Op zijn LinkedIn pagina staat grappenderwijs dat hij zijn Bachelortitel heeft behaald aan de ‘Universiteit Vloerverwarming’. Wilfred de Regt probeert al jarenlang verwarmend Nederland aan het verstand te brengen dat een vloerverwarmingssysteem goed moet worden geïnstalleerd en onderhouden. In een ver verleden rondde De Regt zijn LTS Metaal af en kwam hij vervolgens in de bouw terecht. Toen de gelegenheid zich aandiende, maakte hij de overstap naar de installatietechniek. “Als installateur werk je merendeels binnen en heb je regelmatig contact met de klant. Dat vind ik prettig. In de bouw sta je met weer en wind buiten. Ook kreeg ik snel last van hooikoorts in het ‘foute seizoen’. Kortom, ik heb nooit spijt gehad van mijn keuze.” ‘Troubleshooter’ De Regt ging aan de slag bij een grote landelijke installateur en werd daar een ‘troubleshooter’. “HTS’rs en MTS’rs konden snel een storing verhelpen, maar beschikten niet over de kennis om het onderliggende probleem op te lossen. Dat kwam dan op mijn bordje terecht, terwijl de hoger opgeleide collega’s wel met de eer gingen strijken en meer verdienden. Op een gegeven moment werd me dat, in combinatie met de hoge tijdsdruk, teveel.” De Regt begon voor zichzelf en is sindsdien baas over zijn eigen agenda. Bovendien houdt hij netto onder de streep meer over. “Puur toevallig” De 49-jarige heeft zich geleidelijk aan weten te ontwikkelen tot een topspecialist op het gebied van vloerverwarmingsreiniging. Dat gebeurde “puur toevallig. Toen ik een nieuw huis betrok, hadden we continu problemen met het vloerverwarmingssysteem. Ik heb
Auteur: Ruud
Onze renewables worden met recht als ‘extreem groen’ gepresenteerd omdat ze gebruik maken van een duurzame energiebron, de zonnewarmte, in combinatie met condenserende hoogrendementtechniek. Beide technieken zijn geïntegreerd in één systeemoplossing die het gasverbruik tot een minimum beperkt waardoor de installatie zeer energiezuinig is. Bovendien leveren de zonnesystemen van A.O. Smith een aanzienlijk hoger (systeem)rendement dan vergelijkbare installaties in de markt, zonder in te leveren op comfort. Energiepakketlabels van A+ tot A+++ kunnen worden behaald. Maximaal rendement Het intelligente besturingssysteem kan op individuele gebruikswensen en tapbehoefte geprogrammeerd worden en de pompsnelheid kan worden gemoduleerd om onder alle omstandigheden zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de beschikbare zonne-energie. Zelfs bij zeer weinig zonnestraling blijft het rendement optimaal. Lange levensduur Dankzij het gepatenteerde terugloopsysteem dat direct onder de zonnecollectoren is gemonteerd, worden stagnatietemperaturen van het warmte-overdachtsmedium voorkomen, waardoor de levensduur van de hele installatie wordt geoptimaliseerd. Zonneboilers De pronkstukken onder de renewables zijn de gasgestookte condenserende HR-zonneboilers SGE en SGS. SGE is een HR-zonneboiler met geïntegreerde warmtewisselaar die geschikt is voor middelgrote tot grote commerciële toepassingen waarbij beperkte ruimte beschikbaar is. SGE heeft een opwekkingsrendement van 94% en een waterzijdig rendement tot 107%. SGS is een HR zonneboiler die in combinatie met een IT, een voorraadvat met interne warmtewisselaar, geïnstalleerd wordt. SGS heeft een opwekkingsrendement van 96,6% en een waterzijdig rendement tot 109%. SGS heeft grotere capaciteitsmogelijkheden en is daardoor uitermate geschikt als maatwerkoplossing voor grote industriële toepassingen. Zowel SGE als SGS hebben een energielabel A en voldoen aan de strikte
SFA Sanicombi inbouwelement met fecaliënvermaler. De Sanicombi is een krachtige geluidsarme fecaliënvermaler en bestaat uit drie onderdelen. De ingebouwde fecaliënvermaler Sanibroyeur C is het brein van de Sanicombi. Het zelfdragende inbouwelement is getest tot 400kg. Het frame is gedeeltelijk demontabel voor een eenvoudige toegang tot de Sanibroyeur C. Het bijbehorende reservoir is geïsoleerd voor een condens- en geluidsarme werking. Daarnaast is het reservoir waterbesparend door zijn economische spoeltechniek. De Sanicombi is een fraaie en complete oplossing voor uw badkamer of toiletruimte. Door zijn geringe afmetingen kan de Sanicombi eenvoudig en