Dat ventilatie belangrijk is voor een goed binnenklimaat weten de meeste installateurs wel. Maar dat de vele ontwikkelingen leiden tot nieuwe richtlijnen en aangepaste regelgeving is menig installateur nog onbekend. Wat verandert er zoal? Allereerst, wat is er zo belangrijk aan die ontwikkelingen in de ventilatie? Het antwoord vloeit voort uit de veranderende wijze van bouwen en installeren. Zo is er een grote focus op energetische verduurzaming, met als consequentie dat we in het afgelopen decennium naast isoleren ook veel luchtdichter zijn gaan bouwen en renoveren. Ook is er veel meer aandacht gekomen voor de kwaliteit van de buitenlucht, de lucht waarmee we onze gebouwen ventileren. Maatwerk Hierdoor groeit de vraag naar toepasbare ventilatie-oplossingen op maat. De industrie heeft dan ook niet stil gezeten; vele nieuwe, maar vooral energiezuinige, stille systemen met behoud van de ventilatieprestatie zijn in de afgelopen jaren op de markt gekomen. De aandacht voor een goed werkend ventilatiesysteem als geheel (toevoer-doorstroom-afvoer) is daarbij hét uitgangspunt geworden. Kritischer kijken Tegelijkertijd leert de praktijk ons dat we graag ventilatieconcepten blijven toepassen zoals we al vele jaren gewend zijn. En hier zit de crux… Aangezien de omstandigheden veranderen, zouden we ook kritischer moeten gaan kijken naar ventilatie. Want recente onderzoeken leren ons dat er fundamenteel zaken niet goed gaan als we de bouwregelgeving en de aangewezen normen (NEN1087/8087) als referentie aanhouden. Hoe zit dat dan? Onderzoek leidt tot planvorming Als de aangebrachte ventilatievoorzieningen en de geïnstalleerde ventilatiecapaciteit minimaal voldoen aan het Bouwbesluit, dan nemen we aan dat de ventilatieprestatie
Auteur: Ruud
Er was een moment dat ventilerend Nederland haar hart vasthield. Na de perikelen in Vathorst leek balansventilatie ten dode opgeschreven. Maar niets is minder waar. Technologische vernieuwingen, een stijging van het algemene kennisniveau en de groeiende vraag naar duurzame woningen hebben de afgelopen jaren juist gezorgd voor een enorme vraag naar balansventilatiesystemen. Jelmer de Jong is sinds 2006 werkzaam als Ventilatieconsultant bij Brink Climate Systems. Hij vertegenwoordigt daarnaast zijn werkgever en de Vereniging Luchttechnische Apparaten (VLA) in Nederlandse en Europese normcommissies. Voordat hij bij Brink Climate Systems aan de slag ging, verdiende hij jarenlang de kost als Productmanager bij Climarad. De Jong heeft kortom nauwgezet alle ontwikkelingen op ventilatiegebied kunnen volgen de afgelopen decennia. Onderzoek “Rond 2008 waren er stevige discussies over het wel of niet functioneren van balansventilatie. We hebben ons wel eens afgevraagd of de politiek dergelijke systemen zou gaan verbieden. Zover is het gelukkig niet gekomen, wel wees grootschalig onderzoek van BBA Binnenmilieu in opdracht van het RIVM uit uit dat er veel mis was met alle typen geinstalleerde ventilatiesystemen.” Bewonersgedrag Zo bleek menig installateur uit prijsoverwegingen de geluidsdemper(s) weg te laten. De gevolgen laten zich raden; bewoners zetten het ventilatiesysteem uit of standaard op de laagste stand. Daarnaast vereisen standaard ventilatiesystemen actief bewonersgedrag. Denk aan het openen en sluiten van roosters bij systemen met natuurlijke toevoer, of het schoonmaken dan wel vervangen van filters bij balansventilatiesystemen. Wordt dit achterwege gelaten, dan krijg je last van een slecht binnenklimaat, geluidsklachten en kan de energierekening fiks oplopen. “Rond
“We moeten meer en beter met elkaar samenwerken” wordt vaak gezgd. Maar wat betekent ‘samenwerken’? Volgens Van Dale: ‘met verenigde krachten werken, gemeenschappelijk aan eenzelfde taak werken. Ik betrek dit eens op de wereld van gebouwbeheersystemen (GBS). GBS wordt volgens mij toegepast om optimale functionaliteiten te leveren aan de gebruiker: technische integraties moet méér brengen dan de autonoom werkende oplossing. Dit betekent dat de slimme integratie van technieken en diensten ondersteunend zijn aan functionele doelstelling(en). Juist dit maakt GBS kennisintensief en anders dan conventionele installatietechniek. Vanuit de techniek gezien ‘knoopt’ de branche nu alles probleemloos aan elkaar. Aanbieders roepen