Auteur: Ruud

Houtbouw

Houtbouw wint aan populariteit. Ook in Nederland. Toch kan het een fikse uitdaging zijn om slimme installatietechniek in te passen in een nieuw project. Zeker als je de hoogte ingaat. IZ sprak erover met Babette Verheggen en Filique Nijenmanting van ingenieursadviesbureau ARUP, die betrokken waren bij de realisatie van het hoogste hout-hybride gebouw van Nederland, met de verrassende naam: HAUT. Begin dit jaar werd het hoogste hout-hybride gebouw van Nederland opgeleverd. Daar ging een doorlooptijd van 5 jaar aan vooraf. Het 21 verdiepingen tellende gebouw was een initiatief van Lingotto, ontworpen door Team V Architectuur en Arup, en is gebouwd door J.P. van Eesteren. Na twee jaar ontwikkelen en ontwerpen en drie jaar bouwen is dit bijzondere gebouw met 52 appartementen klaar en inmiddels ook bewoond. PvE Voor het ontwerp lagen duidelijke eisen op tafel, vertelt Verheggen, Associate bij ARUP. “We wilden een BREEAM Outstanding certificering behalen, zoveel mogelijk met hout bouwen en de CO2-footprint beperkt houden.” Beton en staal Een volledig houten constructie bleek te uitdagend te zijn in het waterrijke en winderige Amsterdam. De grondcondities maakten het noodzakelijk de fundering, kelder, liftkern en de plint tot deels de tweede verdieping uit te voeren in beton. Vandaar de term hout-hybride. Daarboven begint de eigenlijke houten constructie. Het dak is deels van beton. Dit in verband met het risico op lekkages. Behalve hout en beton is er ook staal gebruikt, bijvoorbeeld in de punt van het gebouw. Duurzaam Welke voordelen biedt houtbouw nu eigenlijk? Het draagt bij aan de beperking

Installateur op de fiets

Het Haagse Gunst Warmtetechniek heeft afgelopen zomer vier weken lang een bakfiets op de proef gehad. Eigenaar Dick Gunst is enthousiast. “Dit kan een goede oplossing zijn voor stedelijke gebieden.” Onder het motto ‘Trap je bus eruit’ is de gemeente Den Haag met een pilot begonnen waarbij bedrijven tijdelijk een elektrische bakfiets kunnen aanvragen om hun spullen mee te vervoeren. Gunst Warmtetechniek was de eerste installateur die zich eraan waagde. Achtergrond Het negenkoppen tellende bedrijf is de vrucht van noeste ondernemingsdrang. De 59-jarige Dick Gunst “kreeg ooit de kaartenbak mee van zijn werkgever”. Gunst Warmtetechniek opereert sindsdien voornamelijk in de regio Haaglanden. “We zijn een echte stadsinstallateur.” Parkeren Toen de gemeente haar bakfietspilot aankondigde, zag Gunst er direct de voordelen van in. “Parkeren in onze binnenstad is echt een crime, daarnaast is het ook beter voor het milieu.” Beweeglijkheid De Haagse installateur kreeg een bakfiets van de gemeente met een bakinhoud van circa 400 l. “Ik ben tevreden over de afmetingen, maar je merkt wel dat de beweeglijkheid afneemt, naarmate de bak meer gevuld is. Eigenlijk zou je de bakfiets nog iets moeten customizen.” Actieradius “Ook de actieradius is goed, maar je moet wel alles nauwkeurig plannen. Uit de eerste ervaringen blijkt dat een monteur op de bakfiets echt sneller is dan een collega met een bus, waardoor hij zeker één afspraak extra aan kan. Met een bakfiets beweeg je je gewoon veel sneller door het verkeer.” Inhoud Hoewel de bakfiets aardig wat verstouwen kan, is het andere koek dan

