Tag: artikel editie november 2019

Integraal ontwerpen

In onderstaand artikel neemt de auteur u mee naar een casus uit zijn praktijk, om aan te tonen hoe belangrijk het is om eerst een integraal ontwerp te maken voordat je de bouwplaats op gaat. Een slecht ontwerp kan namelijk niet alleen leiden tot comfortproblemen en energieverlies, maar ook tot geldverslindende rechtszaken. Enige tijd geleden werd ik ingeschakeld voor een adviestraject in Rosmalen. In het Rietpark waren een aantal woningen gerealiseerd, zonder dat de bewoners van te voren voldoende waren ingelicht over de ontwerpspecificaties. Ze hadden alleen informatie verkregen over de afmetingen en de aankoopprijs van de woning en bijbehorende grond, de locatie en de afwerking ervan. Problemen Problemen met gebouwgebonden installaties beginnen meestal bij de bron. De projectontwikkelaar heeft een stuk grond gekocht, een aannemer geselecteerd en let vooral op het laaghangend fruit. Hij wil kortom voor een minimale investering een woning bouwen. En dwingt u als installateur daarin mee te gaan, als u niet oppast. Het bouwbesluit 2012 heeft daar onbedoeld aan meegewerkt, immers comfort was destijds geen brandend actueel onderwerp. Installatieconcept De woningen in de Rietschans werden voorzien van installaties, waarmee veel EPC-punten vielen te behalen. In concreto: – een HR combiketel; – vloerverwarming in alle ruimten; – daurlufting luchttoevoerroosters in de gevel; – een CO2 geregeld ventilatiesysteem voor de afzuiging van de toiletten, badkamer, keuken en woonkamer. Belang samenhang De projectontwikkelaar zorgde voor het ontwerp. De installateur ging vervolgens aan de slag met het installatieconcept. Hij lette daarbij onvoldoende op het voorkomen van comfortklachten, onnodig ventilatieverlies,

Het ‘Balanshuis’

Net na het einde van de crisis, staken ze de koppen bij elkaar. Een adviseur, architect, aannemer en enkele andere partijen. Ze wilden de bestaande woningvoorraad op een haalbare en betaalbare wijze verduurzamen. En zo werd het ‘Balanshuis’ geboren. Het nieuwe concept bleek een succes te zijn. Direct vanaf het begin in 2015 wist het consortium al opdrachten in de wacht te slepen. Soms ging het om adviestrajecten, andere keren werd ook de uitvoering meegenomen. Een slimme werkwijze, want de consument wil worden ontzorgd blijkt keer op keer uit onderzoek. Als je met een samenwerkingsverband van partijen een ‘one-stop-shop’ kan optuigen, maak je het de klant zo gemakkelijk mogelijk. Hij bepaalt of hij alleen advies over verduurzaming wil krijgen of ook de uitvoering en wie weet zelfs de nazorg laat meenemen. Directie Tom Smeulders was er vanaf het prille begin bij. De bouwkundige heeft een lange staat van dienst in de bouwwereld en beschikt inmiddels ook over de nodige installatietechnische expertise. Naast zijn functie als directeur van Balanshuis heeft hij ook een eigen adviesbureau, Bastogne genaamd. Principes De energetische renovaties van het Balanshuis berusten op een aantal heldere principes. “We maken iedere woning energieneutraal of Nul-op-de-Meter, wegen daarbij zorgvuldig de kosten af tegen de beoogde baten en behouden bestaande waarde.” ‘Bestaande waarde’ Dat ‘behouden van de bestaande waarde’ klinkt nogal abstract. Hoe geeft het consortium daar in de praktijk handen en voeten aan? Smeulders verduidelijkt: “Wij gaan bijvoorbeeld geen kozijnen vervangen als de meerinvestering niet opweegt tegen het energetisch rendement.

