De vijfde industriële revolutie komt eraan

iz10_smart_de-5e-industriele-revolutie-komt-er-aanDit derde artikel uit de reeks over Internet of Things (IoT) haakt in op de technische ontwikkelingen met een zijdelingse blik naar de maatschappelijke gevolgen en menselijke invloed op de technologische vooruitgang. IoT ontwikkelt razendsnel en dagelijks zie je berichten voorbijkomen over nieuwe mogelijkheden, nieuwe sensoren en leuke gadgets. Maar gaat het echt zo hard als we denken? Komt dit niet door ons drukke bestaan en de enorme informatiestromen die we dankzij de nieuwe technieken continu op ons afgevuurd krijgen. Laten we de snelheidsverschillen tijdens de verschillende industriële revoluties eens nader bekijken.

De eerste industriële revolutie, de introductie van stoommachines en gietijzeren productiestraten, stamt uit 1750 en bracht enorme veranderingen met zich mee in de maatschappij. Ongeveer 130 jaar later, omstreeks 1880, begon de tweede revolutie met als belangrijkste ontwikkeling de elektriciteit. De derde revolutie liet maar 90 jaar op zich wachten. Rond 1970 werden de eerste computers gesignaleerd, de automatisering deed zijn intrede. Wat dit aan veranderingen heeft teweeggebracht, behoeft geen verdere toelichting. Daarvan profiteren we dagelijks, sterker nog het is een redelijke primaire levensbehoefte geworden. Op dit moment zijn we aangeland in de vierde industriële revolutie met IoT, 3D-printing, virtual- en augmented reality en chipimplantaten. Hardware komt steeds meer op de achtergrond. Alles draait om data, algoritmes, cloud enz., waarbij alles en iedereen wordt ‘geconnect’. Het grappige daarbij is dat we nog maar 45 jaar na de vorige revolutie leven. Zet deze getallen eens op rij, 130 - 90 - 45, tja dan moeten we wel concluderen dat het echt razendsnel gaat. Wat de vierde revolutie ons gaat brengen, weten we nog amper. Wel voorspel ik dat deze trend doorzet en we dus over circa 15 jaar in de vijfde industriële revolutie belanden. Wat dit inhoudt? We hebben er nog totaal geen notie van. Maar het komt eraan en is er eerder dan we denken.

IoT in turbostand

Zoals gezegd de ontwikkelingen gaan lekker snel. We zien continu prachtige apparaten en mogelijkheden tot onze beschikking komen. We leven in een geweldige en enerverende tijd met ongekende mogelijkheden en kansen. KPN heeft al voor de vakantieperiode gemeld dat zij met IoT zelfs harder gaat dan haar eigen planning aangeeft. Het LoRa netwerk was in juli al landelijk dekkend, terwijl dat pas voor het najaar was voorspeld. In de komende tijd wordt het LoRa netwerk verder verdicht, zodat ook lokalisatie via driehoeksmetingen mogelijk wordt. Mooie ontwikkelingen die veel nieuwe toepassingen opleveren. De ontwikkelaars draaien overuren om deze kansen te benutten. Ook Tele2 heeft in samenwerking met Aerea een IoT-netwerk in Nederland gebouwd. Op 8 juni lanceerde T-mobile haar plannen met Narrowband-IoT. Binnen no-time heeft Nederland drie landelijk dekkende IoT-netwerken.
Dat providers dit soort netwerken uitrollen is logisch. Zij kunnen immers gebruikmaken van hun al bestaande zendmasten, al dan niet met nieuwe antennes. KPN heeft hoge verwachtingen en ziet de nieuwe dienst een grote vlucht nemen, de kosten liggen nu op circa € 5,- per thing. De lijst van toepassingen wordt wekelijks langer en grote klanten stromen toe; er zijn volgens KPN al contracten voor 1,5 miljoen aansluitingen. Deze netwerken behoren tot de categorie machine to machine (M2M) netwerken en worden dus veelal voor redelijk gesloten toepassingen gebruikt.
Aan interoperabiliteit ontbreekt het nog, maar dat is een kwestie van tijd. Standaardisering komt altijd na ontwikkeling, dat is een bekend fenomeen. De Open Connetivity Foundation (OCF) is vanaf februari 2016 gestart met het ontwikkelen van een set open specificaties en protocollen om interoperabiliteit te brengen binnen de IoT-wereld. De grote ICT-partijen in de wereld (Microsoft, Intel, Cisco, IBM enz.) hebben zich aangesloten om deze absoluut noodzakelijke stappen te zetten. Idealiter moet ieder device met ieder ander device kunnen communiceren. Zoveel water zal er echter nooit door de Rijn gaan. Belangrijker is dat er goede en constructieve stappen worden gezet. In dat opzicht kan de ICT-wereld nog veel leren van de open systemen uit de gebouwautomatisering. Binnen bijvoorbeeld de KNX- en BACnet-omgevingen zijn vergelijkbare stappen al heel lang geleden gezet. Hopelijk vinden ook deze partijen elkaar binnen de standaardisering. Noodzakelijk is dit zeker, de tijd heeft geleerd dat fabrikanten altijd langdurig hun belangen afwegen. Bedenk dat tijden veranderen, een beetje tempo maken kan geen kwaad. Het kan mij niet snel genoeg gaan.

