Fijnstof, we krijgen er dagelijks mee te maken. Of we nu in de stad leven of op het platteland. Gelukkig komen er steeds meer oplossingen op de markt om de schadelijke deeltjes uit de lucht te filteren. Zoals het Pure induct systeem van Brink Climate Systems. Fijnstof (≤PM10) is opgebouwd uit een groot aantal stoffen. Het belangrijkste onderdeel vormen stofdeeltjes die in de lucht worden gevormd uit zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak. Een tweede belangrijke bijdrage komt van elementair koolstof en organische koolstofverbindingen. We spreken van fijnstof als de maximale grootte van de deeltjes 10 micrometer bedraagt. In vaktermen ook wel afgekort tot 10 PM. Schadelijke effecten Fijnstof komt onder andere vrij bij verbrandingsprocessen met fossiele brandstoffen. Daarbij kan je bijvoorbeeld denken aan houtstook en uitlaatgassen. In Nederland overlijden jaarlijks enige duizenden mensen enkele dagen tot maanden eerder door kortdurende blootstelling aan hoge concentraties fijnstof, zegt het RIVM op haar website. Het gaat vooral om ouderen en mensen met hart-, vaat- of longaandoeningen. Langdurige blootstelling aan lagere concentraties fijnstof, zelfs beneden de Europese grenswaarden, levert ook nadelige gezondheidseffecten op. Levenslange blootstelling kan leiden tot blijvende gezondheidseffecten zoals verminderde longfunctie, verergering van luchtwegklachten en vroegtijdige sterfte aan met name luchtwegklachten en hart- en vaatziekten. Ultrafijn stof Des te kleiner de deeltjes, des te dieper ze de longen binnendringen en des te moeilijker het lichaam ze kan opruimen. Ultrafijnstof – deeltjes in de lucht die kleiner zijn dan 0,1 micrometer – zijn daardoor mogelijk nog schadelijker voor de gezondheid dan grotere deeltjes fijnstof.
Categorie: Techniek
Voor het eerst werd de circulaire economie dit jaar genoemd in de troonrede. Een lichtpuntje, maar de vraag is nu hoe we dat in de installatiesector vertalen van circulair denken naar circulair doen. Hoe wordt circulair werken het nieuwe normaal? Al jarenlang hebben we in de installatiesector de mond vol van duurzaamheid. Zeker in tijden van een energietransitie is dat heel logisch. We hebben het over zonnepanelen en warmtepompen en gebruiken afkortingen als NOM en BENG. Maar als ik dan kijk naar hoe duurzaam de materialen en systemen zijn die worden gebruikt onder het mom van duurzaamheid valt dat helaas nogal eens tegen. Tijd dus om daar wat meer aandacht aan te besteden. Voor de goede orde, het is niet zo dat er helemaal niets gebeurt in onze sector, maar iets meer kennis over wat het inhoudt, welke voorbeelden er zijn en wat je zelf direct kunt toepassen brengt je soms ook weer op nieuwe ideeën. Wat is een circulaire economie? Een bekende definitie luidt: “Een circulaire economie is een economisch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt”. Vrij vertaald komt dat erop neer dat alle producten die je maakt zo zijn gemaakt dat je het product lang kunt gebruiken en dat aan het einde van de levensduur alle toegepaste materialen (relatief) eenvoudig kunnen worden teruggewonnen. Op deze manier gaan geen kostbare grondstoffen verloren doordat ze worden gestort of verbrand in een “grondstoffencrematorium”, zoals architect en voorvechter van circulair bouwen
Het inzetten van duurzame warmte stopt niet bij de leveringsgrens. Er is een ware zoektocht gaande naar de meest geschikte duurzame warmtebronnen als alternatief voor aardgas en dat allemaal tegen de laagste maatschappelijke kosten. Toch wordt in dit proces nog vaak vergeten dat de kwaliteit van de binneninstallatie een belangrijke rol speelt. ‘Beperk het energiegebruik door verspilling tegen te gaan’; zo luid de eerste stap van de Trias Energetica. Het reduceren van warmteverliezen in de traditionele cv-installaties met radiatoren zoals we deze sinds 1970 kennen, speelt hierbij een belangrijke rol. Het verlagen van de warmtebehoefte draagt niet alleen bij aan lagere energiekosten voor de bewoner maar heeft ook positieve effecten bij de exploitatie van een warmtenet. Het op de juiste manier benutten en verdelen van warmte zorgt voor lagere retourtemperaturen en daarmee lagere distributieverliezen in en buiten de woning. Nieuwe regelgeving