De nieuwe vakmens

De technische installatiebranche ontwikkelt zich voortdurend. Nieuwe kennis, nieuwe technologieën, nieuwe uitdagingen. De vakmensen in de branche ontwikkelen mee. Ze volgen coachingstrajecten, nemen deel aan cursussen en investeren in hun toekomst. Zij nemen regie over hun loopbaan om niet alleen nu, maar ook in de toekomst inzetbaar te blijven. Maar hoe doe je dit? Hoe pas je je aan? Hoe ga je om met de ontwikkelingen in de branche, maar ook met jouw eigen dromen en wensen? Vier vakmensen – drie werknemers en een werkgever – vertellen vanuit eigen ervaring hoe zij werken aan duurzame inzetbaarheid in een veranderende branche. Voor André Dekkers (44) is het niet nieuw om met zijn eigen ontwikkeling bezig te zijn. “Ik heb hier altijd wel aandacht voor gehad. Je moet met je tijd meegaan,” aldus Dekkers. Ook Nico Kooij (53) heeft al jarenlang ervaring met het zichzelf blijven ontwikkelen. “Ik ben opgeleid als loodgieter en heb daarna gewerkt in waterzuivering, milieutechniek, voedselproductie en machineverhuur. Je kunt dus wel zeggen dat ik gewend ben aan een leven lang leren.” Oscar Brouwers (56) geeft evenzeer aan van jongs af aan te hebben doorgeleerd. “Ik heb vroeger veel in de avonduren geleerd. En ook nu neem ik deel aan opleidingen en trainingen om bij te blijven.” Samen doen Dekkers, nu nog werkzaam als servicetechnicus bij ESNW in Alkmaar, beseft goed dat het pure noodzaak is om je te blijven ontwikkelen. “Veel werkgevers eisen het ook. Als je je papiertjes niet op orde hebt wordt het op de

Installatieadviseur 2.0

Moderne woninginstallaties zijn zo omvangrijk en complex, dat opdrachtgevers moeten meedenken over de keuzes. Vaak wenden zij zich echter slecht voorbereid tot de installateur, wat leidt tot tijdverlies, onbegrip en ontevredenheid achteraf. Adviseur Sjoerd Eegerdingk bedacht een oplossing waar zowel de installateur als opdrachtgever profijt van hebben. Iedereen die heeft te maken met woningbouw en installatietechniek, weet hoe snel het vakgebied zich doorontwikkelt en hoeveel nieuwe oplossingen en producten er continu op de markt komen. Waar woningen voorheen werden voorzien van een verwarmingsketel en een afzuigsysteem, is het verschil met de utiliteitsbouw tegenwoordig een stuk kleiner. Nieuwe wet- en regelgeving, duurzaamheidseisen en technische ontwikkelingen, doen een groot beroep op de kennis en vaardigheden van installatiebedrijven. Via de nodige inspanningen gelukt het de sector gelukkig grotendeels om op het benodigde niveau te blijven werken. Wie echter achterblijft, is de particuliere opdrachtgever die wellicht voor het eerst in zijn leven een woning gaat bouwen en in de meeste gevallen wel hoge ambities heeft, maar onvoldoende kennis van de technische installaties. Ervaringen Sjoerd Eegerdingk heeft 30 jaar ervaring als installatieadviseur, en veel contact met particuliere opdrachtgevers en eindgebruikers. Hij ervaart hoe mensen worstelen met alle installatietechnische keuzes die op hen afkomen. “In veel gevallen zouden de mensen zich het liefst helemaal niet bezighouden met al die techniek, maar men begrijpt het grote belang voor hun woongenot, comfort en gezondheid. En niet te vergeten voor de bouwkosten en woonlasten.” Toch gaat voor veel particulieren het inschakelen van een installatieadviseur nog een stap te ver.

Dag van de Warmtepomp

Bouwbedrijven veranderen de komende decennia in hightechbedrijven, waarin de meest innovatieve bouwtechniek, klimaattechniek en installatietechniek zich nauw met elkaar verweven. Robots worden ingezet die panelen maken waarmee woningen worden voorzien van nieuwe muren en daken. Technici hoeven alleen nog maar de prefab-leidingen aan te koppelen, zodat warmtepompen – wellicht verwerkt in de daken en de muren – hun werk kunnen doen. Dat is nodig om bijna vier miljoen rijtjeshuizen uit de jaren vijftig tot en met de jaren tachtig uit de vorige eeuw op een betaalbare manier klimaatneutraal te maken. Dat visioen schetste Jan Willem van de Groep, specialist in duurzaamheid, innovatie en transitie, op donderdag 25 september tijdens zijn presentatie tijdens de Dag van de Warmtepomp bij Aeres Tech in Ede. Kwaad daglicht De bijeenkomst stond in het teken van het toelichten van feiten en fabels. Nadat de warmtepomp aanvankelijk als een wondermiddel werd gepresenteerd voor de energietransitie, staat deze techniek nu bij velen – ook in de media – in een kwaad daglicht wegens vermeend lawaai en het slurpen van energie. De waarheid is genuanceerder, bleek uit de presentaties en workshops. Mits goed toegepast in geïsoleerde gebouwen, biedt de warmtepomp formidabele mogelijkheden om in de komende decennia miljoenen woningen comfortabel te verwarmen. De techniek werkt en is betrouwbaar, maar vraagt om uitgekiende toepassingen. Daarvoor is veel extra kennis nodig in de technische sectoren, zo bleek in het Edense Expertisecentrum koude, klimaat en warmtepompentechniek van Aeres Tech, dat zich profileert als hèt kennis- en opleidingscentrum in Nederland op dat