Interoperabiliteit is dé uitdaging

Om zoveel mogelijk apparaten met elkaar te ‘connecten’, moeten ze elkaar begrijpen. Aan deze zogenaamde interoperabiliteit wordt gelukkig hard gewerkt. Het is immers randvoorwaarde voor het slagen van de IoT-gedachte. McKinsey riep al in 2015 dat interoperabiliteit de grootste uitdaging voor een succesvol IoT is. Op maatschappelijk vlak zijn vooral veiligheid en privacy de grote vraagstukken. Microsoft kwam onlangs met het verheugende nieuws dat de door hen gesteunde OCF en de Thread Group een interoperabiliteitspact hebben gesloten. In de Thread Group zijn chipproducenten als ARM, Quelcomm en Samsung verenigd. Het interoperabiliteitspact tussen beide organisaties zorgt ervoor dat straks een belangrijk deel van de IoT-producten in onze woonomgeving met elkaar kunnen communiceren. Voor Microsoft is dit een belangrijke en strategische stap. De samenwerking van deze 2 standaardiseringsorganisaties heeft immers tot gevolg dat het paradepaardje van Microsoft, Windows 10, gaat communiceren met allerlei IoT-devices in en rondom het huis. We kunnen dus straks spraakcommando’s geven aan Cortana, de digitale assistent in Windows 10, om bijvoorbeeld de verwarming een standje lager te zetten, het licht te dimmen, de gordijnen te openen of het koffieapparaat aan te zetten. Een leuk voorbeeld van deze mooie ontwikkeling is dat Cortana van Microsoft de Nest van Google kan bedienen. Dit is wat de consument wil en ook verwacht, zo hoort IoT te functioneren.

Veiligheid als facilitator

Het tweede puntje dat Mckinsey in 2015 aankaartte was veiligheid en daarmee sloeg hij de spijker behoorlijk op z’n kop. We worden overspoeld met berichten over hackers die de verlichting of de thermostaat in een woning overnemen. Ook in de automobielindustrie zijn dergelijke berichten niet ongewoon. Een gehackte auto spreekt al wat meer tot de verbeelding als we nadenken over enge dingen en nare gevolgen. Duidelijk is dus dat veiligheid een belangrijk issue is bij IoT. We moeten er immers al helemaal niet aan denken dat onze medische sensoren en actoren worden gehackt. Er staan inmiddels naar schatting zo’n 5 miljard apparaten online.
Door het ontbreken van standaardisering ontstaat een wildgroei van apparaten met een grote diversiteit aan open en gesloten protocollen. Op zich niet nieuw, bij iedere startende technologiegolf ontstaat een strijd tussen de diverse protocollen en standaarden. Vooraanstaande fabrikanten proberen hierbij een stempel te drukken om vooral hun ontwikkeling tot standaard te verheffen. Inmiddels zijn de standaardiseringsinitiatieven al niet meer op 10 vingers te tellen. Naast de al genoemde OCF en Thread Group zijn dit bijvoorbeeld Internet Protocol for Smart Objects (IPSO), oneM2M, Industrial Internet Consortium (IIC), AllSeen Alliance, Open Internet Consortium (OIC) en HomeKit (Apple). Je ziet nu al commissies gaan, komen en fuseren en ook dat hoort bij nieuwe ontwikkelingen met grote potentie. Meestal ontstaat er na een aantal jaren van wildgroei een gezamenlijke standaard waar de overgrote meerderheid van belanghebbenden zich aan conformeert.
Bij IoT kan dit wel eens anders gaan, omdat ook de consument hierbij een belangrijke rol speelt. De gemiddelde consument is gefocust op functionaliteit en denkt daarbij in de verste verte niet na over het nut of de noodzaak van een veilige ICT-omgeving. Er moet eerst nog het een en ander gehackt worden. Dan komt het besef vanzelf. De hang naar veiligheid en stabiliteit die hieruit ontstaat, kan wel eens de facilitator worden naar echte standaardisering

Auteur:
Henk Hazeleger, Systeemarchitect, Technologie inspirator; R&D en Innovatie bij Leertouwer b.v. in Barneveld

Geef een reactie