Auteur: Ruud

Warmtepompen

Door de groeiende populariteit van warmtepompen, neemt de behoefte aan monteurs en opleidingen toe. Recentelijk werd WasCollege, het opleidingsinstituut van groothandel Wasco, als eerste in Nederland geaccrediteerd om examens voor Vakmanschap Warmtepomp af te nemen. IZ sprak de groothandel en geeft een kort overzicht van de marktsituatie en de technische knelpunten bij de installatie van warmtepompen. Vorig jaar waarschuwde ABN AMRO nog in haar Arbeidsmarktindicator dat er een gigantisch gebrek aan ‘klimaattechnici’ was om de energietransitie door te voeren. Inmiddels lijkt er op warmtepompgebied een kentering op gang te zijn gekomen. Niet alleen het aantal geïnstalleerde warmtepompen ligt historisch hoog, ook het aantal vakopleidingen groeit. Miljoenen gebouwen De personeelstekorten in de energietransitie vormen een groot probleem om de klimaatdoelstellingen te halen, zoals 55 % minder CO2-uitstoot in 2030. Daarvoor moeten onder meer 7 miljoen huizen en 1 miljoen andere gebouwen in Nederland geïsoleerd worden, van het aardgas af en aangesloten worden op duurzame energiebronnen. Open vacatures Vorig jaar bleek uit een analyse van ABN-AMRO dat bijna 50 % van de vacatures voor installatiemonteurs voor dakwerk, sanitair, verwarming en gas- en waterleidingen niet kon worden ingevuld. Kentering Ruim anderhalf jaar later lijkt er een kentering te zijn ingetreden. Hoewel de installatiebranche nog altijd zo’n 20.000 open vacatures heeft, staan de seinen op groen. Zo bleek bijvoorbeeld uit een steekproef van de MBO Raad dat de opleidingen installatie- en elektrotechniek deze zomer bij de nieuwe aanmeldingen kunnen rekenen op een toename van zo’n 3 %. 110.000 Ook tonen cijfers van de Vereniging

Nieuwe ISSO 51

In juni werd de nieuwe editie van ISSO 51 gepubliceerd, deze zal de huidige versie nog dit jaar vervangen. De herziene uitgave, die fungeert als de standaardberekeningsmethode voor het bepalen van warmteverliezen in woningen, heeft ingrijpende veranderingen ondergaan. Jan Verdonck, voorzitter sectie Distributie en Afgifte van de NVI-GO, zet de belangrijkste veranderingen op een rij. De bouwsector heeft de afgelopen jaren een enorme transformatie ondergaan. Nieuwe bouwmaterialen, verbeterde isolatie en strengere luchtdichtheidseisen hebben geleid tot een kritischer binnenklimaat in woningen. Tegelijkertijd hebben veranderingen in installatietechnologieën, zoals de opkomst van lage temperatuursystemen, warmtepompen en geavanceerdere regelsystemen, de behoefte aan heroverweging van warmteverliesberekeningen aangewakkerd. De volgende belangrijkste factoren zijn nog steeds actueel: - Transmissieverlies: het transmissieverlies is het warmteverlies dat optreedt door een temperatuurverschil dat heerst aan beide zijden van een constructie (zoals een buitenwand of een woningscheidende wand). - Infiltratieverlies: het infiltratieverlies wordt veroorzaakt door ongecontroleerde luchtstromen die door kleine openingen in de constructie naar binnendringen. - Ventilatieverlies: het ventilatieverlies wordt veroorzaakt door gecontroleerde luchtstromen die nodig zijn om een gebouw aan de minimale ventilatie-eisen te laten voldoen. - Opwarmtoeslag: de opwarmtoeslag is een extra hoeveelheid vermogen die toegepast wordt indien er gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld nachtverlaging. Hoe groter de nachtverlaging hoe groter de opwarmtoeslag. Veranderingen Wat is er veranderd in de 2023-editie van ISSO 51: - Aangepaste referentie voor infiltratie: de berekeningen worden gebaseerd op het vloeroppervlak in plaats van het geveloppervlak als referentiepunt. - Gelijktijdigheid van warmte­verliezen: er wordt in de nieuwe versie rekening gehouden met aangrenzende panden, opwarmtoeslagen en ventilatie. - Herziene referentie voor

