De BENG-regels hebben nogal wat stof doen opwaaien in ventilatieland. Aan de ene kant lijkt het alsof gebalanceerd centraal ventileren met wtw nu de maatstaf is geworden om aan de eisen te voldoen. Aan de andere kant lijkt ook decentraal ventileren opgang te maken. IZ sprak met fabrikant Siegenia, opleider IW Zuid-Holland die recentelijk het Vakcentrum Binnenklimaat heeft geopend en kennisinstituut ISSO over de situatie. Jeroen Wolters van Siegenia hoeft niet lang na te denken als we hem vragen naar de trends in ventilatieland: “Decentraal ventileren wordt populairder en er is meer aandacht voor installatiegemak én voor gebruikerscomfort”, zegt hij. Siegenia is zelf een specialist op het gebied van decentraal ventileren. Lino Noya Mahn, instructeur bij IW Zuid-Holland is het met hem eens en vult aan: “In de meeste situaties kan je ook niet anders dan decentraal ventileren, sterker nog, in de meeste situaties is het zelfs zuiniger, en comfortabeler.” Voorbijschieten De Sales Manager van Siegenia vraagt zich wel eens af of we met de BENG-regels niet ons doel voorbij schieten. “Het lijkt soms alsof de regels op papier kloppen, maar in de praktijk tegen elkaar inwerken.” Op die manier wordt het een oplossing, waarbij het gemak en comfort ondergeschikt raken”, betoogt Wolters. Noya Mahn: “Praktijk en regelgeving liggen ver verwijderd van de realiteit. We weten hoe het moet, maar in de praktijk zie je helaas dat de uitvoering anders verloop. Dit komt waarschijnlijk, omdat de uitvoerende partij vaak te maken krijg met een opgelegd advies, lees regelgeving, die niet
Auteur: Ruud
In de vorige editie van IZ kwam een aantal criticasters van hybride warmtepompen aan het woord. Helaas was er slechts ruimte voor een korte reactie van Techniek Nederland. In dit nummer een uitgebreid weerwoord van de branchevereniging. ‘Het is problematisch om warmtepompen en cv-ketels regeltechnisch op elkaar af te stemmen, woningen zijn te klein voor hybride combi’s, qua terugverdientijd loont het niet, je kunt beter gelijk all-electric gaan, waarom zou je hybride warmtepompen aansluiten op oude, minder efficiënte afgiftesystemen en installateurs kampen met een tekort aan kennis om ze te installeren.’ Dat waren heel kort door de bocht de geopperde bezwaren tegen hybride warmtepompen. Techniek Nederland reageert bij monde van voorlichter Dick Reijman. Afstemming “Het is altijd aan te bevelen om te kiezen voor een combi van cv-ketel en hybride warmtepomp die zichzelf in de praktijk heeft bewezen. Vakbekwame installateurs zullen dat ook altijd doen. Fabrikanten kunnen een onderbouwd advies geven over optimale combinaties van cv-ketel en hybride warmtepomp. Ruimtegebrek In het overgrote deel van de Nederlandse woningen is er voldoende ruimte voor een extra toestel naast de cv-ketel en de plaatsing van een buitenunit. Door ons te richten op deze woningen kunnen we snel meters maken en komen de klimaatdoelen dichterbij. Er zijn echter vooral in de gestapelde bouw situaties waarin het plaatsen van een hybride warmtepomp ruimtetechnisch niet mogelijk is. Terugverdientijden Een recent grootschalig demonstratieproject in 120 woningen toont aan dat een investering in een hybride warmtepomp meer loont dan ooit. Het gemiddelde jaarlijkse gasgebruik van de deelnemende
Sinds 24 augustus gelden er nieuwe regels voor het werken met materialen waar veel di-isocyanaten bij vrij komen. Mocht je met deze materialen willen werken, dan moet je vanaf vandaag daarvoor een opleiding hebben gevolgd. Ben jij voorbereid? Nieuwe Europese wetgeving schrijft voor dat het verplicht is om een opleiding te volgen als je werkt met materialen waarbij veel di-isocyanaten vrij komen. Dit geldt bijvoorbeeld bij het werken met purschuim of ander isolatiemateriaal. Waarom? Omdat er ernstige gezondheidseffecten zijn! Arbeidshygiënist Arco Engelen: “De di-isocyanaten kunnen je immuunsysteem verstoren. Als je langere tijd met veel di-isocyanaten in aanraking komt, kan er sensibilisatie ontstaan. Sensibilisatie betekent dat je lichaam overgevoelig wordt voor een stof. Je ontwikkelt dan een allergische reactie.” Door deze allergie die je ontwikkelt, kan je last krijgen van je luchtwegen, ogen