Categorie: Techniek

Nieuwe realiteit

De bouwkolom verandert en dat was goed terug te zien op de Bouwbeurs. Waar de installateur vroeger onderaan de keten hing, staat hij nu steeds meer in de spotlights. Dat voelt nog wat onwennig, voor hemzelf en zijn bouwpartners, maar deze trend zal onherroepelijk doorzetten. De verschuivende verhoudingen in de bouwkolom, digitalisering, industrialisering, gebruikersgemak, circulair bouwen, systeemintegratie en de energietransitie. Dat waren in het kort wel de belangrijkste thema’s van deze Bouwbeurs, zo bleek tijdens de rondgang die IZ voor u maakte. Waterstofketel Remeha toonde haar nieuwe waterstofketel. Waar menig andere fabrikant al definitief lijkt te hebben gekozen voor de ‘warmtepomproute’ naar verduurzaming, gelooft Remeha in een breed spectrum aan oplossingen. En daar zouden ze best nog wel eens gelijk in kunnen krijgen. Van warmtepompen, tot geothermie, warmtenetten en de waterstofketel; aan iedere duurzame thermische energieoplossing kleven namelijk wel voor- en nadelen. Warmtepompen Verschillende fabrikanten lieten nieuwe warmtepompen zien. Zoals Itho Daalderop, dat onder andere een Monobloc warmtepomp toonde met een vermogen van 5,5 kW. Monoblocs bestaan alleen uit een buitenunit, erg handig in verband met het ruimtebeslag. Bovendien hoeven geen F-gassenhandelingen te worden verricht om ze aan te sluiten. Een ideale oplossing kortom voor de renovatiemarkt. Cv-ketel Hoewel de cv-ketel kampt met een tanende belangstelling, is er nog steeds een grote markt. Atag liet haar nieuwe P-serie zien, uitermate geschikt voor de vervangingsmarkt. De cv-ketel beschikt over een achterframe, waarachter de leidingen kunnen worden weggewerkt. Met afgedopte toe- en afvoer plus vlak expansievat is het apparaat bovendien ook te

Steeds makkelijker

Producten worden steeds slimmer. Ook – of misschien wel juist – producten bestemd voor de installatiebranche. Zo kan de installateur steeds meer gebruik maken van apparaten lijkend op en werkend als een smartphone. Een greep uit de mogelijkheden. Waar ligt mijn gereedschap? Is iemand ermee bezig? Menig installateur zal zich in dit soort vragen herkennen. Maar zoeken is niet meer nodig als het aan Nanolink ligt. Het van oorsprong Deense bedrijf heeft een trackingsysteem ontwikkelt dat via een app laat weten waar materieel zich bevindt. Een tracker op het materieel stuurt continu een signaal naar de smartphone van de dichtstbijzijnde medewerker met een Nanolink-app. Een klik op de app is voldoende om de locatie van het materieel te bepalen. Bovendien is te zien welke collega het dichtst bij dat gereedschap is en kan direct met hem contact worden opgenomen. Beheer op locatie Een extra mogelijkheid is dat alle informatie over een stuk gereedschap of materieel, zoals handleidingen, rapporten en garantiebewijzen, in de servicemodule gelogd kan worden. Dit kan ter plekke via de app. Zo kan een medewerker bijvoorbeeld meteen relevante informatie over gereedschap toevoegen zodra hij het materieel ophaalt van een onderhoudsbeurt of een NEN 3140 keuring. Bovendien laat Nanolink tijdig weten wanneer gereedschap toe is aan een volgende onderhoudsbeurt of keuring. Metingen rondom de cv Ook rookgasanalyzers worden steeds slimmer. De nieuwe testo 300 met een 5” touch-display bijvoorbeeld, is als een smartphone te bedienen. Voor alle metingen rondom de cv-installatie zijn standaard menu’s aanwezig. Naast rookgasanalyse kunnen gasvoordruk,

