De warmtepomp maakt het verschil
DUURZAAM FORT
Fort bij Krommeniedijk maakte ooit onderdeel uit van de verdedigingslinie van onze hoofdstad. Sinds 1956 is de militaire functie van het vestingwerk komen te vervallen. In 2017 heeft het fort een nieuwe bestemming gekregen. Net als bij de oplevering in 1903 is het nog altijd grotendeels zelfvoorzienend, dankzij de PV-panelen, de regenwateropvang en vooral de warmtepomp.
Tussen 1880 en 1920 kregen Amsterdam en directe omgeving een eigen verdedigingslinie. De Stelling van Amsterdam lag op 15 tot 20 kilometer rond het centrum van de hoofdstad, was 135 kilometer lang en telde 45 forten. De verdedigingslinie verloor na de Eerste Wereldoorlog snel aan betekenis door de opkomst van het vliegtuig. In 1963 werd de militaire functie geschrapt. Sindsdien hebben de verschillende forten diverse functies vervuld. In 1995 werd de Stelling van Amsterdam op de Werelderfgoedlijst van Unesco bijgeschreven.
Betonnen kolos
Het Fort bij Krommeniedijk werd in 1903 opgeleverd. Het ligt aan de oostgrens van de gemeente Uitgeest, vlak bij het buurtschap Krommeniedijk, in de provincie Noord-Holland. Het verdedigingsbolwerk bood oorspronkelijk een onderkomen aan 296 soldaten. Het gebouw is gemaakt van ongewapend steenslagbeton en staat op een fundering van houten palen. De wanden zijn 100 tot 120 cm dik. De betonnen dakplaat, bijna 2 meter dik, ligt los op de gevels en tussenmuren. Het bouwwerk bestaat uit een klein frontgebouw en een langgerekt hoofdgebouw, die met elkaar zijn verbonden.
Zelfvoorzienend
Toen het fort werd gebouwd was dit grotendeels zelfvoorzienend. Het vestingwerk werd verwarmd met potkachels. Een zandpakket op de betonnen dakplaat filterde het regenwater dat werd opgevangen in drie grote bassins. Dit water konden de militairen gebruiken om zich te wassen. De latrines loosden op verschillende beerputten. Het fort werd verlicht met stormlampen en kaarsen. Elektriciteit werd veel later en slechts in beperkte mate ingevoerd. Nadat het fort in 1956 officieel als vestingwerk werd opgeheven heeft het verschillende functies gehad, onder andere als wapenopslagplaats.
Tweede leven
In 2017 na ruim zeven jaar voorbereiding en anderhalf jaar restauratie, in opdracht van Stadsherstel Amsterdam, kreeg het Fort een tweede leven. Het gebouw is herdoopt tot Fort K’IJK en bevat naast een bezoekerscentrum ook 26 appartementen en trainingsfaciliteiten voor autistische jongeren, voor De Heeren van Zorg. De opdrachtgevers hebben ernaar gestreefd om het zelfvoorzienende karakter in stand te houden, maar nu op eigentijdse wijze. Zo wordt het regenwater nog steeds opgevangen, maar nu gebruikt voor de toiletspoeling.
Leverancier
Jacques Knijnenburg raakte zo’n 2,5 jaar geleden betrokken bij de ombouw. De gedreven directeur van Green Sources Nederland is een oude bekende in warmtepompland. Van oorsprong techneut maakte hij ooit de overstap van de machine- en apparatenbouw naar de installatietechniek, omdat hij aan den lijve had ondervonden welke voordelen warmtepompen hebben. Als enige officiële importeur van iDM warmtepompen uit Oostenrijk is hij sindsdien betrokken geweest bij de meest uiteenlopende projecten.
Honderden zonnepanelen
Bij het Fort bij Kommeniedijk werd Knijnenburg ingeschakeld door de W-installateur. Om de afhankelijkheid van het elektriciteitsnet zoveel mogelijk te reduceren kreeg het fort 456 zonnepanelen, die ongeveer 100.000 kWh/jaar produceren. Deze elektriciteit is onder andere bestemd voor de Ledverlichting in het complex, en draagt hiermee bij aan het energiezuinige karakter.
