Wie de marketing-lexion openslaat op het begrip ‘waarde’, treft daar een uitgebreide omschrijving aan. In de marketingleer wordt waarde geduid vanuit de economie en de psychologie. Dat is niet voor niets, want er ligt ook een nadrukkelijke verbinding. Al is de praktijk wel zo dat, zodra er in organisaties over waarde wordt gesproken, de economische waarde de boventoon voert. Logisch, want economische waarde is verweven met uw organisatie. Vaak gehoord in de hoofddoelstelling ‘het borgen van de continuïteit’. Business drivers worden vertaald naar euro’s. Begrippen zoals marge, winst, kosten, omzet en afzet zijn de signaalwoorden die hierbij horen. Natuurlijk is het belangrijk (in)zicht te hebben in de bijbehorende getallen. Maar het is niet de waarde die u levert. Goede cijfers zijn niet de primaire reden waarom klanten bij u kopen. Hier komt het begrip niet-economische waarde om de hoek kijken. Uw organisatie – en dat is het geheel van mensen, middelen en activiteiten – is gericht op het nastreven van doelstellingen. Daarvoor brengt u diensten aan de man en bent u zelf of met een team dagelijks actief. Via allerlei activiteiten en bijbehorende processen zorgt u er uiteindelijk voor dat er meer geld het laatje inkomt, dan dat er uitgaat. Elke activiteit en proces voegen waarde toe aan de diepere achterliggende reden waarom klanten bij u kopen. Klanten kopen omdat uw aanbod (waardepropositie) het beste past bij wat zij (latent) nodig hebben. Er zijn twee handige modellen te gebruiken wanneer u meer inzicht wilt krijgen in uw eigen bedrijf en
Tag: artikel editie februari 2020
We zien tegenwoordig de meest ingewikkelde installaties ontwikkeld worden om de duurzaamheidsvraag te beantwoorden. Een perfecte ventilatie in de woning wordt hierdoor dan ook steeds belangrijker. Maar is de installatie altijd correct toegepast?
Evelien Koekkoek werkt al 10 jaar als interieurarchitect.. Sinds 2012 heeft zij zich geheel toegelegd op het ontwerpen van gezonde gebouwen. Daarbij werkt ze geregeld samen met installateurs. “Op het gebied van ventilatie zijn nog grote stappen te zetten.” De belangstelling voor gezond leven dateert al uit haar jeugd. Koekkoek was een fanatieke sporter, die op hoog niveau turnde. Gaandeweg begon ze zich af te vragen hoe het interieur van gebouwen de gezondheid van mensen beïnvloedt. Na haar studie Interieurarchitectuur besloot ze zich verder te gaan verdiepen in dit onderwerp. Zo volgde ze onder andere een opleiding tot WELL-Accredited Professional. Waar duurzaamheidskeurmerken als Breeam en LEED zich sterk focussen op de verduurzaming van de energievoorziening en het materiaalgebruik, richt WELL zich voornamelijk op het creëren van gezonde leefomgevingen. In Amerika is de WELL-standard al ingeburgerd, in Nederland nog niet, maar is de belangstelling wel groeiende. Vooral in de utiliteit. Arbeidsproductiviteit De reden ligt voor de hand: een gezonde werkomgeving heeft een positief effect op de arbeidsproductiviteit. Koekkoek is dan ook voornamelijk actief in kantorenland. Ruim 90% van haar klanten komen uit die hoek. Daarnaast ontwerpt ze gezonde interieurs voor winkels en yogaruimtes. “Niet te maken” In haar werk krijgt de interieurarchitecte regelmatig te maken met installateurs. “Soms klagen ze dat wij dingen verzinnen die zij niet kunnen realiseren”, zegt ze lachend, “maar over het algemeen verloopt de samenwerking harmonieus. De installateurs die ik tref, doen echt hun best om mee te denken, komen hun afspraken na, stellen slimme vragen en
