Kundig inregelen

DUURZAAM IS MEER DAN EEN NIEUWE WARMTEBRON AANBRENGEN

Het inzetten van duurzame warmte stopt niet bij de leveringsgrens. Er is een ware zoektocht gaande naar de meest geschikte duurzame warmtebronnen als alternatief voor aardgas en dat allemaal tegen de laagste maatschappelijke kosten. Toch wordt in dit proces nog vaak vergeten dat de kwaliteit van de binneninstallatie een belangrijke rol speelt.

‘Beperk het energiegebruik door verspilling tegen te gaan’; zo luid de eerste stap van de Trias Energetica. Het reduceren van warmteverliezen in de traditionele cv-installaties met radiatoren zoals we deze sinds 1970 kennen, speelt hierbij een belangrijke rol. Het verlagen van de warmtebehoefte draagt niet alleen bij aan lagere energiekosten voor de bewoner maar heeft ook positieve effecten bij de exploitatie van een warmtenet. Het op de juiste manier benutten en verdelen van warmte zorgt voor lagere retourtemperaturen en daarmee lagere distributieverliezen in en buiten de woning.

Nieuwe regelgeving
Op 10 maart 2020 is het herziene Bouwbesluit gepubliceerd met daarin volop aandacht voor warmteverliezen. Nieuwe regels moeten ons gaan helpen om op een gezonde manier jaarlijks 30.000 tot 50.000 gebouwen aardgasvrij te krijgen. Het Bouwbesluit omschrijft op welke wijze nieuwe en bestaande verwarminsginstallaties adequaat moeten zijn gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en ook instelbaar moeten zijn.

Voorkomen overcapaciteit
Omdat overcapaciteit een slechte invloed heeft op het rendement geeft het herziene Bouwbesluit aandacht aan het dimensioneren van installatieonderdelen. Dit betekent dat bij het plaatsen van een nieuwe warmteopwekker rekening moet worden gehouden met de warmtebehoefte van het gebouw. Bij de overstap naar een warmtenet of een duurzame warmtepompinstallatie is het belangrijk om te weten wat de werkelijke warmtebehoefte in een woning of woongebouw is. Bij na-isolatie van de vloer, dak en muren loont het om opnieuw een warmteverliesberekening te laten maken. Hiermee kan worden voorkomen dat er onnodig overcapaciteit wordt geïnstalleerd. Het ‘op maat’ installeren van de juiste componenten maakt de installatie vaak goedkoper en zorgt voor een stabiele en efficiënte werking van de installatie.

Slim afstellen
Het Bouwbesluit maakt installatieprofessionals ook verantwoordelijk voor de juiste afstelling van de warmteopwekking en het afgiftesysteem. In collectieve installaties moeten onnodig hoge aanvoertemperaturen worden voorkomen door een energetisch optimale stooklijn in te stellen. Deze afstelling mag niet ten koste gaan van het comfort. Ook moet de installatie waterzijdig worden ingeregeld. De snelheid waarmee het verwarmde water wordt getransporteerd en de wijze waarop de warmte wordt verdeeld is immers van essentieel belang voor het beperken van warmteverlies en het verbeteren van efficiency.

Dynamisch inregelen
Er zijn verschillende methoden om installaties in te regelen. Toch zal de traditionele manier van inregelen met inregelafsluiters per woning of strang langzaam verdwijnen. Het Bouwbesluit omschrijft dat het verwarmingssysteem optimaal moet kunnen presteren bij typische gebruiksomstandigheden. Dus ook wanneer de helft van de radiatoren dicht staat moet ernaar gestreefd worden dat door de overige radiatoren niet onnodig veel water stroomt. In de nieuwe richtlijnen voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen worden zogeheten dynamische oplossingen voor waterzijdig inregelen positiever beoordeeld.
Er worden in de richtlijnen twee dynamische methoden omschreven (zie ook kadertekst):
1: een drukverschilregeling per strang of woning i.c.m. voorinstelbare radiatorafsluiters;
2: radiatorafsluiters met geïntegreerde drukverschilregelaar.