en maagdarmkanaal of zelfs een allergisch beroepsastma ontwikkelen. De effecten van het gebruik van di-isocyanaten merken de meeste mensen niet direct, en het kan gebeuren dat je jarenlang in contact komt met deze stof zonder ergens last van te hebben en dan opeens wel een allergische reactie krijgt. Genoeg redenen om dat te voorkomen en te weten wat je moet doen om veilig te werken. Di-isocyanaten Di-isocyanaten zijn zeer reactieve chemicaliën die vaak voorkomen in twee-componenten systemen. Di-isocyanaten zitten voornamelijk in producten om het proces van uitharding te versnellen. Dit is bij sommige klussen, zoals het aanbrengen van purschuim, kitten en schuimen, van groot belang. Bij gebruik van dit soort producten vindt er een chemische reactie plaats, waarbij
In dit artikel duiken we dieper in de wereld van lastige klanten en presenteren we strategieën die installateurs kunnen hanteren om elke situatie het hoofd te kunnen bieden. De meest bekende is uiteraard de Vrek. Hij is vastberaden om de kosten tot een minimum te beperken, zelfs als dit ten koste gaat van kwaliteit. Voor installateurs is het cruciaal om de waarde van hun werk te benadrukken en hoe dit op de lange termijn kosten kan besparen. Door transparantie te bieden in de prijsopbouw en de voordelen van duurzame materialen en professioneel vakmanschap te benadrukken, kunnen installateurs de Vrek overtuigen van de waarde die ze leveren. Mister Ongeduld Ongeduldige klanten verwachten snelle resultaten en oefenen druk uit op installateurs om te versnellen. In plaats van zich te laten opjagen, kunnen installateurs beter de klant betrekken bij het proces door duidelijke tijdlijnen vast te stellen. Door alle stappen in het project toe te lichten en uit te leggen hoe elke fase bijdraagt aan het uiteindelijke resultaat kan je de klant geruststellen. Creëer realistische verwachtingen en verstrek regelmatig updates. Zo verminder je de druk en houdt je de klant tevreden. De Betweter De Betweter heeft altijd een suggestie paraat, zelfs als deze niet relevant is voor het project. Voor installateurs is het essentieel om de expertise van de klant te erkennen, zonder afbreuk te doen aan hun eigen kennis. Door open te staan voor discussie en respectvol uit te leggen waarom bepaalde keuzes worden gemaakt, kunnen installateurs een sfeer van samenwerking creëren.
Door de groeiende populariteit van warmtepompen, neemt de behoefte aan monteurs en opleidingen toe. Recentelijk werd WasCollege, het opleidingsinstituut van groothandel Wasco, als eerste in Nederland geaccrediteerd om examens voor Vakmanschap Warmtepomp af te nemen. IZ sprak de groothandel en geeft een kort overzicht van de marktsituatie en de technische knelpunten bij de installatie van warmtepompen. Vorig jaar waarschuwde ABN AMRO nog in haar Arbeidsmarktindicator dat er een gigantisch gebrek aan ‘klimaattechnici’ was om de energietransitie door te voeren. Inmiddels lijkt er op warmtepompgebied een kentering op gang te zijn gekomen. Niet alleen het aantal geïnstalleerde warmtepompen ligt historisch hoog, ook het aantal vakopleidingen groeit. Miljoenen gebouwen De personeelstekorten in de energietransitie vormen een groot probleem om de klimaatdoelstellingen te halen, zoals 55 % minder CO2-uitstoot in 2030. Daarvoor moeten onder meer 7 miljoen huizen en 1 miljoen andere gebouwen in Nederland geïsoleerd worden, van het aardgas af en aangesloten worden op duurzame energiebronnen. Open vacatures Vorig jaar bleek uit een analyse van ABN-AMRO dat bijna 50 % van de vacatures voor installatiemonteurs voor dakwerk, sanitair, verwarming en gas- en waterleidingen niet kon worden ingevuld. Kentering Ruim anderhalf jaar later lijkt er een kentering te zijn ingetreden. Hoewel de installatiebranche nog altijd zo’n 20.000 open vacatures heeft, staan de seinen op groen. Zo bleek bijvoorbeeld uit een steekproef van de MBO Raad dat de opleidingen installatie- en elektrotechniek deze zomer bij de nieuwe aanmeldingen kunnen rekenen op een toename van zo’n 3 %. 110.000 Ook tonen cijfers van de Vereniging
