Bij normale huishoudelijke omstandigheden gaat een rookgasafvoersysteem een ketelleven lang mee. Alleen al om dat feit zou het rookgasafvoersysteem verplicht vervangen moeten worden, wanneer de ketel vervangen wordt. Maar er zijn meer redenen. Het ontwerp van een afvoersysteem is gebaseerd op Europese normen, het voldoen aan deze normen is verplicht. Uitgangspunt is dat een afvoersysteem langdurig moet voldoen aan belangrijke eisen, zoals bijvoorbeeld de dichtheid van het systeem. Een ondicht systeem levert onveiligheid op voor bewoners doordat er rookgas in de woning kan komen. De Europese norm geeft tevens aan hoe getoetst moet worden, gebaseerd op de hoeveelheid agressieve bestanddelen en de gemiddelde temperatuur van de rookgassen die een ketel gedurende zijn leven aanbiedt aan de afvoer. Een afvoersysteem slijt nu eenmaal. Daarnaast wordt in de NPR 3378, deel 45 vermeld dat bij vervanging van een ketel het rookgasafvoersysteem ook vervangen dient te worden, tenzij wordt aangetoond dat het rookgasafvoersysteem nog in orde is en weer een ketelleven lang kan functioneren. Als het afvoermateriaal niet zo zwaar belast wordt, dan moet je als installateur heel nauwkeurig beoordelen (en dit is een hele verantwoordelijkheid) of het materiaal nog een ketelleven lang mee kan en dus veilig blijft bij vervanging van de ketel. Dit is vrijwel onmogelijk. De metaal en kunststof voerende delen zijn zichtbaar, maar het is eenvoudigweg niet goed te zien wat de verouderingsstatus is van de afdichting, zelfs niet met een camera-inspectie. Vandaar dat verplicht vervangen een betere optie is. Marja Scheepers, Commercial Director Distribution M&G Group Namens de
Categorie: Column
In mijn vorige column stelde ik dat er mogelijk 500 legionellaslachtoffers (doden) per jaar vallen in Nederland en dat er daarom meer en beter onderzoek noodzakelijk is. Kort daarna las ik dat er iemand is gepromoveerd op onderzoek naar legionellabesmettingen die o.a. worden veroorzaakt door potgrond. Prima dat er onderzoek plaatsvindt, maar dit feit was in Australië al veel eerder bekend. Laten we onderzoek toch vooral gericht doen. We stellen dan een kenniscentrum in dat het onderzoek coördineert en mondiaal afstemt. Dat schept bovendien meer duidelijkheid. Wat te denken bijvoorbeeld van de constatering dat vrachtwagenchauffeurs vaker besmet zijn dan andere mensen. Truckstations met douches vallen nu in de categorie ‘hoog risico’. Maar zijn deze douches wel de oorzaak? En: zoekt men ook nog naar besmetting door opspattend regenwater of ligt de oorzaak bij het gebruik van ruitensproeiers door een voorganger waardoor nevel via een open raam in de auto terecht kan komen. Eerder schreef ik ook al over jachthavens die in veel gevallen hun zaakjes niet op orde hebben. Er wordt op boten wat aangerommeld: allerlei soorten kunststofslangen die worden gebruikt; tanks die naast een warme motor zijn geplaatst en weinig of onvoldoende worden ververst; eigenaren die boten afspuiten met eigen tankwater omdat het gebruik van slangen op de steigers verboden is. Als ik ernaast lig, in de volle nevel, vraag ik mij verontrust af wat de waterkwaliteit in zo’n tank is. Kent u ook dit soort verontrustende voorbeelden, mail ze mij vooral: redactie@merlijnplus.nl. Dan beginnen we alvast met ons