ruimtebesparend geplaatst worden achter elk wandcloset van uw keuze. Met de Sanicombi kunt u eenvoudig een badkamer installeren op elke gewenste plek in uw woning. Bij het aansluiten van een douche dient u rekening te houden met de aansluithoogte van de doucheafvoer. SFA Sanicombi inbouwelement met fecaliënvermaler. De Sanicombi is een krachtige geluidsarme fecaliënvermaler en bestaat uit drie onderdelen. De ingebouwde fecaliënvermaler Sanibroyeur C is het brein van de Sanicombi. Het zelfdragende inbouwelement is getest tot 400kg. Het frame is gedeeltelijk demontabel voor een eenvoudige toegang tot de Sanibroyeur C. Het bijbehorende reservoir is geïsoleerd voor een condens- en geluidsarme werking. Daarnaast is het reservoir waterbesparend door zijn economische spoeltechniek. De Sanicombi is een fraaie en complete oplossing voor uw badkamer of toiletruimte. Door zijn geringe afmetingen kan de Sanicombi eenvoudig en ruimtebesparend geplaatst worden achter elk wandcloset van uw keuze. Met de Sanicombi kunt u eenvoudig een badkamer installeren op elke gewenste plek in uw woning. Bij het aansluiten van een douche dient u rekening
Waar een ventilatie-installatie in het verleden vooral optimaal moest kunnen ventileren, wordt nu gezocht naar het summum van ventilatie, duurzaamheid, energiezuinigheid, warmterecuperatie én minimale geluidsproductie, in combinatie met gebruiksvriendelijkheid om de installateur maximaal te ontzorgen. En dat ei van Columbus meent Duco met de DucoBox Eco gevonden te hebben; een slimme ventilatiewarmtepomp die volledig matcht met de huidige en toekomstige wensen en eisen vanuit de markt. Slimme, natuurlijke ventilatie gecombineerd met warmteterugwinning via ventilatieretourlucht en frisse buitenlucht voor toepassing in woningen die het milieu, de gebruiker én de luchtkwaliteit op de voorgrond plaatsen: dat is waar de DucoBox Eco voor staat. Door vraagsturing via een gepatenteerde 2-zonesturing in deze unit te integreren, is een maximale energiezuinigheid (A+) en minimaal geluidsvermogen meer dan ooit een haalbare kaart. Bijkomende troef is de flexibele opbouw. En die flexibiliteit gaat bij de DucoBox Eco zeer ver. Zo is er de keuze voor koppeling aan een cv-ketel of boilervat, maar ook een combinatie van beide of zelfs een all-electric oplossing is mogelijk. Dit alles tegen een minimale investering door de duurzame subsidies die het kostenplaatje uiterst aantrekkelijk maken. Meer informatie: duco.eu
Een paar jaar geleden was de warmtepomp nog een niche product. Vandaag de dag is ‘het nieuwe verwarmen’ doorgedrongen tot in alle lagen van de samenleving. Leveranciers springen hierop in met al dan niet hybride warmtepompsystemen die de traditionele cv-ketel (moeten) gaan vervangen. Vijf obstakels die de installateurs kan tegenkomen bij de selectie en installatie van deze systemen. Het is geen cv-ketel Dit lijkt een open deur. Maar er worden te vaak aannames gedaan die nog geschoeid zijn op de aloude leest van de doorgewinterde cv-installateur. Zo is er, om te beginnen, een groot verschil in het watertraject. Tussen de aanvoer- en retourtemperatuur van een cv-ketel zit gemiddeld 20°C verschil; bij een warmtepomp is dit slechts 5°C. Bij een gelijk verwarmingsvermogen is dan 4x zoveel water(debiet) benodigd. Wordt een warmtepomp op het ‘oude’ leidingwerk van de cv-ketel aangesloten, dan zal al snel blijken dat de leidingen hiervoor te krap zijn. Een warmtepompleiding heeft een grotere diameter dan die van een cv-ketel.Daarnaast vraagt het afgiftesysteem dat gekoppeld is aan een warmtepomp een groter oppervlak dan een cv-ketel i.v.m. de lagere watertemperatuur. Daarom is de warmtepomp bij uitstek geschikt om in vloerverwarming te voorzien. Als het afgiftesysteem een radiator is, zijn hiervoor ook zeer geschikte systemen beschikbaar, maar hoewel deze uiterlijk – voor een leek – identiek lijken, zijn ze wezenlijk anders dan een radiator voor een hoog-temperatuursysteem. Een warmtepomp voor verwarming vergt dus wat ingrijpendere veranderingen bij renovatie en een andere benadering bij nieuwbouw. Dit geldt ook voor de mate van
