Categorie: Techniek

Gebouwbeheer

In de afgelopen 20 jaar heeft het Gebouwbeheersysteem (GBS) een enorme vlucht genomen. Waar 20 jaar geleden het GBS een slim verlengstuk vormde van de regeltechniek achter de klimaatinstallatie is het tegenwoordig een hoogst intelligent regel-, communicatie- en informatiesysteem. Het hedendaagse GBS vervult nog altijd de oorspronkelijke rol, maar is daarnaast een belangrijk instrument voor Facility Management. Er worden storingen mee geanalyseerd en er kunnen energiestromen mee worden gemeten. Uitbouwen Door de integratie van het GBS met besturingssystemen voor zonwering en verlichting, de koppeling met Facility Management systemen en communicatie via ICT-systemen is het GBS uitgegroeid tot het kloppend hart van een moderne gebouwinstallatie. Daarom is het niet verwonderlijk dat de volgende stap – het realiseren van een Smart Building – veelal wordt gebaseerd op het uitbouwen van de functionaliteiten van het GBS. Deze ontwikkeling zien we bij alle ‘belangrijke spelers’ op het gebied van GBS-techniek. Smart als meerwaarde Wij willen daar als Valstar Simonis vanuit onze praktijkervaring wel enkele kanttekeningen bij plaatsen. Voor alles geldt dat functionaliteit en techniek moeten aansluiten op de wensen en eisen van de opdrachtgever. Smart is geen must, het moet een behoefte vervullen en toegevoegde waarde bieden. Dit temeer daar elke functionaliteit kosten met zich meebrengt. Zowel bij de eerste aanleg als tijdens de exploitatie. Tool Een Smart Building is als het ware een stuk gereedschap voor beter gebouwbeheer. Een nuttige tool voor de voortdurende bewaking van uitgangspunten voor duurzaamheid (energie, vervuiling, bezetting, mobiliteit), gezondheidsaspecten (WELL) en gebruikersgemak (klimaatbediening, werkplekreservering, wayfinding). Aansluiten Een GBS

Imago-risico warmtepomp

De warmtepomp is aan een gestage opmars bezig, maar loopt een flink imagorisico. Dat zegt Michel van Bronkhorst van het Opleidingscentrum GOº voor de koudetechniek. “We zien helaas dat het vaak mis gaat bij het berekenen, plaatsen en inregelen van deze systemen. Het gevolg is dat installaties slecht presteren en daardoor ook nog eens energie gaan slurpen in plaats van besparen”. Meten, weten en goed inregelen zijn essentieel voor het goed functioneren van warmtepompen en airco-units die vaak worden gebruikt om ’s winters te verwarmen maar ook om ’s zomers te koelen. Van Bronkhorst: “Om die installaties goed te laten functioneren is voldoende elementaire kennis nodig van de natuurkundige processen waarmee deze installaties werken. Alles wat koeltechnisch niet goed presteert wordt elektrisch gecompenseerd. De klant krijgt daarvan de rekening gepresenteerd.” Ins en outs Van Bronkhorst: “We zien dat installatiebedrijven zich steeds meer toeleggen op het plaatsen van warmtepompen. Dat is een goede ontwikkeling, omdat deze nieuwe techniek een bijdrage kan leveren aan energiebesparing en energietransitie. Het gevaar is dat installateurs vaak nog onvoldoende kennis hebben van de ins en outs van de techniek. Wij zijn ervoor om die kennis toe te voegen.” Regelmatig fout Er zijn fabrikanten en groothandels die inzien dat de werking van hun installaties staat of valt met deskundigheid waarmee de benodigde capaciteit is uitgerekend, in combinatie met het plaatsen en inregelen. En nog gaat het regelmatig fout, zegt Van Bronkhorst. Hij constateert dat de fabrikant dan ten onrechte de schuld krijgt. “Bij Opleidingscentrum GOº (zie kader,

