Tag: artikel editie september 2021

In beweging

Installatie Vakbeurs Hardenberg staat voor de deur. Althans, op het moment van schrijven van deze Vooraf lijkt het daar nog steeds op. Laten we hopen dat de Hardenberg-beurs weer de voorloper is van het traditionele rijtje evenementen waarop het vakgebied jaarlijks of tweejaarlijks afkomt om innovaties in de markt van dichtbij te aanschouwen. Vakbeurzen vormen bij uitstek het decor om kennis te maken met noviteiten. Het geeft allemaal wat meer beleving om nieuwe producten in het echt te zien en hierover van gedachten te wisselen met experts en vakgenoten. Niet alles lukt even goed digitaal, hoezeer we daaraan inmiddels ook gewend zijn. Ook in deze IZ besteden we speciale aandacht aan het innovatieve karakter dat de installatiebranche al jaren uitstraalt. Dat komt natuurlijk omdat installatietechniek een bepalende rol speelt in de energietransitie. We hebben het dan niet alleen over warmtepompen die in rap tempo de markt veroveren maar ook over onderliggende technologieën, zoals digitalisering, die nodig zijn om de energietransitie tot een succes te maken. Het bewijst dat de installatiebranche volop in beweging is. En dat is vooral een goed teken.

Innovatie

De pandemie en klimaatverandering fungeren op veel fronten als een katalysator. Zowel in de sanitaire technieken als in de klimaattechniek worden grote sprongen gemaakt om veiligheid en comfort naar een hoger niveau te tillen. IZ sprak erover met twee experts. De bouwkolom is al een aantal jaar bezig om zichzelf opnieuw uit te vinden, zegt Jan Verdonck. De gedreven techneut is in het dagelijks leven werkzaam als Specialist New Business bij JAGA/Konvektco Nederland. Daarnaast hanteert hij de voorzittershamer bij branchevereniging de Nederlandse Verwarmingsindustrie D&A en de NEN 35107407 ventilatiecommissie en was hij jarenlang lid van de NTA 8800 projectgroep. Kortom een professional die vanuit een vogelvluchtperspectief goed zicht heeft op alle ontwikkelingen in de klimaattechniek. Trends Verdonck signaleert een aantal trends die zowel hun impact hebben op de bouwkolom in zijn totaliteit als specifiek de installatiebranche. “Allereerst neemt de populariteit van prefab toe. Ook in de renovatiesector. Met de industrialisatie neemt de kans op faalkosten af, maar we moeten er ons niet op blind staren. Naast prefab moet er ook meer aandacht komen voor procesoptimalisatie. Kennisgebrek en slechte planning leiden namelijk al snel tot spanningen tussen aannemers en installateurs, installaties die slecht samenwerken en uiteindelijk klachten van de gebruikers.” BENG Daarnaast houdt de invoering van de BENG-eisen de gemoederen flink bezig. Verdonck merkt dat veel spelers in de bouwkolom nog zoekende zijn hoe ze die eisen precies moeten invullen. “In de installatiebranche gaat het dan met name om de derde eis oftewel welke duurzame energieopwekker ga ik gebruiken in mijn

Energiemonitoring

Na de oplevering van een gebouw verdwijnen de bouwpartijen vaak uit zicht. Gebouweigenaren, huurders/gebruikers moeten er vervolgens maar vanuit gaan dat de beloofde energieprestaties haalbaar zijn. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor deze problematiek. En komen er ook interessante oplossingen op de markt. Vaak is er sprake van een zogenaamde ‘split-incentive’ oftewel ‘uiteenlopende belangen’. Stel dat je als huurder een all-in prijs hebt afgesproken: ga je je dan nog druk maken of de energierekening aan het eind van de maand hoger of lager uitvalt voor de gebouweigenaar? Nee toch? Of, stel dat de huurder apart afrekent voor het energiegebruik, ga jij je dan als verhuurder nog inspannen om zijn energierekening zo laag mogelijk te houden? Veel verhuurders, huurders en gebruikers kijken, begrijpelijkerwijze, niet verder dan hun neus lang is. Tools Hoe krijg je de verschillende partijen dan doordrongen van het feit dat ze allemaal baat hebben bij een lage energierekening? Al was het maar om installaties langer operationeel te houden en niet op termijn met een hogere all-in rekening te worden opgescheept. “Door ze samen te brengen en het bespreekbaar te maken”, vertelt Edwin Scholten van Belimo. Als expert op het gebied van waterzijdige toepassingen weet hij waar hij over praat. Maar behalve een integrale benadering van het probleem, want daar hebben we het in feite nu over, is het ook belangrijk om de betrokken partijen de juiste tools te verstrekken, zodat zij daadwerkelijk inzicht krijgen in het energiegebruik. Samenbrengen Vandaar ook dat Belimo in eigen woorden