De warmtepomp als kop van jut

Af en toe bekruipt mij het gevoel dat we in Nederland leven in een angstmaatschappij. Jaren geleden was er een huiveringwekkend artikel over het gevaar van spaken in een fietswiel. Hoe gevaarlijk is dat? Jaarlijks komen duizenden kindervoetjes hiermee in aanraking… De spaak moest maar snel in de ban, te gevaarlijk. Als je goed naar die getallen kijkt, blijkt dat van het aantal kinderen tussen 0 en 4 jaar dat hiermee te maken krijgt, ongeveer 1,5% een serieus letsel heeft. Natuurlijk is ieder (kinder)voetje er één te veel, maar is een dergelijke percentage nu reden om er zo dramatisch over te doen? Een risicoloos leven bestaat niet. Ik dacht hieraan toen ik keek naar de uitzending van Radar op 16 september jl. Wat een drama als je al vier winters met je gezinnetje in de kou zit. Met alle goede bedoelingen is een warmtepomp in je woning geïnstalleerd. Duurzaam: goed voor het milieu en de volgende generatie, en van het gas af. Vervolgens zit je in de kou! Vier winters op een rij. Bibberen in je eigen huis. Ik snap dat je daar helemaal klaar mee bent. Zeker als blijkt dat niemand je probleem oplost. Om gek van te worden. Zelfs bij de voorzieningenrechter kom je niet verder, omdat het probleem ‘hoog complex’ is? Angst Weer is het ‘de warmtepomp’ die het middelpunt is van de ellende. Het ding zorgt niet voor voldoende warmte. Bij Radar passeert alles de revue. De installateur geeft ‘niet thuis’, rapporten van deskundigen spreken elkaar

Alleen of samen

Als zelfstandig installateur zal het meermaals gebeurd zijn dat je opgeroepen wordt in de avonduren, weekenden of op feestdagen. Een ketel die hardnekkig weigert dienst te doen. Je laat je klant toch niet in de kou staan? Een onwillig riool met alle overlast van dien. Of een spontaan lek in een waterinstallatie met water op plekken waar je dit niet wilt. Daar sta je dan in je eentje te sleutelen, het probleem op te lossen. Je staat immers te boek als een servicebedrijf. Maar dit soort noodoproepen gaat vaak ten koste van veel familie- en/of sociale contacten. De beller-klant heeft daar natuurlijk geen boodschap aan. Die is al lang blij als zijn probleem weer is opgelost. Een eenpitter zal sleutelend aan zo’n storing best wel eens denken: als ik er nu eens iemand bij heb, dan hoef ik dit niet allemaal alleen te doen. Helemaal waar natuurlijk, maar we weten ook wat het betekent om personeel te hebben. Extra organisatie, veel administratieve rompslomp, scholing, toolbox, bedrijfsauto en privégebruik, en ga zo maar door. Denk daarom eens aan een samenwerking met een collega. In de huidige tijd hoeven we niet bang te zijn voor concurrentie. Er is immers een chronisch te kort aan vaklieden. Samenwerken met een collega met een storingsdienst kan voor beiden uitkomst bieden. Vertrouwen in elkaar en onderling duidelijke afspraken kunnen het leven van een installateur zoveel leuker maken. Het maakt ook echt niet uit of je nu een eenmansbedrijf bent of bij een groot bedrijf werkt. Samenwerken

BENG-eisen

De BENG-eisen zijn bekend. Deze nieuwe energieprestatie-eisen zijn een belangrijke stap richting energieneutraliteit. Maar wat betekenen nieuwe rekenregels voor de installateur? Die impact komt uit een onverwachte hoek: de communicatie wordt belangrijk. Bij projectontwikkelaars en bouwbedrijven zoemt het al rond: er komen nieuwe energieprestatie-eisen. Maar in de installatiesector is het nog stil. Toch komt het dichterbij: BENG. Voor eind 2019 komt de software op de markt en vanaf 1 juli 2020 wordt het de wettelijke minimumeis bij elke bouwaanvraag voor nieuwbouw. BENG staat voor Bijna Energie-Neutrale Gebouwen en is de opvolger van de bekende EPC, die sinds 1995 gebruikt is om stapsgewijs strengere eisen te stellen aan de energieprestaties van nieuwbouw. Succes EPC De installateur heeft dat gezien in de toepassing van nieuwe technieken. De HR107-ketel was 20 jaar geleden nog innovatief, PV-panelen op het dak nog een uitzondering en van CO2-gestuurde ventilatie en een box met gelijkstroommotoren had nog niemand gehoord. Terugkijkend is de EPC een motor geweest voor innovatie in de installatietechniek voor de bouw. Noodzaak BENG Maar met de energietransitie voor de boeg en energieneutrale gebouwen als doel, schiet de EPC tekort. Vooral dat het maar één getal is, gaat wringen. Een slechte prestatie op het gebied van isolatie compenseren met extra PV op het dak; dat levert voor de gebruiker van het gebouw uiteindelijk geen comfort en ook geen lage energierekening op. Dat moet anders, besloot de overheid een aantal jaar geleden. Uitleg eisen Er komen aparte eisen voor drie belangrijke aspecten van een (bijna) energieneutraal

