Tag: artikel editie april 2023

Doorbraak

Ruim een decennium geleden leek het zo’n veelbelovende ontwikkeling: de HRe-ketel. Maar de warmte- en elektriciteitsopwekker redde het toch niet. Want inmiddels hebben we het veel meer over warmtepompen – al dan niet hybride – of stoken op waterstof en groene energie van wind en zon. Zo gaat het vaker met nieuwe ontwikkelingen. Het is helemaal niet zo vanzelfsprekend dat een nieuwe vinding ook succesvol op de markt komt. Overigens is slechts bij 1 op de 20 innovaties sprake van een echte doorbraakontwikkeling. En blijkt uit 40 jaar onderzoek dat nog steeds slechts 14 van de 100 innovatieve ideeën uiteindelijk een marktintroductie beleven. Daarvan zijn er na twee jaar nog maar acht enigszins succesvol. Vraag me niet hoe succesvol, dat meldt dat onderzoek niet. Moet je dan niets aan innovatie doen? Zeker niet! Want uit ander onderzoek is bekend dat bedrijven die met regelmaat een innovatie introduceren, op termijn een hoger onderscheidend vermogen hebben en daarmee een betere concurrentiepositie realiseren. Hoe dan? Door goed in de markt te ‘meten’ waar behoefte aan is, te kijken waar ontwikkelingen heengaan en wat de acceptatie daarvan is. Daarnaast moet je het innovatieproces goed regelen en ook de marktintroductie van een nieuw product. Om de markt beter te begrijpen, is een hoge mate van marktgerichtheid nodig. En om het innovatieproces goed te regelen, is meer nodig dan een innovatieve bedrijfscultuur. We hebben het dan over innovatiekracht. De mate van marktgerichtheid en de innovatiekracht van een bedrijf zijn te meten. En dat kan onder andere

Laad je batterij op!

Nu de afschaffing van de salderingsregeling voor zonnepanelen – waarbij eigenaren hun opgewekte stroom met hun verbruik kunnen/konden wegstrepen – door de Tweede Kamer is, doemt de vraag op hoe consumenten hun eigen zonnestroom kunnen gebruiken. De financiële voordelen verdwijnen tenslotte. Maar: de oplossing is er al. De inzet van de thuisbatterij of een ander vorm van opslag van elektriciteit komt steeds meer in beeld als een manier om je eigen opgewekte stroom vast te houden. De toenemende vraag noodzaakt onze vakmensen om hierover na te denken. Zij moeten technische kennis hebben, de consument kunnen informeren en voorlichten en kunnen meedenken in mogelijkheden. De kosten zijn nog relatief hoog, dus de klant moet weten wat hij aanschaft. Wat is nodig? Wat is het rendement? Dus naast de technische expert is de installateur ook de sparringpartner van de consument. Midden in de energietransitie zijn zij dus een belangrijker schakel. Maar er zijn meer ontwikkelingen. Wat als je met de buurt een batterij wilt aanschaffen? De buurtbatterij wordt nog niet breed ingezet, maar ook dat is een kwestie van tijd. Je kunt de lokaal geproduceerde stroom in de wijk houden en die lokaal delen. Met behulp van een buurtbatterij kun je zorgen dat alle apparatuur blijft functioneren terwijl je kosten bespaart op netverzwaring. Technisch is het allemaal te doen, maar de praktijk is nog beperkt. Het zal niet lang duren voordat ook hier de vakmensen op bevraagd worden. Wat vraagt dit van ons? Nieuwe kennis bij de vakmensen. Nieuwe vaardigheden om echt

Warmtepomp kapot, wat nu?

Zoals wellicht bekend is er voor het installeren van split airco’s en warmtepompen met synthetische f-gassen een BRL100 bedrijfscertificaat verplicht. Naast een bedrijfscertificaat is ook een BRL200 persoons certificaat verplicht. Dit is echter niet van toepassing bij een monoblock warmtepomp; een warmtepomp waarbij het volledige koudemiddelsysteem zich in de buitenunit bevindt. De warmte wordt niet door een koudemiddel naar binnen gebracht maar dit gebeurt rechtstreeks door het cv-systeem buiten te plaatsen of door een extra glycolsysteem toe te passen. Doordat het koudemiddelsysteem gesloten is bij levering valt de certificeringsverplichting weg. Hierdoor kan iedere installateur dit type warmtepomp installeren. Maar wat nu als Nederland straks naar de warmtepomp is overgestapt en er is een storing aan de warmtepomp? Dit kan zomaar een defect in het koudemiddelcircuit zijn en deze warmtepomp is wellicht geplaatst door een installateur die geen BRL100 en 200 certificaten heeft. Een klant zal dus op zoek moeten gaan naar een servicebedrijf dat wel deze werkzaamheden mag uitvoeren, maar gaat deze wel gevonden worden? Doordat ook niet gecertificeerde installateurs warmtepompen zullen plaatsen ontstaat er wellicht scheefgroei in de hoeveelheid bedrijven die kunnen helpen wanneer er een defect is. Bij het gebruik van natuurlijke koudemiddelen (zoals CO2 of propaan) kan de reparatie wel uitgevoerd worden zonder certificering; een reden waarom de EU hierop aanstuurt. Maar dan nog: is de kennis wel toereikend? Ook dan zal een installatie gevacumeerd moeten worden en zullen hiervoor mensen opgeleid moeten worden. Een hele opgave voor de nabije toekomst. Tim Visser Engineer-Adviseur W-installaties, voormalig zelfstandig

