Auteur: Ruud

Denken in concepten

Aardgasloos wonen staat in Nederland hoog op de agenda. Maar hoe en in welke stappen kunnen we dit bereiken? Volgens Jaga Climate Designers is samenwerking hét sleutelwoord. Jaga is aangesloten bij diverse initiatieven en concepten die verduurzaming van de Nederlandse woningbouw willen versnellen, bereikbaarder en toegankelijker willen maken, zoals stichting Happy Balance, Urgenda, the FCTR E, HomeQgo en Klimaatmissie Nederland. Het denken in concepten is een belangrijke ontwikkeling als het gaat om het verduurzamen van een woning. Door te werken met een concept wordt het verduurzamen veel toegankelijker voor consumenten. Sales directeur van Jaga, Bert Kriekels: “Als je een auto koopt, koop je ook een volledig concept. Je hoeft geen keuzes te maken per onderdeel van de auto; stoel, bekleding, gordels, etc. Het is één geheel. Klimaatbeheersing zou in de toekomst ook zo moeten gaan. Als consument koop je één totaalconcept om te kunnen koelen, ventileren en verwarmen in je woning. Je kan kiezen uit verschillende concepten en op basis van jouw wensen, mogelijkheden en budget kiezen uit het beste concept. Een concept pakt alle aspecten aan. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om met lagetemperatuurverwarming te werken als je woning niet goed geïsoleerd is. Ook zit er in het concept een stukje financiering en investering, waardoor het voor de consument betaalbaarder wordt.” VvE De Hamershof Een voorbeeld van het denken in concepten is de grootschalige renovatie van de VvE De Hamershof. Dit winkelcentrum met ongeveer 90 winkels ligt in het stadshart van Leusden en biedt een diversiteit aan winkels voor

Systeemintegratie noodzakelijk voor duurzame (woning)

Na de nodige vertraging zal de BENG per 1 januari 2021 eindelijk in werking treden. Conform die wet- en regelgeving moeten woningen bijna-energie-neutraal worden. Dat betekent in de praktijk: verduurzamen en (nog meer) isoleren. Nieuwbouwwoningen worden hierdoor steeds luchtdichter waarbij de benodigde energie om te verwarmen afneemt, maar de behoefte om te ventileren juist toeneemt. En dat is exact de reden waarom verwarming en ventilatie niet los van elkaar te zien zijn. Voor de toekomstige nieuwbouwwoningen betekent dit vooralsnog twee verschillende toestellen, ieder met een eigen toepassing. Voor de bestaande bouw, specifiek de woningen tussen 1980 en 2005 (circa anderhalf miljoen woningen), is de ventilatiewarmtepomp een bijzonder goed alternatief. Bij de ventilatiewarmtepomp zijn verwarming en ventilatie in één systeem geïntegreerd. Bij dit systeem haalt de warmtepomp direct energie uit de warme ventilatie-retourlucht die anders verloren zou gaan. Hierdoor wordt de ventilatieretourlucht nuttig gebruikt en is het mogelijk een hoger systeemrendement te realiseren. Dit zal direct bijdragen aan een betere energieprestatie van deze specifieke woningen. Zonder dat daarbij het gezondheidsaspect van gezonde binnenlucht verloren gaat. Dergelijke hybride installaties zijn een mooi voorbeeld van systeemintegratie in de bestaande bouw. Systeemintegratie gaat helpen om zowel binnen de bestaande bouw als de nieuwbouw energiebesparing te realiseren. Bovendien leidt dit tot minder individuele componenten, dit is gunstig voor de milieuprestatie van gebouwen. Geïntegreerde systemen zorgen direct voor installatiegemak voor installateurs. Gezien de toenemende krapte van installateurs op de arbeidsmarkt is dit een noodzakelijk innovatie. Voor vakkundig ontwerp, installatie en onderhoud van (geïntegreerde) systemen zijn goed