De slimme dakscan

Opdrachtgevers stellen deze vraag waarschijnlijk net zo vaak aan installateurs als aan dakdekkers. De slimme Dakscan van de Nederlandse Dakdekkers Associatie (NDA) kan een pasklaar antwoord verschaffen. Hoe gaat het in zijn werk? De NDA is een kennisorganisatie in de dakenbranche. De aangesloten bedrijven werken op verschillende gebieden samen. Zo worden certificeringstrajecten bijvoorbeeld vanuit de NDA geregeld en exploiteert de organisatie de dakonderhoud formule ‘Dakbehoud Nederland’. Daarnaast heeft de NDA een eigen onafhankelijk dakadvies bureau, het ‘DIAC Dakadvies’. Een van hun diensten die steeds meer aftrek vindt, is de ‘Dakscan Zonnepanelen’. Randvoorwaarden Het bureau adviseert, ongeacht het dakonderzoek, om de zonnepanelen sowieso minimaal 2 meter uit de dakrand te plaatsen. Tenzij er permanente hekwerken aanwezig zijn. De Ai-15 en de Vakrichtlijn Gesloten Dakbedekkingssystemen eisen namelijk dat een kabelsysteem tussen de 2 en 5,5 meter van de dakrand moet worden aangebracht. Dit heeft onder meer te maken met het beperken van de maximale valhoogte. Een dergelijk kabelsysteem is nodig op het moment dat er binnen twee meter van de dakrand kortdurende werkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Onder kortdurende werkzaamheden worden onder andere verstaan: het reinigen van het dak, lekkageafhandeling, onderhoud aan de airconditioning, maar ook het reinigen van zonnepanelen. Doel Dakscan Voordat er een besluit kan worden genomen over het aantal te plaatsen zonnepanelen, is eerst een grondige dakinspectie nodig. De Dakscan Zonnepanelen van de NDA biedt in dat geval uitkomst voor installateurs en dakdekkers. Deze scan maakt namelijk duidelijk of het dakbedekkingssysteem geschikt is voor zonnepanelen en of de resterende levensduurverwachting

De prefab-revolutie

In 5 dagen een nieuwbouwwoning neerzetten. Dat is het uiteindelijke doel van het consortium waar Lőwik Installatietechniek deel van uitmaakt. De eerste stappen zijn al gezet. Zo kan het installatiebedrijf reeds kant-en-klare modules voor nieuwbouwprojecten leveren. Volgens projectleider Gerben Geelen staat de installatiebranche een prefab-revolutie te wachten. Als installateurs in de nieuwbouw niet oppassen, kunnen ze binnen twee tot drie jaar tijd voor tientallen procenten aan omzet verliezen, zegt Geelen. De projectleider van de Modulefabriek van Lőwik Installatietechniek ziet de bouwsector in een hoog tempo standaardiseren en overstappen op prefabricage. Met alle gevolgen vandien. “Vloerleveranciers gaan de installateurs werk uit handen nemen, door al kant-en-klare vloeren met ingestorte leidingen te leveren. En zo zijn er meer ontwikkelingen die de kleine en middelgrote installateur parten kunnen gaan spelen.” Achtergrond Geelen werkte eerst jarenlang bij een bouwkundig aannemer, alvorens hij de overstap maakte naar Lőwik Installatietechniek. “Bij mijn vorige wekgever waren we al volop aan prefabben. Zo produceerden we daar onder andere prefab-kappen en -vloeren, waarin W-installatietechniek was verwerkt.” Modulair bouwen Zo’n 3 jaar geleden ging Geelen bij Lőwik Installatietechniek aan de slag, waar hij nauw betrokken raakte bij de totstandkoming van de Modulefabriek. “We produceren modules om modulair mee te bouwen. Het gaat dan om een samenstel van bouwkundige en installatietechnische delen. Bijvoorbeeld een trapmodule waarin de verticale leidingen voor de riool, ventilatie, waterlelding, verwarming en elektra zijn samengevoegd. Daarnaast maken we ook modules met aan de ene kant de meterkast en aan de andere kant het toilet. Deze zijn geschikt

