In dit artikel legt adviseur Ron Bosch aan de hand van een praktijkvoorbeeld uit welke afwegingen een installateur moet maken bij de keuze tussen een warmtepomp of HR-ketel. Hij beperkt zich daarbij niet alleen tot rendementen en kostenplaatjes, maar stipt ook aan met welke bouwkundige factoren rekening dient te worden gehouden. In november 2016 zijn in Rosmalen 20 nieuwbouwwoningen opgeleverd. Ik ben betrokken bij de revisie van het installatieconcept in enkele huizen. Ze zijn voorzien van een verkeerd installatieconcept, dat zorgt voor comforproblemen en torenhoge energierekeningen. Deze problemen kwamen echter pas na de ingebruikname aan het licht. De grootste boosdoener is de cv-ketel die niet terug kan schakelen naar zijn laagste vermogen, zodat het toestel constant in de pendelmodus staat. Is het zinvol om de HR-ketel te vervangen door een warmtepomp? Slim? Als we een warmtepomp laten installeren, kunnen we met 1 kWh Elektra 4,4 kWh thermisch vermogen opwekken. Zo op het eerste gezicht kan een HR-ketel daar niet tegenop boksen, maar klopt dat wel? Je zou je dan afvragen wat duurder is: gas of elektra? En kan je deze twee wel met elkaar vergelijken? Veel installateurs worstelen met dit vraagstuk. Ze weten ook niet hoe ze het in heldere bewoordingen kunnen uitleggen aan hun klanten. Ik zal in weerwil van het spreekwoord, toch proberen appels en peren met elkaar te vergelijken. Energetische waarde Om te beginnen kijk ik naar het verschil in energetische waarde. Om dat te doen moet ik eerst bepalen wat de energetische inhoud is van beide
Auteur: Ruud
Van recreatieoord naar mini stad. Het voormalige Tropicana wordt omgetoverd in een paradepaardje van de Blue Economy. Lees verder en maak kennis met een duurzaamheidsfilosofie die veel verder gaat dan gewone circulariteit. En ook zijn stempel gaat drukken op de installatiebranche. Tropicana was een icoon. Het tropisch zwemparadijs met disco, sauna en partycentrum opende in 1988 zijn deuren. In 2011 viel het doek voor Tropicana. Het recreatieoord ging failliet. Het pand kreeg met leegstand en verwaarlozing te maken en ging zienderogen achteruit. Schuldeiser Aegon liet in 2015 het gebouw veilen. Het bedrijf BlueCity010 werd de nieuwe eigenaar. Sindsdien is in Tropicana een interessant transformatieproces gaande, want de impact investeerder faciliteert circulaire ondernemers. Blauwe economie Tropicana wordt BlueCity. In deze mini stad worden de grondbeginselen van de Blauwe Economie in de praktijk gebracht. Waar hebben we het dan over? In de Blauwe Economie wordt in de basisbehoeften voorzien met wat lokaal voorhanden is. Het is gebaseerd op natuurlijke principes en gaat uit van samenwerking in plaats van concurrentie. In een ‘blauw businessmodel’ worden er altijd verschillende inkomensstromen gegenereerd, onder andere door afval / output van het ene proces te gebruiken als input voor een ander proces. De Blauwe Economie stelt zich ten doel welvaart te creëren zonder hierbij de (natuurlijke) omgeving te vervuilen of uit te putten. Koppelen reststromen In het voormalige Tropicana wordt dit nu stapsgewijs in praktijk gebracht. Het pand is een hub voor innovatieve bedrijven die reststromen aan elkaar koppelen. Zo vormt de koffieprut van Aloha Bar-Restaurant een
Vier jaar geleden bedacht hij een blauwdruk voor de ideale woning. Architect Geert van der Aa heeft zijn totaalconcept waarin uitgebreid aandacht wordt besteed aan architectonische, bouwkundige en installatietechnische facetten nog niet kunnen realiseren. Maar het vormt wel een ideale “onderlegger” voor gesprekken met klanten en bouwpartners. Dus ook met installateurs. De vorige keer dat we Van der Aa spraken was Architectuurstudio Breda nog gevestigd op de begane grond van zijn eigen woning. Met beperkte middelen en op een inventieve, duurzame wijze had hij een passende inrichting gerealiseerd. Destijds was het nog dringen op de markt, door de nasleep van de crisis. Hoe anders staan de zaken er nu voor. Sinds de economie is aangetrokken, wordt