Meet- en regeltechniek

Meet- en regeltechniek zit in de lift, merkt opleider ROVC. Toch lijken veel installateurs nog vaak meer bezig te zijn met de ‘hardware’ dan de ‘software’. Hoe komt dat? IZ sprak erover met Nico van Leeuwen, Business Developer bij ROVC. De opleider biedt verschillende cursussen aan op het gebied van meet- en regeltechniek. Sinds afgelopen jaar is de belangstelling sterk toegenomen. Hoe sterk precies? “In de jaren 2018 – 2022 hadden wij min of meer hetzelfde aantal deelnemers aan onze cursussen op het gebied van Meet- en Regeltechniek. Maar sinds afgelopen jaar is dat aantal bijna verdubbeld, en dan praat je al snel over honderden cursisten.” Ben je verbaasd? “Ja, maar vanwege een andere reden dan je denkt. Al jaren neemt het belang van meet- en regeltechniek toe voor de werking en monitoring van W-installaties. Toch bleef het aantal cursisten stabiel. Ik had al eerder een kentering verwacht.” Waarom dan nu wel? “Verschillende factoren. Allereerst natuurlijk de gestegen energie- en gasprijzen. Klanten tonen meer belangstelling voor monitoringsoplossingen en mogelijkheden om hun installaties te optimaliseren. Daar heb je meet- en regeltechniek voor nodig. Daarnaast heeft ook Corona, onder andere vanwege de aandacht voor de binnenklimaatkwaliteit, een duit in het zakje gedaan. Tot slot wordt er in 2026 Europese wetgeving ingevoerd die de monitoring van energieprestaties van gebouwen verplicht maakt.” Hoe zit het eigenlijk met de belangstelling voor andere cursussen op het gebied van W-installatietechniek? “Ook daar zien we een groei. Bijvoorbeeld op het gebied van warmtepompen. Onze cursisten willen graag weten

Bewust veilig

Op 29 maart was het de Bewust Veilig-dag. Ook bij Lomans in Amersfoort en Capelle aan den IJssel werd hieraan aandacht besteed. Met een grote informatiemarkt wilde het bedrijf zijn monteurs informeren en inspireren op het gebied van veilig en gezond werken. Een groot evenement voor een belangrijk onderwerp.  Albert Bouwman is binnen Lomans samen met een team enthousiaste medewerkers verantwoordelijk voor de organisatie van het event. Als KAM-medewerker heeft hij een groot hart voor het onderwerp. “Het is de tweede keer dat we meedoen met de Bewust Veilig-dag. Vorig jaar was het kleinschaliger. Projectleiders en managers gingen op bezoek bij monteurs op de werkplek om daar te kijken en praten over veiligheid. Dit jaar wilden we iets anders.” Een paar maanden geleden begon de brainstorm. “Het idee van een veiligheidsmarkt op de parkeerplaats van de beide vestigingen was er snel. Maar ik denk niet dat we vooraf hadden kunnen bedenken wat het ging worden: een groot, mooi event over veilig en gezond werken.” Markt Wat was er zoal op de markt te vinden? Er was aandacht voor het werken op hoogte. Met een hoogwerker, lift en steigerbouw werd met behulp van een instructeur van Boels getoond wat veilig en gezond werken is. Maar we hadden het ook over valbeveiliging en leeflijnen van de firma Pelgrim. Er stond een simulator van Green Dino die de monteur de mogelijkheid bood om te ervaren wat er gebeurt als je wordt afgeleid door bijvoorbeeld een telefoontje of een appje in de auto tijdens