Duurzaam slopen

Het is inmiddels alweer 6 jaar geleden dat IZ een sloper sprak over duurzaam hergebruik van installatiemateriaal. Volgens de, overigens grote speler, in de bouwwereld was het animo laag. Bovendien zaten er technisch gezien allerlei haken en ogen aan vast. Inmiddels lijkt het tij te zijn gekeerd. Circulair slopen en hergebruik van installatiemateriaal en sanitair begint langzaam maar zeker ingeburgerd te raken. A. van Liempd sloopbedrijven heeft zich zelfs toegelegd op circulair slopen. Via het dochterbedrijf Gebruiktebouwmaterialen.com vinden de refurbished products weer hun weg in de bouw- en installatiewereld. IZ sprak erover met Barthel van Dinther, de Commercieel Manager en Circulair Specialist van A. van Liempd sloopbedrijven. Hergebruik vs recycling Er bestaat een groot verschil tussen hergebruik en recycling. Van Dinther: “Circulariteit in optima forma is het hoogwaardig hergebruik van bouw- en installatiematerialen. Oftewel: materialen worden hergebruikt waarvoor ze in eerste instantie zijn gemaakt. Een cv-ketel als cv-ketel en een MV-box als een MV-box. Bij recyclen win je grondstoffen uit eerder gemaakte producten. Die grondstoffen gebruik je vervolgens om nieuwe producten te maken. Zoals je wel zult begrijpen vergt dat een scala aan handelingen, die een CO2-uitstoot met zich meebrengen. Vandaar dat we recyclen omschrijven als laagwaardig hergebruik.” Voortrekkersrol “Vanwege de klimaatverandering bestaat er een toenemende belangstelling voor circulair hergebruik. Op die manier kun je namelijk bijdragen aan de verlaging van de CO2-uitstoot. Wij zien in de praktijk dat vooral overheden en woningcorporaties een voortrekkersrol vervullen. Zij zetten een duurzaamheidsstrategie uit die reikt tot 2050, het jaar waarin we een

De juiste afstand

Op het dak van een modern gebouw komen vaak veel verschillende installaties bij elkaar. Om problemen te voorkomen moeten deze op elkaar afgestemd worden. Een voorbeeld is de toevoer van ventilatielucht en de uitmonding van de ontspanningsleiding van de riolering; als deze te dicht bij elkaar liggen kan dat leiden tot stankoverlast. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van ventilatie met mechanische toevoer. De toegevoerde ventilatielucht moet van voldoende kwaliteit zijn en mag niet verontreinigd worden door bijvoorbeeld de luchtafvoer van het ventilatiesysteem, de afvoer van rookgassen, de ontspanningsleiding van de riolering of fijnstof. Om dit te voorkomen moet er aandacht besteed worden aan de positie van de toevoer van verse lucht ten opzichte van de uitstroomopeningen van de afvoer van het ventilatiesysteem, de rookgasafvoer en ontspanningsleidingen van de riolering. Verdunningsfactor Om gezondheidsklachten te voorkomen doordat de ventilatielucht wordt vervuild door rookgasafvoer of de afvoer van ventilatielucht, stelt het Bouwbesluit eisen aan de verdunningsfactor; een maat voor de kwaliteit van de toegevoerde lucht. De verdunningsfactor wordt berekend uit de afstand tussen de uitmonding van een ventilatie- of rookgasafvoer en de inlaat van de ventilatietoevoervoorzieningen. Volgens het Bouwbesluit mag de verdunningsfactor bij een ventilatievoorziening niet meer bedragen dan 0,01, bepaald volgens NEN 1087. Dat betekent dat niet meer dan 1% van de verontreinigde binnenlucht of rook in de verse lucht terecht komt. Riolering Volgens de NEN 3215 moet een gebouwriolering door een ontspanningsleiding in open verbinding staan met de buitenlucht om te voorkomen dat het rioleringsstelsel vacuüm trekt. Hierdoor zal er