Mijn dilemma

April 2022 komt naderbij. We moeten straks allemaal onze CO-vakbekwaamheidspapieren in orde hebben. Als bedrijf hebben wij inmiddels alles geregeld, op één persoon na: ik. Ruim 40 jaar ervaring; mijn ACI-diploma en Gawalo-diploma hangen nog aan de muur. Na het behalen van deze papieren heb ik bovendien diverse servicecursussen gevolgd. Jarenlang werkte ik in de montage en service. Nadat het personeelsbestand groeide belandde ik op het kantoor. Verschillende werkgevers zullen een dergelijke carrière ongetwijfeld herkennen. Zelf monteren is er (helaas) niet meer bij. Af en toe een handje helpen mag nog wel. Service lukt helemaal niet meer. De laatste jaren zijn de eisen en de bijbehorende metingen zonder de juiste apparatuur niet meer te doen. Ik heb een paar keer zo’n CO-test gemaakt. Geen enkel probleem. Ik struikel alleen over de vragen over CO-melders. Persoonlijk vind ik de techniek van een toestel, en alle leidingen eraan belangrijker als een apparaat iets signaleert of als iets niet goed zit of gaat. In de vakantieperiode of het weekeind komt het voor dat ik nog even mag bijspringen als er een urgente storing is. Dat is iets wat ik niet laten kan. We willen de mensen niet in de koud laten zitten. Want een wijs man vertelde mij ooit: warmte is een eerste levensbehoefte (en hij heeft gelijk, liever arm op een tropisch eiland dan rijk op de Noordpool) En dan komt mijn dilemma: ervaring genoeg – en ik ben ervan overtuigd dat ik de mensen nog blij kan maken door een toestel

Eisen aan cv-systemen

Warmtepompsystemen, lagetemperatuurverwarming, zoneregelingen, testen van de luchtdoorlatendheid. Stuk voor stuk nieuwe onderwerpen die de afgelopen 15 jaar belangrijker zijn geworden. En met de verduurzaming van vastgoed ontstaan er ook nieuwe eisen aan de cv-systemen. “15 jaar geleden waren de gasgestookte cv-ketel en de aansluiting op de stadsverwarming de bepalende elementen voor de achterliggende cv-installatie”, vertelt Jos de Leeuw, projectcoördinator bij ISSO. “Inmiddels zien we de dominantie van deze opwekkers langzaam maar zeker veranderen. De warmtepomp is al geruime tijd aan een opmars bezig, ook in hybride verwarmingsinstallaties, waarmee tegelijk de eisen aan het afgiftesysteem veranderen. Maar ook bouwkundige verbeteringen aan woningen, zoals meer isolatie en kierdichting, maken dat het cv-systeem anders gaat functioneren. Dit zijn stuk voor stuk veranderingen die ingrijpende gevolgen kunnen hebben, ook voor andere onderdelen in een cv-systeem.” Kennis op de werkvloer Over die veranderingen kunnen professionals, na een update van de kennis in ISSO-kleintje CV, weer alles terugvinden. ISSO-kleintje CV, voor het eerst in 2006 gepubliceerd, bood de installateur en monteur op de werkvloer altijd veel hulp en houvast bij het installeren van cv-installaties, maar ook bij onderhoud en service. De laatste jaren werd dat wat lastiger omdat er in 2006 nog weinig aandacht was voor warmtepompen, lage afgiftetemperaturen of meerdere klimaatzones in de woning. Vandaar dat het tijd werd om deze kennis, en nog enkele actuele thema’s, in het nieuwe Kleintje CV op te nemen. Achter de opwekker Het zwaartepunt van dit vernieuwde Kleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties in woningen, zoals de publicatie van ISSO officieel