om het hardst dat het goed integreren (= vorm van samenwerken!) van een scala aan techniek geen onderwerp van discussie meer is. Althans, dat is het algemene beeld. De harde praktijk is anders. Gebruikers ervaren toegezegde functionaliteiten nog niet als probleemloos werkend. Kortom, systeemintegratie betekent nog niet dat er (optimaal) samengewerkt wordt. GBS overstijgt techniek en vraagt om omvangrijke kennis en specialistische deskundigheid van álle betrokken partijen, inclusief klant. Functionerende GBS eist vergaande integrale samenwerking ook op procesniveau. In een GBS-project heeft iedere partij een belang en belangeloos samenwerken bestaat niet. Een integrale benadering van het gezamenlijke belang wordt zo structureel onderschat. Van samen werken, samenwerken maken. Kan dat? Ik denk van wel. Mits er bij álle partijen duidelijkheid is over de onderlinge complementaire verhoudingen en er een helder gezamenlijk belang is geformuleerd, onder realistische condities. Het vraagt een andere manier van denken, organiseren en doen. Gaan we als vastgoed-, bouw-
Omdat het zo’n impact had (en heeft) op onze samenleving, sta ik nogmaals stil bij het feit dat twintig jaar geleden de grootste legionella-uitbraak ooit plaatsvond in Bovenkarspel. 32 mensen overleden en honderden werden ziek. Van de overlevenden ondervindt nog een zeer groot aantal dagelijks hinder van de besmetting. Prof. P. Speelman van het AMC ziekenhuis heeft destijds 89 personen twee jaar gevolgd. Veel mensen bleken restklachten te hebben, zoals geheugenverlies concentratiestoornis, gewrichtspijn en vermoeidheid. Recent heeft de stichting Veteranenziekte een soortgelijk, zeg maar vervolgonderzoek gedaan. Schrik niet, de cijfers zijn bijna identiek. Kortom, het hakt er nog altijd stevig in. Andries Knevel, nu ambassadeur voor de stichting, weer daarover inmiddels mee praten. Tien jaar geleden was er een herdenking in Bovenkarspel en organiseerde de stichting een groot congres in Amersfoort. Ik had destijds met mevrouw Els Borst bekokstoofd dat de oprichters van het eerste uur een onderscheiding zouden krijgen. Daar kwam nog heel wat bij kijken: goedkeuring van Hare Majesteit en geheimhoudingsplicht voor de familie en mij. Er waren ongeveer 350 mensen aanwezig, waaronder personen die dierbaren hadden verloren en slachtoffers waarvan de meesten dus met restklachten en arbeidsongeschikt. Een zeer emotionele ervaring. Gelukkig is de wetgeving en controle nu sterk verbeterd maar er liggen nog steeds grote gevaren op de loer voor een nieuwe uitbraak. Kijk de recente uitzending van Zembla naar aanleiding van twintig jaar Bovenkarspel er maar eens op terug. Installateurs kunnen aan het voorkomen van dit soort drama’s een steentje bijdragen door onder andere gebruikers
Maatwerk, dat is een terugkerend woord in het betoog van Ruud Meijer. De directeur van FabricAir weet met de nodige schwung zijn producten aan de man te brengen. Waar we het over hebben? Textiele luchtkanalen. Ze zijn tegenwoordig in alle kleuren, vormen, afmetingen en lengtes verkrijgbaar. Textiele luchtkanalen zijn al enige tijd in opmars. FabricAir installeert ze onder andere bij sportscholen, kantoren, zwembaden en fabrieken. Nee, niet in de woningbouw, vertelt Meijer. “Textiele luchtkanalen mogen alleen als zichtwerk worden aangebracht en met een geregelde luchttoevoer. In de woningbouw worden metalen kanalen vaak weggewerkt, volgens de brandweer levert de textiele variant te veel risico’s op als er een brand uitbreekt. Metaal houdt het langer uit bij hoge temperaturen.” Voordelen En daarmee zijn we gelijk aanbeland bij een hot issue in de kanalenbranche: wat zijn de voordelen van textiele luchtkanalen ten opzichte van de metalen varianten? Meijer heeft duidelijk al vaker uit dit vaatje getapt, want hij weet ze in een rap tempo op te sommen: “Met textiele luchtkanalen ben je volledig vrij in het ontwerp, met metaal ben je gebonden aan hoeken, verlopen, diameters enzovoorts. Daarnaast hoeven ze niet te worden ingeregeld, want er zijn geen geluidsdempers en kleppen nodig. Bovendien is het gewicht vele malen lichter, wel zo handig in verband met de dakconstructie. En ze zijn eenvoudig aan te leveren op de bouwplaats en makkelijk te onderhouden. Je haalt ze van de rails en stopt ze in de wasmachine.” Installatiegemak Volgens Meijer zijn textiele luchtkanalen 30% sneller te installeren