Er is bijna geen woning in Nederland zonder verhoogde concentratie fijnstof in de binnenlucht. In 1 op de 7 Nederlandse huizen is de binnenluchtkwaliteit het grootste deel van de dag onvoldoende als gevolg van fijnstof. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van het Longfonds. Meer dan ooit is ventilatie van levensbelang. De vakman zal daarom steeds meer vragen krijgen en moet zich met kennis daartegen wapenen. Met de Erkenningsregeling Woningventilatie kan hij als volwaardige gesprekspartner bij je klant voor de dag komen. De onderzoeksresultaten die aantonen dat de luchtkwaliteit in Nederlandse huizen relatief slecht is, vooral aan het begin van de avond, komen niet als een verrassing. “Met dit onderzoek krijgen we wel meer inzicht in de luchtkwaliteit binnenshuis”, zegt Longfonds directeur Michael Rutgers. “Mensen brengen meer dan 20 uur van hun tijd binnen door. Het is belangrijk dat de lucht daar gezond is.” Het onderzoek is uitgevoerd bij 749 huishoudens. Met een speciale sensor is gedurende 9 maanden (juni 2017 t/m februari 2018) het gehalte aan CO2, fijnstof (PM2,5), luchtvochtigheid en temperatuur gemeten. Fijnstof PM2,5 zijn deeltjes kleiner dan 2,5 micrometer die het diepst doordringen in de longen. In huis komt fijnstof onder meer vrij bij verbranding, door bijvoorbeeld bakken en braden, het branden van kaarsen of de open haard. Ook komen er fijnstofdeeltjes van buiten naar binnen. Bij gevoelige groepen, zoals mensen met een longziekte, kan dit direct leiden tot gezondheidsklachten, zoals benauwdheid of hoesten. Op lange termijn is blootstelling aan fijnstof voor iedereen schadelijk. Erkenning nieuwe
BENG, NOM, hybride oplossingen, installateurs worden van alle kanten bestookt met nieuwe duurzame concepten. De ontwikkelingen gaan razendsnel. Veel vakmensen worstelen met de vraag hoe ze hun kennis op peil kunnen houden in deze drukke tijden. Technische Unie heeft er een oplossing voor gevonden. Sinds november kan de installateur zich in het Zwolse ‘Inspiratiecentrum Duurzaamheid’ in een mum van tijd laten bijpraten over de trends. IZ nam de proef op de som en kreeg een rondleiding van Paula Reijnders, Manager New Business. Hoge duurzaamheidsambities Duurzaamheid is allang geen modewoord meer. Overheden, bedrijven en particulieren maken zich gezamenlijk hard voor een toekomstbestendige maatschappij, die op een verantwoorde wijze omgaat met natuurlijke hulpbronnen. Ook de bouwsector draagt haar steentje bij aan deze transitie. Zo wil het nieuwe kabinet de CO2-uitstoot met maar liefst 49% terugdringen voor 2030. De Bouwagenda zet eveneens hoog in. Het nationale innovatieprogramma voor de bouwsector wil in 2021 de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad hebben opgeschaald naar 100.000 woningen per jaar. Bovendien moeten tussen 2021 en 2030 een miljoen nieuwe energieneutrale woningen worden opgeleverd. Capaciteitstekort De vraag is alleen of we die doelstellingen wel gaan halen met de huidige capaciteit, die de bouwkolom kan bieden. Aannemers, architecten, adviseurs en installateurs verzuipen in het werk. Veel bedrijven en zeker de kleinere spelers hebben daardoor nauwelijks tijd om zich te laten informeren over nieuwe ontwikkelingen. Nieuwe ontwikkelingen die van cruciaal belang zijn om onze milieu- en energieambities te realiseren. Totaaloverzicht Internet biedt maar gedeeltelijk uitkomst. Hoewel het medium de informatievoorziening
Mijn vorige column over het aantal legionellaslachtoffers heeft hopelijk veel mensen tot nadenken gezet. De bedoeling was een dialoog op gang te brengen voor een betere samenwerking tussen diverse partijen. Dit met als doel het werkelijke aantal slachtoffers van een legionellabesmetting in kaart te brengen. Uiteindelijk willen we dit aantal zoveel mogelijk terugdringen en het vertrouwen terugwinnen in een perfecte drinkwatervoorziening in ons land. Ik heb geen enkele negatieve reactie gekregen, louter positieve. Dat is natuurlijk mooi meegenomen. Maar uit de hoek van bijvoorbeeld GGD en RIVM had ik toch ook wel iets verwacht. Opmerkelijk! Je rekent op tegengas, maar nee. Men durft het kennelijk niet aan om mijn stelling te bekritiseren. Of is men bang om een confrontatie aan te gaan?Iets anders nu, maar zeker zo actueel: scholing. Er komen richtlijnen aan voor een betere