Vers bloed

Uit onderzoek van TechniekOpleiding.nl blijkt dat het animo voor omscholing naar een technisch beroep laag is. Opleider ROVC is niet verbaasd. Directeur John Huizing: “Elke sector vist nu in dezelfde vijver.” Het is kortom dringen geblazen om nieuwe mensen te vinden. Maar er is nog meer aan de hand. Wat nu? Een vijfde van de Nederlanders heeft serieuze interesse in technische omscholing. Mannen (29%) overwegen omscholing naar de techniek vaker dan vrouwen (11%), zo blijkt uit onderzoek door TechniekOpleiding.nl onder ruim 1.500 werkende Nederlanders. Coronacrisis Het animo in verschillende sectoren die bovengemiddeld onder druk staan door de coronacrisis is opvallend genoeg laag. Van de Nederlanders die actief zijn in de sector toerisme & luchtvaart zegt slechts 17 procent omscholing naar de techniek serieus te overwegen. Ook in de horeca en de cultuur-, sport- en recreatiesector is er weinig interesse in omscholing naar een technisch beroep (respectievelijk 21% en 3%). Andere sectoren Mensen werkzaam in sectoren die minder hard geraakt zijn door de coronacrisis lijken wel bovengemiddeld geïnteresseerd in omscholing naar de techniek. Van de mensen werkzaam in de financiële dienstverlening, landbouw, bos en visserij, telecommunicatie en industrie- en nutsbedrijven overweegt 30 tot 33 procent serieus om zich om te scholen naar de techniek. Praktische drempels Het zijn met name praktische drempels die Nederlanders lijken te weerhouden van een omscholing naar de techniek. Zo weet vier op de tien (39%) niet waar ze zouden moeten beginnen bij een omscholing en zegt de helft (49%) niet te weten waar ze terecht kunnen

Het nieuwe icoontje van Rutte

Tijdens de coronapersconferentie van premier Rutte op 20 juli jl. was er plots een nieuw icoontje te zien. Naast handen wassen, afstand houden en testen bij klachten benadrukten Rutte en minister De Jonge het belang van goede ventilatie. Mijn aandacht was getrokken. Niet door de aankondiging zelf, die nogal logisch was – goede ventilatie speelt een cruciale rol bij de bestrijding van het coronavirus. Ik moest vooral direct denken aan de belangrijke rol van onze sector bij het schoon en fris houden van de binnenruimte. En aan de verantwoordelijkheid die hierbij komt kijken. Een mooi voorbeeld is het onderwijs, waar het thema schone lucht al jaren op de agenda staat. Licht, lucht, temperatuur of akoestiek zijn op veel scholen onder de maat. Als ouder, maar ook als schooldirecteur, architect of installateur wil je dat scholen een gezond binnenmilieu hebben. De kinderen die er les krijgen zijn tenslotte die van ons allemaal. Niet zo gek dus dat een coalitie van onderwijskoepels en de bouw- en technieksector onlangs het nieuwe kabinet opriep te investeren in betere schoolgebouwen. Maar de uitdaging is breder. Elke omgeving waar mensen bij elkaar komen moet gezond zijn, zeker in verpleeghuizen, buurthuizen, dagopvang, ziekenhuizen en andere plekken waar kwetsbare mensen elkaar ontmoeten. Maar het geldt evengoed voor bedrijven, verenigingsgebouwen en eigenlijk alle andere binnenruimten. De sleutel hiervoor? Die ligt in handen van de techniek. Een belangrijke taak met veel verantwoordelijkheid. Maar als ik kijk naar de dadendrang en creativiteit van de vakmensen in de technische installatiebranche, dan ben

