Gasketelwet

“JAARLIJKSE KOSTEN ZIJN BUITEN PROPORTIES!”

Als je werkt met gasverbrandingsinstallaties, zoals cv-ketels, ben je vanaf 1 april 2023 verplicht om een BRL 6000-25 bedrijfscertificering (of K25000 voor kleine bedrijven) op zak te hebben. Deze certificering moet ervoor zorgen dat het aantal ongevallen door koolmonoxide omlaag gaat. Vooral de kleine installatiebedrijven en éénpitters lopen met de invoering van de Gasketelwet tegen (onoverkomelijke) problemen aan, zo blijkt. Een greep uit de reacties die IZ via verschillende (social media-) kanalen ontving.

Kees Leijnse van Leijnse Installatietechniek heeft op zich geen moeite met de gasketelwet “indien wij als CO-keur installateur de K25000 erkenning krijgen zonder dat we daar nog meer energie in hoeven te stoppen”, begint hij zijn betoog. Om te vervolgen dat “de jaarlijkse onderhoudskosten buiten proporties zijn voor een klein bedrijf!”

Keuren servicekoffer
“Mijn zoon en ik zijn CO-gecertificeerd en hebben beiden een servicekoffer. Ieder jaar keuren kost 800 euro per koffer! Het maakt niet uit of je 70 of 1.000 metingen verricht per jaar. Dit betekent per ketel al een kostenpost van 12 euro. Daar komt het CO-keurmerk lidmaatschap nog bij. Logisch dat een heleboel collega’s vinden dat ze dit niet door kunnen berekenen. Ze stoppen er dan maar mee. Weg is alle jaren opgebouwde ervaring.”
Navraag bij Euro Index, waar de koffer vandaan komt, leert overigens dat de jaarlijkse kosten van €800,- voor het keuren van een meetkoffer geen juiste voorstelling van zaken is. De betreffende rookgasanalyser en de drukmeter waren in 2020 aangeschaft en vervolgens niet meer onderhouden. Als de rookgasanalyser jaarlijks was opgestuurd, dan was er 7 jaar volledige garantie van toepassing geweest en waren de onderhoudskosten €174,- per jaar geweest. Het onderhoud van de drukmeter was dan €74,- per jaar geweest, wat neerkomt op €248,- totaal per jaar. Doordat de set pas in 2023 is opgestuurd was de garantie vervallen en is er, doordat er onderdelen en sensoren zijn vervangen, een eenmalige rekening gestuurd van circa €800,-.

Groot probleem
Desalniettemin gaan de extra kosten een heel groot probleem worden, volgens Leijnse. “Alleen al bij mij in de buurt zijn er nu twee installateurs helemaal gestopt vanwege onder andere de Gasketelwet en alle regelgeving. Slechts één installateur gaat direct met pensioen; de andere, veel jongere installateur is gewoon helemaal iets anders gaan doen. De derde installateur doet nu geen onderhoud meer. Die heb ik kunnen overhalen om nog wel nieuwe ketels te plaatsen, die ik dan voor hem inbedrijf stel.”

In de kou
“Het verhaal van Kees Leijnse is duidelijk”, reageert Dick Visser, voormalig directeur/eigenaar van installatiebedrijf Visser in Twisk. “De realiteit is nu daar, en wie gaat er wat aan doen? Ik maak me daarover al enige tijd zorgen. Warmte is een eerste levensbehoefte, maar zo komen er veel mensen in de kou te staan. Ik ben zelf met mijn bedrijf gestopt, niet per se vanwege de gasketelwet, maar het maakte wel deel uit van mijn beslissing. En dat zal ongetwijfeld bij meerdere bedrijven zo zijn; het bekende druppeltje en de emmer. Ik weet dat er nog veel ondernemers nadenken over wat ze gaan doen? Anderen hebben de beslissing inmiddels al genomen. Het resultaat: een overdaad aan werk en ideeën, een tekort aan uitvoerenden.

Dubbel certificeren
Hans van der Vlist van InstalVista uit Houten kan zich grotendeels vinden in het relaas van Kees van Leijnse, “hoewel voor bedrijven met veel personeel de verhouding tussen kosten en opbrengsten een stuk gunstiger ligt”, nuanceert hij.
“Maar ik wil graag een heel ander aspect bespreekbaar maken. Ik ben sinds februari 2016 als éénpitter gecertificeerd voor de BRL K14015 ‘Veiligheidsbeoordeling van installaties’ en al jarenlang als keurmeester actief. In de jaren vóór 2016, onder de vlag van (destijds) AquaServa (nu Normec). Alles bij elkaar al zo’n 15 jaar. Omdat ik nog altijd keuringen uitvoer, heb ik destijds besloten om mij te laten certificeren. Dat kost serieus geld, jaarlijks zo’n €3000,- als je alle kalibratiekosten meerekent. Voor deze certificering doe ik voor het gasgedeelte exact hetzelfde als wat ik voor de nieuwe CO-regeling heb moeten doen. Ik had dus verwacht dat ik niet nog een keer ook als bedrijf gecertificeerd zou hoeven worden voor de K25000. Ik heb immers al een handboek, wordt jaarlijks ge-audit etc. etc. Uiteraard begrijp ik heel goed dat het gebruik van een app voor het afmelden van het onderhoud geld kost – en dat is ook prima én door te belasten aan de klant – maar op dubbel certificeren zit niemand te wachten.
Het kan super simpel worden opgelost met wat kleine aanvullingen in het handboek. Klaar is Kees. Niet dus. Ik heb meermaals contact gezocht met KIWA en e.e.a. uitgelegd, maar blijkbaar is ‘out of the box’ denken erg moeilijk want ik val buiten het standaard plaatje omdat ik de enige éénpitter ben tussen alle grote jongens die een BRL K14015 certificering hebben.” 

