeld is ter verhoging van het woongenot. Met het nieuwe Inventum systeem wordt op koude dagen de buitenlucht niet alleen (indirect) voorverwarmd via de retourlucht, maar ook (aanvullend) met een geïntegreerde warmtepomp. Met als resultaat: minder kans op tochtoverlast in de winter. Tijdens vorige edities van de vakbeurs leek het er vaak op dat innovaties van systemen en van installatie-componenten puur en alleen gericht waren op verbetering van de energieprestaties. Verder niet. Wat weer ingegeven leek door de wens om snel en slim te reageren op de aanscherping van wettelijke eisen. Verder niet. Als ik zelf bij een R&D- of Marketingafdeling in de maakindustrie zou werken dan wist ik het wel. Ik zou mijn tijd en energie stoppen in het oprichten van gebruikerspanels, het volgen van lifestyle (woon)blogs en het aanhalen van contacten met organisaties zoals de Woonbond, de Vereniging Eigen Huis en het Longfonds. Anders gezegd: ik zou mijn stinkende best doen om dichter op de huid van de woonconsument te kruipen. Met als beoogd eindresultaat: innovatieve installatietechnische producten en systemen waar je
En…, al aan de slag gegaan met het sleutelgatprincipe uit mijn vorige column? Ik hoop het, want ik borduur hier nog even verder op door. Stelt u zich eens voor: op uw knieën voor het sleutelgat, uw oog ongeveer geplakt tegen de ronding. Uw blikveld wordt dan sterk beperkt en gestuurd. In communicatie is dit niet veel anders. Wanneer u door het sleutelgat van communicatie gluurt, dan ziet u vier onderwerpen in een cirkel: beeld, woord, gedrag, met in de kern uw bestaansrecht (het waarom en de kernwaarden). In communicatie gaat het om de juiste mix hiertussen. Binnen de installatiebranche is het vaak de harde realiteit dat er situationeel gecommuniceerd wordt. Er wordt gewerkt vanuit de aanname dat elke ontvanger bekend is met de afzender. Of het nu gaat om reclame voor een product of dienst of om werving van nieuwe medewerkers. Communiceren staat vaak op gelijke hoogte met het maken van kosten. En die probeer je zo laag mogelijk te houden. Dus lekker veelvuldig gebruikmaken van door de fabrikant voorgebakken advertenties. Of cryptische boodschappen in de rubriek ‘schakeltjes’. Om nog maar te zwijgen over het willekeurig schieten met een wervingsadvertentie in elke krant in de regio. Toch niet zo vreemd dat de respons laag is. Alles wat aandacht krijgt, groeit. Op regelmatige basis de media inzetten, aangevuld met een actuele website en actieve profielen op sociale media, werpt zijn vruchten af. Gestructureerd werken aan uw bekendheid heeft als positief gevolg: herkenning. Wanneer u de vier onderwerpen uit de eerste
Ernstige arbeidsongevallen vinden vooral plaats tussen 9.00 en 11.00 uur ’s ochtends en tussen 15.00 en 16.00 uur ‘s middags. Jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 24 jaar en uitzendkrachten krijgen relatief vaker te maken met een ernstig arbeidsongeval dan andere werknemers. Dit blijkt uit een analyse van arbeidsongevallen die de Inspectie SZW over de jaren 2011-2014 heeft verricht. Het niveau van de vakkennis en de vaardigheden dat van monteurs wordt gevraagd, stijgt. Maar onderdeel van die kennis en vaardigheden is ook het veilig werken. Nieuwe technologieën bieden nieuwe uitdagingen, ook op het terrein van veiligheid. Bedrijven noemen veiligheid een zeer belangrijk aspect van vakmanschap. Veel bedrijven informeren hun medewerkers dan ook actief over veilig en gezond werken. Maar hoe? II Mens en Werk, een samenwerkingsverband van de sociale partners, biedt de branche digitaal instrumenten aan om veilige werkomstandigheden te agenderen. Zodat iedereen kan werken in een veilige en gezonde werkomgeving. Dit zorgt ook voor meer plezier in het werk, een betere bedrijfsvoering en betere prestaties. Ook zijn er de praktijkdagen Veilig Werken die monteurs en leidinggevenden de laatste stand van zaken presenteren op het gebied van veiligheid. Een echte aanrader. Maar de vraag die we ons als branche moeten blijven stellen, is of veiligheid werkelijk geagendeerd staat. Is veiligheid een vanzelfsprekend onderdeel in trainingen, workshops en cursussen rond nieuwe technieken? Is er voldoende aandacht voor veiligheid in het onderwijs en vooral ook in de doorvertaling naar de dagelijkse praktijk? Het wordt tijd dat er een dialoog