Op 10 maart 2020 is het herziene Bouwbesluit gepubliceerd met daarin volop aandacht voor warmteverliezen. Nieuwe regels moeten ons gaan helpen om op een gezonde manier jaarlijks 30.000 tot 50.000 gebouwen aardgasvrij te krijgen. Het Bouwbesluit omschrijft op welke wijze nieuwe en bestaande verwarminsginstallaties adequaat moeten zijn gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en ook instelbaar moeten zijn. Voorkomen overcapaciteit Omdat overcapaciteit een slechte invloed heeft op het rendement geeft het herziene Bouwbesluit aandacht aan het dimensioneren van installatieonderdelen. Dit betekent dat bij het plaatsen van een nieuwe warmteopwekker rekening moet worden gehouden met de warmtebehoefte van het gebouw. Bij de overstap naar een warmtenet of een duurzame warmtepompinstallatie is het belangrijk
Wanneer is een gebouw echt duurzaam en hoe meet je dat? Mario Boot, Project- en Service Manager bij BeNext vertelt hoe ICT-oplossingen de helpende hand kunnen bieden. Niet alleen bij de oplevering, maar ook tijdens de gehele levensfase van een gebouw. Een betoog over de waarde van Monitoring, Predictive Maintenance en trends die de toekomst gaan bepalen. We kennen het allemaal: de woningen zijn opgeleverd, de bouwkeet afgebroken, iedereen laat het project achter zich en gaat vol gas door naar de volgende uitdaging. De vraag is echter of de installaties jaren later nog naar behoren functioneren. Kloppen de aannames wel die tijdens de ontwerpfase zijn gedaan? Prestatiegaranties Het afgeven van prestatiegaranties kan een belangrijke incentive zijn om kennis op te gaan bouwen over het lange termijn functioneren van installaties. Immers, zodoende kunnen leveranciers van technische installaties valideren of er mogelijkheden zijn om de inregeling van systemen verder te optimaliseren. Bovendien hebben Woningbouwverenigingen hiermee een instrument in handen om te bepalen of de beloofde prestaties wel worden gehaald. Is dat niet het geval, dan kunnen ze overwegen om claims in dienen bij de leveranciers. In dergelijke situaties spelen aannemers en installateurs een belangrijke rol, omdat ze op basis van monitoringsdata de onderbouwing kunnen aanleveren over de mate waarin de installaties voldoen aan de verwachtingen. Monitoring Door structureel, onafhankelijk en via gecertificeerde meetapparatuur te monitoren, kunnen gegevens verzameld worden over het functioneren van de woningen. Onafhankelijkheid is belangrijk om een “Wij van Wc-eend” verhaal te voorkomen. Certificeringen, zoals bijvoorbeeld de Europese Measurement
Het Floating Office Rotterdam (FOR) wordt het nieuwe hoofdkantoor van het Global Commission on Adaptation (GCA). Het drijvende kantoorgebouw, ontworpen door Powerhouse Company en ontwikkeld door RED Company, wordt een uithangbord voor duurzaam bouwen. Zo gaat het gebouw de warmte oogsten van het oppervlaktewater, komen er PV-panelen op het dak te liggen en krijgt het drijvende kantoor een gebalanceerd ventilatiesysteem. Eind 2020 moet het gebouw klaar zijn voor gebruik. Maar wat heeft Bill Gates hier nu mee te maken, zal de lezer zich afvragen? Het GCA is een initiatief van verschillende landen en de Wereldbank en wordt voorgezeten door voormalig VN-voorzitter Ban Ki-moon, Bill Gates en Kristalina Georgieva (algemeen directeur van het IMF). Het GCA ontwikkelt en deelt kennis over het veranderende klimaat in de wereld en de wijze hoe daarop ingespeeld kan worden. Drijvende bouw Het GCA helpt wereldwijd landen en steden om klimaatbestendig te worden. Drijvende bouw wordt gezien als één van de antwoorden op klimaatverandering, vertelt Rico Logman van DWA. Vandaar dus deze bijzondere keuze. Rico Logman is als senior-adviseur betrokken bij het installatietechnisch ontwerp van Floating Office Rotterdam. Voordelen Wat zijn dan de voordelen van drijvende bouw, zal je je wellicht afvragen. Allereerst gebruik je geen land om een gebouw neer te zetten. Daarnaast gelden er geen verplichtingen met betrekking tot de hemelwaterafvoer. Daarvoor zijn de eisen aangescherpt, tegenwoordig dienen pandeigenaren zoveel mogelijk hun eigen hemelwater vast te houden op locatie en waar mogelijk te infiltreren. Dat brengt nogal wat werkzaamheden en kosten met zich mee.