Vacaturetekort

Er is al jarenlang een structureel tekort aan vakmensen. Tegelijkertijd brengt de verduurzamingsopgave én vraag naar nieuwe woningen steeds meer werk met zich mee. Toch maar alles aannemen dan? De verleiding is groot, maar hier zitten behoorlijke risico’s aan vast. Breman Installatiegroep kiest daarom voor een andere aanpak. IZ sprak erover met Erik van Heuveln, lid van de groepsdirectie van het bedrijf. Onderzoek Uit een recent onderzoek van bouweninstallatiehub.nl onder bijna 3000 professionals uit de bouw en installatie blijkt dat ruim 75 procent vindt dat de kwaliteit van het werk te lijden heeft onder het personeelstekort. Het percentage is ongeveer gelijk in de sectoren bouw, installatie, leveranciers en ontwerp & advies. Het gaat niet eens zozeer over de hoeveelheid vakmensen, maar over vakmensen met de juiste opleiding. Er is een gebrek aan instroom van jongeren, terwijl de ouderen uitstromen en de techniek snel verandert, aldus het onderzoek. Open vacatures Breman Installatiegroep heeft bijna 1700 professionals in dienst. “Daarnaast staan er zeker 200 vacatures open”, vertelt Van Heuveln. “En dan gaat het zowel om professionals die binnen als buiten werkzaam zijn.” Praktijk Veel kleine en middelgrote installatiebedrijven hebben hetzelfde probleem. Ook zij kunnen nauwelijks vakmensen vinden. Tegelijkertijd krijgen ze van alle kanten werk aangeboden. De verleiding is groot om alles toch maar aan te nemen. Zeker omdat menig installatiebedrijf tijdens de vorige economische crisis, van 2008 tot 2014, fikse klappen heeft opgelopen en minder vet op de botten heeft dan zijn grotere collega’s. Begrip “Ik begrijp dat ze zo in de

Meten en regelen op afstand

De koude- en klimaattechniek kampt al lange tijd met een tekort aan vakbekwame koeltechnici. Ook vraagt de markt om prestatiegerichte onderhoudscontracten en snellere responstijden bij storingen. Leveranciers ontwikkelden hiervoor op afstand bestuurbare meet- en regelsystemen voor koel- en klimaatinstallaties en installateurs passen deze op steeds grotere schaal binnen een steeds breder pallet aan installaties toe. Het gevolg hiervan is dat het aantal installaties dat op afstand geregeld en beheerd wordt, toeneemt. Voor installatie-eigenaren/exploitanten betekent dit dat afwijkingen en storingen in hun gebouwen/fabrieken in een vroeg stadium getraceerd en opgelost kunnen worden zonder dat dit direct ten koste gaat van de beschikbaarheid. Installatiebedrijven kunnen zo op basis van de metingen die op afstand uitgevoerd worden, inzien wat de status en het gebruik van de installatie is. Bij een eventuele storing kunnen zij vervolgens op afstand ingrijpen en de storing verhelpen. In sommige gevallen kan de klant zelf op locatie het probleem oplossen en hoeft er geen servicemonteur de weg op. Met de recent ontwikkelde VR- en AR-technologie is deze mogelijkheid zelfs nog een stap bereikbaarder geworden. Zo kunnen monteurs veel efficiënter worden ingezet, waarmee tijd en geld wordt bespaard en een bijdrage aan de totale CO2-reductie wordt geleverd. De erkende installateurs die bij NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, zijn aangesloten, zijn bekend met het meten en regelen van installaties op afstand. Zij kunnen op basis van de gegevens uitval van een installatie voorkomen en hierin adviseren. De erkende installateurs zijn bovendien in het bezit van de NVKL-erkenning en voldoen daarmee

Waarom zou je een hybride kopen?

Een hybride warmtepomp koop je om de CO2-uitstoot in het land te verlagen. Natuurlijk, dat geldt voor iedereen. Of spelen er nog meer argumenten? Dat laatste is uiteraard vaak aan de hand. Laat ik eerlijk zijn, dat geldt voor mij ook. De besparing waar ik vanuit mocht gaan, speelde mee in mijn overwegingen om een hybride warmtepomp te laten installeren. Die installatie viel enorm mee. Binnen een dag was alles geïnstalleerd. Mijn nieuwsgierigheid naar de besparing die de hybride zou opleveren was groot. Daarom heb ik een jaar lang de prestaties van het systeem gevolgd. Eerst heb ik naar het gas- en elektriciteitsgebruik op de app van de energieleverancier gekeken. Ik zag al direct het gasgebruik afnemen en het elektriciteitsgebruik toenemen. De verhouding tussen deze twee is belangrijk, want dan weet je wat het onder aan de streep oplevert. Zo heb ik in 2022 in totaal 980 m3 minder gas gebruikt. Dat heeft me 2.150 kWh extra aan stroom gekost. De besparing op gas was daarmee iets boven de 70%. De hoeveelheid gas die overbleef was voor het warmwatergebruik en voor de dagen dat de temperatuur onder de twee graden daalde. Dat was op 16 dagen het geval in 2022. De energieprijzen gingen nogal op en neer afgelopen jaar, maar onder aan de streep heb ik ruim € 700 op mijn energierekening bespaard. Een behoorlijk bedrag waardoor ik over een paar jaar de investering weer terug heb verdiend. En dat zonder comfort in te leveren. Ook is de hoeveelheid CO2