Stoppen met cv-ketels

Via Facebook kwamen ook verschillende reacties binnen op de Gasketelwet met eenzelfde strekking: kosten te hoog, het is beter om te stoppen met cv-ketels.
Zo vindt Nico Plette de kosten zo langzamerhand inderdaad wel de pan uitrijzen. Mart van Zeijl gaat nog een stapje verder en noemt het totale kostenplaatje echt ranzig en de Gasketelwet een ambtelijk gedrocht. Andre Dekkers suggereert dat “je ook kunt stoppen met cv-ketels en het over een andere boeg kunt gooien. Er is werk genoeg. Ik heb jaren in de cv ketels gezeten en ik mis deze werkzaamheden echt niet.” Marcel Koetsveld is het daar mee eens: “Heb ik ook gedaan, maar toch wel jammer, want af en toe een keteltje aansluiten was best leuk.”

“Versneld van gasketels af”

“De gasketelwet is een onnodige kostenpost en registratiesysteem”, schrijft Pieter Prins van Technisch Bedrijf Prins. “De paar CO-ongevallen zijn echt niet gebeurd door installateurs die weten waar ze mee bezig zijn en tijd krijgen voor hun werk. Het risico op CO-uitstoot is groter bij voornamelijk de grote installatiebedrijven waar de onderhoudsmonteurs 9 à 10 ketels per dag onder tijdsdruk moeten onderhouden. Ook beunhazen die stukken gasleiding aanleggen met fietsbanden en tuinslangen zijn hiervoor verantwoordelijk.”

Typisch Nederlands
“Vreemd is ook dat ik – nu ik alleen mijn certificaat voor service en onderhoud heb gehaald – geen cv-ketels meer mag plaatsen. Daarentegen mag ik tijdens onderhoud wel alles afkeuren wat een installatiemonteur fout heeft gedaan. Dit is typisch Nederlands. Voorheen werd je assistent monteur, dan eerste monteur, vervolgens servicemonteur en daarna servicetechnicus. Als servicetechnicus was je allround; nu kun je als servicetechnicus, zoals ik, niks zonder certificering en ben je feitelijk een beunhaas. Ik vind dit verspilling van vakkennis en talent in een branche die staat te springen om vakmensen.
Daar komt nog eens bij dat de focus bij onderhoud heel erg ligt op het correct invullen van de checklist en minder op het werk waar het daadwerkelijk om draait. De hele administratieve rompslomp neemt veel kostbare tijd in beslag en ontneemt mij een stuk werkplezier. De Gasketelwet heeft volgens mij dan ook niet zozeer met veiligheid te maken maar meer met registratie en controle om in kaart te brengen waar gasketels hangen.”

Controle
“Als gevolg van dit alles laten veel ZZP-ers zich niet meer certificeren en richten ze zich bijvoorbeeld op keukenrenovaties. Nog meer werk dus voor installateurs die zich wel hebben laten certificeren. Maar die kunnen dit allemaal niet aan, waardoor de onderhoudsinterval van een toestel niet wordt gehaald met alle (onveilige) gevolgen van dien. Dat is volgens mij ook waar onze overheid naar toe wil. Zo kan ze nog eerder onze schone gasverbrandingstoestellen uitbannen.

Kortom, de Gasketelwet is er niet voor de veiligheid maar puur voor controle, registrering en het versneld laten verdwijnen van de gasketels.”

Techniek Nederland blijft aandringen op Koepelcertificering

Bij Techniek Nederland herkennen wij, naast positieve, ook de kritische geluiden van sommige installateurs over CO-certificering”, reageert Dick Reijman, woordvoerder van de koepelorganisatie, op alle reacties. “Wij hebben bij de overheid steeds benadrukt dat een regeling eenvoudig uitvoerbaar en betaalbaar moet zijn voor álle bedrijven; van grootbedrijf tot zzp’er. Koepelcertificering via bijvoorbeeld CO-Keur had daaraan kunnen bijdragen, maar daarmee is de overheid ondanks ons aandringen helaas niet akkoord gegaan.”

Koepelcertificering
“De overheid heeft de Tweede Kamer toegezegd de CO-wetgeving volgend jaar te evalueren. Wij zullen ook dan blijven hameren op het belang van koepelcertificering die het voor kleinere bedrijven en zzp’ers eenvoudiger maakt om aan de wetgeving te voldoen. Ook in de tussentijd blijven wij in gesprek met het ministerie van Binnenlandse Zaken, de TloKB, het bevoegd gezag en kwaliteitsorganisaties om de uitvoering van de regeling zo praktisch mogelijk in te richten. Techniek Nederland verwacht dat daarmee het draagvlak voor CO-certificering toe zal nemen.”

Wachtrij
“Ondanks onze kritiek zijn wij blij dat de wettelijke regeling er nu is. Het grote succes van de wetgeving is dat al meer dan 19.000 monteurs hun vakbekwaamheid hebben aangetoond met een theorie- en praktijkexamen. De vakmensen die bij de klanten thuis komen beschikken over de vereiste kennis en veiligheidsbewustzijn en handelen daarnaar. Er zijn nu ruim 1.100 bedrijven gecertificeerd. Als gevolg van de drukte bij certificerende instellingen staan er nog meer dan duizend bedrijven in de wachtrij om het certificaat te behalen. Deze bedrijven hebben al stappen ondernomen: ze hebben hun monteurs bijgeschoold, hebben afspraken met een Certificerende Instelling en werken volgens een kwaliteitshandboek.”