De totstandkoming en invoering van regelgeving heeft vaak veel weg van atletiekwedstrijden: eerst talloze horden nemen, afgewisseld met een hink-stap-sprong om vervolgens aan het eind van de rit nog eens de 100 meter sprint af te leggen. Dat is ook precies het traject dat de sectie Kabel van de Fedet doorloopt op weg naar 1 juli 2017. Op die datum wordt de Europese regelgeving voor bouwproducten, kortweg CPR, van kracht. De sectie wil – wellicht nog meer en intenser dan de Europese beleidsmakers – richtinggevend zijn als het om brandveiligheid gaat. Kwaliteit is daarbij leidend. “Een stap vooruit in kwaliteit betekent automatisch een betere veiligheid én een sterkere economie”, aldus de leden van de sectie. Maar dan moet nu wel de sprint worden ingezet; een gigantische uitdaging.
Auteur: Ruud
Buitenlandse werknemers krijgen bijna twee keer zo vaak een dodelijk ongeval als hun Nederlandse collega’s. In het algemeen is gebrek aan kennis van de voertaal een belangrijke oorzaak van ongevallen. Tijd om Nederlands verplicht te stellen op de bouwplaats? IZ belde met Mari Garcia, beleidsmedewerker Sociaaljuridische Zaken van Uneto-VNI.
“De installateur van de toekomst draagt een augmented reality bril waarmee de werkelijke wereld versmelt met de digitale wereld”, voorspelt Theun Prins, DGA van YP Your Partner BV. “Iemand met een goed stel handen kun je met de HoloLens van Microsoft aan de meest complexe machines laten werken. Doordat live beelden uit de werkelijkheid worden aangevuld met digitale informatie uit de cloud, weet hij precies wat hij waar, wanneer en hoe moet doen.” High tech pionier Theun Prins voorspelt dat deze nieuwe techniek de maakindustrie in Nederland groot zal maken.
Dit vierde, afsluitende artikel in de reeks over Internet of Things (IoT) laat zien wat de actuele status hiervan is en spiegelt deze aan de veranderende maatschappij. De huidige praktijk komt dus aan bod met bijbehorende kansen en uitdagingen. Maar natuurlijk, we kunnen er niet omheen, kijken we ook naar de mogelijke gevolgen voor de samenleving en maatschappij. Allereerst de huidige stand van de techniek: van netwerken naar IoT.
Iedereen beseft inmiddels dat de vergroening van onze samenleving een grote invloed heeft op de installatiemarkt. Maar wat heeft dit te maken met gebouw- of woningautomatisering? Dat nemen elektrotechnische collega’s toch voor hun rekening? In zekere zin wel. Maar warmtepompen, zonnepanelen, mini-windturbines en zelfs warmte/koudeopslag zijn technieken en systemen waar elektrotechniek en werktuigbouw prachtig samenkomen. Een terrein dat niet alleen nieuwe kennis maar ook nieuwe markten binnen handbereik brengt. Want naast de traditionele ‘natte’ deskundigheid wordt van de installateur opeens ook elektrotechnische kennis verondersteld. Hoe gaat hij daarmee om? Is hij voorbereid op de overstap naar slimme woningen en ‘smart technology’? En hoe kan hij – eventueel samen met zijn elektrotechnische collega – zijn toekomst veiligstellen?
Een slimme kraan. Een slim bad. Een slimme thermostaat. Slimme verlichting. Of zonnepanelen waarvan de actuele energieopbrengst via een smartphone uit te lezen is. Steeds meer installatieproducten worden voorzien van een koppeling met het internet, om zo de duurzaamheid of het comfort ervan te verhogen. En daarmee de waarde voor de consument.
Tijdens de vakbeurs SHK Essen in maart van dit jaar kondigde Schell, fabrikant van sanitairappendages, al aan een nieuw watermanagementsysteem op de markt te gaan brengen. De fabrikant – vooral bekend van haar hoekregelkranen, die je in nagenoeg elke sanitaire omgeving tegenkomt – informeerde de Nederlandse en Belgische pers onlangs over dit systeem in het Duitse Olpe, waar Schell al haar producten voor de (publieke) natte ruimte produceert.