Ventileren

Elk ventilatiesysteem heeft zo zijn eigen voor- en nadelen. Hoe maak je nu de juiste keuze in een bouwproject? Wolfgang Okken van Duinwijck Technisch Advies licht zijn ervaringen met de verschillende systemen toe. “Er zijn drie typen ventilatiesystemen. Te weten een systeem dat werkt met zelfregelende ventilatieroosters. Dat is ventileren op basis van natuurlijke toevoer en mechanische afvoer, waarbij vraagsturing een optie is. Daarnaast kun je centraal ventileren met mechanische toe- en afvoer en warmteterugwinning (WTW-installatie). Daarbij bestaat de optie met of zonder vraagsturing. En tot slot is er nog de mogelijkheid om decentraal vraaggestuurd te ventileren met mechanische toe- en afvoer, de zogenaamde plug-and-play toestellen.” Omgevingsfactoren “Wij hebben als adviesbureau enkele keren vergelijkend onderzoek gedaan naar ventilatiesystemen en maken daarnaast continu impactberekeningen. Uiteraard beoordelen we ventilatiesystemen altijd vanuit de situatie waarin we ons op dat moment bevinden. Wat zien we gebeuren in het bouwproces? Hoe ziet de vraag van de opdrachtgever eruit? Welke belangen spelen er in de markt? Momenteel zijn er issues met levertijden, personeelstekort en kostprijzen. Deze problemen overstemmen veel andere belangen. Je kunt immers nog zoveel plannen maken, maar ze moeten wel uitgevoerd kunnen worden. Dus veel keuzes in het bouwproces worden tegenwoordig, naast de NTA8800 score, gemaakt op basis van deze factoren.” Pareto “Wij zien al een aantal jaar dat er een groot personeelstekort is. Met dat probleem in het achterhoofd zijn ventilatiesystemen die eenvoudig en snel geïnstalleerd kunnen worden heel aantrekkelijk. Het is voor bouwbedrijven en aannemers op dit moment slim om onderdelen van

Toekomstplannen

Afgelopen Prinsjesdag zagen we één centrale boodschap terug: het roer moet echt om. We moeten sneller de gebouwde omgeving verduurzamen, de vruchten plukken van digitalisering en de energietransitie écht handen en voeten geven. En daar staan wij als sector voor aan de lat. Helaas is het debat vaak een kinderspel van welles/nietes; u heeft het misschien wel gezien. Je zou Kamerleden bijna uitnodigen een dag op stap te gaan met een vakman of vakvrouw! De plannen voor 2023 liggen in politiek Den Haag dus klaar. Maar als sector kijken we nog verder en willen we voorbereid zijn op de toekomst. Daarom hebben we de toekomstverkenning CONNECT2030 geschreven. Essentie: er gebeurt veel in de wereld. Denk aan thema’s als energie, gezondheid, veiligheid en de circulariteit. En hierbij speelt techniek een doorslaggevende rol. Helemaal voorspellen hoe de ontwikkelingen gaan, kunnen we als sector niet. De werkelijkheid is soms grillig en afhankelijk van vele factoren, kijk naar de huidige energiesituatie en inflatie. Maar wat we wel met elkaar kunnen doen is nadenken over hoe vakmannen en vakvrouwen klaar kunnen staan voor die toekomst en mee kunnen groeien. Daarom is er in CONNECT2030 veel aandacht voor de vraag hoe vakmensen zich kunnen blijven ontwikkelen. Maar ook hoe we de digitalisering in de sector organiseren. Niet alleen onze diensten en producten moeten toekomstbestendig zijn, maar ook wij als sector. Dat kunnen we niet alleen; we hebben onze partners nodig. En de vakmensen van de toekomst. Ik ben dan ook erg blij dat er extra aandacht

Onze energie raakt op

‘Energie’ is het gesprek van de dag. Zo zijn de energieprijzen de laatste tijd flink verhoogd. Het betekent dat veel mensen in de problemen komen. ‘Van het gas af’ wordt voor velen realiteit, maar dan wel omdat de rekening niet betaald kan worden. Hoe zit dat eigenlijk met elektriciteit? De tarieven hiervan stijgen immers ook. En één ding is duidelijk: zonder elektriciteit kunnen we niet, want dan functioneert er niets meer! De elektriciteitsvoorziening levert nu al de nodige problemen op. Het wordt steeds moeilijker om te voldoen aan alle gevraagde vermogens. Niet zo vreemd, als je bedenkt dat een groot deel van ons elektriciteitsnetwerk dateert uit de jaren 50 van de vorige eeuw. De energie die mensen leveren, wordt ook een probleem. Er zijn steeds minder handjes om iets uit te voeren. Dit heb ik al eerder gemeld, maar de realiteit blijkt nog weerbarstiger. Ook bij mij is de energie langzaam opgeraakt, vanwege gezondheidsproblemen. Het enthousiasme om werk op te pakken en uit te voeren, is veel minder aanwezig dan in mijn jonge jaren. Het gaat allemaal niet meer zo makkelijk en de mentaliteit van klanten en leveranciers dragen daar helaas negatief aan bij. Diezelfde trend merk ik ook bij mijn monteurs op; de rek is eruit, ook al doordat ze thuis het nodige te regelen en te organiseren hebben met hun energiehuishouding. Dat maakt het er allemaal niet eenvoudiger op. Voor mijzelf ga ik het energieprobleem oplossen door over te schakelen naar een andere versnelling: die van een installateur