Kenmerkend voor beide oplossingen is de aanwezigheid van drukverschilregelaars (Δp). In combinatie met de begrenzing van de maximum doorlaat (Kv) van de radiatorafsluiters wordt hiermee voorkomen dat in deellast situaties onnodig veel water door de installatie stroomt.

Controle warmteverbruik
Wanneer bewoners meer controle hebben over de verwarmingsinstallatie, wordt het makkelijker om het verbruik te verlagen. In de meeste gevallen vindt verbruiksafhankelijke afrekening plaats op basis van warmtekostenverdelers op de radiatoren of doorstroommeters per appartement. De nieuwe regels in het Bouwbesluit verplichten de toepassing van radiatorthermostaten om energieverspilling te reduceren en gebruikers meer controle te geven over hun verwarmingssysteem. In VvE’s zien we ook steeds vaker het gebruik van programmeerbare radiatorthermostaten. Hierdoor wordt het voor de bewoner nog makkelijker om te besparen. Bovendien “past” het via de app kunnen bedienen van je verwarmingsinstallatie bij deze tijd.

Geïnformeerde bewoners
Het goed informeren van bewoners blijkt de sleutel tot succes. Het aanbrengen van thermostaatkranen en het inregelen van radiatoren is een merkbare verandering voor de bewoners. Waar bewoners voorheen gewend waren dat hun radiatoren van boven tot onder bloedheet waren, zullen zij nu merken dat de onderkant van de radiatoren lauw en soms bijna koud aanvoelt. Ook de bediening van thermostaatkranen is niet zo vanzelfsprekend. De ogenschijnlijk eenvoudige knop met stand 1 t/m 5 wordt niet altijd aangezien als een automatische temperatuurregeling.
Bewoners die gefrustreerd raken zorgen voor ongewenste mond-tot-mondreclame en hardnekkige misverstanden die eenvoudig vooraf te voorkomen zijn. Informeer bewoners goed en laat ze achter met een duidelijke handleiding.

Tot slot
We kennen inmiddels genoeg voorbeelden waarbij de overgang naar duurzame warmte niet tot succes leidde. Dit soort fouten zijn noodzakelijke stappen op de weg naar succes. Het feit dat de nodige maatregelen voor afgifte- en distributieverliezen staan omschreven in de nieuwe wet- en regelgeving, laat zien dat we een hoop geleerd hebben. Duurzame warmte stopt dus niet bij het aanbrengen van een nieuwe warmtebron, maar is grensoverschrijdend. De warmte die we niet verspillen hoeven we ook niet duurzaam op te wekken 

Auteur: Ed Vissenberg
Sales Manager Woningbouw Danfoss

Twee dynamische methoden

Methode 1: Danfoss ASV-PV drukverschilregeling in combinatie met RA-N voorinstelbare radiatorafsluiters
Deze methode zorgt automatisch voor een constante druk (∆p) in de stijgleidingen, ongeacht het gedrag van gebruikers of plotselinge wijzigingen in de weersomstandigheden of andere condities. Per radiator wordt het debiet begrensd d.m.v. het instellen van de maximum doorlaat (Kv) op de Danfoss RA-N voorinstelbare afsluiters. Deze voorinstelling wordt bepaald aan de hand van het radiatorvermogen, drukverschil, aanvoertemperatuur en retourtemperatuur.

Methode 2: Danfoss RA-DV drukgecompenseerde radiatorafsluiters
Met deze rechtstreeks op de radiator gemonteerde radiatorafsluiter met geïntegreerde drukverschilregelaar (∆p) zijn extra componenten in de stijgleidingen overbodig. Het systeem is automatisch verzekerd van een constante hydraulische balans van het hele systeem, ongeacht eventuele wijzigingen in de omstandigheden. De voorinstelling van de radiatorafsluiter wordt bepaald aan de hand van het radiatorvermogen, aanvoertemperatuur en retourtemperatuur.