Aardgasloos wonen staat in Nederland hoog op de agenda. Maar hoe en in welke stappen kunnen we dit bereiken? Volgens Jaga Climate Designers is samenwerking hét sleutelwoord. Jaga is aangesloten bij diverse initiatieven en concepten die verduurzaming van de Nederlandse woningbouw willen versnellen, bereikbaarder en toegankelijker willen maken, zoals stichting Happy Balance, Urgenda, the FCTR E, HomeQgo en Klimaatmissie Nederland. Het denken in concepten is een belangrijke ontwikkeling als het gaat om het verduurzamen van een woning. Door te werken met een concept wordt het verduurzamen veel toegankelijker voor consumenten. Sales directeur van Jaga, Bert Kriekels: “Als je een auto koopt, koop je ook een volledig concept. Je hoeft geen keuzes te maken per onderdeel van de auto; stoel, bekleding, gordels, etc. Het is één geheel. Klimaatbeheersing zou in de toekomst ook zo moeten gaan. Als consument koop je één totaalconcept om te kunnen koelen, ventileren en verwarmen in je woning. Je kan kiezen uit verschillende concepten en op basis van jouw wensen, mogelijkheden en budget kiezen uit het beste concept. Een concept pakt alle aspecten aan. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om met lagetemperatuurverwarming te werken als je woning niet goed geïsoleerd is. Ook zit er in het concept een stukje financiering en investering, waardoor het voor de consument betaalbaarder wordt.” VvE De Hamershof Een voorbeeld van het denken in concepten is de grootschalige renovatie van de VvE De Hamershof. Dit winkelcentrum met ongeveer 90 winkels ligt in het stadshart van Leusden en biedt een diversiteit aan winkels voor
Na de nodige vertraging zal de BENG per 1 januari 2021 eindelijk in werking treden. Conform die wet- en regelgeving moeten woningen bijna-energie-neutraal worden. Dat betekent in de praktijk: verduurzamen en (nog meer) isoleren. Nieuwbouwwoningen worden hierdoor steeds luchtdichter waarbij de benodigde energie om te verwarmen afneemt, maar de behoefte om te ventileren juist toeneemt. En dat is exact de reden waarom verwarming en ventilatie niet los van elkaar te zien zijn. Voor de toekomstige nieuwbouwwoningen betekent dit vooralsnog twee verschillende toestellen, ieder met een eigen toepassing. Voor de bestaande bouw, specifiek de woningen tussen 1980 en 2005 (circa anderhalf miljoen woningen), is de ventilatiewarmtepomp een bijzonder goed alternatief. Bij de ventilatiewarmtepomp zijn verwarming en ventilatie in één systeem geïntegreerd. Bij dit systeem haalt de warmtepomp direct energie uit de warme ventilatie-retourlucht die anders verloren zou gaan. Hierdoor wordt de ventilatieretourlucht nuttig gebruikt en is het mogelijk een hoger systeemrendement te realiseren. Dit zal direct bijdragen aan een betere energieprestatie van deze specifieke woningen. Zonder dat daarbij het gezondheidsaspect van gezonde binnenlucht verloren gaat. Dergelijke hybride installaties zijn een mooi voorbeeld van systeemintegratie in de bestaande bouw. Systeemintegratie gaat helpen om zowel binnen de bestaande bouw als de nieuwbouw energiebesparing te realiseren. Bovendien leidt dit tot minder individuele componenten, dit is gunstig voor de milieuprestatie van gebouwen. Geïntegreerde systemen zorgen direct voor installatiegemak voor installateurs. Gezien de toenemende krapte van installateurs op de arbeidsmarkt is dit een noodzakelijk innovatie. Voor vakkundig ontwerp, installatie en onderhoud van (geïntegreerde) systemen zijn goed