opleiding van medewerkers van adviesbedrijven: meer (bij)scholing is het motto. Nu maar hopen dat ook monteurs van installatiebedrijven beter opgeleid worden. Ik adviseer directies om hun medewerkers hiervoor de ruimte te geven. Het is ook in hun eigen belang. Een fout in een ontwerp of in de uitvoering kan verstrekkende gevolgen hebben: faalkosten, imagoschade, rechtszaken. Daarbij, de kranten staan tegenwoordig bol van verhalen over stress. Dat speelt ook in ons vakgebied. Installateurs moeten zeker zijn van hun werk en kennis. Twijfel kan voor stress zorgen. De druk is vaak al veel te hoog, bijvoorbeeld door overbelasting. Ik denk dat goede begeleiding een hoop problemen kan voorkomen. Coaching is wat mij betreft daarom het sleutelwoord.Leo
De Diamantbeurs, gebouwd in 1911 in opdracht van ‘Vereniging Beurs voor den Diamanthandel’, ontwikkelde zich tot hét centrum van de diamanthandel in Amsterdam. Eind jaren ’80 stopte de Diamantbeurs haar activiteiten. In 1990 trok de Gemeente Amsterdam in het pand, waarna het gebouw in 2001 werd aangewezen als Rijksmonument. Momenteel wordt het Monument door Sijthoff Media en Zadelhoff volledig gerenoveerd tot hét centrum voor de creatieve industrie, onder de nieuwe naam ‘Capital C Amsterdam’. Het Rijksmonument aan het Weesperplein ondergaat een volledige restauratie en renovatie. Het pand wordt gemoderniseerd met karakteristieke kenmerken van toen. Zo wordt het siermetselwerk op de dakrand dat ooit het aanzicht van de gevel vormde samen met de originele gevelbeëindigingen teruggeplaatst en hersteld. In het gebouw zelf werken topontwerpers samen met jong creatief talent om de ruimte opnieuw in te delen. Het uiteindelijke doel is om de voormalige Diamantbeurs om te toveren tot een inspirerende omgeving met kantoorruimtes, restaurants, Events en workshops. Design and build Bij de aanbesteding kreeg A. de Jong Installatietechniek, vestiging Amsterdam, de opdracht toegewezen. De opdracht voor de Diamantbeurs is aanbesteed volgens het Design and Build principe. Bij deze contractvorm draagt de aanbestede partij de verantwoordelijkheid voor het ontwerp en de realisatie van de installatie/het project.In concreto is A. de Jong Installatietechniek verantwoordelijk voor het ontwerp en de renovatie van alle werktuigbouwkundige installaties op het gebied van koeling, verwarming, luchtbehandeling en meet- en regeltechniek. Samen met de bouwkundige partij en constructeurs heeft A. de Jong Installatietechniek een ontwerp gemaakt, waarna een planning
Een keer in de zoveel tijd trekt hij maar weer aan de bel. Het klinkt als vechten tegen de bierkaai, maar Peter Hajiioannou weigert op te geven. “Stralingspanelen zijn een volwaardige en duurzame oplossing voor verwarmen en koelen. Ik blijf me er hard voor maken om de installateur daarvan te overtuigen.” In gesprek met de bevlogen topman van leverancier Enco. ‘Te duur in het gebruik’, ‘alleen geschikt voor bijverwarming’, ‘ziet er niet uit’, het zijn zomaar wat “vooroordelen” waar Hajiioannou regelmatig tegenaan loopt. De half Griekse techneut bestiert samen met zijn compagnon Gijs Maris het Rotterdamse Enco, een gevestigde naam in de verwarmingswereld. Het bedrijf specialiseerde zich na zijn ontstaan in 1975 al vrij snel in stralingsverwarming. Sindsdien verkoopt en monteert Enco zowel elektrische als watergevoede panelen. Nieuwe markten aanboren De afgelopen jaren heeft het Rotterdamse bedrijf goed geboerd. Ondanks de crisis slaagde de panelenspecialist erin zijn marktaandeel te vergroten. Nu de economie weer op stoom is, willen Hajiioannou en Maris ook graag nieuwe marktsegmenten aanboren. Bijvoorbeeld in de kleine utiliteit en woningbouw. “Het overgrote deel van onze klanten komt uit de industrie en grote utiliteit”, vertelt de Enco-topman. “ Je kan dan denken aan sporthallen, werkplaatsen of penitentiaire inrichtingen.” Enco en concullega’s proberen al jarenlang de installateur te overtuigen dat stralingspanelen ook voor andere segmenten interessant zijn. Maar de boodschap komt niet aan. Daar zijn een aantal redenen voor aan te wijzen. Relatief onbekend “Allereerst merken we dat ons product relatief onbekend is”, vertelt Hajiioannou. “Als een installateur wordt