De branche is hard op zoek naar nieuwe vakmensen. Daarom zijn in de afgelopen jaren in heel Nederland projecten gestart om werkzoekenden in korte tijd te scholen voor een loopbaan in de installatie-, elektro- of infratechniek. Regio Holland-Rijnland doet ook mee. Inmiddels is het vierde zij-instroomproject gestart met alweer het eerste resultaat: Ahmad Ezzeddin is aan de slag gegaan bij Ponsioen Installatie Techniek.
Tag: artikel editie februari 2019
In 2050 moet de gebouwde omgeving energieneutraal zijn. Volgens Ron Bosch, dga van technisch adviesbureau TIAB gaat dat ons nooit lukken als er geen behoorlijke kwaliteitsborging komt. En dat begint opmerkelijk genoeg al in de ontwerpfase.
Ruim tien jaar geleden zat balansventilatie in het verdomhoekje. In de Amersfoortse nieuwbouwwijk Vathorst werden honderden mensen chronisch ziek van hun huis waarin deze vorm van ventilatie was toegepast. Bewoners zeiden destijds dat het ‘voelt alsof ze in een plastic kooi wonen waar ze door een klein gat moeten ademhalen’. Hoe anders is de situatie nu. Technologische vernieuwingen, een stijging van het algemene kennisniveau en de groeiende vraag naar duurzame woningen hebben de afgelopen jaren juist gezorgd voor een enorme vraag naar balansventilatiesystemen, meldt ventilatieconsultant Jelmer de Jong in het artikel ‘The comeback kid’ in deze uitgave. Hij voorziet een zonnige toekomst. “Ik verwacht dat het marktaandeel binnen 5 jaar zal stijgen van zo’n 40% naar 65%.” Balansventilatiesystemen worden nu steeds vaker opgeleverd als onderdeel van prefab modules waarin o.a. ook duurzame technieken zijn opgenomen. Gevolg: minder faalkosten, snellere bouwtijd en beter op elkaar afgestelde installaties. De persoonlijke wensen van de gebruiker zijn daardoor nog beter in te vullen en garanderen. Over Vathorst hebben we het dus maar niet meer.
Monteurs vinden? Daan van den Berg draait er zijn hand niet voor om. De dga van Daan Installatietechniek weet hoe hij jonge en ervaren krachten aan zich kan binden. Bijvoorbeeld door ze boeiend en afwisselend werk te bieden. Zoals onlangs toen een bovenappartement in Amsterdam gasloos moest worden gemaakt.
In het Zuid-Hollandse Voorhout verrijzen 33 nieuwe woningen. Het gaat om een innovatief project met energieleverende woningen. Dankzij slimme software en duurzame installatietechniek, waaronder een bijzonder samenspel van natuurlijke en mechanische ventilatie, gaan de initiatiefnemers zelfs verder dan NOM. Maak kennis met POM. Het zijn slechts 33 woningen. Toch hebben ze al een storm aan publiciteit teweeggebracht, zowel nationaal als internationaal. In Voorhout, onder de rook van Leiden, wordt een innovatief experiment uitgevoerd. De nieuwe huizen gaan namelijk een stap verder dan NOM (Nul-Op-de Meter), ze zijn niet energieneutraal, maar energieleverend. Altijd innoveren Het begon allemaal in 2013 vertelt Yvonne van der Hulst. Zij is eigenaar van Van der Hulst Bouwbedrijf. Ook in Lisse had de economische crisis haar tol geëist. Van der Hulst was bezig te overleven, “maar tegelijkertijd realiseerden we ons dat we ook naar de toekomst moesten kijken. Innoveren doe je niet alleen in tijden van voorspoed, maar ook in tijden van crises. Alleen op die manier blijf je relevant als speler in de bouwkolom.” Active House Van der Hulst smeedde haar bedrijf om tot een LEAN-organisatie, verdiepte zich in luchtdicht bouwen en in de Active House filosofie. “Een Active House wordt beoordeeld op de mate van interactie tussen binnenklimaat, energiegebruik en milieubelasting, waarbij wordt gestreefd naar de optimale balans”, aldus het boek met de officiële ontwerprichtlijnen. Dat klinkt wat vaag, dus de vraag is hoe je dat vertaalt naar de praktijk. Energie en binnenklimaat “Een Active House creëert een gezond en comfortabel binnenklimaat voor bewoners, met
