Van vorm tot kleur. Van waterbesparing tot minder energiegebruik. Van digitale hulpmiddelen tot bescherming tegen aerosolen. De sanitairwereld speelt continu in op nieuwe trends. IZ brengt er een aantal in beeld. Hoewel de laatste ISH gemengde reacties opleverde, gaf de digitale beurs wel een goed overzicht van de trends in de sanitairwereld. IZ neemt u mee voor een kort rondje langs de velden. Tijdloos “De aandacht voor waterbesparing en hygiëne neemt toe, het kleurenpalet verandert en we zijn meer aan het cocoonen in de badkamer”, Han van Hardeveld somt moeiteloos een aantal belangrijke trends op van dit moment. Volgens de Managing Director van Villeroy & Boch zien we enerzijds een beweging richting ‘tijdloze kleuren’, zoals mat wit, zwart en grijs en is er anderzijds behoefte aan sanitair met ‘highlights’, zoals mosgroen, Indian Summer of bordeaux. Tegelijkertijd verandert ook de vormentaal. Jarenlang maakte strakke lijnen de dienst uit, nu zijn ronde of afgeronde vormen bezig een come back te maken. Waterbesparing De afgelopen zomers kampten we al met watertekorten. Dat probleem verergert de komende decennia. Vandaar dat sanitairfabrikanten al volop bezig zijn om waterbesparende oplossingen te ontwikkelen. Zo brengt Villeroy & Boch de Subway 3.0 wc met TwistFlush technologie op de markt. TwistFlush maakt gebruik van de fysieke kracht van wervelend water. Twee spuitmonden produceren een gecontroleerde werveling. De zuigende werking trekt het vuil in de afvoer. Een 4,5 l spoeling volstaat al, waardoor er een fikse waterbesparing haalbaar is, vertelt Van Hardeveld. Het is overigens wel van belang dat de
Categorie: Techniek
Als we het over comfort hebben, kan er naast wettelijke eisen ook sprake zijn van persoonlijke wensen waaraan een bouwproject moet voldoen. De opdrachtgever kan bijvoorbeeld wensen dat er energiezuinige installaties toegepast worden en dat het ontwerp minimaal moet voldoen aan de BENG- of NOM-eisen. Ron Bosch, HBO-hoofddocent Installatietechniek en installatieadviseur zal aan de hand van enkele voorbeelden ingaan op mogelijke installatieconcepten. Wat is comfort eigenlijk? Bij thermisch comfort hebben we het binnen ons vakgebied over de mate van tevredenheid met het thermisch binnenklimaat. Er zijn diverse factoren die het thermisch binnenklimaat beïnvloeden, zoals het buitenklimaat (wind, zon en temperatuur), de isolatie, de hoeveelheid en oriëntatie van de beglazing (zoninstraling) en de kwaliteit en capaciteit van de verwarmings-, koel- en ventilatiesystemen die de woning op basis van de transmissie- en ventilatieberekening nodig heeft. Warmwater comfort Behalve thermisch comfort is er tegenwoordig ook volop aandacht voor warmwater comfort bij het ontwerp van installaties. Enerzijds moeten we het energiegebruik voor de productie van warm water zoveel mogelijk zien te beperken, anderzijds mag dat niet ten koste van het comfortniveau gaan. Daarbij is het belangrijk om te letten op de juiste temperaturen en aanleg plus dimensionering van ww-installaties om bijvoorbeeld legionella en leidingverliezen te verminderen. De gevraagde warmwater hoeveelheden hangen geheel af van de grootte en het aantal warmwater tappunten in de woning. Tegenwoordig is er sprake van een grote vraag naar warm water: de regen- en watervaldouches en de mini spa zijn immers niet meer weg te denken in de ‘Baderie-opstellingen’ in
Enkele jaren geleden geloofde een groep warmtepompadepten nog heilig dat grondgebonden systemen de toekomst hadden. Die tijd lijkt nu voorbij te zijn. Ja, ze zijn belangrijk, maar het zijn vooral de luchtgebonden systemen die in een rap tempo innoveren en de markt veroveren. IZ sprak erover met twee specialisten. Martin Wendels is sinds 2010 directeur van WOLF Energiesystemen. Ze verkopen zowel lucht- als bodemgebonden warmtepompen. Jan Bosch werkt sinds 2007 als Manager Marketing Communications bij Nefit Bosch. Ook deze fabrikant zet lucht- en bodemgebonden systemen in de markt. ISH Ze hebben beiden net de digitale ISH achter de rug. De beurs bij uitstek om alle trends op het gebied van warmtepompen te achterhalen. “Het was wel wennen, die digitale formule”, vertelt Wendels. “Ik ben er niet bijzonder enthousiast over. Zowel het