Als jonge vader gaf Job Beijer zijn baan als gymleraar op om zonder ervaring directeur te worden van een loodgietersbedrijf. Hij werd een sociaal werkgever met een groot hart. Goudeerlijk en altijd in kansen denkend, juist als het gaat om ‘zijn’ vakmensen. Sinds twee jaar is Job Beijer mede-eigenaar van het installatiebedrijf Aquarius. Zijn vader passeerde de 60 en wilde langzaam afbouwen. Tegelijkertijd stond Job na vele jaren in het onderwijs wel open voor een nieuwe uitdaging. Daarom besloot hij de stap naar het familiebedrijf te zetten. Zijn vader is nog steeds actief in het bedrijf maar de dagelijkse leiding ligt bij Job. Lachend: “Mijn zoontje zegt het treffend: ‘opa is de baas en mijn papa is de directeur’.” Handen uit de mouwen Een nieuwe uitdaging aangaan zonder ervaring. Dat vraagt om handen uit de mouwen steken en optimisme. “Het was best spannend, want als ‘zoon van’ kom je niet ver. Hierbij kwam dat er in het bedrijf drie oude rotten in het vak waren. Tja, en dan kom ik binnen… Ik had geen idee of ik het zou kunnen, maar ik heb last van wat ik de gymlerarenziekte noem. Gewoon doen wat je leuk vindt en er het beste van maken. Zo ben ik erin gestapt.” Naast de mannen Directeur van een bedrijf. Dat was best even wennen. “Eigenlijk was ik helemaal niet zakelijk en commercieel. Voorheen had ik een vast salaris dat elke maand op mijn bankrekening werd gestort. Als ondernemer is dat toch anders. Het beeld in
Categorie: Zakelijk
Kantelen, noemen ze het in vakjargon. Nederland staat aan de vooravond van een aardverschuiving. Iedereen weet dat de energietransitie onomkeerbaar is, maar vooralsnog aarzelt de consument om en masse over te stappen op duurzame oplossingen. Waarom? Queena Qian en Shima Ebrahimigharehbaghi zijn beiden verbonden aan de TU Delft. Ebrahimigharehbaghi is op dit moment bezig te promoveren bij Qian. Beide dames verdiepten zich de afgelopen jaren in de motieven van Nederlandse huiseigenaren en huurders om wel of niet over te stappen op duurzame oplossingen. Het resultaat van hun onderzoek zal binnenkort worden gepubliceerd. In dit artikel een voorproefje, waarbij tijdens het interview vooral Qian het woord voerde. Stap wagen? Met onze ambitieuze klimaatdoelstellingen moeten we als maatschappij overstappen op duurzame verwarmingssystemen en energieopwekkers. Het is opvallend dat Nederland zo langzamerhand wel aan de PV-panelen gaat, maar de warmtepomp nog niet helemaal lijkt te omarmen. Wat is er aan de hand en kan je als installateur jouw klant zover krijgen dat hij wel de stap durft te wagen? Onbekendheid oplossingen Hoewel het onderzoek van Qian en Ebrahimigharehbaghi zich vooral toespitst op de sociale context, hebben ze gaandeweg ook wel enig inzicht gekregen in het populariteitsgehalte van de verschillende technische oplossingen. En daar zit al de eerste bottleneck. Nederland wil wel de overstap maken op zonne-energie, maar bijvoorbeeld een zonneboiler, batterij of warmtepomp aanschaffen, is een ander verhaal. “Sommige oplossingen zijn gewoon minder bekend”, vertellen de beide onderzoeksters. En dat brengt vragen met zich mee. “Consumenten vragen zich bijvoorbeeld af of er wel
Is de inzet van extra handjes voldoende om de doelstellingen van het klimaatakkoord te realiseren of moeten we ook slimmer gaan werken? Volgens Adrie van Duijne, mede-initiatiefnemer van de Barbapapafabriek, wel. Hij legt uit wat de oplossingen zijn voor het capaciteitstekort in de branche. De installatiesector wordt uitgedaagd om een grote rol te spelen bij de realisatie van de doelstellingen uit het klimaatakkoord. Naast het inbrengen van nieuwe technologieën wordt er ook een beroep gedaan op het slim samenwerken met de andere partijen in de bouwkolom, zodat er voor de klant een ‘One stop shopping’ model ontstaat. Voor de inbreng van de nieuwe technologieën hoeft niet direct worden gevreesd. De installatiebranche heeft haar contacten met fabrikanten en groothandels, zodat ze in ieder geval op de hoogte blijft van de lopende technische ontwikkelingen. Daarnaast zijn er contacten met de diverse technische universiteiten , waardoor de installatiebranche ook weet welke innovaties er in de pijplijn zitten. Integraal samenwerken Lastiger is om proactief samen te werken met de andere partijen in de bouwkolom, zoals aannemers, architecten, isolatiebedrijven, energieadviseurs, glaszetters en dergelijke. Dit vereist een samenwerkingsmodel waarbij de individuele partijen het lef hebben om boven zichzelf uit te stijgen en de vraag van de klant centraal blijven stellen, zonder meteen uit te gaan van eigen gewin. Willen we de klant bijvoorbeeld adviseren om eerst te isoleren en dan pas zijn ketel te vervangen? Of duwen we hem meteen een warmtepomp door zijn strot? Dit integraal denken vereist ander ondernemerschap. Het toverwoord hierbij is ‘sociale