Hij had zijn woning al een opknapbeurt gegeven, de volgende stap was om de kapsalon onder handen te nemen. Het doel: een energieneutraal bedrijfspand realiseren. Jeroen Peels kan inmiddels terugkijken op een geslaagde renovatie. De energierekening behoort binnenkort tot het verleden en zijn vastgoed is fors gestegen in waarde. IZ sprak met een bevlogen ‘early adapter’ in kappersland. De Brabantse ondernemer staat niet voor het eerst de pers te woord, blijkt wel tijdens het gesprek. Verschillende media hebben al bij hem aangeklopt voor een interview, want Peels heeft een absolute primeur: de eerste energieneutrale kapsalon van Nederland. Woning Eigenlijk begon het grote avontuur al eerder. Peels wilde zijn vaste lasten omlaag krijgen en vatte het ambitieuze plan op om zijn woning energieneutraal te maken. Na de nodige voorbereidingen ging hij aan de slag. En met succes, Peels heeft geen energierekening meer en het binnencomfort is aanzienlijk verbeterd. Duurzaamheidsadviseur Eenmaal de smaak te pakken, vatte hij het plan op om ook zijn zaak energieneutraal te maken. Peels schakelde een duurzaamheidsarchitect in, die de verwarmings- en koelingsbehoefte in kaart bracht en een energetisch ontwerp maakte. Pand “Het oorspronkelijke pand bestond uit verschillende delen. Het hoofdgebouw dateerde uit 1953, de aanbouw uit de jaren 80 en 90. In het totaal ongeveer 300 m2 aan werkruimte. De aanbouw is afgebroken en opnieuw opgebouwd. Zowel het oude als nieuwe deel zijn voorzien van triple glas en een dikke laag isolatieschuim met een aluminium toplaag, waarvan de RC-waarde hoger is dan 8. Om de energievraag verder
Warmteverlies via het riool is verantwoordelijk voor 30% van het energieverlies van een gemiddelde woning. Een fors probleem, dat isolatie en bestaande warmtepompen niet kunnen oplossen. DeWarmte heeft hiervoor een nieuw systeem ontwikkeld, dat toepasbaar is in bijna ieder huishouden. Deze oplossing noemen we de ‘HeatCycle’, omdat warmte gecirculeerd kan worden binnen een woning en dus niet meer verloren gaat. Dit idee is ontstaan bij de afronding van onze studies Werktuigbouwkunde en Duurzame Energie Technologie aan de TU-Delft. We wisten beiden dat we een bedrijf wilde starten en daarmee iets wilden bijdragen aan de energietransitie. Vele avonden brainstormen resulteerde in een lijst met bijna 100 ideeën, waaruit uiteindelijk de HeatCycle als beste overbleef vanwege de grote potentie. Warmteterugwinning Rioolwater heeft een gemiddelde temperatuur van 27°C als het vanuit een woning wegstroomt. De HeatCycle koelt dit water af tot 2-5°C, waardoor er warmte uit wordt teruggewonnen. Alleen warmte wordt gebruikt, het zwarte afvoerwater stroomt na afkoeling door naar het gemeentelijk riool. De gewonnen warmte dient als bron voor een interne warmtepomp, die de temperatuur verhoogt tot een gewenste waarde tussen de 55 en 65°C. Leidingwater heeft bij binnenkomst een temperatuur van minimaal 10°C, dus de laatste 5-8 graden afkoeling leveren ‘gratis’ energie. De gewonnen warmte wordt terug geleverd aan het tapwater en/of aan de verwarming. Hierdoor is het mogelijk om het gasgebruik met 40% te verlagen in een gemiddelde woning. Een dubbele buffer zorgt ervoor dat er altijd warm water beschikbaar is, ook als er geen afvoerwater door de buizen stroomt.