Nu voor later

Hij had zijn woning al een opknapbeurt gegeven, de volgende stap was om de kapsalon onder handen te nemen. Het doel: een energieneutraal bedrijfspand realiseren. Jeroen Peels kan inmiddels terugkijken op een geslaagde renovatie. De energierekening behoort binnenkort tot het verleden en zijn vastgoed is fors gestegen in waarde. IZ sprak met een bevlogen ‘early adapter’ in kappersland. De Brabantse ondernemer staat niet voor het eerst de pers te woord, blijkt wel tijdens het gesprek. Verschillende media hebben al bij hem aangeklopt voor een interview, want Peels heeft een absolute primeur: de eerste energieneutrale kapsalon van Nederland. Woning Eigenlijk begon het grote avontuur al eerder. Peels wilde zijn vaste lasten omlaag krijgen en vatte het ambitieuze plan op om zijn woning energieneutraal te maken. Na de nodige voorbereidingen ging hij aan de slag. En met succes, Peels heeft geen energierekening meer en het binnencomfort is aanzienlijk verbeterd. Duurzaamheidsadviseur Eenmaal de smaak te pakken, vatte hij het plan op om ook zijn zaak energieneutraal te maken. Peels schakelde een duurzaamheidsarchitect in, die de verwarmings- en koelingsbehoefte in kaart bracht en een energetisch ontwerp maakte. Pand “Het oorspronkelijke pand bestond uit verschillende delen. Het hoofdgebouw dateerde uit 1953, de aanbouw uit de jaren 80 en 90. In het totaal ongeveer 300 m2 aan werkruimte. De aanbouw is afgebroken en opnieuw opgebouwd. Zowel het oude als nieuwe deel zijn voorzien van triple glas en een dikke laag isolatieschuim met een aluminium toplaag, waarvan de RC-waarde hoger is dan 8. Om de energievraag verder

The HeatCycle

Warmteverlies via het riool is verantwoordelijk voor 30% van het energieverlies van een gemiddelde woning. Een fors probleem, dat isolatie en bestaande warmtepompen niet kunnen oplossen. DeWarmte heeft hiervoor een nieuw systeem ontwikkeld, dat toepasbaar is in bijna ieder huishouden. Deze oplossing noemen we de ‘HeatCycle’, omdat warmte gecirculeerd kan worden binnen een woning en dus niet meer verloren gaat. Dit idee is ontstaan bij de afronding van onze studies Werktuigbouwkunde en Duurzame Energie Technologie aan de TU-Delft. We wisten beiden dat we een bedrijf wilde starten en daarmee iets wilden bijdragen aan de energietransitie. Vele avonden brainstormen resulteerde in een lijst met bijna 100 ideeën, waaruit uiteindelijk de HeatCycle als beste overbleef vanwege de grote potentie. Warmteterugwinning Rioolwater heeft een gemiddelde temperatuur van 27°C als het vanuit een woning wegstroomt. De HeatCycle koelt dit water af tot 2-5°C, waardoor er warmte uit wordt teruggewonnen. Alleen warmte wordt gebruikt, het zwarte afvoerwater stroomt na afkoeling door naar het gemeentelijk riool. De gewonnen warmte dient als bron voor een interne warmtepomp, die de temperatuur verhoogt tot een gewenste waarde tussen de 55 en 65°C. Leidingwater heeft bij binnenkomst een temperatuur van minimaal 10°C, dus de laatste 5-8 graden afkoeling leveren ‘gratis’ energie. De gewonnen warmte wordt terug geleverd aan het tapwater en/of aan de verwarming. Hierdoor is het mogelijk om het gasgebruik met 40% te verlagen in een gemiddelde woning. Een dubbele buffer zorgt ervoor dat er altijd warm water beschikbaar is, ook als er geen afvoerwater door de buizen stroomt.

Je kan meer dan je denkt!

Sandra van Dijke (38) heeft een bijzonder verhaal. Aanvankelijk werkte zij in een compleet andere sector dan de techniek en had zij zelfs een eigen bedrijf met gewichtsbeheersingsproducten. Na een zwaar motorongeluk moest zij haar bedrijf stopzetten en een lange revalidatie wachtte. Nu werkt ze als PR- en communicatiemedewerkster bij InstallatieWerk (IW) Brabant/Zeeland en Bouwmensen en blijft ze zich ontwikkelen. Een inspirerend verhaal over vallen en opstaan. Sandra van Dijke geniet van haar werk. “Ik ben nu ruim acht jaar in dienst van IW Brabant/Zeeland. Ik ben veel actief op scholen; de voorlichting geven over techniek vind ik het leukste om te doen. Er moeten meer jongeren de techniek in! Toch blijft Van Dijke ook op zoek naar verdieping en verbreding. Ze legt uit: “Vorig jaar heb ik aangegeven dat ik iets anders wilde. Daardoor ben ik nu ook verantwoordelijk voor PR en communicatie bij zowel IW als Bouwmensen. En dat bevalt mij uitstekend!“ Ongeluk Van Dijke heeft een bijzonder verhaal over haar carrière tot nu toe. “Ik ben begonnen in de horeca, daarna kwam ik in het slagersvak terecht en vervolgens had ik een eigen bedrijf met gewichtsbeheersingsproducten. In 2007 kreeg ik een zwaar motorongeluk, waardoor ik mijn bedrijf moest stopzetten en begon ik aan een lange revalidatie. Ik moest alles opnieuw leren, zelfs het nadenken. Door al deze ervaring kijk ik nu veel meer naar mogelijkheden. Ik ben dankbaar voor alle kleine succesjes en mijlpalen.” LinkedIn Het was voor Van Dijke een lange weg om te komen waar