Gespecialiseerde alleskunners

De installatiewereld wordt steeds complexer en de vakman komt steeds meer onder druk te staan. De diversiteit in verwarmingsoplossingen gaat omhoog en door gebrek aan vakmensen moet het installatieproces steeds sneller maar wel mét behoud van kwaliteit. Geen wonder dat de installatiesector knel komt te zitten. Voor de huidige vakmensen geen prettige positie maar ook voor de toekomstige vakvrouw- en man geen goed vooruitzicht. De vakmensen van nu worden gezien als een allround-specialist, want zij moeten verstand hebben van verwarmen, koelen, ventileren, de digitale regeltechniek daaromheen én alles tot een passende integrale oplossing verwerken. Voor sommigen is dat een hele uitdaging. Dit blijkt in de praktijk wanneer uitvoeringsdetails niet worden nageleefd en geclaimde prestaties daardoor niet worden waargemaakt. Met als resultaat: een ontevreden klant. De Nederlandse Verwarmingsindustrie pleit voor een integrale aanpak. Het vraagt heel veel van de vakmensen in deze sector om altijd op de hoogte te zijn van alle trends en nieuwe technieken die bijdragen aan een comfortabel binnenklimaat. Daarom is het trainen en opleiden van vakmensen een continu proces, dat breder moet zijn dan te focussen op één aspect. Er is een geïntegreerde opleiding nodig waarin opwekking, distributie, afgifte en regelapparatuur samenkomen. Hiervoor wil de Nederlandse Verwarmingsindustrie een ketensamenwerking op gang brengen waarin opleiders en installateurs participeren om zo de instroom op de arbeidsmarkt te bevorderen. Naast het opleiden van vakmensen is het van groot belang dat er producten worden ontwikkeld die eenvoudiger te installeren en te onderhouden zijn; een mooie opdracht voor onze leden. De nieuwe

Stikstofcrisis: bent u voorbereid?

Het zal niemand ontgaan zijn dat Nederland in een onzichtbare houtgreep van de stikstof ligt. Er gaat geen dag voorbij of ergens in de media wordt er wel iets over geroepen. Voor- en tegenstanders buitelen over elkaar heen. En ondertussen ligt bouwend Nederland ongeveer stil. Duizenden bouwprojecten ‘on hold’. Voor hoe lang? Niemand kan het antwoord hierop geven. Tijdens de beurs Elektro 2019 in Nieuwegein startte ik mijn dagelijkse lezing met de vraag: “Wie van de aanwezige installateurs denkt dat de stikstofproblematiek hem bedrijfsmatig raakt?” Een enkele hand ging omhoog. Dit intrigeerde mij en daarom stelde ik deze vraag ook op andere gelegenheden en in persoonlijke gespreken. Op een uitzondering na kreeg ik een verrassend inzicht. De meesten waren er niet bevreesd om. De problematiek zou hun deur wel voorbij gaan. Nu ben ik niet snel tevreden. Met wat doorvragen blijkt dat de werkplanningen van veel installateurs bomvol zitten. ‘Werk zat op korte – en middellange termijn’ is een uitspraak die ik regelmatig hoorde. En ja, dat geloof ik zeker. Is het kortzichtig van mij te denken dat de stikstofproblemen onze sector pas op de lange termijn gaan raken? Door de problemen liggen de bouwprojecten inmiddels ongeveer een maand stil. Ik verwacht dat een afdoende oplossing vanuit Den Haag nog wel even uitblijft. Laten we eens zeggen dat deze problematiek drie tot vier maanden aanhoudt. Welk effect heeft dit in de bouwketen? Van bouwvergunning tot aan afbouw en opleveringen? Het kán niet anders dat elke partij in de keten dit