De installatiebranche heeft de sleutel in handen als het gaat om de duurzame energietransitie. Dit geeft energie; dat voel je. Er lijkt een beweging gaande van optimisme die verder gaat dan de portemonnee van het individu of het bedrijf. Het gaat om maatschappelijke meerwaarde. Het gaat om het verschil maken. Op verschillende plekken in de branche heb ik gezien en ervaren wat de innovatiekracht van bedrijven is. Om nu bij te dragen aan de ontwikkeling van vakmensen is een verrijking. Want we staan op een nieuw kruispunt. Na de crisis zien we dat de workload toeneemt. Maar economische voorspoed is niet zaligmakend. We hebben mensen nodig om het werk op te kunnen pakken. Het feit dat onze bedrijven bijdragen aan een leefbare en duurzame wereld geeft een extra dimensie aan het optimisme in de branche. Die moeten we inleven en uitdragen. Het is ons grootste uithangbord om enthousiaste mensen aan te trekken. Mensen, en juist jonge mensen, kiezen niet meer alleen voor economische groei; een bedrijf moet méér betekenen. In de boeken heet dit de betekeniseconomie: een economie waarin bedrijven streven naar betekenismaximalisatie in combinatie met een gezond bedrijf. Het streven naar maatschappelijke betekenis is winstgevend. Ik hoor menig ondernemer nu denken: “Dit soort uitgangspunten vullen mijn orderportefeuille niet of lossen mij personeelstekort niet op.” Ik denk het tegenovergestelde. Werken bij een bedrijf dat Nederland duurzamer en innovatief sterker maakt, is aanlokkelijk. En het maakt de branche niet alleen aantrekkelijk als werkgever maar ook als partner voor bedrijven, organisaties en
De mededeling dat de consumentenbond cv-ketels gaat verkopen, heeft onder de installateurs het nodige stof doen opwaaien. Onder soms krachtige bewoordingen uitten tegenstanders het gevaar hiervan. Voorstanders zijn op één hand te tellen. Wie even verder kijkt, ontdekt dat het een herhaling van zetten is. Dezelfde effecten waren ook te constateren toen bijvoorbeeld Vereniging Eigen Huis voor haar leden om de hoek kwam met de collectieve inkoop van zonnepanelen. Opvallend is dat beide verenigingen ook collectieve energie-inkoop voor consumenten organiseren, nagenoeg zonder enig gemor uit de branche. Wordt er in de branche met twee maten gemeten? Het lijkt van wel. In de situatie van de cv-inkoop raakt het de installateurs direct in de handel en is de wereld te klein. In het tweede voorbeeld is de energieleverancier de pineut en dat is minder erg. We zien dit vaker. Denk aan discussies over kwaliteitsborging, serviceverlening of certificatieregelingen. Het bundelen van de (markt)vraag om daarop een scherpe inkoop te baseren, is niet nieuw. Veel installateurs maken er zelf ook gebruik van via de zogeheten inkoopcombinaties. Het ontvangen voordeel vervolgens collectief vertalen naar een goed en eensgezinds marktaanbod ligt lastiger. Ligt hier een rol voor een branchevereniging? Een belangenbehartiger zou vanuit haar achterban proactief aanbod kunnen bundelen richting clubs als de Consumentenbond of Vereniging Eigen Huis. Samengesteld aanbod waar naast prijs ook de deskundigheid, kwaliteit en servicegerichtheid van de deelnemende partijen een belangrijke plaats hebben. Om dat te kunnen bewerkstelligen, is er eensgezindheid onder de installateurs nodig. De bewustwording dat je samen sterker
Een gezond en veilig werkklimaat. Het lijkt zo vanzelfsprekend en dat moet het ook zijn. Toch is het niet altijd het geval. Vorig jaar bleek nog dat in vergelijking met andere werknemers jongeren in de metaal drie keer zo vaak een ongeluk hebben op hun werkplek. Dit vraagt echt om aandacht. En gelukkig gebeurt dit ook. Zo zal op 16 maart weer worden gestart met de campagne Bewust Veilig.
‘2025: je rijdt in je elektrische auto de oprit op. Je garagedeur gaat automatisch open en het alarmsysteem schakelt zichzelf uit. Lampen gaan aan en de woning is al lekker warm. Je wordt verwelkomd door je favoriete muziek. Zelf heb je nog geen knop aangeraakt. Jouw slimme auto, deuren, sloten, verlichting, thermostaat en audioset hebben met elkaar gecommuniceerd. Op grond van data-analyses zijn er keuzes gemaakt die bij jou passen.’