Sandra van Dijke (38) heeft een bijzonder verhaal. Aanvankelijk werkte zij in een compleet andere sector dan de techniek en had zij zelfs een eigen bedrijf met gewichtsbeheersingsproducten. Na een zwaar motorongeluk moest zij haar bedrijf stopzetten en een lange revalidatie wachtte. Nu werkt ze als PR- en communicatiemedewerkster bij InstallatieWerk (IW) Brabant/Zeeland en Bouwmensen en blijft ze zich ontwikkelen. Een inspirerend verhaal over vallen en opstaan. Sandra van Dijke geniet van haar werk. “Ik ben nu ruim acht jaar in dienst van IW Brabant/Zeeland. Ik ben veel actief op scholen; de voorlichting geven over techniek vind ik het leukste om te doen. Er moeten meer jongeren de techniek in! Toch blijft Van Dijke ook op zoek naar verdieping en verbreding. Ze legt uit: “Vorig jaar heb ik aangegeven dat ik iets anders wilde. Daardoor ben ik nu ook verantwoordelijk voor PR en communicatie bij zowel IW als Bouwmensen. En dat bevalt mij uitstekend!“ Ongeluk Van Dijke heeft een bijzonder verhaal over haar carrière tot nu toe. “Ik ben begonnen in de horeca, daarna kwam ik in het slagersvak terecht en vervolgens had ik een eigen bedrijf met gewichtsbeheersingsproducten. In 2007 kreeg ik een zwaar motorongeluk, waardoor ik mijn bedrijf moest stopzetten en begon ik aan een lange revalidatie. Ik moest alles opnieuw leren, zelfs het nadenken. Door al deze ervaring kijk ik nu veel meer naar mogelijkheden. Ik ben dankbaar voor alle kleine succesjes en mijlpalen.” LinkedIn Het was voor Van Dijke een lange weg om te komen waar
De technische installatiebranche is het uithangbord van de verduurzaming, de klimaatdiscussie en de energietransitie. Als er iets moet gebeuren, gebeurt dit immers met de handen en hersenen van onze vakmensen. Het vervullen van onze belangrijke rol vraagt voortdurend om actuele kennis van duurzame installatietechnieken. Welke uitdagingen staan installateurs te wachten? Wat zijn de technische innovaties? En wat is de nieuwe rol van de vakman en vakvrouw? De energietransitie betekent dus ook een kennistransitie. En hier staan wij met elkaar voor! Nieuwe kennis, andere kennis, nieuwe vaardigheden, vanuit een nieuwe rol. De uitdaging inhoudelijk fit for the future te zijn en te blijven vraagt om een degelijke kennisagenda. En deze is er! In de agenda staan onderwerpen die van grote invloed zijn op de technische installatiebranche, maar waarvoor nog weinig tot geen opleidingen bestaan om vakmensen in hun skills te trainen. Gebouwbeheersystemen, nieuwe sensortechnologie en stekerbaar installeren zijn slechts enkele voorbeelden. Om de installatiebranche op de toekomst voor te bereiden, biedt de kennisagenda in de eerste plaats informatie over de voor de branche belangrijke ontwikkelingen. Tegelijkertijd heeft de kennisagenda tot doel om samen met de branche, leveranciers en opleidingsinstituten nieuwe vakinhoudelijke kennis en persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen. Wij gaan hier in 2020 mee aan de slag! Als branche, als sociale partners. Zodat onze vakmensen de kennis en kunde in handen hebben om het verschil te maken. Een uitdaging? Ja! Een opdracht? Ook dat! Een kans van slagen? Zeker! Wij in de techniek pakken de handschoen op om de vakmensen van de
De werkomgeving van de installateur verandert. Eisen op het gebied van duurzaamheid en de verdere inburgering van BIM dwingen de branche om te innoveren. Wat betekent dit voor de rol van de traditionele installateur? De installatiesector verandert in een snel tempo. De branche krijgt een steeds meer innovatief karakter, waarbij de installateur in een vroeg stadium – bijvoorbeeld via BIM – al bij een project wordt betrokken. In de praktijk betekent dit dat de installateur de rol van adviseur toegewezen krijgt. Naast de installatietechnische aspecten zal de installateur gaan adviseren over bijvoorbeeld bouwfysica. Iedereen die een gebouw bezit, is namelijk bezig met het terugdringen van de warmtevraag. De energietransitie schrijft gebouwbezitters voor om zwaar te isoleren. Veranderend binnenklimaat Verbeterde isolatie en een hogere luchtdichtheid hebben ook een keerzijde. Wanneer een gebouw geheel luchtdicht wordt afgesloten, is frisse lucht namelijk geen vanzelfsprekende factor meer. Een gebrek aan goede ventilatie kan leiden tot comfortproblemen, zoals een opeenhoping van warmte en vocht, schimmelvorming en muf ruikende ruimtes. Het binnenklimaat wordt daarom een alsmaar belangrijker onderwerp in het ontwerp van het gebouw. Door deze veranderingen in de markt is een ventilatiesysteem werkend op zonne-energie een welkome aanvulling op de al bestaande ventilatiesystemen. Op basis van zonne-energie Het Solar Star ventilatiesysteem is een mechanische ventilator die op een natuurlijke basis werkt. Met de zon als bron van energie speelt het systeem in op de veranderende eisen op het gebied van duurzaamheid en milieuvriendelijkheid. Het ontwerp van het Solar Star ventilatiesysteem type 2400 voldoet aan de