aantal exposanten (373) als bezoekers (69.000) viel erg tegen. Bovendien draait de ISH om de ervaring, bezoekers willen noviteiten zien en aanraken en dat kon niet. Tot slot, alle respect voor de inspanningen van de beursorganisator, maar de interface was wel voor verbetering vatbaar qua gebruiksvriendelijkheid.” Gemis Ook Jan Bosch heeft gemengde gevoelens overgehouden aan de digitale beurs. “Het was ‘by far’ niet te vergelijken met een normale ISH. Een digitale beurs in deze opzet voegt weinig toe. Het onderscheidende karakter van een vakbeurs zit ‘m juist in de fysieke ervaring, zowel voor de bezoekers als exposanten. Samenvattend zou ik zeggen: ‘een leuke poging er iets van te maken’, maar ik denk dat iedereen uitkijkt naar een normale editie
Ildert Burghout kan zich er nog over verbazen. “Zo’n 5 jaar geleden kreeg 95% van de nieuwbouwhuizen een cv-ketel of stadsverwarming. Nu wordt in zeker 65% van de gevallen een warmtepomp geïnstalleerd. Het gaat erg rap en dat geldt ook voor de ontwikkeling van nieuwe functionaliteiten, zoals cloudbeheer.” Bij Pananonic Heating & Cooling Solutions zijn ze volop bezig om hun Aquarea warmtepomp-concept breder in de markt te positioneren. Ildert Burgerhout, Manager Marketing & Demand Planning is er nauw bij betrokken. All-electric De serie lucht-water warmtepompen heeft een vermogensrange tussen de 3 en 9 kW. Klanten in de nieuwbouw kiezen meestal voor 2 varianten: een all-in-one oplossing of een bi-block met losse boiler erbij. “Tegenwoordig promoten veel partijen een hybride oplossing, als een soort tussenstap in de bestaande bouw. Wij geloven daar niet in. Dat is pure geldverspilling. Je zit nog steeds met de gasaansluitingskosten en dat terwijl de cv-ketel in veel gevallen nauwelijks meer een bijdrage levert aan het invullen van de warmtevraag. Zinloos. Met een all-electric oplossing ben je in één klap af van die cv-ketel.” ‘Wildwestverhalen’ Burghout kan zich opwinden over alle ‘wildwestverhalen’ die nu in de media verschijnen over de torenhoge kosten die gepaard gaan met de overstap op een warmtepomp in de bestaande bouw. Volgens schattingen zouden die al snel oplopen tot 40-60.000 euro per woning. In dat bedrag is dan de aanschaf van een nieuwe warmtepomp, de installatie van een ander afgiftesysteem en extra isolatie meegenomen. Maatwerk leveren “Ieder verduurzamingstraject is maatwerk. Zo hoeft niet
De coalitie HR-Hybride – Techniek Nederland, Netbeheer Nederland en Natuur en Milieu – pleit ervoor vanaf 2024 elk jaar minstens 100.000 hybride warmtepompen te installeren om Nederland sneller gasvrij te maken. Met dat vooruitzicht is extra kennis van warmtepompen zeer welkom. Als het plan van Techniek Nederland, Netbeheer Nederland en Natuur en Milieu werkelijkheid wordt, zouden er voor 2030 één tot twee miljoen hybride warmtepompen zijn geïnstalleerd. Het zou 70% aan aardgas besparen, wat de CO2-uitstoot flink zou doen afnemen. De coalitie HR-Hybride heeft voor ogen dat installateurs nieuwe cv-ketels gaan combineren met een hybride warmtepomp. Kennis hybride warmtepomp “De hybride warmtepomp is een goede tussenstap richting gasloos”, vindt ook Jos de Leeuw, projectcoördinator bij ISSO. “Het is bovendien een betaalbaar alternatief.” Gezien de snelle opmars van de hybride warmtepomp is het geen toeval dat dit jaar kan worden uitgekeken naar de actualisatie van kennis over warmtepompen. Naast aangepaste kennis komt er, en dat staat los van het initiatief van de coalitie HR-Hybride, zelfs een gloednieuw ISSO-kennisproduct over dit onderwerp: het Kleintje Hybride warmtepompen. Dit Kleintje verschijnt naar verwachting voor de zomer. Hij is bedoeld voor de woninginstallateur en adviseur. Jos de Leeuw: “Dit Kleintje geeft installateurs snel toegang tot de meest relevante informatie in alle fasen van het installatieproject van hybride warmtepompen: de programma-, ontwerp, uitwerkings-, realisatie- en de beheerfase.” Klant optimaal helpen Het Kleintje maakt duidelijk in welke situaties een hybride warmtepomp uitkomst biedt, en hij helpt bij de keuze van het type pomp. De kennis gaat vooral