Slimme badkamer

Bij de realisatie van een nieuwe badkamer (of de renovatie daarvan) wordt er steeds vaker gebruik gemaakt van elektrische vloerverwarming. Omdat een badkamer maar op een paar momenten per dag in gebruik is, heeft deze manier van verwarmen zo zijn voordelen. Dit verwarmingssysteem reageert immers snel, verwarmt de ruimte niet onnodig en is op afstand te bedienen. De nieuwe Magnum Remote Control slimme WiFi thermostaat is speciaal met dit doel ontworpen. Deze WiFi thermostaat is intuïtief te bedienen via het ingebouwde aanraakscherm. Daarnaast kan de gebruiker hem op afstand bedienen via een smartphone of tablet (iOS en Android). Tevens werkt hij samen met de spraakassistenten van Google en Amazon. Hiermee kan de temperatuur hoger of lager worden gezet en de huidige temperatuur van de vloer worden opgevraagd. Slimme energiebesparing De thermostaat berekent zelf de opwarmtijd: de gebruiker hoeft alleen maar in te geven in welke periodes een vloer warm moet zijn. Hij leert gaandeweg de ideale opwarmtijd van de vloer (intelligente functie) en past daar automatisch zijn programma op aan. Dus eenmaal de vloer instellen op bijvoorbeeld 23°C om zeven uur ’s ochtends, daarna doet de thermostaat de rest. Hij beschikt tevens over een ‘open raam’ functie die de thermostaat uitschakelt bij een plotselinge sterke daling van de temperatuur. Past in ieder design Standaard wordt de thermostaat geleverd met een afdekraam (RAL9010). Door het slimme ontwerp past hij op vrijwel iedere serie enkel- en meervoudig schakelmateriaal van de bekende merken. Optioneel is een volledig zwarte versie verkrijgbaar die past in

De Waterrevolutie

De EPC ging ten onder aan zijn eigen succes. Op meer hadden we niet kunnen hopen als sector. Maar nu de energierevolutie al een flink eind op weg is, wordt het ook tijd om de waterhuishouding onder de loep te nemen. Moeten we de Waterprestatienorm verplicht gaan stellen? Door klimaatverandering regent het veel meer en komen er steeds vaker hevige regenbuien voor. Dat levert overlast op. Tegelijkertijd zien we dat er zelfs in Nederland tekorten aan drinkwater kunnen ontstaan. Naast verdroging merken drinkwaterbedrijven bovendien dat een significant deel van hun bronnen onder druk staat door vervuiling. De overlast aan regenwater en de bedreiging van de drinkwatervoorziening maken verandering van onze watersystemen noodzakelijk. En die veranderingen zullen vooral in de gebouwde omgeving gaan plaatsvinden. Oftewel op het terrein van de installateur. Pionier Sinds 2017 nemen we ieder jaar de stand van zaken door met Johan Bel. Hij had al in een vroeg stadium door dat er een watertransitie aankwam en is de eigenaar van Mijn Waterfabriek. Het bedrijf levert intelligente systemen voor het gebruik van regenwater en voor het hergebruik van grijs water en zwart water. Decentrale oplossingen Volgens Bel is de watertransitie inmiddels al gaande. “We zitten nu op het punt waar we pakweg 10 jaar geleden zaten met de energietransitie. Daar verschoof de aandacht geleidelijk aan naar decentrale duurzame oplossingen, zoals PV-panelen en warmtepompen. In de watersector zien we nu een groeiende belangstelling voor regenwater- en grijswatersystemen, infiltratie-oplossingen voor het eigen perceel en waterbesparende technieken.” Voortrekkersrol Daarbij spelen grote