De gemeente Amsterdam heeft de afgelopen jaren circa 35 miljoen geïnvesteerd in de verbetering van het binnenklimaat van 110 scholen. Merosch is als adviseur nauw betrokken bij het project. Bart Advokaat vertelt in dit artikel voor welke uitdagingen het team staat en op basis van welke criteria ze de geschikte ventilatieoplossing selecteren. De vernieuwing van ventilatiesystemen in bestaande schoolgebouwen brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Elk pand heeft weer andere bouwkundige eigenschappen. De beschikbare ruimte voor het aanbrengen van aanvullende installaties is vaak zeer beperkt, zeker als het gaat om gebouwen uit de jaren ‘70. Ook de constructie is een aandachtspunt. Er zijn meestal weinig constructieve gegevens bewaard gebleven en soms zelfs niet meer beschikbaar in het stadsarchief. Creativiteit gevraagd Advokaat: “En of het nou gaat om centrale of decentrale ventilatie units, ze zijn allebei erg zwaar. Om die reden is het van groot belang dat de ophanging of plaatsing ook constructief wordt doorgerekend, want veiligheid staat voorop. Daarbij lopen er allerlei cv-leidingen en kabelgoten op de meest onverwachte plekken, die een hoop onvoorzien en extra werk kunnen opleveren in een al zeer krappe uitvoeringsperiode. Dit alles vraagt de nodige creativiteit om te komen met oplossingen die passen binnen het budget en geen ruimtelijke belemmeringen opleveren. Ook de eisen van Welstand, de mogelijke aanwezigheid van asbest en de beschikbare financiën maken dat er voldoende redenen zijn om te spreken van een uitdagend project.” Decentraal versus centraal “Regelmatig moeten we de afweging maken of we zullen kiezen voor een centraal
De wc van de buren kunnen horen doorspoelen, een rioolstelsel dat overstroomt tijdens een extreme regenbui, lastige discussies met de opdrachtgever over de lay-out van de installatie… Het zijn allemaal problemen waarmee installateurs van rioleringen vaak te maken hebben. Een heldere richtlijn biedt dan uitkomst. Babylonische spraakverwarringen zijn geen uitzondering in de wereld van afvalwatertechniek. Die onduidelijke zin of tabel over het ontwerpen van een installatie; de ene installateur interpreteert die zo, de andere zus en de opdrachtgever wéér anders. Erg lastig om zo gebouw- en buitenrioleringen storingsvrij aan te leggen. Neem bijvoorbeeld het combineren van ontspanningsleidingen. De verticale standleidingen moeten in theorie allemaal een eigen dakdoorvoer krijgen, maar dat is vaak ongewenst en kostbaar. Meestal kiest de vakman er dan voor om ze onder het dak te verzamelen via een horizontale leiding, met gezamenlijk één dakdoorvoer. Maar mag je daar nu maximaal 10 standleidingen combineren, of mogen het er in sommige gevallen ook meer zijn? Veel ruimte voor discussie Ander voorbeeld: stortleidingen komen vaak in een voorgespannen vloer, maar je moet er als installateur nog wel voor kunnen zorgen dat er een afschot wordt gerealiseerd. Soms lukt dat niet en komt hij op tegenschot te liggen. En dan hebben we het nog niet eens over problemen als verstopte riolering, geborrel van stankafsluiters, geluidsoverlast van het toilet van buren, en stank. Allemaal problemen waarmee installateurs, en opdrachtgevers, vaak te maken hebben, maar waar níet altijd een eenduidige, onomstotelijke norm of richtlijn voor bestaat. Logisch dat er dan veel ruimte is
Balansventilatie is bezig met een ongekende opmars. Volgens deskundigen heeft het systeem al een marktaandeel van 40%. Toch zijn niet alle experts er even enthousiast over. Zo verklaarde GGD-gezondheidsdeskundige Martin Eggens liever natuurlijke ventilatiesystemen in huizen te zien. Terecht of onterecht?