de jonge architect overstelpt met aanvragen. Van der Aa werkt bovendien niet meer thuis. Hij houdt nu kantoor in een hip bedrijfsverzamelgebouw aan de rand van het centrum. ‘Droomwoning’ Tijdens de crisis had Van der Aa online onderzoek verricht naar de ideale woning. Met behulp van een enquête, die door honderden mensen was ingevuld, ontwikkelde hij in 2014 de blauwdruk van de ‘droomwoning’. Van der Aa had in zijn vragenlijst ook installatietechnische eigenschappen opgenomen, zoals energieneutraliteit, high tech voorzieningen (domotica) en speciale sanitaire oplossingen. Top 5 In de top 5 stonden: 1. Veel daglicht; 2. Energieneutraal/duurzaam; 3. Aantrekkelijke materialen/details, 4. Integratie met de tuin en 5. Ruimtes afgestemd op het gebruik/de menselijke maat. Met punt 5 werd gedoeld op een goede analyse van het gebruik, zodat bijvoorbeeld woningen levensloopbestendig gemaakt kunnen worden, door al
ISSO publiceert steeds meer kennisproducten met daarin informatie over zowel bouw- als installatiedisciplines. Dit is een direct gevolg van de overname van de SBR-kennisportefeuille begin dit jaar. ISSO beheert nu een brede range kennisproducten voor zowel de bouw- als de installatiesector. Een voorbeeld waarin de integratie zichtbaar wordt, is de nieuwe ISSO/SBR-publicatie 813 over energiezuinige installaties in civiele kunstwerken. Door de uitbreiding van ISSO’s portfolio met de kennisproducten van het voormalige SBR is ISSO nu een nog breder kennisinstituut voor de professional in bouw- en installatietechniek. ISSO werkt momenteel hard aan de integratie van de kennisportefeuilles en de kennisbanken om tot integrale kennisproducten te komen voor beide branches. In de afgelopen maanden zagen al enkele van die publicaties het daglicht. Maar voordat de volledige integratie van de portfolio’s een feit is, zal daaraan in 2018 nog hard gewerkt worden, vertelt ISSO-directeur Rob van Bergen. “Het streven is om die integratie in 2019 in haar volle breedte aan de markt te kunnen presenteren.” Inventarisatie Overigens betekent dit niet dat de klanten van ISSO en SBR daar nu nog niets van zien of merken. Volgens Van Bergen zitten veel kennisproducten van SBR al in de kennisbank, maar nog niet op hetzelfde niveau als de ISSO-producten. “Momenteel inventariseren we de actuele staat van de producten om te zien wat up-to-date is en welke producten we moeten actualiseren. Zodra we dat in kaart hebben gebracht, kunnen de werkgroepen ermee aan de slag. Daarnaast gaan we de licentiestructuur van de kennisproducten op elkaar afstemmen.” Eén
In aandacht heeft de warmtepomp de cv-ketel inmiddels van de eerste plaats verdrongen. Nu gasaansluitingen niet meer mogen of geen vanzelfsprekendheid meer zijn, geldt de warmtepomp als hét (tijdelijke) duurzame alternatief van het aloude verwarmingstoestel. Maar het is zeker geen één-op-één vervanger. Ten eerste zal de installateur zich de techniek van de warmtepomp eigen moeten maken. Ten tweede dient hij rekening te houden met het totaalplaatje. Er moet bijvoorbeeld eerst goed geïsoleerd worden voordat het zin heeft om met een warmtepomp duurzaam warmte op te wekken. Bovendien is het veel meer maatwerk. Er zijn verschillende systemen, die werken op verschillende bronnen en niet ieder systeem is voor iedere situatie de meest optimale (duurzame) oplossing. Verder speelt, zoals altijd, de kostprijs een belangrijke rol. Warmtepompen zijn duurder dan cv-ketels. Naarmate er meer van verkocht worden zullen ze wel goedkoper gaan worden, maar ja, als vervolgens eerst de woning grondig geïsoleerd moet worden is het maar de vraag of alles financieel haalbaar is voor de woningeigenaar. Subsidies, (voor)financieringen door banken of energiebedrijven…ook dat komt er allemaal bij kijken. En dan zijn warmtepompen nog maar één alternatief. Ofwel, is een warmtepomp wel de beste oplossing. Kortom, een woning van verwarming voorzien is tegenwoordig meer dan alleen maar een verwarmingssysteem aansluiten, welk systeem dan ook.
