De brug tussen onderwijs en praktijk

IZ-060716-Onderwijs-en-Bedrijfsleven-Afb1
De aanwas van nieuw techniektalent loopt al jaren terug. Met vakscholen en andere initiatieven wordt geprobeerd het slechte tij te keren.

Ambities

- 600 vmbo leerlingen gaan workshops volgen bij verschillende installatiebedrijven in de regio Amsterdam;
- 800 mbo-studenten volgen ‘Skills Courses’
- 50 werkzoekenden krijgen praktijkscholing en worden doorgeleid naar een baan;
- Er worden techniekteams opgezet die bedrijven en scholen met elkaar gaan verbinden om zo oplossingen te creëren voor de vraag- en aanbodzijde.

Samenwerking

VTi kan hierin alleen succesvol zijn als alle schakels zich voor langere termijn verbinden. Bouwmeester: “Binnen twee jaar moeten ruim 50 bedrijven en scholen partner zijn van VTi. Er zijn op scholen en in het bedrijfsleven veel faciliteiten voorhanden die efficiënter gebruikt kunnen worden. Door gezamenlijke upgrading van sommige faciliteiten kan het potentieel beter benut worden. Onze ambitie is dat vraag en aanbod (stageplaatsen, gastdocenten, praktijklokalen) elkaar in de toekomst kunnen ontmoeten op een marktplaats en vanuit daar kunnen meewerken aan verduurzaming van het onderlinge netwerk.”

Kick-off

Op uitnodiging van de VTi, kwamen recentelijk in het Amsterdamse technologiemuseum Nemo ruim zeventig vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, onderwijs, brancheverenigingen en de gemeente Amsterdam bijeen om de samenwerking te concretiseren. De startbijeenkomst in Nemo werd afgesloten met ondertekening van het startdocument voor VTi. Vijftien vertegenwoordigers zetten hun handtekening. De eerste stap voor de groeiambitie van VTi is hiermee gerealiseerd. Annelies Spork (gemeente Amsterdam, dienst Economie): “Ik ben heel blij dat dit voor elkaar komt. We moeten de handen ineen slaan, ook voor om- en bijscholing. De Vakschool Technische Installaties is bij het uitstek het platform om samen deze uitdaging aan te gaan.”

De sleutel tot succes

Om VTi vleugels te geven zijn ook financiële middelen nodig. Eerste ramingen geven een jaarlijkse financieringsbehoefte aan in de vorm van geld, materialen, faciliteiten en uren ter hoogte van ongeveer 1 miljoen euro.
Er is dus een forse financiële behoefte, Iedere bijdrage in wat voor vorm dan ook is welkom. Bouwmeester: “We zijn dus ook blij met bedrijven die zich willen verbinden met hun kennis en tijd. We vragen in elk geval om een verbintenis aan te gaan voor minimaal 2 tot 5 jaar. Scholen kunnen een bijdrage leveren aan de invulling van workshops, hun lokalen beschikbaar stellen en door open te staan voor co-creatie binnen hun curriculum. Daar waar toepasselijk zullen we de kansen van subsidies benutten om de initiatieven verder te ondersteunen.”