In juni werd de nieuwe editie van ISSO 51 gepubliceerd, deze zal de huidige versie nog dit jaar vervangen. De herziene uitgave, die fungeert als de standaardberekeningsmethode voor het bepalen van warmteverliezen in woningen, heeft ingrijpende veranderingen ondergaan. Jan Verdonck, voorzitter sectie Distributie en Afgifte van de NVI-GO, zet de belangrijkste veranderingen op een rij. De bouwsector heeft de afgelopen jaren een enorme transformatie ondergaan. Nieuwe bouwmaterialen, verbeterde isolatie en strengere luchtdichtheidseisen hebben geleid tot een kritischer binnenklimaat in woningen. Tegelijkertijd hebben veranderingen in installatietechnologieën, zoals de opkomst van lage temperatuursystemen, warmtepompen en geavanceerdere regelsystemen, de behoefte aan heroverweging van warmteverliesberekeningen aangewakkerd. De volgende belangrijkste factoren zijn nog steeds actueel: - Transmissieverlies: het transmissieverlies is het warmteverlies dat optreedt door een temperatuurverschil dat heerst aan beide zijden van een constructie (zoals een buitenwand of een woningscheidende wand). - Infiltratieverlies: het infiltratieverlies wordt veroorzaakt door ongecontroleerde luchtstromen die door kleine openingen in de constructie naar binnendringen. - Ventilatieverlies: het ventilatieverlies wordt veroorzaakt door gecontroleerde luchtstromen die nodig zijn om een gebouw aan de minimale ventilatie-eisen te laten voldoen. - Opwarmtoeslag: de opwarmtoeslag is een extra hoeveelheid vermogen die toegepast wordt indien er gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld nachtverlaging. Hoe groter de nachtverlaging hoe groter de opwarmtoeslag. Veranderingen Wat is er veranderd in de 2023-editie van ISSO 51: - Aangepaste referentie voor infiltratie: de berekeningen worden gebaseerd op het vloeroppervlak in plaats van het geveloppervlak als referentiepunt. - Gelijktijdigheid van warmteverliezen: er wordt in de nieuwe versie rekening gehouden met aangrenzende panden, opwarmtoeslagen en ventilatie. - Herziene referentie voor
Als je werkt met gasverbrandingsinstallaties, zoals cv-ketels, ben je vanaf 1 april 2023 verplicht om een BRL 6000-25 bedrijfscertificering (of K25000 voor kleine bedrijven) op zak te hebben. Deze certificering moet ervoor zorgen dat het aantal ongevallen door koolmonoxide omlaag gaat. Vooral de kleine installatiebedrijven en éénpitters lopen met de invoering van de Gasketelwet tegen (onoverkomelijke) problemen aan, zo blijkt. Een greep uit de reacties die IZ via verschillende (social media-) kanalen ontving. Kees Leijnse van Leijnse Installatietechniek heeft op zich geen moeite met de gasketelwet “indien wij als CO-keur installateur de K25000 erkenning krijgen zonder dat we daar nog meer energie in hoeven te stoppen”, begint hij zijn betoog. Om te vervolgen dat “de jaarlijkse onderhoudskosten buiten proporties zijn voor een klein bedrijf!” Keuren servicekoffer “Mijn zoon en ik zijn CO-gecertificeerd en hebben beiden een servicekoffer. Ieder jaar keuren kost 800 euro per koffer! Het maakt niet uit of je 70 of 1.000 metingen verricht per jaar. Dit betekent per ketel al een kostenpost van 12 euro. Daar komt het CO-keurmerk lidmaatschap nog bij. Logisch dat een heleboel collega’s vinden dat ze dit niet door kunnen berekenen. Ze stoppen er dan maar mee. Weg is alle jaren opgebouwde ervaring.” Navraag bij Euro Index, waar de koffer vandaan komt, leert overigens dat de jaarlijkse kosten van €800,- voor het keuren van een meetkoffer geen juiste voorstelling van zaken is. De betreffende rookgasanalyser en de drukmeter waren in 2020 aangeschaft en vervolgens niet meer onderhouden. Als de rookgasanalyser jaarlijks was opgestuurd,
Guerrillamarketing is niet super nieuw. Maar wel grensverleggend en soms zelfs op het randje van wat is toegestaan. Denk nog maar eens aan de campagne van Bavaria tijdens het WK-voetbal in Zuid-Afrika. Het is al even geleden. Budweiser was hoofdsponsor. Daar was het budget van Bavaria niet groot (lees: ‘sterk’) genoeg voor. Maar Bavaria trok wel slim de aandacht door tientallen jonge dames in oranje jurkjes in een groep op de tribune te laten plaatsnemen. De tv deed de rest, waardoor Bavaria bij een wereldwijd publiek onder de aandacht kwam. Dat is precies wat je met guerrillamarketing wil bereiken: flink de aandacht trekken