Grenzen tussen de bouw en de installatiebranche vervagen. Gebouwen hebben niet langer installaties, maar zijn installaties op zich. In bouwteams is samenwerking de sleutel naar succes en is het niet de vraag wie de baas is. Dit is niet nieuw, maar steeds meer de realiteit van elke dag! De opdrachtgever vraagt erom. Deze wil faalkosten verminderen en vooral geen gedoe tussen de verschillende partners hebben. Maar er zijn meer redenen om meer met elkaar op te trekken: we hebben dezelfde uitdagingen en bovendien vraagt de toenemende digitalisering om ketensamenwerking. De tijd dat de installateur halverwege het bouwproces werd ingevlogen om ‘wat’ techniek in te brengen, is voorbij. De scheiding tussen hoofd- en onderaannemer heeft zijn langste tijd gehad. BIM doet steeds meer zijn intrede in de branche. En dat gaat verder dan het gebruik van ICT-programma’s. Juist hier gaat het om samenwerken, afstemmen, elkaar zien en versterken. Van de programmeertafel tot de werkvloer. Met meer efficiency en minder faalkosten voor de klant. Natuurlijk blijf je sectorspecifieke belangen houden. Maar die benoemen is de grootste winst die je met elkaar kunt halen. Zoals een ondernemer het mij onlangs zei: “Samenwerken maakt juist helder hoe je ten opzichte van elkaar staat en wanneer je soms eenvoudigweg kunt gaan voor het belang van je eigen bedrijf. Openheid is hierbij cruciaal.” Bouw en installatiebranche zijn ‘partners in crime’ die in een sterk bewegende markt samen kansen kunnen verzilveren. Maar dit gaat niet vanzelf. Nieuwe technologieën, nieuwe klantvragen en nauwere samenwerking vragen om andere kennis
De installatiebranche speelt al jaren een belangrijke rol bij een aantal belangrijke maatschappelijke uitdagingen. Iedere Nederlander heeft inmiddels in de gaten dat het we duurzaam moeten denken en handelen. Zo vliegen de zonnepaneel-installaties als warme broodjes over de toonbank en raakt de warmtepomp steeds meer ingeburgerd. Duurzame en energiezuinige installaties zijn steeds vaker de norm en daar is gelukkig niet altijd een verplichting of subsidie vanuit de overheid (meer) voor nodig. Nu we het vergroenen steeds beter in de vingers krijgen dient zich een nieuwe markt aan. Maakt u zich zorgen om uw vergrijzende klantenbestand? Geen nood, dit is geen bedreiging maar een grote kans! De zorg verandert in rap tempo. Op een plaatsje in een bejaardentehuis of verzorgingstehuis ka lang niet altijd meer gerekend worden. Het doel is om zoveel mogelijk in de eigen woonomgeving oud te worden. Om deze verandering mogelijk te maken zullen er tot 2021 jaarlijks 44.000 geschikte woningen voor senioren bij moeten komen. Door de economische crisis heeft de nieuwbouw echter jarenlang op een laag pitje gestaan. Veel ouderen moeten hun bestaande woning daardoor gaan aanpassen. Geen gemakkelijke opgave, maar wel een taak die de installatiebranche op het lijf is geschreven. Is dit toekomstmuziek? Ik denk van niet. Uw klanten krijgen nu al met het nieuwe beleid te maken. Als installateur staat u er gelukkig niet alleen voor! Zo krijgt u onder andere hulp van Uneto-VNI, OTIB, Technische Unie en ook onze eigen organisatie heeft hier inmiddels een concept voor ontwikkeld. Na een aantal jaren
In de voorbije columns heb ik over de basis van communicatie geschreven. Nu ga ik een stapje verder de theorie in. Want, communicatie is een begrip dat strategisch gezien vanuit vier gezichtspunten is te belichten, te weten: informeren, overreden, dialogiseren en formeren. Ik licht ze kort toe en sluit af met het belang. En een leestip. Informeren is wat je vaak bij voorlichting tegenkomt. Een organisatie maakt een eigen boodschap bekend met het doel de ontvanger tot nadenken aan te zetten en over het onderwerp al dan niet een besluit te nemen. Bij overreden gaat het een stapje verder. De eigen boodschap heeft duidelijk tot doel de ontvanger te beïnvloeden. Dit zie je terug in reclame of propaganda. Het gaat om de ander te overtuigen van het eigen gelijk. Tegenover deze twee begrippen staan dialogiseren en formeren. Dialogiseren is het gesprek aan te gaan met als doel in samenspraak tot een resultaat te komen. Dit ligt dichtbij formeren, wat weer een strategie is in besluitprocessen bij conflicterende belangen. Denk bijvoorbeeld in tijden van crisis. Deze vier vormen van communicatie zijn in een matrix te plaatsen. Op de x-as staat links het bekendmaken tegenover rechts het beïnvloeden. In de y-as staat (bovenaan) het ‘gecontroleerde éénrichtingsverkeer’ tegenover (onderaan) het tweerichtingsverkeer. In het kwadrant linksboven komt infomeren te staan om vervolgens met de klok mee in de kwadranten gevolgd te worden door: overreden, formeren en dialogiseren. Zo vormt zich het communicatiekruispunt. Dit strategische communicatiekruispunt is ontwikkeld door prof.dr. Betteke van Ruler en helpt