Onlangs verscheen het boek Human + machine waarin Paul Daugherty en Jim Wilson de impact van robotisering en kunstmatige intelligentie schetsen. Het boek opent je ogen voor de kansen en uitdagingen van de toekomst. Meer dan 90% van het werk zal op de een of andere manier door kunstmatige intelligentie veranderen. En 15 tot 20% van het werk zal straks volledig zijn geautomatiseerd. Het World Economic Forum voegt hieraan toe dat kunstmatige intelligentie in 2025 75 miljoen banen doet verdwijnen, maar ook 133 miljoen banen creëert. Wat zeggen deze cijfers voor jou? Waar sta jij als werknemer? Wat doe je als werkgever? Het is moeilijk om op toekomstvragen precieze antwoorden te geven. Maar zeker is dat het gaat om kansen pakken. Met kunstmatige intelligentie ontstaan nieuwe werkvormen en businessmodellen. Deze bieden kansen die je moet zien te verzilveren. Voor de branche betekent dit individueel én samen investeren in scholing. Van álle medewerkers. Want de komende jaren zal elke dag voor elke werknemer veranderingen brengen. Slimme marktoplossingen zullen vragen om andere ontwerpen, andere onderhoudsvormen en andere begeleiding. Maar ook om andere interne bedrijfsprocessen. Deze veranderingen zijn geen bedreiging, maar vragen wel om actie: een leven lang ontwikkelen! Hiermee sta je open voor nieuwe manieren van werken, maar heb je ook een open vizier naar de toekomst, de bereidheid om te (blijven) bewegen en een goede basis om van je werk te genieten. Best lastig voor een MKB-bedrijf dat op zoek is naar vakmensen die de bestaande werkvoorraad moeten oppakken of dat
De eerste aanvragen zijn al binnen. ‘Start je huis’ gaat volgens mede-initiatiefnemer Carl-peter Goossen een enorm succes worden. Dit is te danken aan een slimme prefab schacht waarin het ventilatiesysteem, boilers, elektra-aansluitingen en nog veel meer installatieonderdelen zijn opgenomen. De directeur van adviseur BouwNext legt uit hoe het werkt. Het idee dateert niet van gisteren, vertelt Goossen al direct bij aanvang van het interview. De geroutineerde adviseur en directeur van BouwNext is al jarenlang bezig om slimme oplossingen te bedenken voor de bouwsector, waarin zowel aandacht is voor de bouwkundige als installatietechnische kant. Integraal bouwen In de jaren ’90 werd het Goossen al duidelijk dat we veel integraler moeten gaan bouwen. Uiteindelijk is daar ‘Start je huis’ uit voortgevloeid. “De woningen worden minimaal als casco opgeleverd zonder indeling, binnenwanden en (gedeeltelijk) verdiepingsvloeren. Door de opdrachtgevers kan de woning dan zelf vrij ingedeeld worden; van de binnenwanden tot het vergroten van de verdiepingsvloer. De woningen kunnen ook in de maximale versie inclusief een volledig inbouwpakket geleverd worden voor een gebruiksklare woning”, aldus de beknopte uitleg van het concept. Levensduur Het casco bestaat uit beton, steenstrips en een isolatiepakket. De kozijnen hebben triple glas en het dak keramische pannen. De verwachte levensduur bedraagt 50 – 100 jaar. “Doordat er geen toekomstige wijzigingen van het casco noodzakelijk zijn, zal het publieke domein (buitenkant van de woningen) veel langer de beoogde kwaliteit vasthouden. Dat is goed voor de buurt, de uitstraling en de waarde van de woningen op langere termijn”, legt Goossen uit. Vrije
Volgend jaar staat hij 30 jaar aan het roer bij Jaga Konvektco. Chris Heerius heeft de klimatiseringsmarkt flink zien veranderen. “Door de goede woningisolatie zijn koelen en ventileren steeds belangrijker geworden. We hebben al de tools voor een duurzaam 2050, maar de branche is te behoudend.” Jaga Konvektco is de Nederlandse importeur van Jaga-oplossingen. In het assortiment bevinden zich onder andere de bekende Oxygen2, Briza en sinds kort ook de Strada Hybrid (zie kadertekst). Als radiatorexpert levert het bedrijf zowel oplossingen aan de woningbouw – van sociale huurwoningen tot luxe villa’s – als utiliteit, bijvoorbeeld kantoren en zorgcomplexen. Betere isolatie “Geleidelijk aan is het aandeel verwarming wat aan het afnemen”, vertelt Heerius. De verklaring ligt voor de hand; door de steeds betere isolatie van nieuwbouwwoningen en nieuwe utiliteitsgebouwen neemt de