Om het aantal ongelukken door koolmonoxide terug te dringen, mogen werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties vanaf 2022 alleen nog worden uitgevoerd door bedrijven die hiervoor gecertificeerd zijn. Deze maatregel is hard nodig en moet samen met ‘het nieuwe beugelen’ de bakkers en slagers in de markt te weren. Hieronder enige hands on adviezen. KIWA heeft speciaal voor het certificeringstraject de richtlijn BRL6000-25 KIWA richtlijn ‘Werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties in verband met koolmonoxide’ ontwikkeld. De Certificaathouder [lees installateur] kan zich in de deelgebieden 1 t/m 3 bekwamen en gecertificeerd worden. Aangezien het om een samenhangend geheel gaat, is het raadzaam om je alle deelgebieden eigen te maken, zodat je goed beslagen ten ijs kan komen. Deelgebieden 1. Vanaf het moment van opleveren dient de installateur te hebben voldaan aan een juiste installatie van een gasverbrandingstoestel, zowel voor de verbrandingsluchttoevoervoorzieningen en/of de rookgasafvoervoorzieningen. Dit impliceert ook dat de installateur op de juiste wijze moet beugelen op de betreffende mof van de rookgasbuis. 2. Voor het uitvoeren van reparatiewerkzaamheden aan bestaande gasverbrandingstoestellen, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen en/of rookgasafvoervoorzieningen dient de installateur of technicus gecertificeerd te zijn. Ook in dit geval dient de installateur te voldoen aan de voorschriften voor het nieuwe beugelen. 3. De installateur of technicus dient eveneens gecertificeerd te zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan bestaande gasverbrandingstoestellen, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen of rookgasafvoervoorzieningen. Daarnaast moet hij het nieuwe beugelen onder de knie hebben en het samenhangend geheel van een gasverbrandingstoestel, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen of rookgasafvoervoorzieningen kennen. Het nieuwe beugelen Wat is nu dan de beste manier om een rookgasafvoersysteem te installeren? Het is verstandig
Het klinkt futuristisch, maar is al mogelijk. De Enschedese start-up SoundEnergy ontwikkelde een systeem waarmee het mogelijk is om te koelen met geluid. Dat is duurzaam, onderhoudsvriendelijk en financieel aantrekkelijk. Hebben we er een nieuwe concurrent voor de warmtepomp bij? De koelingsbehoefte in de gebouwde omgeving neemt alsmaar toe. Voor een deel heeft dat te maken met klimaatverandering. Maar ook, ironisch genoeg, doordat we steeds betere woningen en utiliteitsgebouwen neerzetten. Hete zomers Iedereen zal zich nog wel de warme maanden van 2019 herinneren. Er waren drie extreem warme perioden: eind juni, eind juli en eind augustus. Tijdens de hitte in juli werd de hoogste temperatuur sinds het begin van de metingen in Nederland waargenomen: 40,7 °C in Gilze Rijen op 25 juli. En ook deze zomer schoot het kwik naar nieuwe hoogtes. In augustus hadden we een hittegolf die meer dan een week duurde en waarbij een temperatuur van 34,6 °C werd aangetikt. Het KNMI was niet verbaasd. Onderzoeker Sybren Drijfhout schreef in 2018 al in Nature Communications dat ons waarschijnlijk vier extra hete zomers stonden te wachten. Met de opwarming van de aarde zullen we daar vaker mee te maken krijgen. Meer isolatie Tegelijkertijd isoleren we steeds beter onze woningen en utiliteitsgebouwen. Dat past binnen de filosofie van de Trias Energetica om eerst de energievraag zoveel mogelijk te beperken, voordat we het restant gaan invullen met duurzame en fossiele energie. Door die hoge RC-waardes warmen woningen en utiliteitsgebouwen al snel op als het zonnetje zich laat zien en de
De rol van de gasgestookte cv-ketel is nog lang niet uitgespeeld. We stappen nu weliswaar van het aardgas af, maar voor waterstof en wellicht ook biogas zou zo maar eens een glorieuze toekomst in het verschiet kunnen liggen. Hoe zit het dan eigenlijk met de rookgasafvoer? Is die ook toekomstbestendig? IZ maakte een rondje langs ‘de grote drie’. Voor dit artikel spraken wij met Peter Laros van Ubbink, Vincent Clausen van de M&G Group en Guido van Oijen van Cox Geelen, alle drie experts op het vakgebied van rookgasafvoersystemen. Parallel en concentrisch Ooit was parallel de norm, totdat concentrische rookgasafvoersystemen op de markt verschenen. “Het voornaamste verschil tussen parallelle en concentrische afvoeren is dat laatstgenoemde een pijp-in-pijp-constructie is, die een veiligheidsvangnet kan vormen. Bij lekkage van de binnenbuis komen de rookgassen niet in de open lucht, maar direct in de luchttoevoer van de ketel. Deze springt hierdoor op storing waardoor de kans op koolmonoxidevergiftiging wordt verkleind”, legt Van Oijen nog maar eens uit. Installatiegemak “Concentrische systemen zijn bovendien eenvoudiger te beugelen”, vertelt Clausen. “Een concentrisch systeem heb je in 1 keer gebeugeld, bij een parallel systeem moet je daarentegen dubbel beugelen.” Daarmee is het ook in één klap duidelijk waarom Rogafa, de vereniging van rookgasafvoerfabrikanten, sinds 2015 concentrische rookgasafvoeren adviseert voor nieuwbouw én renovatie. Marktaandeel Dat heeft grote gevolgen gehad. Installateurs zijn massaal overgestapt op concentrische systemen. Zeker in de nieuwbouw, vertellen de drie deskundigen. Toch blijven parallelle systemen marktaandeel behouden. Met name in de renovatiesector. Dat is goed verklaarbaar.