Zijn vader was aannemer, zijn oom aircospecialist. Buf Vaumont volgde zijn gevoel en koos zelf voor de installatietechniek. Niets is zo leuk als nieuwe totaalconcepten bedenken, zegt hij. Zoals onlangs in Aardenhout waar de dga van Buf Klimaatbeheersing een villa loskoppelde van het gas. Vaumont volgde een elektro- en koeltechnische opleiding. Op zijn 16e ging hij aan de slag bij zijn oom. “Ik wilde niet de hele dag op kantoor gaan zitten. Ik houd van afwisseling, contact met klanten, nieuwe technieken doorgronden…” Rasondernemer In 1999 begon hij voor zichzelf. Tijdens de crisis was het spannend. Vaumont moest zijn financiële huishouding goed onder de loep nemen. “Zulke ervaringen houden je scherp en ik heb er ook veel van geleerd.” Zo kan hij nu nuttige besparingstips geven. “Ga altijd met de leverancier om tafel zitten om te kijken of er een korting valt te bedingen. Als je niet vraagt, krijg je niets. De meeste onderhandelingsruimte heb je als je van kleine componenten die je regelmatig nodig hebt, direct grote partijen bestelt. In mijn geval bijvoorbeeld leidingen of isolatiemateriaal. En, let op je voorraadbeheer. Sla alleen artikelen op die je dagelijks nodig hebt.” Werkzaamheden Buf Klimaatbeheersing opereert vanuit de thuisbasis Haarlem. Vaumont is zowel in de woningbouw als utiliteit actief. Gaandeweg is zijn bedrijf steeds meer gespecialiseerd geraakt in duurzame technieken. Daarnaast adviseert de 48-jarige ook bedrijven hoe ze kunnen voldoen aan de energielabel-eisen. Bomvolle orderportefeuille Tegenwoordig heeft Buf Klimaatbeheersing een bomvolle orderportefeuille. Hoewel de werkzaamheden vaak een repeterend karakter hebben, zitten er
Waar gaat het heen in de koeltechniek? Dat is een prangende vraag waarmee veel installateurs worstelen. Branchevereniging voor de koel- en klimaattechniek ‘NVKL’ probeert hier samen met haar leden grip op te krijgen door middel van marktverkenning en contact met haar achterban. Veel ontwikkelingen zijn terug te brengen tot twee megatrends: de koudemiddeltransitie en toenemende toepassing van warmtepompen. Zo onderzocht NVKL onlangs de toepassing van HFO’s (de vierde generatie synthetische koudemiddelen) als vervanger van koudemiddelen met een hoog Global Warming Potential (GWP). Global Warming Potential, of in het Nederlands aardopwarmingsvermogen, is een aanduiding voor de mate waarin een broeikasgas bijdraagt aan klimaatverwarming. Koudemiddelen met een hoog GWP dragen dus in sterke mate bij aan opwarming van de aarde. Voorbeelden zijn HFK-koudemiddelen R404a en R507a. Als gevolg van de F-gassenverordening zal het aanbod in hoog-GWP-koudemiddelen sterk afnemen. HFO’s en HFK’s met een laag GWP kunnen dit tekort deels opvangen. Daarnaast worden er steeds meer installaties toegepast met natuurlijke koudemiddelen zoals CO2, koolwaterstoffen en ammoniak. Sectoren Multinationals waarbij het koelproces een essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering is, kiezen vaak voor natuurlijke koudemiddelen. Denk maar aan supermarkten, procesindustrie en vrieshuizen. Deze bedrijven hebben veel kennis in huis en zijn al een aantal keer eerder overgestapt op een nieuwe generatie synthetische koudemiddelen. Zij zoeken vooral naar zekerheid en duurzaamheid. In de markt waarbij het koelproces bij eindgebruikers maar een deel van de bedrijfsvoering betreft (scholen, ziekenhuizen, kantoren en dergelijke), ontstaat juist vraag naar HFO’s en HFK’s met een laag GWP. De fabrikanten spelen hierop
Een maandje kranten lezen. Huizen moeten van het gas af. Cv-ketels moeten verdwijnen. Iedereen moet aan de warmtepomp of aan de zonnepanelen. Er is een schreeuwend tekort aan vakmensen. De branche geeft werkgarantie aan kolentechneuten. De ombouw van miljoenen huizen zal falen als de bouw- en de installatiesector niet snel de ontbrekende kennis, expertise en menskracht vergroot. Tegelijkertijd zit er nu ergens in een klas op de lagere school een jongen of meisje na te denken over wat hij of zij wil worden. Uitvinder? Brandweerman? Dokter? Astronaut? Dierenarts? In ieder geval mensen helpen en het verschil maken. Op een andere school heeft