Zit er nog toekomst in de branche?

Aan het begin van 2017 lijkt het een goed idee om de huidige technologische ontwikkelingen te spiegelen aan de branche. Er verandert nogal wat in technologieland, denk bijvoorbeeld aan IoT, 3D-printing, en Augmented- en Virtual Reality. We zitten inmiddels in de vierde industriële revolutie (zie IZ oktober 2016). Dit brengt bedreigingen met zich mee, maar zeker ook kansen en uitdagingen. Geldt dit ook voor ons vakgebied? Of staat de installateur op de nominatie om uit te sterven, net zoals vele andere beroepen?

Het laatste is niet het geval. De installateur gaat niet direct de postbode, bakker op de hoek, bankmedewerkers of zwarte pieten achterna. Er blijft zeker markt voor de installatiewereld. Maar die zal wel veranderen en daar moeten we met z’n allen op anticiperen om te overleven. In dit artikel passeren drie ontwikkelingen de revue die op dit moment spelen en waar wij allemaal volop de vruchten van kunnen plukken. Dat wordt leuk! Ga er even voor zitten, dan duiken we in de boeiende techniekwereld van vandaag.

Het juiste klimaat

Het belangrijkste is onze wereld, want dat is nu eenmaal de planeet waarop wij met z’n allen leven. Dan kom je snel uit bij energie, en daarover is heel wat te doen. We nemen langzaam afscheid van gas, we delen energie en we willen energie opslaan. Stuk voor stuk kansen die ons weer energie geven. Maar er is veel meer aan de hand met energie. Om dat te verduidelijken ga ik terug naar 2015, naar de klimaatconferentie in Parijs waar met 195 landen afspraken zijn gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en daarmee de opwarming van de aarde te verminderen. De uitstoot van CO2 draagt in belangrijke mate bij aan de klimaatverandering. Daarom zijn er door de EU verschillende afspraken gemaakt om deze uitstoot tot 2050 stapsgewijs steeds verder omlaag te brengen. Een van de afspraken van het Europees beleid is erop gericht dat nieuwe gebouwen na 2020 geen of heel weinig energie gebruiken.

Bijna energieneutraal

In Nederland is dit vertaald in de BENG norm (Bijna Energie Neutraal Gebouw) die de huidige EPC-norm vervangt. Vanaf eind 2020 moeten alle nieuwe gebouwen in Nederland aan deze norm voldoen. Voor overheidsgebouwen geldt dit al vanaf eind 2018, en dat is best wel dichtbij. Bedenk hierbij dat BENG niet kan worden bereikt zonder gebouwbesturing. Dus binnenkort geen gebouw meer zonder KNX of BACnet, om het maar even bij de open systemen te houden. Op het terrein van regeltechniek is nog een wereld van voordelen te behalen: 70% van de huidige systemen werkt niet optimaal na het eerste jaar van inbedrijfstelling. Het energiegebruik is structureel 25% tot 30% hoger dan in het ontwerp werd voorgespiegeld. Oorzaak: 15% ontwerpfouten, 25% fouten tijdens de bouw en 60% fouten na oplevering. Onvoorstelbaar dat dit kan. De kansen voor de serieuze techniekliefhebbers zijn volgens mij niet moeilijk te bedenken.

Het licht zien

Een tweede onderwerp met veel kansen vormt ons stijgend energiegebruik, en dat brengt me bij licht. Een rare gedachte misschien, maar dat valt mee. Licht gaat namelijk ons energieprobleem oplossen. Een belangrijk aandeel van het totale energiegebruik wordt veroorzaakt door onze alsmaar toenemende honger naar data. Door de razendsnelle opkomst van Internet of Things (IoT) neemt de vraag naar data in sneltreintempo toe. Jaarlijks groeit ons datagebruik met een factor 1,8. In 2021 is het dataverbruik vertienvoudigd ten opzichte van 2015, geven ook onze mobiele providers aan. Jaarlijks worden datacenters uitgebreid of nieuw gebouwd. Een modern datacenter gebruikt maar liefst 150 megawatt. Niet voor niets worden deze in de buurt van een energiecentrale gebouwd waar ook goede warmteafvoer mogelijk is. Omstreeks 2021 is naar verwachting alle energie die nu wordt opgewekt nodig om in onze stijgende databehoefte te voorzien. De oplossing komt uit een onverwachte hoek en in de basis van deze technologie heeft ons kleine kikkerlandje een behoorlijk aandeel.