Opmars groene daken

42 tot 83 miljard euro. Zoveel geld zijn we kwijt volgens een rapport van ingenieursbureau Sweco om onze steden te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Een van de voorgestelde maatregelen is om meer groene daken aan te leggen. Groendak-adviseur Grad van Heck legt uit waarom. Van Heck is al sinds 1991 werkzaam voor Groendak. Dit bedrijf adviseert, ontwerpt, levert en realiseert alle mogelijke groene daken, zoals sedumdaken, dakterrassen, heidedaken, daktuinen en duindaken. Daarnaast is Van Heck Secretaris van de Vereniging Bouwwerk Begroeners, de branchevereniging voor specialisten op het gebied van begroeide daken en groene gevels. Groeiende populariteit Tijdens zijn lange carrière heeft hij de belangstelling voor groene daken geleidelijk aan zien toenemen. “In het begin hadden we vooral klanten in de utiliteit, vanaf 2004 weet ook de woningmarkt ons steeds beter te vinden. De laatste jaren neemt over de gehele breedte het aantal aanvragen toe. De verklaring ligt voor de hand: Groene daken sluiten aan bij de heersende trend om de gebouwde omgeving te gaan verduurzamen.” Opbouw Een groen dak is opgebouwd uit 5 lagen, legt Van Heck uit. Het begint allemaal met een waterdicht dak waarover een beschermdoek komt van geveltextiel. Hierop ligt een drainagelaag bestaande uit kunststof eierdoppen. Vervolgens komt een filtervlies van geotextiel. Dit vlies is waterdoorlatend en verhindert dat planten met hun wortels in het water komen te staan. De substraatlaag erboven fungeert als een soort spons. Deze neemt voedingsmiddelen en vocht op en geeft die af aan de bovenste laag; de beplanting. Dikte en

Van NOM naar POM

In het Zuid-Hollandse Voorhout verrijzen 33 nieuwe woningen. Het gaat om een innovatief project met energieleverende woningen. Dankzij slimme software en duurzame installatietechniek, waaronder een bijzonder samenspel van natuurlijke en mechanische ventilatie, gaan de initiatiefnemers zelfs verder dan NOM. Maak kennis met POM. Het zijn slechts 33 woningen. Toch hebben ze al een storm aan publiciteit teweeggebracht, zowel nationaal als internationaal. In Voorhout, onder de rook van Leiden, wordt een innovatief experiment uitgevoerd. De nieuwe huizen gaan namelijk een stap verder dan NOM (Nul-Op-de Meter), ze zijn niet energieneutraal, maar energieleverend. Altijd innoveren Het begon allemaal in 2013 vertelt Yvonne van der Hulst. Zij is eigenaar van Van der Hulst Bouwbedrijf. Ook in Lisse had de economische crisis haar tol geëist. Van der Hulst was bezig te overleven, “maar tegelijkertijd realiseerden we ons dat we ook naar de toekomst moesten kijken. Innoveren doe je niet alleen in tijden van voorspoed, maar ook in tijden van crises. Alleen op die manier blijf je relevant als speler in de bouwkolom.” Active House Van der Hulst smeedde haar bedrijf om tot een LEAN-organisatie, verdiepte zich in luchtdicht bouwen en in de Active House filosofie. “Een Active House wordt beoordeeld op de mate van interactie tussen binnenklimaat, energiegebruik en milieubelasting, waarbij wordt gestreefd naar de optimale balans”, aldus het boek met de officiële ontwerprichtlijnen. Dat klinkt wat vaag, dus de vraag is hoe je dat vertaalt naar de praktijk. Energie en binnenklimaat “Een Active House creëert een gezond en comfortabel binnenklimaat voor bewoners, met