Ik heb over deze column lang getwijfeld. Ik wil namelijk laten zien dat er veel meer legionellaslachtoffers vallen dan gedacht. Daarmee hoop ik dat medici en politici nu eens echt het initiatief nemen voor beter onderzoek. Volgens RIVM neemt het aantal besmettingen toe. Maar volgens mij ontdekken medici slechts een héél klein beetje meer. In totaliteit zal er zelfs een afname van slachtoffers zijn, omdat installaties steeds beter worden aangelegd en beheerd.
De energietransitie gaat de gehele warmteketen ingrijpend veranderen, van toeleveranciers tot eindgebruikers. De weg naar een CO2 neutrale en schone toekomst is gebruik maken van nieuwe technologieën én de huidige middelen slim en praktisch inzetten. Om te beginnen willen wij allemaal net zo lekker leven met minder energiegebruik. Dat is al heel goed mogelijk met een optimaal geïsoleerde woning die nog maar weinig verliezen kent. Voor verwarming, warm water en koken wordt in Nederland nu zo’n 10 tot 11 miljard m3 gas per jaar gebruikt. Dit is met goede isolatie terug te brengen naar nog slechts 1/3 deel, zo’n 3 tot 4 miljard m3 gas. Zo wordt de CO2 uitstoot meteen gereduceerd met maar liefst 66%. Bovendien wordt deze resterende hoeveelheid nu al in Nederland geproduceerd in de vorm van nieuw, schoon gas. Daarmee is de CO2 uitstoot 0. Vervolgens wordt de best passende installatie in de woning geplaatst. Een hybride installatie is een goede en energiezuinige oplossing. In een dergelijke installatie neemt de warmtepomp de basisbehoefte voor zijn rekening terwijl de cv-ketel de pieken opvangt. Op koude dagen en voor warmwaterproductie (60 0C) springt dan de ketel bij. Het kiezen voor de slimste energiedragers, zoals nieuwgas en groene stroom, met de laagste investeringen die niet alleen nu maar vooral ook in de toekomst de meeste kans van slagen hebben, is dé oplossing voor het energievraagstuk. Het is een kwestie van slimme keuzes maken! Henk Sijbring Voorzitter Smart Energy Foundation www.smartenergyfoundation.nl
De VSK wil zich meer gaan richten op jongeren, maakte organisator de Jaarbeurs bekend bij de kick-off van de 2018 editie. Maar zal dit niet ten koste gaan van de aandacht voor de gevestigde installateur? En wat heeft een jongere in het internettijdperk sowieso nog te zoeken op een beurs?
Onlangs bezocht ik een bijeenkomst met zo’n 100 kopstukken uit het legionellawereldje. Het ging over het inregelen van warmwatersystemen. Leergierig als ik ben, ga ik graag naar zulke meetings toe. Techneuten besproken er ingewikkelde berekeningen en lichten ze toe. Ook hadden ze het erover hoe moeilijk het is om grote circulatiesystemen in te regelen. Bovendien werd er gesproken over het isoleren van leidingen. Iemand vertelde dat je de aftakleiding van een heetwatercirculatiesysteem niet moet isoleren. Nog niet zo lang geleden had ik hier zelf al een discussie over met iemand van een gespecialiseerd bedrijf die stelde dat juist de gehele uittapleiding geïsoleerd moet worden. Ik wist wel beter, stond op en vertelde dat een 0,5 m isoleren noodzakelijk is. Waar ik die wijsheid vandaan haalde?, was de reactie uit de zaal. Tja, ik wist het weliswaar zeker maar waar het precies staat? In Kleintje Legionella of ISSO publicatie 55.1? Niemand van de 100 deskundigen liet weten dat hij of zij het wist. Dat geeft te denken. Ik voelde mij geïsoleerd. Standvastig bleef ik echter verkondigen om slechts 0,50 m te isoleren, en wel om twee reden: geen hotspot creëren direct op de aftakking en geen warmtelek veroorzaken van het circulatiesysteem. Van sanitair-goeroe Will Scheffer kreeg ik later de bevestiging dat ik gelijk had. Het was allemaal terug te vinden op pagina 75 van Kleintje Legionella! Wat was ik blij met zijn e-mail. Een inspecteur moet een tikkeltje eigenwijs zijn maar het voelde best moeilijk. Nu kan ik alleen maar hopen