Wie actief is in de renovatie kent het probleem. Tijdens een project stuit je op (de restanten van) een historische installatie. Wat doe je ermee? Verwijderen of behouden? IZ legde de vraag voor aan specialiste Natasja Hogen. Hogen is de eigenaresse van Natasja Hogen Erfgoedadvies. Ze heeft zelf uitgebreid onderzoek verricht naar historische installaties en is daar het afgelopen jaar ook op gepromoveerd. Omschrijving Wat nu wel of niet als historische installatie kan worden aangemerkt, daar vallen nog interessante discussies over te voeren. Zelf werkt Hogen momenteel mee aan een onderzoek voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, dat de periode van 1940 tot 1990 bestrijkt. Laten we daar in dit artikel de scheidslijn leggen. Bij 1990. Concepten Waar krijgen we dan allemaal mee te maken? Hogen: “Onder andere kachels, haarden, luchtverwarmingsinstallaties, cv-ketels, sanitair, radiatoren en ventilatiesystemen.” In eerste instantie waren klimatiseringsinstallaties met de bouwkundige constructie onderdeel van een systeem. Later, na WO II werden het bouwkundige deel en het installatieconcept meer als gescheiden onderdelen benaderd. Aantreffen Idealiter tref je een volledig werkende installatie aan, in de praktijk, de lezer weet het, kom je eerder onderdelen van oude installaties tegen. “Installateurs vinden bijvoorbeeld tijdens werkzaamheden kanalen die zijn opgenomen in de vloeren, een schouw, ventilatieroosters, radiatoren of oude kranen. Het kan ook zijn dat niet eens meer af te lezen valt waarvoor het aangetroffen onderdeel werd gebruikt.” Begrijpen Als de installateur de vrije hand heeft in het pand, zal hij al dan niet samen met de opdrachtgever, architect of bouwkundige
Categorie: Techniek
Het komende jaar krijgen ontwerpers en installateurs van werktuigkundige installaties de beschikking over veel nieuwe kennis. Niet alleen via drie nieuwe ISSO-publicaties over warmteverliesberekeningen maar ook via twee geactualiseerde ISSO-publicaties voor de warmtepompspecialisten. Naast de vernieuwde ISSO-publicaties 51, 53, 57, 72 en 73 zullen ook het geactualiseerde Kleintje Warmteverlies en het Kleintje Infraroodpanelen, elektrische stralingsverwarming, voor veel vakmensen een welkome aanvulling zijn. “Het actualiseren van de publicaties over Warmteverlies werd steeds belangrijker, omdat het risico en de kans op klachten van eindgebruikers met de moderne installaties steeds groter wordt”, vertelt Jos de Leeuw, die samen met Dennis van der Kooij, als de specialisten Klimaattechniek bij ISSO, aan de actualisaties hebben gewerkt. Vanzelfsprekend doen zij dit met steun van Techniek Nederland en Wij Techniek, en een omvangrijke Kontaktgroep specialisten uit het vakgebied. “Iedereen weet dat dit onderwerp vroeger, met gasgestookte ketels, minder nauw luisterde. De statische berekening die in de oude publicaties stond, gaf nooit zoveel problemen, omdat de ketel in de meeste woningen en gebouwen overgedimensioneerd was. Moderne warmtepompen hebben veel minder capaciteit en dan is een zeer exacte warmteverliesberekening een stuk belangrijker.” Dimensionering en inregeling “Behalve dat we voortaan, zeker in de nieuwbouw, bijna alleen nog warmtepompen plaatsen, wordt ook de isolatie steeds dikker en speelt warmteopslag in de warmteverliesberekening een belangrijkere rol. De regelgeving speelt hier ook meer op in en eist een adequate dimensionering en inregeling”, zegt Dennis van der Kooij. “Een warmteverliesberekening geeft de benodigde vermogens per vertrek (dimensionering) en is daarmee de basis voor het
Wie kent ‘m niet: de Londense stadsbus? Ooit werden deze gemaakt en onderhouden in wat nu Chiswick Park is – een transparant en spectaculair kantorencomplex in een zorgvuldig gecreëerde parkomgeving. Het energiezuinige ontwerp en het slimme beheer van Chiswick Park zorgen voor lage exploitatiekosten. Daarbij is in alle gebouwen op het terrein een slim gebouwbeheersysteem geïnstalleerd. Sinds kort brengt ABB de ABB Cylon® HVAC Smart Building Solutions op de Nederlandse markt. In dit artikel wordt ingegaan in de mogelijkheden die het systeem biedt voor Chiswick Park. Van fabriek naar kantorenpark Met een oppervlakte van ruim 167.000 m2 is Chiswick Park een opmerkelijke omgeving. Verscholen in het groen staan twaalf