van je doelgroep. Maar er zijn genoeg voorbeelden waarbij een dergelijke actie te ver gaat en nadelige gevolgen heeft. Ook deze actie. Want een hoofdsponsor heeft niet voor niets exclusieve rechten verworven en daar flink voor betaald. Een actie als deze voorkom je niet. En is ook niet strikt verboden. Maar leidt wel tot een rel en een gang naar de rechter. En de dames werden zelfs door de politie opgepakt, waardoor ook nog de Nederlandse ambassade ingeschakeld moest worden om ze weer vrij te krijgen. Misschien wel een iets uit de hand gelopen ludiek idee. Slim bedacht, maar wat minder sterk doordacht. En daarom geldt ook voor het marketingvak: als je er niet ‘sterk’ in bent, moet je slim zijn. En kun je de marketing misschien beter over laten aan een professional. Ik praat er graag een keer met je over. Of kom je licht eens
Met slim installeren laat je niet alleen je klanten zien dat je nadenkt om met zo weinig mogelijk tijd een zo optimaal kwaliteitsresultaat te genereren, je maakt het jezelf ook zoveel gemakkelijker. Maar het kan altijd slimmer. Er is bijvoorbeeld aangetoond dat alleen al een goede werkvoorbereiding op zich een leereffect kan hebben met wel 40% winst in de benodigde installatietijd. Met name ‘prefab’ geeft heel veel slimme installatiekansen. Tijdens de Vakbeurs Energie in Den Bosch zijn vele richtingen en mogelijkheden te zien geweest. Neem bijvoorbeeld de getoonde aansluitsets voor hybride toestellen. Dit slimme idee kan grote besparingen opleveren. Toen de hybride toestellen net in de markt kwamen, werd als uitgangspunt een montagetijd van twee dagen met twee man aangehouden. Nu al is hier een besparing op te realiseren van de helft! Dat betekent dus dat je met hetzelfde aantal monteurs het dubbele aantal hybride toestellen kunt monteren. Om hiermee maar mee aan te geven dat het noodzakelijk is en blijft om kritisch na te denken en creativiteit te stimuleren. Doe je dit niet, dan verlies je de wedstrijd. Het woord ‘slim’ kan in bepaalde gevallen ook vervangen worden door ‘snel’, waardoor de financiële aspecten meer de boventoon krijgen. Dat betekent dat wanneer je als installateur veel werkt met een uitstekende werkvoorbereiding en nieuwe mogelijkheden zoals prefab montagedelen, je een grote voorsprong hebt op de meer traditionele aanpak. Blijven innoveren geeft telkens weer voorsprong in de markt. Veel mogelijkheden en uitdagingen zijn er te vinden in de verdere integrale ketensamenwerking
De koeltechnische sector is volop in ontwikkeling. Door de toenemende vraag naar koel- en klimaatinstallaties zijn er meer gekwalificeerde, goed opgeleide monteurs nodig. Dit vraagt om het werven van nieuwe medewerkers, maar ook om het behoud van bestaand personeel. In het arbeidsmarktvraagstuk kunnen fabrikanten ook een rol spelen door producten te ontwikkelen die min of meer plug-and-play zijn. Zo kan zowel worden bespaard op de arbeidstijd op de bouwplaats in de nieuwbouwfase als in de beheerfase. Dit komt omdat dergelijke apparaten ter plekke worden uitgewisseld en reparaties onder ideale omstandigheden in de fabriek worden uitgevoerd. Op deze manier ondervindt de klant hier geen last van. Daarnaast speelt databeheer een steeds belangrijkere rol in de beheerfase. Door inzicht te hebben in de data van een installatie, weet een installateur bij onderhoud of storing precies wat er aan apparatuur bij de klant staat. Zo vertrekt hij met de juiste spullen en worden onnodige extra uren aan heen en weer rijden en dus faalkosten voorkomen. Door het structureel verzamelen van faaldata van installaties kan de installateur bovendien voorspellen wanneer de installatie aan onderhoud toe is, wat onnodige bezoeken en onderhoud voorkomt. Stilstand wordt hiermee zoveel mogelijk beperkt, waardoor de klant een optimale beschikbaarheid van zijn koel- of klimaatinstallatie heeft. Binnen NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, zijn fabrikanten en leveranciers aangesloten die dergelijke plug-and-play systemen ontwikkelen en leveren. De NVKL-erkende installateurs die hiermee werken zijn volledig op de hoogte van voornoemde innovatieve toepassingen en kunnen hierover advies uitbrengen. Coen van de Sande, directeur