Een rollercoaster

De komst van corona betekende veel online vergaderen en het volgen van online lessen. Maar nu Nederland zich weer opent, gaan we niet terug naar de oude manier van werken. En dat merkt Netinstall BV absoluut. Het bedrijf houdt zich bezig met bekabeling, online samenwerken en asset management. Accountmanager Jeroen Vegter startte in januari 2021 met zijn functie en het enthousiasme spat eraf! Maar hij kijkt ook met enige verwondering terug. Want wat was het een rollercoaster! Jeroen startte midden in de eerste lockdown met zijn nieuwe functie. En het voelde alsof hij op een rijdende trein sprong. De gekte van het online lesgeven en vergaderen was groot. Zadkine – verantwoordelijk voor 200 mbo-opleidingen in de regio Rotterdam – voltijds-, deeltijds-, bedrijfstrajecten en ook opleidingen voor volwassenen – vroeg Netinstall als partner in crime om personeel thuis goed te ondersteunen maar ook om online lesgeven mogelijk te maken. En dat was nog maar de start. Jeroen: “We hebben in een jaar tijd ons volledig gericht op het online werken. En eerlijk gezegd gaan we nu pas ervaren wat dat betekent voor ons businessmodel. In de eerste maanden waren we vooral aan het werk om dingen mogelijk te maken. Kunst en vliegwerk was het soms wel. Maar we zien nu dat organisaties zien dat het online werken blijvend is. Dus zij willen gaan investeren. En wij zijn daar meer dan ooit klaar voor.” Online leren Terug naar het begin. De lockdown in het onderwijs. Zadkine deed een beroep op Netinstall. Jeroen

Nieuwe regels

Per 1 juli 2021 is een milieuprestatie-eis van 0,8 van kracht voor nieuwe woningen. Het doel is om de eis stapsgewijs scherper te stellen en uiterlijk in 2030 te halveren. Deze regelgeving zal op termijn ook verregaande gevolgen hebben voor installateurs, vertelt Harm Valk, senior-adviseur energie & duurzaamheid bij Nieman Raadgevende Ingenieurs. De MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) is bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning verplicht. De MPG geeft aan wat de milieubelasting is van de materialen die in een gebouw worden toegepast. Het gaat hierbij om nieuwe kantoorgebouwen (groter dan 100 m2) en om nieuwbouwwoningen. Let op: de nieuwe eis van 0,8 geldt alléén voor nieuwbouwwoningen. Levenscyclus Hoe lager de MPG, hoe duurzamer het materiaalgebruik. De milieuprestatie van materialen van gebouwen zal een steeds belangrijkere factor worden in de totale milieubelasting van een gebouw. Om de milieubelasting van een enkel materiaal te bepalen, wordt een LevensCyclusAnalyse (LCA) uitgevoerd. De LCA moet wordt uitgevoerd door een gekwalificeerde deskundige. De LCA resulteert in 11 indicatoren voor de milieubelasting van een product. Deze 11 indicatoren worden samengevoegd tot één waarde: de schaduwkosten per eenheid van het product (kg, m3, m2 of iets dergelijks). Som schaduwkosten De MPG van een gebouw is de som van de schaduwkosten van alle toegepaste materialen in een gebouw. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de materialen die worden vervangen tijdens de levensduur van het gebouw. De totale som wordt gedeeld door de levensduur en door het bruto vloeroppervlak van een gebouw. De MPG wordt vervolgens uitgedrukt in de

Wie zijn jouw échte klanten?

In de vorige editie van InstallateursZaken schetste ik een beeld over klantbetrokkenheid en het zicht daarop. In dit tweede deel over ‘klanten’ Geef ik met de ‘klantpiramide’ een hulplijn om inzicht te krijgen. Een klantpiramide – analoog aan de piramides uit het oude Egypte – zit vol verborgen schatten. Op grond van basisinformatie over klanten (bestaande, verloren en nieuwkomers), analyseer je het totale klantenbestand. De meest gebruikelijke indeling van de piramide is op basis van omzet. Heb je ook informatie over de afzet per productgroep, de brutomarge per afnemer of zelfs van de marge over productgroepen per afnemer? Des te meer financiële waarde kun je aan de klantpiramide ontlenen. En ook hier weer analoog aan de piramides: graaf dieper en verwijder het zand en stof om andere pronkstukken te vinden. Verrijk het model met informatie over het marktdomein, de klant van de klant, de kernwaarden van uw klant etc. Met regelmaat sta ik versteld dat bedrijven die informatie niet goed op het netvlies hebben. Onderschatten hoe dominant enkele klanten zijn voor hun afzet, omzet maar vooral winstmarge. Want, de klant is koning toch? De praktijk wijst uit dat veel bedrijven de meeste aandacht geven aan klanten die het hardst schreeuwen. Klanten die veel energie kosten en vaak tegen een lage prijs. Die ook nog eens een koninklijke behandeling wensen. Klanten die feitelijk niet bij jouw organisatie passen. Terwijl die trouwe, stille, perfect passende klant in al dat rumoer ‘vergeten’ wordt. Een onderzoek naar kenmerken van klanten leert dan dat er