warmtevraag af. Tegelijkertijd ziet Heerius dat ook in renovatietrajecten vaak ingestoken wordt op een betere gebouwschil. Koeling wordt belangrijker Deze verandering heeft verregaande gevolgen, vertelt de directeur van Jaga Konvektco. “Het belang van koeling en ventilatie neemt toe, bovendien wordt het steeds belangrijker om de verschillende klimatiseringssystemen nauwkeurig af te stemmen op de bouwkundige situatie.” Radiatorspecialist Jaga speelt in op deze ontwikkeling door niet alleen oplossingen aan te bieden die verwarmen, maar ook eventueel ventileren, koelen en/of beschikken over warmteterugwinning. Zo kan bijvoorbeeld de Strada Hybrid verwarmen en koelen, de Jaga Oxygen verwarmen en ventileren en de Jaga Fresh bovendien nog warmte terugwinnen. LT-radiatoren Waar vroeger al vaak standaard werd gekozen voor vloerverwarming op de begane grond en de eerste
Als u weleens een auto heeft gekocht, dan heeft u zich vast afgevraagd of u bijvoorbeeld airconditioning of volledige climate control wilde. Installateurs zijn vakidioten, maar ook een a-technische autokoper weet precies wat deze opties inhouden. Heeft u uw opdrachtgever echter wel eens gevraagd of hij ook climate control wilde in zijn gebouw? Of stoelverwarming? Elektrisch bedienbare ramen? Binnenmilieuadviseurs horen vaak dat installateurs het lastig vinden om een opdrachtgever de meerwaarde van dergelijke maatregelen uit te leggen. Het gevolg is dat zowel de opdrachtgever als installateur vooral naar de prijs kijken. Dit artikel licht toe hoe de WELL Building Standard kan worden ingezet om dit gesprek te voeren. Zie het als de autobrochure voor uw volgende gebouw. Internationaal keurmerk De WELL Building Standard is een internationaal keurmerk voor gezonde gebouwen. Deze standaard is ontwikkeld door de Amerikaanse vastgoedorganisatie Delos en in 2014 overgedragen aan het International WELL Building Institute (IWBI). Voor wat betreft de definitie van gezondheid en welzijn sluit WELL aan bij de definitie van gezondheid van de Wereldgezondheidsraad: “Health is a state of complete physical, mental, and social well-being and not merely the absence of disease or infirmity.” Holistische benadering Het gaat bij WELL dus niet alleen om het voorkomen van gezondheidsbedreigende situaties, maar ook om het realiseren van gebouwen die het welzijn van de gebouwgebruikers bevorderen en gebruikers dus in staat stellen om maximaal te presteren. Om dit te bereiken kiest WELL voor een holistische benadering. De WELL Building Standard stelt niet alleen eisen aan de klassieke
Het rapport werd opgesteld door de Intelligence Group en Arbeidsmarktkansen.nl. Ze namen alle 455 middelbare beroepsopleidingen en de kansen op de arbeidsmarkt onder de loep. De vraag is hoe zit het met de installatiesector? De banen liggen nu wel voor het oprapen, maar hoe ontwikkelt de arbeidsmarkt zich op de langere termijn? Installatienet sprak met Doekle Terpstra, voorman van Uneto-VNI en Ralph Vroegop van Stabiplan, software-expert en leverancier van robots voor installateurs. Beide heren hebben een uitgesproken mening over het thema robotisering en werkgelegenheid. Gevarenzone Opleidingen en beroepen die in de gevarenzone verkeren, volgens het rapport, zijn bijvoorbeeld human resource management, bedrijfsadministratie, acteur en zelfs ict-beheerder en gamedeveloper. Wat die laatste twee beroepen betreft is er vooral vraag naar hbo+ specialisten, aldus beide onderzoeksbureaus. Banen verdwijnen Door de jaren heen hebben we verschillende geluiden gehoord over de werkgelegenheid in de branche. Sommige deskundigen zien een tijdelijke hausse aan werk, maar op de lange termijn het aantal banen slinken. Zo liet ABN-Amro al 2 jaar geleden bij de toelichting op haar trendrapportage voor de bouw en installatiebranche op Building Holland weten dat er naar haar inschatting binnen 5 tot 10 jaar banen gaan verdwijnen door digitalisering. Gigantische opgave Volgens Doekle Terpstra “wijst niets in die richting. Dit is de sector van de toekomst. We staan voor een gigantische maatschappelijke opgave om de gebouwvoorraad te verduurzamen. Jongeren die nu voor een technische dienstverlening kiezen, hebben per definitie een baangarantie.” Binnen- en buitenkant gebouw Ja, geeft Terpstra toe, in de nieuwbouw zou het