In Hilvarenbeek wordt gebouwd aan één van de meest duurzame woningen van Nederland: een ecologisch gecertificeerd passiefhuis. De woning is inmiddels wind- en waterdicht en de binnenwanden staan er al. Op dit moment worden de installaties aangelegd. Naar verwachting is het bouwtraject eind juli afgerond. Mede-opdrachtgever en installatieadviseur Jan Geerts vertelt over de totstandkoming van dit bijzondere project. De badkamer en keuken ontbreken nog. Het huis is dus nog verre van bewoonbaar, en toch is het er al behaaglijk: geluiden van buiten dringen niet door, het tocht niet – zelfs niet als er een deur open staat – en zodra de zon schijnt, is het er lekker warm Ambitie Het was de ambitie van de opdrachtgevers om een uiterst comfortabele woning te realiseren met een zo klein mogelijke impact op het milieu. Het is dan logisch om te kiezen voor een passiefhuisopbouw en een ecologisch verantwoorde bouwwijze. Passief Het kenmerk van een passiefhuis is dat de warmtevraag <15 kWh/m2 per jaar is of een pieklast heeft voor verwarming van maximaal 10 W/m2. Hierdoor kan de ventilatielucht gebruikt worden om de woning te verwarmen en koelen. Het complete watergedragen systeem kan dus achterwege blijven. Hiervoor moet een goede bouwkundige schil gerealiseerd worden met triple glas, thermisch goed presterende kozijnen en een kierdichte gebouwschil. Het mes snijdt daarmee aan twee kanten, want koudestraling en tocht zijn hiermee uitgesloten. Dit zijn, zoals bekend, comfortaspecten die maar moeilijk met installaties beïnvloed kunnen worden. Ecologisch verantwoord Voor de gevels en daken is voornamelijk hout gebruikt.
Vanaf 1 april 2022 dienen cv-installatiebedrijven CO-gecertificeerd te zijn en te beschikken over de juiste meetapparatuur. De eisen die de Gasketelwet stelt worden steeds duidelaijker waarbij er verwezen wordt naar de Europese norm EN 50379. Op 1 september 2005 is in Europa de EN 50379 aangenomen waar meetinstrumenten aan moeten voldoen voor metingen aan verbrandingstoestellen. In deze norm worden de toegestane meettechnieken en vereiste nauwkeurigheden van de instrumenten uitgebreid gespecificeerd. Na een overgangsperiode van 2 jaar werden in 2007 alle nationale richtlijnen ingetrokken en diende iedereen de EN 50379 te hanteren. Omdat de meetinstrumenten voor verschillende toepassingen worden gebruikt, is de norm onderverdeeld in drie delen: • EN 50379-1 Algemene eisen en testmethoden; • EN 50379-2 Eisen gesteld aan instrumenten voor verplichte metingen; • EN 50379-3 Eisen gesteld aan instrumenten voor niet verplichte metingen aan gasinstallaties. In de EN 50379-2 wordt het vereiste meetbereik en de nauwkeurigheid van elk meetinstrument uitgebreid gespecificeerd. Dit deel van de norm stelt de hoogste eisen, maar is uitsluitend van toepassing bij verplichte metingen. Momenteel horen alleen metingen bij inspectie en onderhoud van verbrandingsinstallaties >100 kW volgens SCIOS scope 1 t/m 7 tot deze categorie. Het lijkt er echter op dat de metingen bij werkzaamheden volgens de Gasketelwet ook tot de verplichte metingen gerekend gaan worden. Dit kan gevolgen hebben voor de meetapparatuur die u nu gebruikt. Voldoet uw meetapparatuur? Een gebruiker van een meetinstrument is geneigd de waarden, die het instrument aangeeft, te vertrouwen tot het laatste cijfer achter de komma. Maar hoe nauwkeurig is het instrument
In de afgelopen 20 jaar heeft het Gebouwbeheersysteem (GBS) een enorme vlucht genomen. Waar 20 jaar geleden het GBS een slim verlengstuk vormde van de regeltechniek achter de klimaatinstallatie is het tegenwoordig een hoogst intelligent regel-, communicatie- en informatiesysteem. Het hedendaagse GBS vervult nog altijd de oorspronkelijke rol, maar is daarnaast een belangrijk instrument voor Facility Management. Er worden storingen mee geanalyseerd en er kunnen energiestromen mee worden gemeten. Uitbouwen Door de integratie van het GBS met besturingssystemen voor zonwering en verlichting, de koppeling met Facility Management systemen en communicatie via ICT-systemen is het GBS uitgegroeid tot het kloppend hart van een moderne gebouwinstallatie. Daarom is het niet verwonderlijk dat de volgende stap – het realiseren van een Smart Building – veelal wordt gebaseerd op het uitbouwen van de functionaliteiten van het GBS. Deze ontwikkeling zien we bij alle ‘belangrijke