kantoorgebouwen waar huurders en werknemers een ongeëvenaarde werkomgeving wordt geboden. Naast de kantoorgebouwen zijn er on-site faciliteiten zoals een health & fitnessclub, bars, cafés, boetieks en supermarkten. Bovendien is er het hele jaar door een programma van activiteiten, variërend van live muziek en yoga tot sportevenementen, seminars en zelfs schaapscheren! De bijzondere omgeving en hoogwaardige kantoorstandaarden trekken huurders van naam, variërend van Technicolor en Discovery tot CBS News en Singapore Airlines. Zij weten zich gehuisvest in een spectaculair en zorgvuldig ontworpen groen park dat het hart vormt van het terrein. Energiezuinig ontwerp voor individuele kantoorruimtes Bij de ontwikkeling van de door Richard Rogers ontworpen kantoorgebouwen stond projectontwikkelaar Stanhope één ding voor ogen: het ontwikkelen van een omgeving die zich onderscheidt en tegelijkertijd commercieel kan worden ontwikkeld. Het ontwerp van de architect bood daarbij veel flexibiliteit met zowel ruimtes die zowel open
Fieldpiece Instruments is een nieuwe speler op de Nederlandse HVACR-markt. Het van origine Amerikaanse bedrijf levert een gespecialiseerd aanbod aan gereedschapsartikelen voor de koude- en klimaattechniek. Een niche dus, vanwaar deze keuze? IZ sprak erover met Bas Kamermans. Volgens de General Manager EMEA van Fieldpiece heeft de sector gespecialiseerd gereedschap nodig om in te kunnen spelen op de belangrijke trends. Werkwijze “De groeiende populariteit van natuurlijke koudemiddelen brengt een andere werkwijze met zich mee. Zo moeten installateurs bijvoorbeeld bij CO2 rekening houden met hogere drukken en bij propaan met een gas dat brandbaar is en explosief van karakter.” Monitoring “Daarnaast vragen opdrachtgevers steeds vaker om de monitoring van energieprestaties. Bovendien neemt door het gigantische tekort aan vakmensen de druk toe om zo snel en goed mogelijk het werk af te ronden.” Niche Deze en andere trends vragen om een specifieke benadering. “We leveren geen generiek gereedschap, maar hebben echt samen met de installateur ons assortiment aan oplossingen ontwikkeld om zijn werk gemakkelijker, beter en sneller te kunnen doen.” Leesbaarheid Dat klinkt als een verkooppraatje, dus verder doorvragen is wel geboden. Hoe geeft Fieldpiece hier in de praktijk handen en voeten aan? “We gaan met de monteur het veld in om mee te kijken waar die persoon tegenaan loopt en goed na te gaan hoe we het probleem het beste kunnen oplossen. Zo komen we op oplossingen die ogenschijnlijk simpel, maar eigenlijk heel doordacht zijn. Bijvoorbeeld een blauw LCD-display op onze manifold. Wij kiezen voor deze manier van weergeven, met grote
Houtbouw wint aan populariteit. Ook in Nederland. Toch kan het een fikse uitdaging zijn om slimme installatietechniek in te passen in een nieuw project. Zeker als je de hoogte ingaat. IZ sprak erover met Babette Verheggen en Filique Nijenmanting van ingenieursadviesbureau ARUP, die betrokken waren bij de realisatie van het hoogste hout-hybride gebouw van Nederland, met de verrassende naam: HAUT. Begin dit jaar werd het hoogste hout-hybride gebouw van Nederland opgeleverd. Daar ging een doorlooptijd van 5 jaar aan vooraf. Het 21 verdiepingen tellende gebouw was een initiatief van Lingotto, ontworpen door Team V Architectuur en Arup, en is gebouwd door J.P. van Eesteren. Na twee jaar ontwikkelen en ontwerpen en drie jaar bouwen is dit bijzondere gebouw met 52 appartementen klaar en inmiddels ook bewoond. PvE Voor het ontwerp lagen duidelijke eisen op tafel, vertelt Verheggen, Associate bij ARUP. “We wilden een BREEAM Outstanding certificering behalen, zoveel mogelijk met hout bouwen en de CO2-footprint beperkt houden.” Beton en staal Een volledig houten constructie bleek te uitdagend te zijn in het waterrijke en winderige Amsterdam. De grondcondities maakten het noodzakelijk de fundering, kelder, liftkern en de plint tot deels de tweede verdieping uit te voeren in beton. Vandaar de term hout-hybride. Daarboven begint de eigenlijke houten constructie. Het dak is deels van beton. Dit in verband met het risico op lekkages. Behalve hout en beton is er ook staal gebruikt, bijvoorbeeld in de punt van het gebouw. Duurzaam Welke voordelen biedt houtbouw nu eigenlijk? Het draagt bij aan de beperking