Legionella

Om legionellagroei te voorkomen is een minimum warmwatertemperatuur vereist van 60oC in collectieve installaties en van 55oC in woningen. Om het energiegebruik te beperken wil men deze temperatuur verlagen. Oscar Nuijten (Edu4Install) beantwoordt de vraag: “Tot hoever kunnen we daarmee gaan zonder risico’s op legionella?” Zo’n 95% van de sterfgevallen door legionellose wordt veroorzaakt door de soort legionella pneumophila. Pneumophila groeit vooral bij temperaturen die langdurig boven 30oC liggen. Boven 50oC kan legionella niet vermeerderen en boven 60oC wordt de bacterie gedood. Lukt het om de temperatuur overal in de installatie continu boven 60oC te houden, dan is er geen kans op legionella in warmwater. Dit is geen eenvoudige opgave, vooral in complexe systemen met lange circulatieleidingen. De afkoeling is meestal groter dan berekend en de inregeling voldoet vaak niet. Beperken energiegebruik Een nadeel van hoge warmwatertemperaturen is het lagere rendement van de warmteopwekking. Dit speelt vooral bij stadsverwarming en warmtepompen. Bovendien hebben veel van de geïnstalleerde warmtepompen moeite om 60oC te halen, volgens adviesbureau Hydroscope. Een ander nadeel is het grotere warmteverlies naar de omgeving toe. Dit is vooral aan de orde bij installaties met een uitgebreid circulatiesysteem. Vandaar dat ontwerpers zoeken naar oplossingen waarbij de temperatuur op een verantwoorde wijze kan worden verlaagd. NEN 1006 In de Algemene Voorschriften voor Leidingwaterinstallaties staat kort samengevat: • In collectieve installaties moet de warmwatertemperatuur op de tappunten en op de retour van een circulatiesysteem minimaal 60oC zijn. • In woningen geldt een functionele eis van 55oC op het tappunt. • Warmwatervoorraadtoestellen waarin niet continu

Gezond binnenmilieu

Vanwege de huidige corona-crisis ligt de focus bij scholen veelal op CO2 gestuurde regelingen. Ook de overheid stelt dit als een vereiste, om in aanmerking te komen voor subsidie. Maar enkel aansturen op CO2 is niet voldoende voor een gezond binnenklimaat. Binnenmilieu omvat meer dan alleen CO2: temperatuur, luchtvochtigheid, geluid, VOC’s, (ultra)fijnstof, etc. Al deze factoren zorgen ervoor dat de gebruiker zich prettig, comfortabel en veilig voelt, en dragen bij aan de gezondheid van de gebruiker. Nieuwbouw Een optimaal binnenmilieu was het uitgangspunt voor het ontwerp van de luchtbehandeling voor de nieuwbouw van het Esdal College in Zwolle. Luchtbehandelingskasten (LBK) zorgen voor de verse lucht en een VRV-installatie voor de temperatuur. Beide installaties worden centraal aangestuurd vanuit de Daikin mini GBS iTouchManager (iTM). Deze regelt o.a. op basis van CO2 en temperatuur in iedere ruimte het binnenmilieu. Speciale coating Voor dit project zijn twee Daikin Professional LBK’s geleverd met een luchthoeveelheid van 18.000 m3/uur en 8.000 m3/uur. Eén verzorgt de verse lucht toevoer voor de keuken en heeft een kruisstroomwisselaar om de retour en toevoerlucht te scheiden. Dit ter voorkoming van geuroverdracht. De tweede LBK is gekoppeld aan de klaslokalen en overige ruimten. Deze unit heeft een sorptiewarmtewiel voor het behalen van een optimaal comfortniveau. Er is een speciale coating aangebracht voor het behalen van een nog hoger vocht rendement. Ook is de unit voorzien van een spoelzone om kortsluiting van de retourlucht naar de toevoerlucht te beperken tot ca. 1%. Sensoren Beide LBK’s zijn voorzien van sensoren die zorgen