Veilig en gezond werken lijkt vanzelfsprekend. En dat moet het ook zijn. Maar het is de vraag of de bedrijven en de vakmensen van de technische installatiebranche zich hier altijd bewust van zijn. Wat betekent veilig en gezond werken? Wat zijn de trends? Waar moeten we rekening mee houden? Veiligheidskundige Harm van Heukelum geeft zijn visie. Harm van Heukelum staat midden in de praktijk van veilig en gezond werken. Als manager QHSE (dit staat voor Quality, Health, Safety & Environment) zetten hij en zijn team zich bij Dynniq Energy dagelijks in voor het bevorderen van de bewustwording en de praktische vertaling van veilig en gezond werken op de werkvloer. Veilig en gezond werken vraagt om aandacht ”Het belang van veilig en gezond werken is eigenlijk heel logisch,” stelt Van Heukelum. “Als bedrijf wil je een mooi product op de markt zetten én winst maken. Voor beide ambities is veilig en gezond werken essentieel. Het zijn immers de vakmensen die de prestatie moeten leveren. Tegelijkertijd zijn de vakmensen gebaat bij een veilige werkplek om goed en met plezier te kunnen presteren. Het brede belang van veilig en gezond werken is dus vanzelfsprekend. De praktijk van veilig en gezond werken vraagt echter om continue aandacht.” Toenemende kennisbehoefte Van Heukelum ziet in de branche een groeiende kennisbehoefte op het gebied van veilig en gezond werken. Hierbij gaat het niet alleen over risico’s en wettelijke voorschriften, maar ook over de manier waarop de kennis over veilig en gezond werken op de werkvloer praktisch kan
In 2011 nam China het stokje over van Japan. Sindsdien is de Aziatische grootmacht de tweede economie ter wereld. Toch dringen Chinese producten nog maar mondjesmaat binnen in de installatiebranche. Kan je de gok al wagen en via Chinese websites bijvoorbeeld een flowmeter of warmtepomp bestellen? Riccardo Ruggiero is de eigenaar van Ruggiero Installatie en Montage. De ervaren installateur zocht enige tijd geleden eens uit of hij via Chinese websites goedkoper producten kon inkopen. Het bleek te veel hoofdbrekens met zich mee te brengen en uiteindelijk liet hij het idee varen. Keuzeproces “Ik was op zoek naar flowmeters”, vertelt Ruggiero “en raakte in gesprek met een aantal producenten. De communicatie verliep moeizaam. Hun Engels was gebrekkig en de productomschrijvingen waren onduidelijk. Ik miste alle technische specificaties. Ze boden ook geen kant-en-klare flowmeters aan, maar produceerden alleen op bestelling. Daarnaast vond ik het moeilijk om de kwaliteit in te schatten. De monsters kunnen dan wel goed zijn, maar er zijn geen certificeringen of garantievoorwaarden die je enige mate van zekerheid en bescherming bieden voor het geval de uiteindelijke lading niet voldoet. En dat is tricky, want ze toonden pas interesse als je grotere partijen van een product wilde bestellen.” “Ze maken alles” Ruggiero haakte af, maar is nog wel steeds geïnteresseerd in zakendoen met Chinese fabrikanten. “Ik zou wel producten afnemen als ik ook lagere aantallen kon bestellen tegen aantrekkelijke levertijden, duidelijke handleidingen kreeg, zekerheid had over certificeringen en de garantievoorwaarden naar mijn smaak toereikend zouden zijn. De potentie is enorm;
De branche is hard op zoek naar nieuwe vakmensen. Daarom zijn in de afgelopen jaren in heel Nederland projecten gestart om werkzoekenden in korte tijd te scholen voor een loopbaan in de installatie-, elektro- of infratechniek. Regio Holland-Rijnland doet ook mee. Inmiddels is het vierde zij-instroomproject gestart met alweer het eerste resultaat: Ahmad Ezzeddin is aan de slag gegaan bij Ponsioen Installatie Techniek.
In 2050 moet de gebouwde omgeving energieneutraal zijn. Volgens Ron Bosch, dga van technisch adviesbureau TIAB gaat dat ons nooit lukken als er geen behoorlijke kwaliteitsborging komt. En dat begint opmerkelijk genoeg al in de ontwerpfase.