Slim de installatietijd van warmtepompen terugbrengen

In de Miljoenennota kondigde het kabinet aan om een tijdelijk prijsplafond in te stellen voor gas en elektriciteit om lastenverlichting voor de hoge energierekening te bieden. Alhoewel dit op de korte termijn wat lucht biedt, zal het toepassen van energiezuinige maatregelen zoals een (hybride) warmtepomp een langduriger effect hebben. Het installeren van een (hybride) warmtepomp duurt op dit moment echter twee dagen, terwijl het installeren van een cv-ketel drie uur kost. Daarbovenop komt nog het tekort aan de juiste vakmensen. Om zo snel mogelijk minder afhankelijk te worden van Russisch gas, moeten we dus tijd besparen en zullen er slimmere apparaten moeten worden ontwikkeld door de fabrikanten die slimmer geïnstalleerd moeten worden. Door bijvoorbeeld verwarmen, koelen en ventileren te integreren, processen in bedrijven te optimaliseren en producten plug-and-play te maken, kan de installatietijd volgens experts voor de helft teruggebracht worden. Installatiebedrijven kunnen hierop inzetten door zich te specialiseren in het installeren van warmtepompen en hun bedrijfsproces zo efficiënt mogelijk in te richten. Dit kunnen ze doen door werkzaamheden in het installatieproces op te delen, waardoor ook minder gekwalificeerde medewerkers ingezet kunnen worden om de eenvoudige werkzaamheden op te pakken. Daarnaast kan men werken met zoveel mogelijk prefab installatiedelen die in de werkplaats zo volledig mogelijk zijn samengebouwd en al zijn afgeperst, waardoor de monteurs op de werkvloer er minder werk aan hebben. Door dergelijke toepassingen kan een (hybride) warmtepomp in de nabije toekomst al in één dag geïnstalleerd worden. Binnen NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, zijn de NVKL-erkende installateurs

Out of the (ventilatie)box

De Trias Energetica klinkt als een samensmelting van vraag, verbruik en een duurzame invulling van de energiebehoefte. Een totaalvisie dus. Maar wie neemt de regie? De installateur vanuit de technische invulling of de bouwer vanuit de bouwkundige opgave? Een ding is zeker: bouwers en installateurs kunnen niet zonder elkaar en zeker niet als de energievraag wordt ingevuld met door een lagetemperatuursysteem. Te vaak komt het voor dat er een warmtepomp geplaatst wordt in combinatie met een ventilatiesysteem C. Terwijl iedereen weet dat het comfort en de energierekening eronder lijden. Bij nieuwbouw is daar geen excuus voor te verzinnen, maar hoe zit dat bij renovaties? Ook hiervoor geldt: ‘Verliezers hebben excuses, winnaars zien kansen’. Ook in de bestaande bouw zijn er namelijk vaak voldoende mogelijkheden om woningen te voorzien van balansventilatie. Maar… dat realiseer je niet alleen. Het dubbele leidingwerk heeft ruimte nodig en moet netjes afgewerkt worden. Dus moet je de handen ineenslaan met de aannemer. Net zoals je dat ook hoort te doen wanneer je de radiatoren vervangt voor convectoren of vloerverwarming ten behoeve van de warmtepomp. Bovendien zal je als installateur soms out of the (ventilatie)box moet denken en op zoek moeten naar nieuwe mogelijkheden. Oplossingen die niet alleen jouw leven, maar ook dat van de aannemer vereenvoudigen. Een luchtverdeelkast – waardoor veel minder leidingwerk nodig is – is zo’n oplossing. Net als halfronde ventilatieleidingen die minder ruimte vergen en eenvoudiger weg te werken zijn. En ja, dan nog is het bij renovatieopgaven vaak een puzzel én moet