Mobiele luchtreiniger

Hoe zorg je ervoor dat gebruiksruimtes zo besmettingsvrij mogelijk blijven? De VitalAir Luchtreiniger kan wellicht een waardevolle bijdrage leveren. Verschillende adviseurs en installateurs vertelden al de afgelopen maanden aan IZ dat ze meer vragen krijgen over ventilatiesystemen. Daar vloeien in een aantal gevallen ontwerpopdrachten uit voort en concrete werkzaamheden. In de praktijk komt het veelal neer op onderhoud en de upgrading of vervanging van installatiesystemen. Stap verder Maar wat nu als je nog een stap verder wil gaan? Ook voor deze vraag ontwikkelen fabrikanten nu interessante producten. Mobiele unit Zo brengt BUVA homecare systemen de VitalAir Luchtreiniger op de markt. Deze mobiele unit verlaagt de aerosolendruk met minimaal 98%, aldus de fabrikant. De VAL is vooral bestemd voor de utiliteitssector, vertelt Steven van den Bergh, productmanager bij BUVA. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan sportscholen, kantoren en onderwijsinstellingen. Plaatsing De unit meet 34 x 34 x 170 cm en weegt ongeveer 40 kg. In theorie kan de VAL overal worden neergezet, maar het meest verstandige is natuurlijk om de unit in de nabijheid van locaties te plaatsen waar veel aerosolen vrijkomen. Werking De mobiele luchtreiniger zuigt onderin lucht aan en geeft vervolgens de gereinigde lucht bovenaan weer af. In de mobiele unit zitten zowel een HEPA- als plasmafilter. HEPA is van origine ontwikkeld voor de ruimtevaart maar wordt nu ook gebruikt in de gebouwde omgeving. HEPA betekent letterlijk: High Efficiency Particulate Air. HEPA zijn luchtfilters die tussen minimaal 85% en maximaal 99,999995% van alle stofdeeltjes (most penetrating particle size) van

Luchtfilters

Het thema ‘luchtkwaliteit in gebouwen’ houdt de gemoederen in veel gesprekken en in de media regelmatig bezig. Bijvoorbeeld als het gaat om fijnstof, wat bijdraagt aan een hele waaier aan ziekten. Door fijnstof overlijden in Nederland jaarlijks een paar duizend mensen eerder dan zij zonder deze stofdeeltjes zouden doen. Ook in menig discussie over het coronavirus komt ‘luchtkwaliteit en ventilatie’ vaak ter tafel. Als het gaat om luchtkwaliteit en ventilatie spelen luchtfilters een zeer belangrijke bijrol. Met luchtfiltersystemen is de hoeveelheid fijnstof en andere luchtverontreiniging effectief te beperken. De toegenomen aandacht voor fijnstof heeft tot gevolg gehad dat de bijbehorende normen zijn veranderd. In juni 2018 heeft de wereldwijde ISO 16890 richtlijn ‘Luchtfilters voor algemene ventilatie’ de plek overgenomen van de Europese EN779 standaard. Deze ISO 16890 richtlijn stelt eisen aan het vangstrendement van fijnstof van luchtfilters. Dankzij deze norm is het daarom mogelijk om filters te selecteren die fijnstof werkelijk tegenhouden. Sinds de introductie van deze ISO-norm worden luchtfilters op een andere manier beoordeeld en geclassificeerd, niet meer met de classificatie volgens NEN-EN 779. Ze worden tegenwoordig ingedeeld in klassen, bepaald door de rendementen op stofvangst. De richtlijn heeft het bovendien mogelijk gemaakt om filters van over de hele wereld onderling te vergelijken. Selectie luchtfilters De relatief nieuwe ISO-norm bevat veel informatie en is redelijk complex. En hoewel luchtfilters een belangrijke rol spelen bij het verbeteren van binnenluchtkwaliteit, is een voorwaarde uiteraard dat ze op de juiste wijze worden geïnstalleerd en onderhouden. ISSO-publicatie 27 ‘Luchtfilters voor comfortinstallaties’ biedt de