Energietransitie is kennistransitie

De technische installatiebranche is het uithangbord van de verduurzaming, de klimaatdiscussie en de energietransitie. Als er iets moet gebeuren, gebeurt dit immers met de handen en hersenen van onze vakmensen. Het vervullen van onze belangrijke rol vraagt voortdurend om actuele kennis van duurzame installatietechnieken. Welke uitdagingen staan installateurs te wachten? Wat zijn de technische innovaties? En wat is de nieuwe rol van de vakman en vakvrouw? De energietransitie betekent dus ook een kennistransitie. En hier staan wij met elkaar voor! Nieuwe kennis, andere kennis, nieuwe vaardigheden, vanuit een nieuwe rol. De uitdaging inhoudelijk fit for the future te zijn en te blijven vraagt om een degelijke kennisagenda. En deze is er! In de agenda staan onderwerpen die van grote invloed zijn op de technische installatiebranche, maar waarvoor nog weinig tot geen opleidingen bestaan om vakmensen in hun skills te trainen. Gebouwbeheersystemen, nieuwe sensortechnologie en stekerbaar installeren zijn slechts enkele voorbeelden. Om de installatiebranche op de toekomst voor te bereiden, biedt de kennisagenda in de eerste plaats informatie over de voor de branche belangrijke ontwikkelingen. Tegelijkertijd heeft de kennisagenda tot doel om samen met de branche, leveranciers en opleidingsinstituten nieuwe vakinhoudelijke kennis en persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen. Wij gaan hier in 2020 mee aan de slag! Als branche, als sociale partners. Zodat onze vakmensen de kennis en kunde in handen hebben om het verschil te maken. Een uitdaging? Ja! Een opdracht? Ook dat! Een kans van slagen? Zeker! Wij in de techniek pakken de handschoen op om de vakmensen van de

Zuinig ventileren

De werkomgeving van de installateur verandert. Eisen op het gebied van duurzaamheid en de verdere inburgering van BIM dwingen de branche om te innoveren. Wat betekent dit voor de rol van de traditionele installateur? De installatiesector verandert in een snel tempo. De branche krijgt een steeds meer innovatief karakter, waarbij de installateur in een vroeg stadium – bijvoorbeeld via BIM – al bij een project wordt betrokken. In de praktijk betekent dit dat de installateur de rol van adviseur toegewezen krijgt. Naast de installatietechnische aspecten zal de installateur gaan adviseren over bijvoorbeeld bouwfysica. Iedereen die een gebouw bezit, is namelijk bezig met het terugdringen van de warmtevraag. De energietransitie schrijft gebouwbezitters voor om zwaar te isoleren. Veranderend binnenklimaat Verbeterde isolatie en een hogere luchtdichtheid hebben ook een keerzijde. Wanneer een gebouw geheel luchtdicht wordt afgesloten, is frisse lucht namelijk geen vanzelfsprekende factor meer. Een gebrek aan goede ventilatie kan leiden tot comfortproblemen, zoals een opeenhoping van warmte en vocht, schimmelvorming en muf ruikende ruimtes. Het binnenklimaat wordt daarom een alsmaar belangrijker onderwerp in het ontwerp van het gebouw. Door deze veranderingen in de markt is een ventilatiesysteem werkend op zonne-energie een welkome aanvulling op de al bestaande ventilatiesystemen. Op basis van zonne-energie Het Solar Star ventilatiesysteem is een mechanische ventilator die op een natuurlijke basis werkt. Met de zon als bron van energie speelt het systeem in op de veranderende eisen op het gebied van duurzaamheid en milieuvriendelijkheid. Het ontwerp van het Solar Star ventilatiesysteem type 2400 voldoet aan de