Hybride warmtepompen

Bouwinvest verduurzaamde in 2020/2021, verdeeld over elf complexen in Diemen, 567 huurwoningen en koos daarbij onder meer voor in totaal 262 combinaties van de Remeha Elga Ace hybride warmtepomp met de Tzerra Ace cv-ketel. Alle zijn voorzien van een buitenunit op het dak en een eTwist slimme thermostaat. Institutioneel belegger Bouwinvest bezit ongeveer 20.000 woningen in Nederland. “Voor 2030 willen we de gehele portefeuille voorzien van een A-label met een energieprestatiescore lager dan 130. Kijkend naar de klimaatdoelstellingen van 2050 zetten we in op een gasvrije portefeuille in 2045”, vertelt Emile van Doorn van Bouwinvest. In afwachting van een toekomstige aansluiting op het gemeentelijke warmtenet viel voor het project in Diemen de keuze op een tussenoplossing. Daarbij werden de woningen voorzien van een hybride-opstelling, waardoor het energielabel steeg van B of C naar A. Luisteren naar bewoners De vrijblijvendheid van het project en het feit dat er geen huurverhoging plaatsvond, overtuigde bewoners al snel om mee te doen in dit project. Op meerdere vlakken luisterden de uitvoerende partijen bovendien naar de bewoners. Bijvoorbeeld waar het de plaatsing van de buitenunit betrof. Van Doorn: “Niet alle bewoners wilden deze in de tuin. We wijzigden daarom ons plan en ontwierpen een dakopstelling.” Compier vult aan: “We vergeleken verschillende producten en uiteindelijk is gekozen voor het kleinste product waarvoor we een nette kap konden ontwerpen.” Meten is weten Herman van Heusden is mede-eigenaar van Bonarius Bedrijven en verantwoordelijk voor alle technische installaties rond het project in Diemen: “De standaard kappen die we in

Het echte teamgevoel

Nadenken over je bedrijf is nadenken over je medewerkers. Wat maakt een team een goed team? Bij het beantwoorden van die vraag heb je het natuurlijk over de mensen met de juiste kennis en vaardigheden. En je gaat ook na of iemand in het team past. Kan hij of zij het vinden met de anderen? Maar is dat genoeg? Bedrijven zijn samenlevingen op zich. En die samenleving is divers. Verschillende mensen met verschillende vaardigheden en kennis. Maar ook jong en oud. Met verschillende culturele achtergronden. Met verschillende levenservaringen. Met als inzet van elkaar te leren, met elkaar plezier te hebben en te groeien. Het klinkt logisch, en toch is de werkelijkheid weerbarstiger. We zien veel homogene teams in de techniek; of zoals iemand het tegen me zei: ‘veel witte mannen’. En dat is een gemiste (commerciële) kans voor een bedrijf. Ik noem een voorbeeld. De meeste senioren moeten langer thuis wonen en willen weten wat er mogelijk is met techniek. Het liefst gaat men in gesprek met iemand die zich kan inleven in hun vragen zonder direct allerlei high-tech oplossingen aan te dragen. Een ervaren monteur met levenservaring werkt voor deze doelgroep. Maar denk ook aan de grote uitdaging als het gaat om het verleiden van jonge vakmensen naar de techniek. Deze jonge mensen willen zich herkennen in de mensen die in de techniek werken. Dus dat vraagt om een divers personeelsbestand met vrouwen, mannen, vanuit verschillende achtergronden en met diverse meningen. Rolmodellen met impact; gewoon om wie ze zijn.

Juist nu diversiteit!

Een winnend team kent aanvallers, verdedigers, teamspelers, denkers, doeners. Het lijkt zo logisch maar dat is het niet in elk bedrijf. Een gemiste kans. Maar het is nooit te laat! Op 4 oktober was het Diversity Day. Op deze dag lieten bedrijven zien dat een mix van mensen met een verschil in culturele afkomst, seksuele oriëntatie, leeftijd, gender of arbeidsvermogen positief is. Ook in de techniek. Op Diversity Day organiseren bedrijven zelf een activiteit in het teken van diversiteit en inclusie. Denk bijvoorbeeld aan een workshop, lunch of evenement. Yvonne Hermkens, programmamanager Diversiteit en Inclusie van Wij Techniek, zet al jaren lang met veel passie en betrokkenheid het onderwerp diversiteit op de agenda bij bedrijven in de techniek. Ook binnen Wij Techniek gaf ze workshops en is er een werkgroep in het leven geroepen vorig jaar op Diversity Day. En ze ziet veranderingen. In haar eigen organisatie maar vooral ook in de bedrijven. Hermkens: “Het lacherige van het begin is er af. Bedrijven die er mee aan de slag gaan zien de meerwaarde. Het gaat om aandacht voor de mens achter de werknemer. Mooi om die verandering te zien, maar we hebben nog een weg te gaan!” Wat is diversiteit? Diversiteit beslaat een groot aantal thema’s. Het gaat om het arbeidsvermogen (kan je op volle kracht werken of ervaar je drempels? En hoe kunnen we deze beslechten?). Maar ook om culturele en etnische diversiteit (is je bedrijf een afspiegeling van de maatschappij?). Is er een goede balans tussen mannen en