Elk ventilatiesysteem heeft zo zijn eigen voor- en nadelen. Hoe maak je nu de juiste keuze in een bouwproject? Wolfgang Okken van Duinwijck Technisch Advies licht zijn ervaringen met de verschillende systemen toe. “Er zijn drie typen ventilatiesystemen. Te weten een systeem dat werkt met zelfregelende ventilatieroosters. Dat is ventileren op basis van natuurlijke toevoer en mechanische afvoer, waarbij vraagsturing een optie is. Daarnaast kun je centraal ventileren met mechanische toe- en afvoer en warmteterugwinning (WTW-installatie). Daarbij bestaat de optie met of zonder vraagsturing. En tot slot is er nog de mogelijkheid om decentraal vraaggestuurd te ventileren met mechanische toe- en afvoer, de zogenaamde plug-and-play toestellen.” Omgevingsfactoren “Wij hebben als adviesbureau enkele keren vergelijkend onderzoek gedaan naar ventilatiesystemen en maken daarnaast continu impactberekeningen. Uiteraard beoordelen we ventilatiesystemen altijd vanuit de situatie waarin we ons op dat moment bevinden. Wat zien we gebeuren in het bouwproces? Hoe ziet de vraag van de opdrachtgever eruit? Welke belangen spelen er in de markt? Momenteel zijn er issues met levertijden, personeelstekort en kostprijzen. Deze problemen overstemmen veel andere belangen. Je kunt immers nog zoveel plannen maken, maar ze moeten wel uitgevoerd kunnen worden. Dus veel keuzes in het bouwproces worden tegenwoordig, naast de NTA8800 score, gemaakt op basis van deze factoren.” Pareto “Wij zien al een aantal jaar dat er een groot personeelstekort is. Met dat probleem in het achterhoofd zijn ventilatiesystemen die eenvoudig en snel geïnstalleerd kunnen worden heel aantrekkelijk. Het is voor bouwbedrijven en aannemers op dit moment slim om onderdelen van
Bouwinvest verduurzaamde in 2020/2021, verdeeld over elf complexen in Diemen, 567 huurwoningen en koos daarbij onder meer voor in totaal 262 combinaties van de Remeha Elga Ace hybride warmtepomp met de Tzerra Ace cv-ketel. Alle zijn voorzien van een buitenunit op het dak en een eTwist slimme thermostaat. Institutioneel belegger Bouwinvest bezit ongeveer 20.000 woningen in Nederland. “Voor 2030 willen we de gehele portefeuille voorzien van een A-label met een energieprestatiescore lager dan 130. Kijkend naar de klimaatdoelstellingen van 2050 zetten we in op een gasvrije portefeuille in 2045”, vertelt Emile van Doorn van Bouwinvest. In afwachting van een toekomstige aansluiting op het gemeentelijke warmtenet viel voor het project in Diemen de keuze op een tussenoplossing. Daarbij werden de woningen voorzien van een hybride-opstelling, waardoor het energielabel steeg van B of C naar A. Luisteren naar bewoners De vrijblijvendheid van het project en het feit dat er geen huurverhoging plaatsvond, overtuigde bewoners al snel om mee te doen in dit project. Op meerdere vlakken luisterden de uitvoerende partijen bovendien naar de bewoners. Bijvoorbeeld waar het de plaatsing van de buitenunit betrof. Van Doorn: “Niet alle bewoners wilden deze in de tuin. We wijzigden daarom ons plan en ontwierpen een dakopstelling.” Compier vult aan: “We vergeleken verschillende producten en uiteindelijk is gekozen voor het kleinste product waarvoor we een nette kap konden ontwerpen.” Meten is weten Herman van Heusden is mede-eigenaar van Bonarius Bedrijven en verantwoordelijk voor alle technische installaties rond het project in Diemen: “De standaard kappen die we in
In onderstaand artikel legt Ron Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek, uit wat biomassa nu precies behelst en wat volgens hem de mogelijkheden ervan zijn. Bosch klom in de pen nadat hij het artikel van de Nederlandse Vereniging van Bioketel Leveranciers had gelezen in de vorige uitgave van IZ. Biomassa is in feite organisch materiaal dat afkomstig is van planten en dieren en gebruikt wordt voor brandstof in energieopwekkingsinstallaties. Biomassa is dus een verzamelnaam, denk aan groente- fruit- en tuinafval, gras, mest, plantaardig en dierlijk vet, vezels en hout. Bio-Energie Wat kan je met biomassa? Je kunt het door verbranding, vergisting en vergassing omzetten in thermische energie. Dit gebeurt dan in een biomassacentrale, die eigenlijk op dezelfde manier functioneert als een gewone elektriciteitscentrale. Zeg bijvoorbeeld dat je een project hebt waar 