Nieuwe ISSO 51

HERZIENE WARMTEVERLIESBEREKENINGEN WONINGBOUW

In juni werd de nieuwe editie van ISSO 51 gepubliceerd, deze zal de huidige versie nog dit jaar vervangen. De herziene uitgave, die fungeert als de standaardberekeningsmethode voor het bepalen van warmteverliezen in woningen, heeft ingrijpende veranderingen ondergaan. Jan Verdonck, voorzitter sectie Distributie en Afgifte van de
NVI-GO, zet de belangrijkste veranderingen op een rij.

De bouwsector heeft de afgelopen jaren een enorme transformatie ondergaan. Nieuwe bouwmaterialen, verbeterde isolatie en strengere luchtdichtheidseisen hebben geleid tot een kritischer binnenklimaat in woningen. Tegelijkertijd hebben veranderingen in installatietechnologieën, zoals de opkomst van lage temperatuursystemen, warmtepompen en geavanceerdere regelsystemen, de behoefte aan heroverweging van warmteverliesberekeningen aangewakkerd.
De volgende belangrijkste factoren zijn nog steeds actueel:
- Transmissieverlies: het transmissieverlies is het warmteverlies dat optreedt door een temperatuurverschil dat heerst aan beide zijden van een constructie (zoals een buitenwand of een woningscheidende wand).
- Infiltratieverlies: het infiltratieverlies wordt veroorzaakt door ongecontroleerde luchtstromen die door kleine openingen in de constructie naar binnendringen.
- Ventilatieverlies: het ventilatieverlies wordt veroorzaakt door gecontroleerde luchtstromen die nodig zijn om een gebouw aan de minimale ventilatie-eisen te laten voldoen.
- Opwarmtoeslag: de opwarmtoeslag is een extra hoeveelheid vermogen die toegepast wordt indien er gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld nachtverlaging. Hoe groter de nachtverlaging hoe groter de opwarmtoeslag.

Veranderingen
Wat is er veranderd in de 2023-editie van ISSO 51:
- Aangepaste referentie voor infiltratie: de berekeningen worden gebaseerd op het vloeroppervlak in plaats van het geveloppervlak als referentiepunt.
- Gelijktijdigheid van warmte­verliezen: er wordt in de nieuwe versie rekening gehouden met aangrenzende panden, opwarmtoeslagen en ventilatie.
- Herziene referentie voor warmteverlies: in sommige gevallen kan het warmteverlies naar aangrenzende gebouwen groter zijn dan naar de buitenlucht, hier wordt rekening mee gehouden in de nieuwe ISSO 51.
- Afschaffing zekerheidsfactor: de klassen A, B, C of D zijn niet langer relevant.
- Opwarmtoeslag: deze toeslag wordt in de nieuwe versie als optioneel beschouwd, vooral in situaties met lage temperatuursystemen waar de binnentemperatuur relatief constant is.
- Minder ventilatieverlies bij vraag­gestuurde ventilatie: dankzij vraagsturing wordt het ventilatieverlies verminderd in berekeningen.

Effect
Voor de meest voorkomende warmte­afgiftesystemen (radiatoren/convec­toren en vloerverwarming) is de impact
van deze nieuwe methodologie onder­zocht. De resultaten zijn in de tabel weergegeven als percentages. Zij tonen het effect van de nieuwe berekeningsmethode, bij identieke gebouwen en energieopwekkingsmethoden ten opzichte van de oude publicatie.
Uit de resultaten blijkt onder andere dat bij nieuwbouw het warmteverlies naar aangrenzende gebouwen groter kan zijn dan naar de buitenlucht. Opvallend zijn de verschillen bij appartementen. Deze zijn grotendeels te verklaren door het hogere systeemverlies van vloerverwarming in vergelijking met radiatoren of convectoren. Bovendien blijkt dat het benodigde vermogen voor piekmomenten is afgenomen in vergelijking met de vorige editie. Deze vermindering is in grote mate toe te schrijven aan het lagere ventilatieverlies, met name in situaties waar vraaggestuurde ventilatie wordt toegepast.

Wat betekent dit?
Met deze nieuwe methode kunnen in veel gevallen kleinere installaties worden geplaatst, maar er moet nauwkeurige berekeningssoftware worden gebruikt om de juiste keuzes te maken. Installaties moeten goed worden ingeregeld en er moet speciale aandacht worden besteed aan lage temperatuurafgiftesystemen, ontgassing van installaties en het handhaven van goede waterkwaliteit. Het draait niet meer alleen om de keuze voor een warmtepomp of warmtenet; we moeten nu meer denken in termen van systemen in plaats van producten. De energetische kwaliteit van een warmtepomp is namelijk afhankelijk van de kwaliteit van het totale systeem. Bovendien wordt het gebruik van de opwarmtoeslag een keuze, vooral bij systemen met lage temperatuurverwarming waar de binnentemperatuur stabiel blijft.

Nieuwe fase
De nieuwe rekensoftware zal naar verwachting medio oktober 2023 beschikbaar zijn en we verwachten dat deze deuren opent naar efficiëntere, duurzamere en kosteneffectievere oplossingen in de moderne bouwsector. De start van een nieuwe fase in de wereld van warmteverliesberekeningen en installatietechniek! 

Auteur: Jan Verdonck, voorzitter sectie Distributie en Afgifte van de NVI-GO