Warmtepomp
In het W-concept is een belangrijke rol weggelegd voor de warmtepomp. “Tijdens de ontwerpfase werd al snel duidelijk dat deze verwarmingsoplossing het meest in aanmerking kwam. Er was namelijk geen gasaansluiting”, legt Knijnenburg uit. Fort K’IJK heeft een grondgebonden systeem gekregen. “Een logische keuze, aangezien het fort middenin een broedgebied ligt van vogels. Een buitenunit, zou, zo vreesde de opdrachtgever, te veel geluid produceren.” Gekozen werd voor een iDM warmtepomp met een vermogen van 70 kW. Voor het open bronsysteem werden twee bronnen geboord. De temperatuur van het gebruikte grondwater is circa 11 graden Celsius, hieraan onttrekt de warmtepomp zijn thermische energie. Het afgekoelde grondwater gaat met een temperatuur van 7 graden Celsius weer de bodem in.
Buffervaten
De warmtepomp staat opgesteld in de technische ruimte, vlakbij de ingang van het fort. Even verderop zijn 2 grote buffervaten te zien met elk een inhoud van 1000 liter. Dankzij een gepatenteerde uitvinding van iDM is er geen elektrisch element nodig om het water legionellavrij te houden, vertelt Knijnenburg. Bovenin het gelaagde buffervat bevindt zich warm water met een hoge temperatuur, dat bestemd is voor de verwarming van warm tapwater. Onderin het vat zit warm water met een lagere temperatuur, dat gebruikt wordt voor de verwarming. Knijnenburg: “Op deze wijze voldoen we zonder problemen aan alle eisen, we kunnen zelfs een temperatuur van 67 graden Celsius bereiken.”
Afgiftesysteem
Ook over het afgiftesysteem hoefde maar kort te worden nagedacht. Fort K’IJK heeft een vloerverwarmingssysteem gekregen met zoneregeling. Dat zorgt voor een basistemperatuur. Bij een extra warmtevraag, kunnen de appartementbewoners individueel hun convector inschakelen. “Het grote voordeel van dit complex is dat de dikke muren zowel warmte in de winter, als koelte in de zomer kunnen vasthouden. Dat accumulerende vermogen pakt dus gunstig uit voor de energierekening.”
Oplevering
Fort K’IJK is afgelopen najaar opgeleverd. Sindsdien monitort Green Sources de prestaties van de PV-panelen en de warmtepomp via een remote-access systeem. “In de beginfase moesten we de temperatuurinstellingen van de warmtepomp finetunen, dat hebben we voor 90% op afstand kunnen doen. Vanaf dat moment draait alles eigenlijk op rolletjes.”
Stormachtige groei
De warmtepomp is in een sneltreinvaart Nederland aan het veroveren. “Sinds het bekend is geworden dat de gaskraan dicht gaat, loop het storm bij ons. Per week krijgen we gemiddeld 30 nieuwe aanvragen binnen, waarvan ongeveer 30% uit de utiliteit en 70% uit de particuliere woningbouwmarkt afkomstig is”, vertelt Knijnenburg. Zo’n 70% van zijn cliënten wil een luchtgebonden systeem, met name in de particuliere markt. Knijnenburg weet wel waarom. “De grondgebonden systemen zijn duurder, denk alleen al aan alle kosten die komen kijken bij een boring. Bovendien brengt zo’n traject veel meer administratieve rompslomp met zich mee. Vergunningen, rapportages en ga zo maar door.” Green Sources Nederland levert zowel grond- als luchtgebonden systemen in een range van 3 tot 700 kW en kijkt dus met volle tevredenheid naar de marktontwikkelingen. Een aantal jaar geleden was dat wel anders. “Vlak voor de crisis hadden we opdrachten in binnen- en buitenland. Toen het economisch tij keerde, zakte de markt in elkaar. We kregen harde klappen. Gelukkig draait de markt nu weer op volle toeren. We merken het niet alleen aan een stijgend aantal aanvragen, maar ook aan de opkomst bij onze kennissessies. Toen warmtepompen net op de Nederlandse markt kwamen, kon ik met moeite een installateur bewegen om bij ons een training te volgen. Ze zagen er geen brood in en beperkten zich grotendeels tot het installeren van cv-ketels. Nu komen er niet alleen installateurs langs, maar ook adviseurs en architecten. Ook gaan er regelmatig groepen monteurs/installateurs naar de fabriek in Oostenrijk om speciale trainingen te volgen. Onze marktvooruitzichten zijn dus buitengewoon gunstig.”