Scholen gezond maken

De gemeente Amsterdam heeft de afgelopen jaren circa 35 miljoen geïnvesteerd in de verbetering van het binnenklimaat van 110 scholen. Merosch is als adviseur nauw betrokken bij het project. Bart Advokaat vertelt in dit artikel voor welke uitdagingen het team staat en op basis van welke criteria ze de geschikte ventilatieoplossing selecteren. De vernieuwing van ventilatiesystemen in bestaande schoolgebouwen brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Elk pand heeft weer andere bouwkundige eigenschappen. De beschikbare ruimte voor het aanbrengen van aanvullende installaties is vaak zeer beperkt, zeker als het gaat om gebouwen uit de jaren ‘70. Ook de constructie is een aandachtspunt. Er zijn meestal weinig constructieve gegevens bewaard gebleven en soms zelfs niet meer beschikbaar in het stadsarchief. Creativiteit gevraagd Advokaat: “En of het nou gaat om centrale of decentrale ventilatie units, ze zijn allebei erg zwaar. Om die reden is het van groot belang dat de ophanging of plaatsing ook constructief wordt doorgerekend, want veiligheid staat voorop. Daarbij lopen er allerlei cv-leidingen en kabelgoten op de meest onverwachte plekken, die een hoop onvoorzien en extra werk kunnen opleveren in een al zeer krappe uitvoeringsperiode. Dit alles vraagt de nodige creativiteit om te komen met oplossingen die passen binnen het budget en geen ruimtelijke belemmeringen opleveren. Ook de eisen van Welstand, de mogelijke aanwezigheid van asbest en de beschikbare financiën maken dat er voldoende redenen zijn om te spreken van een uitdagend project.” Decentraal versus centraal “Regelmatig moeten we de afweging maken of we zullen kiezen voor een centraal

Nieuwe ventilatienorm

Dat ventilatie belangrijk is voor een goed binnenklimaat weten de meeste installateurs wel. Maar dat de vele ontwikkelingen leiden tot nieuwe richtlijnen en aangepaste regelgeving is menig installateur nog onbekend. Wat verandert er zoal? Allereerst, wat is er zo belangrijk aan die ontwikkelingen in de ventilatie? Het antwoord vloeit voort uit de veranderende wijze van bouwen en installeren. Zo is er een grote focus op energetische verduurzaming, met als consequentie dat we in het afgelopen decennium naast isoleren ook veel luchtdichter zijn gaan bouwen en renoveren. Ook is er veel meer aandacht gekomen voor de kwaliteit van de buitenlucht, de lucht waarmee we onze gebouwen ventileren. Maatwerk Hierdoor groeit de vraag naar toepasbare ventilatie-oplossingen op maat. De industrie heeft dan ook niet stil gezeten; vele nieuwe, maar vooral energiezuinige, stille systemen met behoud van de ventilatieprestatie zijn in de afgelopen jaren op de markt gekomen. De aandacht voor een goed werkend ventilatiesysteem als geheel (toevoer-doorstroom-afvoer) is daarbij hét uitgangspunt geworden. Kritischer kijken Tegelijkertijd leert de praktijk ons dat we graag ventilatieconcepten blijven toepassen zoals we al vele jaren gewend zijn. En hier zit de crux… Aangezien de omstandigheden veranderen, zouden we ook kritischer moeten gaan kijken naar ventilatie. Want recente onderzoeken leren ons dat er fundamenteel zaken niet goed gaan als we de bouwregelgeving en de aangewezen normen (NEN1087/8087) als referentie aanhouden. Hoe zit dat dan? Onderzoek leidt tot planvorming Als de aangebrachte ventilatievoorzieningen en de geïnstalleerde ventilatiecapaciteit minimaal voldoen aan het Bouwbesluit, dan nemen we aan dat de ventilatieprestatie

