Categorie: Column OTIB

Nieuwe kansen

Het belang van een baan is helder. Maar het vinden en behouden van een baan is niet altijd vanzelfsprekend. Zeker niet als je een arbeidsbeperking hebt. Toch hebben werkgevers in Nederland iets unieks gedaan: ze hebben met elkaar en met de overheid afgesproken om juist mensen met een arbeidsbeperking een baan aan te bieden. 100.000 banen in 11 jaar tijd welteverstaan! Niet omdat het moet, maar omdat zij geloven in de kracht van juist deze werknemers. Ook de technische installatiebranche neemt hierin zijn verantwoordelijkheid. En daar ben ik oprecht trots op! “Het is een kwestie van gewoon doen en ervaren en je krijgt er veel voor terug. Het geeft een boost aan de sfeer in het bedrijf. En met alle hulp die je krijgt, sta je er niet alleen voor”, zo vertelde een werkgever mij tijdens een bezoek aan zijn bedrijf. Hij nam een werknemer aan met een vorm van autisme. Maar niet alleen hij is blij. Als ik later de werknemer spreek, zie ik vooral glimmende ogen: “Ik heb het hier geweldig naar mijn zin en voel dat ik er eindelijk weer toe doe. Soms is het werk lastig en moeilijk. Maar dan ben ik blij met de hulp die ik krijg.” Voor de bedrijven in onze branche zijn er goede redenen om de handschoen op te pakken. Zij krijgen gemotiveerde werknemers en een goede begeleiding vanuit de branche en de overheid. Werknemers met een arbeidsbeperking zorgen voor meer diversiteit op de werkvloer en een divers team is bewezen

Afscheid

Het is een memorabel moment. Mijn laatste column op deze plek. Na een periode van 16 jaar neem ik afscheid als directeur van ons opleidingsfonds van de technische installatiebranche. Met veel plezier heb ik de afgelopen jaren hier met u mijn gedachten maar ook mijn ontmoetingen met de branche mogen delen. Een voorrecht om te kunnen doen. Nu is het tijd om het stokje maar ook mijn pen over te dragen aan mijn opvolgster. Het moment waarop dit gebeurt bevindt zich in een bijzondere context. Onze technische installatiebranche staat aan de vooravond van een uitdagende toekomst. Na een pittige periode zien bedrijven weer een nieuwe horizon met nieuwe kansen. Met nieuwe technieken, een nieuwe klantvraag en nieuwe markten. Deze kansen vragen echter wel iets van de bedrijven: collectief nieuw vakmanschap. Nieuw vakmanschap van werknemers als het gaat om nieuwe technieken, kennis en inzichten. Maar ook als het gaat om het nemen van verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en het werken met flexibele tijden die passen bij de klantvraag. Ook is er nieuw vakmanschap van de werkgever nodig. Vervagende grenzen in de bouwkolom vragen om samenwerking met het volle vertrouwen dat de gezamenlijke deler altijd meer oplevert dan het prijsvechten voor het krijgen van opdrachten. Maar het nieuwe vakmanschap gaat ook om het coachen van werknemers naar topprestaties. U hoeft het niet alleen te doen. Als opleidingsfonds door en voor de branche weten we wat er speelt in de bedrijven en in de markt. En dat blijven we doen. Ik neem hier afscheid. Mijn

Nog lang niet klaar…

Het is één van mijn laatste columns voor InstallateursZaken. Vol trots maar met enige weemoed neem ik binnenkort na ruim 15 jaar afscheid van ons opleidingsfonds. Deze plek in InstallateursZaken is mij dierbaar geworden en het vormt een moment van reflectie. Even stilstaan bij wat onze branche beweegt. Verhalen opschrijven die werkgevers en werknemers mij toevertrouwden. In al die jaren heeft de branche verschillende uitdagingen gekend. De veranderende economische situatie, de technische innovaties, de veranderende klantvraag, de maatschappelijke opdrachten op het terrein van duurzaamheid en zorg. Het zijn maar enkele factoren die de hartslag van onze branche mede hebben bepaald en die dit nog steeds doen. Ik heb met ons team, werkgevers en werknemers optimaal willen ondersteunen bij deze uitdagingen. En dat blijven we doen! Zo zien we nieuwe uitdagingen op de arbeidsmarkt. Bedrijven hebben soms moeite de juiste mensen te vinden. OTIB is gestart met het Steunpunt Arbeidsmarkt Mobiliteit voor werkgevers, werknemers én werkzoekenden. Onderdeel hiervan is dat in elke regio arbeidsmarkcoaches worden ingezet om zij-instromers en mensen met ervaring in de branche te koppelen aan bedrijven die vacatures hebben. Door de kennis van personeel en arbeid is de arbeidsmarktcoach in staat om bedrijven te adviseren bij noodzakelijke opleidingstrajecten (intervalscholing) en kan de coach bedrijven ondersteunen bij voorlichtingsactiviteiten. En natuurlijk kunnen de reguliere subsidies hiervoor worden ingezet. In het verlengde hiervan ondersteunen we ook bedrijven die invulling willen geven aan de 100.000 banen-afspraak en zo mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans bieden. Ook hiervoor hebben we

Veiligheid en vakmanschap

Ernstige arbeidsongevallen vinden vooral plaats tussen 9.00 en 11.00 uur ’s ochtends en tussen 15.00 en 16.00 uur ‘s middags. Jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 24 jaar en uitzendkrachten krijgen relatief vaker te maken met een ernstig arbeidsongeval dan andere werknemers. Dit blijkt uit een analyse van arbeidsongevallen die de Inspectie SZW over de jaren 2011-2014 heeft verricht. Het niveau van de vakkennis en de vaardigheden dat van monteurs wordt gevraagd, stijgt. Maar onderdeel van die kennis en vaardigheden is ook het veilig werken. Nieuwe technologieën bieden nieuwe uitdagingen, ook op het terrein van veiligheid. Bedrijven noemen veiligheid een zeer belangrijk aspect van vakmanschap. Veel bedrijven informeren hun medewerkers dan ook actief over veilig en gezond werken. Maar hoe? II Mens en Werk, een samenwerkingsverband van de sociale partners, biedt de branche digitaal instrumenten aan om veilige werkomstandigheden te agenderen. Zodat iedereen kan werken in een veilige en gezonde werkomgeving. Dit zorgt ook voor meer plezier in het werk, een betere bedrijfsvoering en betere prestaties. Ook zijn er de praktijkdagen Veilig Werken die monteurs en leidinggevenden de laatste stand van zaken presenteren op het gebied van veiligheid. Een echte aanrader. Maar de vraag die we ons als branche moeten blijven stellen, is of veiligheid werkelijk geagendeerd staat. Is veiligheid een vanzelfsprekend onderdeel in trainingen, workshops en cursussen rond nieuwe technieken? Is er voldoende aandacht voor veiligheid in het onderwijs en vooral ook in de doorvertaling naar de dagelijkse praktijk? Het wordt tijd dat er een dialoog