24.000 ton verdunnings- en snoeihout wordt gebruikt als brandstof. Die brandstof verhit in een verbrandingsoven een stoomketel, waarbij onder hogedruk stoom vrij komt en een schoepenrad wordt aangedreven. Het schoepenrad zet daarbij een dynamo in werking met een vermogen van maximaal 1.500 kW. De bovengenoemde centrale levert groene elektriciteit voor zo’n 3.000 huishoudens. De warmte die vrij komt bij de verbranding, wordt gebruikt voor stadsverwarming. In dit proces kan men natuurlijk ook in kleinere vorm voorzien door bio-verbrandingsinstallaties te gebruiken met een kleiner vermogen. Biovergisting Jaarlijks wordt in ons voorbeeldproject 235.000 ton groente fruit en tuinafval vergist. Dat gebeurt in zogenaamde zuurstofvrije tunnels, waarin bacteriën worden toegevoegd om het vergistingsproces te versnellen. Daarbij komt biogas vrij en dat wordt omgezet
Door de klimaatcrisis en coronapandemie staan verduurzaming en ventilatie van gebouwen volop in de belangstelling. Tegelijkertijd is het opmerkelijk hoe weinig aandacht de beheersing van het binnenklimaat in de Nederlandse bouwhistorie en architectuurgeschiedenis heeft gekregen. Architectuurhistoricus Natasja Hogen wil daar met haar proefschrift ‘Een nieuwe omgang met comfort’, dat recentelijk is verschenen bij de UVA, verandering in brengen. Voor IZ schreef zij een artikel over de periode van 1840 tot circa 100 jaar geleden. Technische innovaties De negentiende eeuw was een eeuw vol technische innovaties, onder andere op het gebied van het binnenklimaat. Waar voorheen alleen kon worden verwarmd met behulp van open vuren of eenvoudige kachels, kwam vanaf omstreeks 1840 luchtverwarming op de markt voor het verwarmen van gebouwen, al snel gevolgd door stoom- en waterverwarming. Deze systemen werden niet alleen toegepast in bijvoorbeeld ziekenhuizen en concertzalen, maar steeds vaker ook in de woonhuizen van de rijke bovenlaag van de bevolking. Adviseurs Waar aanvankelijk architecten verantwoordelijk waren voor het inpassen van deze systemen in het ontwerp van het gebouw, zorgde de steeds complexer wordende opgave om het binnenklimaat te reguleren ervoor dat de werktuigbouwkundig ingenieur als adviseur van de architect een belangrijke rol kreeg. Tegelijkertijd slaagden de architecten er heel goed in om deze moderne installaties nagenoeg onzichtbaar in te passen in de architectuurtaal van de negentiende eeuw. Maatwerk Hoewel ketels, leidingen, aansluitingen en verwarmingslichamen, zoals stoomkachels of ledenradiatoren maar ook aan- en afvoerroosters voor verse, al dan niet voorverwarmde of ‘bedorven’ lucht, op steeds grotere schaal machinaal werden
Om de CO2-uitstoot te verminderen, doen we in Nederland al heel veel: we maken werk van extra, nieuwe of betere isolatie en plaatsen duurzame installaties zoals warmtepompen. Ook worden volop leidingen, radiatoren, radiatorkranen aangepast, verplaatst of vernieuwd. Toch wordt er vaak iets over het hoofd gezien in die verduurzamingsslag: het cv-water. Cv-water is een complex goedje, al komt het gewoon uit de kraan. Dit leidingwater verandert namelijk telkens van temperatuur en stroomt langs kunststof en metalen onderdelen in leidingen en de ketel. Daardoor lossen er allerlei andere stoffen in op. Zo verandert de zuurgraad, geleidbaarheid en hardheid van het cv-water. Ook het ijzer-, chloride- en ijzeroxidegehalte veranderen sterk. Zuurstof als boosdoener Problemen kunnen ontstaan als er te veel lucht het systeem binnendringt. Lucht brengt zuurstof en zuurstof reageert sterk op de al aanwezige bestanddelen in het cv-water. Wanneer zuurstof, ijzer en water bij elkaar komen, ontstaat er een bruinzwart goedje: ‘zwarte roest’ (magnetiet). En als dat in de leidingen komt, ontstaat er aanslag waardoor de leidingen langzaam dichtslibben. In sommige gebouwen worden daarom op grote schaal radiatoren vervangen; ze worden niet meer warm omdat ze vol zitten met zwarte roest. Energiebesparing In ons land staan veel hr-ketels opgesteld. Deze ‘moduleren’, wat betekent dat ze de warmte leveren die nodig is om een ruimte warm te houden. Vroeger werd er altijd een hoge temperatuur (tussen 70 en 90 graden) naar de radiatoren gestuurd maar nu wordt die temperatuur zo laag mogelijk gehouden omdat dit efficiënter is en de besparingscapaciteit van de