Spelen met natuurkrachten
In Duitsland al lang ingeburgerd, in ons land nog een rariteit: gebouwen verwarmen met behulp van een ijsbuffer. Harm Flintrop, directeur van SolarEis Benelux legt uit hoe het concept werkt, wat de voordelen zijn en waar het al wordt toegepast in Nederland.
Een zon/lucht-absorber, een betonnen buffertank, twee warmtewisselaars, een warmtepomp en een warmteafgifte systeem (bij voorkeur een LTV-oplossing). Meer is er niet nodig om een pand met behulp van een ijsbuffer duurzaam te verwarmen en te koelen. De elementen doen de rest. IJsbuffers zijn een vorm van thermische energieopslag. In de zomer nemen zon/lucht-warmtecollectoren op het dak zonne-energie op. De warmte wordt in een ondergrondse ijsbuffer opgeslagen. Wordt het kouder en moet er worden bijgestookt, dan koel je dat water gecontroleerd af tot onder het vriespunt. Bij de overgang van koud water naar ijs komt energie vrij, de kristallisatiewarmte. Die warmte is vervolgens bruikbaar om te voorzien in de warmtebehoefte. Vanaf het einde van het stookseizoen begint het omgekeerde proces. Het Duitse bedrijf Isocal ontwikkelde enkele jaren geleden op basis van dit principe het SolarEis-concept. De techniek is sinds sindsdien al veelvuldig toegepast bij onze Oosterburen.
Onontdekt
Maar in Nederland valt nog een wereld te winnen. Er is al een aantal projecten gerealiseerd. Het energieconcept functioneert in het Huis van de Gemeente; het nieuwe gemeentehuis in het Noord-Limburgse Panningen dat sinds juni 2016 is uitgeroepen tot meest energieopwekkende gemeentehuis van Nederland. Daarnaast functioneert het SolarEis concept ook in het kantoorpand van installateur Breman te Zwolle en in het kantoor en de productie- ruimte van Lamers Productions te Gendt. Bovendien zijn er in Goes 21 woningen voorzien van het SolarEis concept. Tot slot wordt in november in Nijmegen een nieuw onderkomen voor de paters der Jezuïeten opgeleverd, dat gekoeld en verwarmd wordt met een ijsbuffer. Het gebouw bevat 99 wooneenheden.