Volgend jaar staat hij 30 jaar aan het roer bij Jaga Konvektco. Chris Heerius heeft de klimatiseringsmarkt flink zien veranderen. “Door de goede woningisolatie zijn koelen en ventileren steeds belangrijker geworden. We hebben al de tools voor een duurzaam 2050, maar de branche is te behoudend.” Jaga Konvektco is de Nederlandse importeur van Jaga-oplossingen. In het assortiment bevinden zich onder andere de bekende Oxygen2, Briza en sinds kort ook de Strada Hybrid (zie kadertekst). Als radiatorexpert levert het bedrijf zowel oplossingen aan de woningbouw – van sociale huurwoningen tot luxe villa’s – als utiliteit, bijvoorbeeld kantoren en zorgcomplexen. Betere isolatie “Geleidelijk aan is het aandeel verwarming wat aan het afnemen”, vertelt Heerius. De verklaring ligt voor de hand; door de steeds betere isolatie van nieuwbouwwoningen en nieuwe utiliteitsgebouwen neemt de warmtevraag af. Tegelijkertijd ziet Heerius dat ook in renovatietrajecten vaak ingestoken wordt op een betere gebouwschil. Koeling wordt belangrijker Deze verandering heeft verregaande gevolgen, vertelt de directeur van Jaga Konvektco. “Het belang van koeling en ventilatie neemt toe, bovendien wordt het steeds belangrijker om de verschillende klimatiseringssystemen nauwkeurig af te stemmen op de bouwkundige situatie.” Radiatorspecialist Jaga speelt in op deze ontwikkeling door niet alleen oplossingen aan te bieden die verwarmen, maar ook eventueel ventileren, koelen en/of beschikken over warmteterugwinning. Zo kan bijvoorbeeld de Strada Hybrid verwarmen en koelen, de Jaga Oxygen verwarmen en ventileren en de Jaga Fresh bovendien nog warmte terugwinnen. LT-radiatoren Waar vroeger al vaak standaard werd gekozen voor vloerverwarming op de begane grond en de eerste
Als u weleens een auto heeft gekocht, dan heeft u zich vast afgevraagd of u bijvoorbeeld airconditioning of volledige climate control wilde. Installateurs zijn vakidioten, maar ook een a-technische autokoper weet precies wat deze opties inhouden. Heeft u uw opdrachtgever echter wel eens gevraagd of hij ook climate control wilde in zijn gebouw? Of stoelverwarming? Elektrisch bedienbare ramen? Binnenmilieuadviseurs horen vaak dat installateurs het lastig vinden om een opdrachtgever de meerwaarde van dergelijke maatregelen uit te leggen. Het gevolg is dat zowel de opdrachtgever als installateur vooral naar de prijs kijken. Dit artikel licht toe hoe de WELL Building Standard kan worden ingezet om dit gesprek te voeren. Zie het als de autobrochure voor uw volgende gebouw. Internationaal keurmerk De WELL Building Standard is een internationaal keurmerk voor gezonde gebouwen. Deze standaard is ontwikkeld door de Amerikaanse vastgoedorganisatie Delos en in 2014 overgedragen aan het International WELL Building Institute (IWBI). Voor wat betreft de definitie van gezondheid en welzijn sluit WELL aan bij de definitie van gezondheid van de Wereldgezondheidsraad: “Health is a state of complete physical, mental, and social well-being and not merely the absence of disease or infirmity.” Holistische benadering Het gaat bij WELL dus niet alleen om het voorkomen van gezondheidsbedreigende situaties, maar ook om het realiseren van gebouwen die het welzijn van de gebouwgebruikers bevorderen en gebruikers dus in staat stellen om maximaal te presteren. Om dit te bereiken kiest WELL voor een holistische benadering. De WELL Building Standard stelt niet alleen eisen aan de klassieke
Het rapport werd opgesteld door de Intelligence Group en Arbeidsmarktkansen.nl. Ze namen alle 455 middelbare beroepsopleidingen en de kansen op de arbeidsmarkt onder de loep. De vraag is hoe zit het met de installatiesector? De banen liggen nu wel voor het oprapen, maar hoe ontwikkelt de arbeidsmarkt zich op de langere termijn? Installatienet sprak met Doekle Terpstra, voorman van Uneto-VNI en Ralph Vroegop van Stabiplan, software-expert en leverancier van robots voor installateurs. Beide heren hebben een uitgesproken mening over het thema robotisering en werkgelegenheid. Gevarenzone Opleidingen en beroepen die in de gevarenzone verkeren, volgens het rapport, zijn bijvoorbeeld human resource management, bedrijfsadministratie, acteur en zelfs ict-beheerder en gamedeveloper. Wat die laatste twee beroepen betreft is er vooral vraag naar hbo+ specialisten, aldus beide onderzoeksbureaus. Banen verdwijnen Door de jaren heen hebben we verschillende geluiden gehoord over de werkgelegenheid in de branche. Sommige deskundigen zien een tijdelijke hausse aan werk, maar op de lange termijn het aantal banen slinken. Zo liet ABN-Amro al 2 jaar geleden bij de toelichting op haar trendrapportage voor de bouw en installatiebranche op Building Holland weten dat er naar haar inschatting binnen 5 tot 10 jaar banen gaan verdwijnen door digitalisering. Gigantische opgave Volgens Doekle Terpstra “wijst niets in die richting. Dit is de sector van de toekomst. We staan voor een gigantische maatschappelijke opgave om de gebouwvoorraad te verduurzamen. Jongeren die nu voor een technische dienstverlening kiezen, hebben per definitie een baangarantie.” Binnen- en buitenkant gebouw Ja, geeft Terpstra toe, in de nieuwbouw zou het