Uit ervaring weten we dat er na, zeg 15 jaar, in een bestaand gebouw verbazingwekkend weinig kennis meer is van de technische installaties. Na oplevering van gebouwen verdwijnen technische tekeningen ‘als sneeuw voor de zon’. En mocht een gebouw één of meerdere keren van eigenaar veranderen, dan is de ramp al helemaal niet te overzien. Kortom, vaak weet niemand na een aantal jaren nog iets van de technische invulling van een gebouw. Dat is lastig voor een installateur die bijvoorbeeld in een appartementengebouw een nieuw cv-toestel moet gaan plaatsen. Het eerste wat hij moet uitzoeken is: wat zit er achter de wand? Welk rookgasafvoersysteem is toegepast en wat betekent dit voor de renovatie van ervan in combinatie met een cv-toestelvervanging. Kan hij dit zelf of moet hij hiervoor een specialist inschakelen? Wat hem zou kunnen helpen is een ‘schoorsteenaansluitplaat’ op of bij de aansluiting in de wand, waarop hij kan zien wat hij kan tegenkomen tijdens zijn werkzaamheden. De meest essentiële informatie zou hierop moeten staan. In ieder geval de productmarkering of ‘designation string’ (de belangrijkste kenmerken) van het afvoersysteem, evenals het jaar van installatie en de maximale levensduur van het systeem. Zo is simpel na te gaan of en hoelang het systeem nog bruikbaar is, en aan welke eigenschappen het nieuw aan te sluiten cv-toestel moet voldoen. Deze en andere gedachten zijn al vormgegeven in het onlangs ontwikkelde document ‘Het nieuwe CLV-systeem’ (Hfst. 7) waarin alle kwaliteitseisen voor het installeren van rookgasafvoersystemen voor modernste (C10) cv-ketels zijn samengebracht. In
Dat ventilatie belangrijk is voor een goed binnenklimaat weten de meeste installateurs wel. Maar dat de vele ontwikkelingen leiden tot nieuwe richtlijnen en aangepaste regelgeving is menig installateur nog onbekend. Wat verandert er zoal? Allereerst, wat is er zo belangrijk aan die ontwikkelingen in de ventilatie? Het antwoord vloeit voort uit de veranderende wijze van bouwen en installeren. Zo is er een grote focus op energetische verduurzaming, met als consequentie dat we in het afgelopen decennium naast isoleren ook veel luchtdichter zijn gaan bouwen en renoveren. Ook is er veel meer aandacht gekomen voor de kwaliteit van de buitenlucht, de lucht waarmee we onze gebouwen ventileren. Maatwerk Hierdoor groeit de vraag naar toepasbare ventilatie-oplossingen op maat. De industrie heeft dan ook niet stil gezeten; vele nieuwe, maar vooral energiezuinige, stille systemen met behoud van de ventilatieprestatie zijn in de afgelopen jaren op de markt gekomen. De aandacht voor een goed werkend ventilatiesysteem als geheel (toevoer-doorstroom-afvoer) is daarbij hét uitgangspunt geworden. Kritischer kijken Tegelijkertijd leert de praktijk ons dat we graag ventilatieconcepten blijven toepassen zoals we al vele jaren gewend zijn. En hier zit de crux… Aangezien de omstandigheden veranderen, zouden we ook kritischer moeten gaan kijken naar ventilatie. Want recente onderzoeken leren ons dat er fundamenteel zaken niet goed gaan als we de bouwregelgeving en de aangewezen normen (NEN1087/8087) als referentie aanhouden. Hoe zit dat dan? Onderzoek leidt tot planvorming Als de aangebrachte ventilatievoorzieningen en de geïnstalleerde ventilatiecapaciteit minimaal voldoen aan het Bouwbesluit, dan nemen we aan dat de ventilatieprestatie