spelers’ op het gebied van GBS-techniek. Smart als meerwaarde Wij willen daar als Valstar Simonis vanuit onze praktijkervaring wel enkele kanttekeningen bij plaatsen. Voor alles geldt dat functionaliteit en techniek moeten aansluiten op de wensen en eisen van de opdrachtgever. Smart is geen must, het moet een behoefte vervullen en toegevoegde waarde bieden. Dit temeer daar elke functionaliteit kosten met zich meebrengt. Zowel bij de eerste aanleg als tijdens de exploitatie. Tool Een Smart Building is als het ware een stuk gereedschap voor beter gebouwbeheer. Een nuttige tool voor de voortdurende bewaking van uitgangspunten voor duurzaamheid (energie, vervuiling, bezetting, mobiliteit), gezondheidsaspecten (WELL) en gebruikersgemak (klimaatbediening, werkplekreservering, wayfinding). Aansluiten Een GBS
De warmtepomp is aan een gestage opmars bezig, maar loopt een flink imagorisico. Dat zegt Michel van Bronkhorst van het Opleidingscentrum GOº voor de koudetechniek. “We zien helaas dat het vaak mis gaat bij het berekenen, plaatsen en inregelen van deze systemen. Het gevolg is dat installaties slecht presteren en daardoor ook nog eens energie gaan slurpen in plaats van besparen”. Meten, weten en goed inregelen zijn essentieel voor het goed functioneren van warmtepompen en airco-units die vaak worden gebruikt om ’s winters te verwarmen maar ook om ’s zomers te koelen. Van Bronkhorst: “Om die installaties goed te laten functioneren is voldoende elementaire kennis nodig van de natuurkundige processen waarmee deze installaties werken. Alles wat koeltechnisch niet goed presteert wordt elektrisch gecompenseerd. De klant krijgt daarvan de rekening gepresenteerd.” Ins en outs Van Bronkhorst: “We zien dat installatiebedrijven zich steeds meer toeleggen op het plaatsen van warmtepompen. Dat is een goede ontwikkeling, omdat deze nieuwe techniek een bijdrage kan leveren aan energiebesparing en energietransitie. Het gevaar is dat installateurs vaak nog onvoldoende kennis hebben van de ins en outs van de techniek. Wij zijn ervoor om die kennis toe te voegen.” Regelmatig fout Er zijn fabrikanten en groothandels die inzien dat de werking van hun installaties staat of valt met deskundigheid waarmee de benodigde capaciteit is uitgerekend, in combinatie met het plaatsen en inregelen. En nog gaat het regelmatig fout, zegt Van Bronkhorst. Hij constateert dat de fabrikant dan ten onrechte de schuld krijgt. “Bij Opleidingscentrum GOº (zie kader,
Het is inmiddels alweer 6 jaar geleden dat IZ een sloper sprak over duurzaam hergebruik van installatiemateriaal. Volgens de, overigens grote speler, in de bouwwereld was het animo laag. Bovendien zaten er technisch gezien allerlei haken en ogen aan vast. Inmiddels lijkt het tij te zijn gekeerd. Circulair slopen en hergebruik van installatiemateriaal en sanitair begint langzaam maar zeker ingeburgerd te raken. A. van Liempd sloopbedrijven heeft zich zelfs toegelegd op circulair slopen. Via het dochterbedrijf Gebruiktebouwmaterialen.com vinden de refurbished products weer hun weg in de bouw- en installatiewereld. IZ sprak erover met Barthel van Dinther, de Commercieel Manager en Circulair Specialist van A. van Liempd sloopbedrijven. Hergebruik vs recycling Er bestaat een groot verschil tussen hergebruik en recycling. Van Dinther: “Circulariteit in optima forma is het hoogwaardig hergebruik van bouw- en installatiematerialen. Oftewel: materialen worden hergebruikt waarvoor ze in eerste instantie zijn gemaakt. Een cv-ketel als cv-ketel en een MV-box als een MV-box. Bij recyclen win je grondstoffen uit eerder gemaakte producten. Die grondstoffen gebruik je vervolgens om nieuwe producten te maken. Zoals je wel zult begrijpen vergt dat een scala aan handelingen, die een CO2-uitstoot met zich meebrengen. Vandaar dat we recyclen omschrijven als laagwaardig hergebruik.” Voortrekkersrol “Vanwege de klimaatverandering bestaat er een toenemende belangstelling voor circulair hergebruik. Op die manier kun je namelijk bijdragen aan de verlaging van de CO2-uitstoot. Wij zien in de praktijk dat vooral overheden en woningcorporaties een voortrekkersrol vervullen. Zij zetten een duurzaamheidsstrategie uit die reikt tot 2050, het jaar waarin we een