Zelfs als we woningen voortreffelijk isoleren kunnen er tochtklachten optreden. Vaak heeft dat te maken met de installaties. Ron Bosch, HBO-docent installatietechniek en adviseur legt uit wat de oorzaak is van de problemen en reikt de installateur oplossingen aan. De luchtbalans in onze kierdichte, goed geïsoleerde nieuwbouwwoningen is niet statisch, maar fluctueert. Dat leidt vaak tot energieverspilling in ruimtes waar geen mensen verblijven en een ondermaatse luchtkwaliteit in zones waar de bewoners zich langer ophouden. Zelfs als een regeling, bijvoorbeeld op basis van CO2, aangeeft dat er extra ventilatie nodig is, blijft het maar de vraag of de beschikbare capaciteit in alle gevallen wel toereikend is voor een grote bezetting. Bovendien kan een verkeerd gekozen installatieconcept bij een kierdichte, goed geïsoleerde nieuwbouwwoning leiden tot tocht- en koudeklachten. Daarnaast zien we ook regelmatig dat het gedrag binnenshuis tot fluctuaties kan leiden in het CO2-niveau en het vochtgehalte van de lucht, met alle gevolgen vandien. Parameters Daarom ben ik als auteur blij dat het Bouwbesluit comforteisen bevat en er richtlijnen zijn voor een juiste modelering van installatieconcepten. Hierop kunnen we als sector teruggrijpen. Daarnaast is het van belang om de essentiële parameters vast te stellen, waarmee we kunnen toetsen of er geen verschillen zijn tussen het ontwerp en het gerealiseerde installatieconcept. Ik denk dan aan parameters zoals: • berekend energiegebruik; • minimale luchtverversing per persoon 7 l/s; • minimale luchtverversing per vertrek; • maximaal 1000-1200 PPM CO2; • goede filtering van de te verversen lucht; • samenhangend testsysteem om de kwaliteit te borgen; • de van toepassing zijnde normen,
In het Gelderse Wijchen staat sinds anderhalf jaar een indrukwekkend Wellnesscomplex. Thermen Berendonck is het geesteskind van de familie Dolman, die al eerder twee Wellnesscentra liet bouwen. Het complex is voorzien van duurzame installaties. Hoe kwam het ontwerp tot stand en beantwoordt het aan de verwachtingen? IZ liet zich rondleiden door Jan Willem Brinkman, Hoofd Techniek Werktuigbouw van Linthorst Techniek. Het complext ademt de sfeer uit van 1001 nacht en dat is niet toevallig. De opdrachtgever wilde een Wellnesscentrum waarin de bezoeker zich even in sprookjesland kon wanen. Om dat doel te realiseren zijn kosten noch moeite gespaard. Zo zijn er onder andere meubels en ornamenten uit India betrokken en serveren de restaurants allerlei exotische gerechten en hapjes. Functies Het resort heeft een oppervlakte van 9300 vierkante meter en kan jaarlijks aan 200.000 gasten een luxe Oosterse beleving bieden. Het gebouw bestaat uit een binnen- en buitenzwembad, sauna’s, stoombaden, schoonheidssalons, restaurants en lounges. BIM Over het ontwerp is nagedacht kunnen we wel zeggen. Zowel bouwkundig, installatietechnisch als op het gebied van Interior Design ‘klopt het verhaal’. Speciaal voor dit project werd een Bouw Informatie Model opgetuigd. Installateur Linthorst Techniek zat er niet vanaf het prille begin bij, wat wel handig was geweest. “Nu lag het ruimtebeslag er al, waardoor we toch aan beperkingen waren gebonden”, legt Brinkman uit. Maar dankzij de nodige inventiviteit leverde dit gelukkig geen problemen op. Bouwkundig concept Het gebouw is uitgevoerd in prefabbeton. Een snelle bouwwijze, maar wel één met consequenties voor de installateur. “Je moet