Duurzame renovatie

Meer comfort en minder energiegebruik. Het lijkt misschien tegenstrijdig maar dit is precies wat de missie is die de HVAC-industrie de komende jaren moet volgen. Iedere dag worden renovatieprojecten opgeleverd die een beter comfort en een gezondere binnenlucht bieden, terwijl tegelijkertijd een aanzienlijke thermische en energiebesparing wordt gerealiseerd.  Het is bekend dat regeltechniek hier een sleutelrol speelt en ‘grijze’ HVAC-installaties snel tot ‘groene’ klimaatsystemen getransformeerd kunnen worden. Zónder ingrijpende aanpassingen en/of hoge kosten, waardoor verduurzaming voor elk gebouw binnen handbereik ligt . Het is dus belangrijk dat je weet welke bijdrage veldapparatuur levert en wat de energiebalans is over de gehele levenscyclus. Factoren zoals de ‘grijze’ energie, stand-by energie en betere efficiëntie in de individuele toepassing moeten ook in aanmerking worden genomen. Alleen wat wordt gemeten kan worden geanalyseerd en geoptimaliseerd. De ‘slimme’ gebouwen van morgen worden gekenmerkt door een hoog niveau van energie efficiëntie en optimaal comfort in de ruimtes. Daarom moet een gebouw kunnen ‘communiceren’ met de gebruiker, de onderhoudsspecialist en de energieleverancier. Maatregelen Om de Europese landen te helpen ervoor te zorgen dat gebouwen geen energie verspillen hebben het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie een reeks normen opgesteld – de Energy Performance of Buildings Directive 2018/844/EU (EPBD) – die een overzicht geeft van de maatregelen die nodig zijn voor de vermindering van het energiegebruik en uiterlijk in 2025 in de nationale wetgeving moeten zijn opgenomen. De EPBD bepaalt onder meer dat niet-residentiele gebouwen met een nominaal vermogen voor een verwarmingssysteem of een gecombineerd

Gasloos

Willem Langerak is als integraal adviseur van adviesbureau Merosch betrokken bij het circulair renoveren en gasvrij maken van het Berlage Lyceum in Amsterdam. “De regeltechniek maakt het mogelijk om met hetzelfde elektrische vermogen meer te kunnen doen. Daar moeten wij als mensen sowieso naartoe”, aldus Willem Langerak. Het Berlage Lyceum werd in 1922 gebouwd en bestaat uit twee vrijwel identieke gebouwen. Er wordt onderwijs aangeboden op MAVO-, HAVO- en VWO-niveau. Elk gebouw bestaat uit een (fietsen)kelder met daarboven drie bouwlagen. De gebouwen hebben gezamenlijk een bruto vloeroppervlak van rond de 7.900 m2. Beide gebouwen hebben de status van rijksmonument; de gevel moet zoveel mogelijk intact blijven en bepaalde elementen mogen niet worden aangetast. Toch is een grondige renovatie van de schil hard nodig om de gebouwen geschikt te maken voor laagtemperatuur verwarming, zodat ze ook gasloos aan de huidige normen voor onderwijs voldoen. Een interessante uitdaging, zeker omdat er na onderzoek nogal wat bouwfysische problemen aan het licht kwamen. Met welke vraag klopte de opdrachtgever aan? “Het Berlage Lyceum is intussen meer dan 100 jaar oud en het voldoet niet aan de huidige normen om gezond te kunnen werken en leren. De luchtbehandeling voldeed niet aan de huidige normen voor onderwijs, dus we kregen eerst de vraag om een aangepaste luchtbehandelingsinstallatie te ontwerpen. De school wil voldoen aan de normen van een ‘Frisse School’, conform het Programma van Eisen Frisse School Klasse B. Dit betekent dat er per leerling minimaal met 30,6 m3/h geventileerd moet worden. Daarnaast worden er ook