een jongen of meisje eindexamen VMBO gedaan en denkt na waar hij of zij met de gevolgde technische opleiding het verschil kan maken. Onderweg naar een afspraak hoorde ik begin april een radio-interview met een jongen die vlak voor zijn examen PIE zat. Goed voorbereid stond hij klaar om na zijn eindexamen te kiezen voor… de marechaussee. Eeuwig zonde! De vraag die het bij opkomt is of we deze jongen wel hebben kunnen raken in het geweld van signalen over tekorten. Kunnen we de jonge generatie überhaupt wel bereiken? Als branche zijn we de achilleshiel van de verduurzaming van de economie. Maar in plaats van deze kans te benutten, wordt deze steeds meer ‘geframed’ als een zware opgave. En de vraag die je je dan kunt stellen is: wil je daar wel werken? In een stijgende economie met een grote verduurzamingsopgave hebben we de neiging om vooral in
Hoge temperatuurwarmtepompen? Michel Deelen, van adviseur IDEA heeft er geen fiducie in. “Een kansloos verhaal. In de praktijk ben je al snel duurder uit, als je geen extra maatregelen neemt, om maar te zwijgen van de praktische problemen die erbij komen kijken om zo’n systeem te plaatsen.” In maart werd bekend dat de verplichte gasaansluiting per 1 juli vervalt. In de praktijk komt dat neer op een verbod. Duurzame installatieconcepten zullen dus al automatisch ingang vinden in de nieuwbouw. Maar hoe verduurzaam je de huidige woningvoorraad? Een groot aantal fabrikanten en leveranciers pleit voor een tweestappen strategie: stap eerst over op een hybride oplossing oftewel zet een warmtepomp bij de cv-ketel en schakel in een later stadium dan over op een verwarmingsconcept met alleen een warmtepomp. Op deze wijze blijft het betaalbaar voor de consument. Slechts een enkele fabrikant of leverancier houdt er een afwijkende mening op na en ziet meer heil in andere oplossingen, bijvoorbeeld door cv-ketels te vervangen door HRe-ketels of biomassa-systemen. Uitvoerbaarheid Michel Deelen kan zich vinden in de tweestappen strategie, maar heeft wel zijn bedenkingen over de uitvoerbaarheid. “Een hybride systeem is een prima tussenoplossing. Het kan redelijk renderen in het voor-en najaar. Maar men moet dan wel allereerst de energievraag beperken, dus het gebouw goed isoleren. Daarnaast ontbreekt het de installateur vaak aan de juiste kennis om een warmtepomp te installeren, in te regelen en te onderhouden. Ze zijn nauwelijks vertrouwd met innovatieve duurzame technieken. Bijscholing sneuvelt altijd als eerste als het druk is of
De bouw- en installatiesector zo goed mogelijk voorbereiden op de in 2020 in werking tredende Europese richtlijnen voor energieneutraal bouwen en installeren. Met dit doel voor ogen werkt BuildUpSkillsNL sinds 2011 aan het versterken (upskillen) van de kennis en vaardigheden van vakmensen die direct betrokken zijn bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Wat zijn de resultaten? Sinds de start van het traject zetten de Nederlandse consortiumpartners van BuildUpSkills, bestaande uit penvoerder OTIB en diverse andere partijen in de bouw- en installatiesector en het onderwijs, zich in voor het updaten van het vakmanschap van vakmensen. Hiervoor zijn de specifieke behoeften en ervaringen van de Nederlandse bouw- en installatiesector in kaart gebracht en omgezet naar praktische adviezen en een handige scholingstool. Het is nu aan de bedrijven en onderwijsinstellingen om zelf met de sectorambities aan de slag te gaan. Rijdende trein Op 5 juni vindt in Amersfoort de jaarlijkse BuildUpSkills-conferentie plaats. Het is een moment van terugkijken op de resultaten die zijn bereikt. Maar ook een moment van vooruit kijken, want de verduurzaming van de gebouwde omgeving staat hoog op de politieke en maatschappelijk agenda. Projectleider Liesbeth van der Moolen stapte ruim een jaar geleden in de rijdende trein die BuildupSkillsNL heet. Sindsdien mag zij samen met de andere consortiumpartners oogsten waar in de voorgaande jaren hard aan is gewerkt. En dat geeft voldoening: “Ik zie dat we met elkaar hebben gewerkt aan bewustwording, maar ook aan een aanbod dat recht doet aan de uitdagingen van nu. Het werken aan nieuw