Nieuwe leefzone

Nu de NEN 1087 wordt herzien, gaan er ook stemmen op om het begrip leefzone anders te definiëren. Dat zou verregaande consequenties hebben voor bepaalde ventilatiesystemen. “Vooral systeem C zou worden benadeeld.”  De leefzone is het gedeelte van een verblijfsgebied waarbij de ruimte gelegen binnen 1 m van een uitwendige scheidingsconstructie, binnen 0,2 m van een inwendige scheidingsconstructie en hoger gelegen dan 1,8 m boven de vloer buiten beschouwing blijft. Binnen Europa geldt er een eis voor de vergelijking van onderlinge producten die meet op 0,5 meter vanaf de gevel. Een aantal deskundigen zou dit als systeemeis willen laten opnemen in de nieuwe NEN 1087. Een zinvolle wijziging? Jan Verdonck, Specialist New Business bij Jaga denkt van niet. Mensen zetten hun meubels en apparatuur in de praktijk vaak dicht bij de gevel. Het zou dan toch logisch zijn om daar strengere comforteisen te laten gelden? “In deze discussie worden zaken met elkaar verward. De 0,5 m uit de Europese norm geldt voor producten, niet voor systemen. Als je 1 op 1 de eis overneemt in een nieuwe NEN 1087 zonder de meetvoorschriften aan te passen, duw je systemen de markt uit.” Hoe bedoel je?  “Je meet dan te veel op een punt dat dicht bij het product zelf ligt. Dat geeft  een vertekend beeld van de totale prestaties van het systeem.” Maar varianten met systeem C die werken met roosters voor de toevoerlucht, zorgen in de praktijk toch vaak voor problemen? Er wordt dikwijls geklaagd over tocht, omdat in de

Vrije koeling en mechanische koeling

Wellicht hoort u het steeds vaker: koeling van woonhuizen. Bij toepassing van bodemenergie vaak bijkomstig ter regeneratie van de bron, maar ook bij toepassing van bijvoorbeeld lucht/water-warmtepompen. Vaak kan er met een kleine extra investering er basiskoeling gecreëerd kan worden. Maar wat nou als er een WTW ventilatie-installatie naast deze warmtepomp hangt? Bij vrije koeling wordt de buitentemperatuur gebruikt om het huis te koelen. Is bijvoorbeeld de buitentemperatuur lager dan de binnentemperatuur dan kan er door rechtstreeks de buitenlucht naar binnen te ventileren topkoeling gerealiseerd worden. De enige energie die gebruikt zal worden, is die van de ventilatoren. Hierdoor is het rendement van koelen vaak veel hoger dan dat van een lucht/water-warmtepomp. Dit kan vele avonden in Nederland gerealiseerd worden, waardoor ’s nachts de woning koeler gemaakt kan worden en de constructie afkoelt. De isolatie van moderne woningen zorgt er overdag juist weer voor dat deze koeling beter binnen blijft. Maar wanneer er wel mechanische koeling is kan er een probleem optreden. De vrije koeling van een WTW kan weinig inschakelen wanneer de mechanische koeling er al constant voor gezorgd heeft dat de woning op de juiste temperatuur is. Hierdoor wordt wellicht meer energie gebruikt dan nodig bij toepassing van vrije koeling ’s nachts. Regelingen dienen hierop afgestemd te worden. Laat de koeling van een mechanische koeler bijvoorbeeld later inschakelen, zodat de WTW ook zijn aandeel houdt. In de energietransitie moet namelijk niet vergeten worden dat koeling vaak een extra is. Er zal dus extra energie worden gebruikt t.o.v. een

NEN 1087 op de schop

De NEN 1087 is in revisie. In de loop van 2020 zal naar verwachting de vernieuwde versie worden gepubliceerd. Volgens experts Coen Schut van fabrikant Itho Daalderop en Marco Hofman van ISSO gaan de wijzigingen grote gevolgen hebben voor het werk van de installateur. De NEN 1087 is dringend aan vervanging toe. Uit onderzoek en praktijkervaringen blijkt dat de norm niet meer van deze tijd is. Zo initieerde de Nederlandse ventilatie-industrie in de eerste helft van dit decennium een uitgebreid onderzoek naar de ventilatiesystemen Bevindingen In woningen. Schut: “Uit de resultaten van het Monicair-onderzoek kwam naar voren dat: 1. Bestaande ventilatiesystemen niet allemaal dezelfde prestatie kunnen geven. 2. Systemen met een mechanische drijvende kracht op ruimteniveau beter werken. 3. Bewonersgedrag een grote invloed heeft op de werking van de syste- men. 4. Systemen met een mechanische drijvende kracht gecombineerd met sensoren en regeling per ruimte het beste werken. 5. Voldoen aan regelgeving geen garantie is voor goede luchtkwaliteit.” Aanvullingen Hofman vult hem aan: “Het globale beeld van deze onderzoeken is dat met de gebruikelijke ventilatiesystemen in woningen de luchtverversing zo’n 25% van de tijd niet volstaat tijdens aanwezigheid van personen. In met name slaapkamers zien we zelfs uitschieters van circa 40% van de verblijfstijd. Dit terwijl het uitgangspunt in de aangewezen NEN-bepalingsmethode 1087 (2001) is dat dit hooguit 5% bedraagt.” Oorzaken Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen voor de slechte luchtkwaliteit. Schut belicht er twee. “De afgelopen jaren zijn we onze woningen steeds beter gaan isoleren. Daardoor luistert het steeds nauwer met de daadwerkelijke