Nanotechnologie

Ik volg al geruime tijd de ontwikkelingen op het gebied van fotonica die zich voor een groot deel afspelen rondom het fotonica-instituut van de TU Eindhoven. De ontwikkelingen rondom fotonica staan nu op het punt waar elektronica omstreeks 1970 stond, bij de start van de derde industriële revolutie. Fotonica is een nanotechnologie die in de startblokken staat om onze digitale wereld te veroveren. De elektronica in datacenters wordt vervangen door apparatuur met geïntegreerde fotonica. Net als in de glasvezelkabel wordt data in de apparatuur niet meer verstuurd met elektronen maar met fotonen (lichtdeeltjes). Naast oplossing van het energieprobleem zijn er grote voordelen te behalen op snelheid. Latency in netwerken kan grotendeels worden geëlimineerd, waardoor heel veel nieuwe mogelijkheden ontstaan met toepassingen die nu gewoonweg nog niet kunnen. Eén ding is zeker, uit dit soort ontwikkelingen zullen veel technieken voortkomen die onze technische oplossingen beïnvloeden. Datacommunicatie wordt steeds belangrijker, stabiliteit en veiligheid gaan in belangrijke mate de boventoon voeren. We kunnen immers niet zonder onze netwerken. Datacommunicatie over lichtgolven (LiFi) is een serieuze techniek die uit deze ontwikkelingen stamt en die zeker onze wegen gaat kruisen.

Gelijkspanning

Steeds vaker hoor je geluiden over de voordelen van gelijkspanning. Steeds meer apparaten gebruiken gelijkstroom in plaats van wisselstroom. Denk hierbij aan onze elektronica, e-vervoer en ledverlichting. De alternatieve energiebronnen wekken gelijkspanning op. Het is hierbij logisch om alles op gelijkspanning te zetten en wisselspanning de deur uit te doen. Er wordt inmiddels al heel wat jaren over deze ontwikkeling gesproken en ook worden er zo mondjesmaat projecten uitgevoerd. Wat ik zie is dat deze ontwikkeling zich voortzet en interessante mogelijkheden gaat bieden. Het gaat niet snel, dat is ook logisch. We kunnen niet zomaar onze wisselspanningsnetten en -apparatuur aan de kant schuiven. Daar zijn teveel belangen mee gemoeid. Toch is het zaak deze ontwikkeling wel te volgen en dat doe ik dan ook met veel plezier, ik houd wel van spanning. Voor het omgaan met gelijkspanning is veel meer kennis nodig dan standaard aanwezig is in de installatiewereld. Dat is zeker een aandachtspuntje. Beveiligen en schakelen werkt heel anders, daar is software voor nodig. Een totaal andere benadering dan we nu gewend zijn.

Conclusie

Er is veel werk aan de winkel en we moeten alle zeilen bijzetten. Kennis wordt steeds belangrijker, maar gelukkig zijn er goede opleidingen zoals voor systeemarchitect en hogere elektrotechniek. Dat geeft kennis die we absoluut nodig hebben in onze branche. We gaan een spannende tijd tegemoet met heel veel kansen en mogelijkheden waar iedereen zelf keuzes in kan en moet maken. Ik wens u allen een fantastische toekomst in onze boeiende techniekwereld 

Auteur: Henk Hazeleger: Systeemarchitect, Technologie inspirator, R&D en Innovatie bij Leertouwer B.V. in Barneveld.

Geef een reactie