The Come Back Kid

Er was een moment dat ventilerend Nederland haar hart vasthield. Na de perikelen in Vathorst leek balansventilatie ten dode opgeschreven. Maar niets is minder waar. Technologische vernieuwingen, een stijging van het algemene kennisniveau en de groeiende vraag naar duurzame woningen hebben de afgelopen jaren juist gezorgd voor een enorme vraag naar balansventilatiesystemen. Jelmer de Jong is sinds 2006 werkzaam als Ventilatieconsultant bij Brink Climate Systems. Hij vertegenwoordigt daarnaast zijn werkgever en de Vereniging Luchttechnische Apparaten (VLA) in Nederlandse en Europese normcommissies. Voordat hij bij Brink Climate Systems aan de slag ging, verdiende hij jarenlang de kost als Productmanager bij Climarad. De Jong heeft kortom nauwgezet alle ontwikkelingen op ventilatiegebied kunnen volgen de afgelopen decennia. Onderzoek “Rond 2008 waren er stevige discussies over het wel of niet functioneren van balansventilatie. We hebben ons wel eens afgevraagd of de politiek dergelijke systemen zou gaan verbieden. Zover is het gelukkig niet gekomen, wel wees grootschalig onderzoek van BBA Binnenmilieu in opdracht van het RIVM uit uit dat er veel mis was met alle typen geinstalleerde ventilatiesystemen.” Bewonersgedrag Zo bleek menig installateur uit prijsoverwegingen de geluidsdemper(s) weg te laten. De gevolgen laten zich raden; bewoners zetten het ventilatiesysteem uit of standaard op de laagste stand. Daarnaast vereisen standaard ventilatiesystemen actief bewonersgedrag. Denk aan het openen en sluiten van roosters bij systemen met natuurlijke toevoer, of het schoonmaken dan wel vervangen van filters bij balansventilatiesystemen. Wordt dit achterwege gelaten, dan krijg je last van een slecht binnenklimaat, geluidsklachten en kan de energierekening fiks oplopen. “Rond

In alle kleuren en maten

Maatwerk, dat is een terugkerend woord in het betoog van Ruud Meijer. De directeur van FabricAir weet met de nodige schwung zijn producten aan de man te brengen. Waar we het over hebben? Textiele luchtkanalen. Ze zijn tegenwoordig in alle kleuren, vormen, afmetingen en lengtes verkrijgbaar. Textiele luchtkanalen zijn al enige tijd in opmars. FabricAir installeert ze onder andere bij sportscholen, kantoren, zwembaden en fabrieken. Nee, niet in de woningbouw, vertelt Meijer. “Textiele luchtkanalen mogen alleen als zichtwerk worden aangebracht en met een geregelde luchttoevoer. In de woningbouw worden metalen kanalen vaak weggewerkt, volgens de brandweer levert de textiele variant te veel risico’s op als er een brand uitbreekt. Metaal houdt het langer uit bij hoge temperaturen.” Voordelen En daarmee zijn we gelijk aanbeland bij een hot issue in de kanalenbranche: wat zijn de voordelen van textiele luchtkanalen ten opzichte van de metalen varianten? Meijer heeft duidelijk al vaker uit dit vaatje getapt, want hij weet ze in een rap tempo op te sommen: “Met textiele luchtkanalen ben je volledig vrij in het ontwerp, met metaal ben je gebonden aan hoeken, verlopen, diameters enzovoorts. Daarnaast hoeven ze niet te worden ingeregeld, want er zijn geen geluidsdempers en kleppen nodig. Bovendien is het gewicht vele malen lichter, wel zo handig in verband met de dakconstructie. En ze zijn eenvoudig aan te leveren op de bouwplaats en makkelijk te onderhouden. Je haalt ze van de rails en stopt ze in de wasmachine.” Installatiegemak Volgens Meijer zijn textiele luchtkanalen 30% sneller te installeren