Gasketelwet

Als je werkt met gasverbrandingsinstallaties, zoals cv-ketels, ben je vanaf 1 april 2023 verplicht om een BRL 6000-25 bedrijfscertificering (of K25000 voor kleine bedrijven) op zak te hebben. Deze certificering moet ervoor zorgen dat het aantal ongevallen door koolmonoxide omlaag gaat. Vooral de kleine installatiebedrijven en éénpitters lopen met de invoering van de Gasketelwet tegen (onoverkomelijke) problemen aan, zo blijkt. Een greep uit de reacties die IZ via verschillende (social media-) kanalen ontving. Kees Leijnse van Leijnse Installatietechniek heeft op zich geen moeite met de gasketelwet “indien wij als CO-keur installateur de K25000 erkenning krijgen zonder dat we daar nog meer energie in hoeven te stoppen”, begint hij zijn betoog. Om te vervolgen dat “de jaarlijkse onderhoudskosten buiten proporties zijn voor een klein bedrijf!” Keuren servicekoffer “Mijn zoon en ik zijn CO-gecertificeerd en hebben beiden een servicekoffer. Ieder jaar keuren kost 800 euro per koffer! Het maakt niet uit of je 70 of 1.000 metingen verricht per jaar. Dit betekent per ketel al een kostenpost van 12 euro. Daar komt het CO-keurmerk lidmaatschap nog bij. Logisch dat een heleboel collega’s vinden dat ze dit niet door kunnen berekenen. Ze stoppen er dan maar mee. Weg is alle jaren opgebouwde ervaring.” Navraag bij Euro Index, waar de koffer vandaan komt, leert overigens dat de jaarlijkse kosten van €800,- voor het keuren van een meetkoffer geen juiste voorstelling van zaken is. De betreffende rookgasanalyser en de drukmeter waren in 2020 aangeschaft en vervolgens niet meer onderhouden. Als de rookgasanalyser jaarlijks was opgestuurd,

Wie niet sterk is…

Guerrillamarketing is niet super nieuw. Maar wel grensverleggend en soms zelfs op het randje van wat is toegestaan. Denk nog maar eens aan de campagne van Bavaria tijdens het WK-voetbal in Zuid-Afrika. Het is al even geleden. Budweiser was hoofdsponsor. Daar was het budget van Bavaria niet groot (lees: ‘sterk’) genoeg voor. Maar Bavaria trok wel slim de aandacht door tientallen jonge dames in oranje jurkjes in een groep op de tribune te laten plaatsnemen. De tv deed de rest, waardoor Bavaria bij een wereldwijd publiek onder de aandacht kwam. Dat is precies wat je met guerrillamarketing wil bereiken: flink de aandacht trekken van je doelgroep. Maar er zijn genoeg voorbeelden waarbij een dergelijke actie te ver gaat en nadelige gevolgen heeft. Ook deze actie. Want een hoofdsponsor heeft niet voor niets exclusieve rechten verworven en daar flink voor betaald. Een actie als deze voorkom je niet. En is ook niet strikt verboden. Maar leidt wel tot een rel en een gang naar de rechter. En de dames werden zelfs door de politie opgepakt, waardoor ook nog de Nederlandse ambassade ingeschakeld moest worden om ze weer vrij te krijgen. Misschien wel een iets uit de hand gelopen ludiek idee. Slim bedacht, maar wat minder sterk doordacht. En daarom geldt ook voor het marketingvak: als je er niet ‘sterk’ in bent, moet je slim zijn. En kun je de marketing misschien beter over laten aan een professional. Ik praat er graag een keer met je over. Of kom je licht eens

Slim installeren: leuk of noodzaak?

Met slim installeren laat je niet alleen je klanten zien dat je nadenkt om met zo weinig mogelijk tijd een zo optimaal kwaliteitsresultaat te genereren, je maakt het jezelf ook zoveel gemakkelijker. Maar het kan altijd slimmer. Er is bijvoorbeeld aangetoond dat alleen al een goede werkvoorbereiding op zich een leereffect kan hebben met wel 40% winst in de benodigde installatietijd. Met name ‘prefab’ geeft heel veel slimme installatiekansen. Tijdens de Vakbeurs Energie in Den Bosch zijn vele richtingen en mogelijkheden te zien geweest. Neem bijvoorbeeld de getoonde aansluitsets voor hybride toestellen. Dit slimme idee kan grote besparingen opleveren. Toen de hybride toestellen net in de markt kwamen, werd als uitgangspunt een montagetijd van twee dagen met twee man aangehouden. Nu al is hier een besparing op te realiseren van de helft! Dat betekent dus dat je met hetzelfde aantal monteurs het dubbele aantal hybride toestellen kunt monteren. Om hiermee maar mee aan te geven dat het noodzakelijk is en blijft om kritisch na te denken en creativiteit te stimuleren. Doe je dit niet, dan verlies je de wedstrijd. Het woord ‘slim’ kan in bepaalde gevallen ook vervangen worden door ‘snel’, waardoor de financiële aspecten meer de boventoon krijgen. Dat betekent dat wanneer je als installateur veel werkt met een uitstekende werkvoorbereiding en nieuwe mogelijkheden zoals prefab montagedelen, je een grote voorsprong hebt op de meer traditionele aanpak. Blijven innoveren geeft telkens weer voorsprong in de markt. Veel mogelijkheden en uitdagingen zijn er te vinden in de verdere integrale ketensamenwerking

Bespaar arbeidstijd en faalkosten door inzet databeheer

De koeltechnische sector is volop in ontwikkeling. Door de toenemende vraag naar koel- en klimaatinstallaties zijn er meer gekwalificeerde, goed opgeleide monteurs nodig. Dit vraagt om het werven van nieuwe medewerkers, maar ook om het behoud van bestaand personeel. In het arbeidsmarktvraagstuk kunnen fabrikanten ook een rol spelen door producten te ontwikkelen die min of meer plug-and-play zijn. Zo kan zowel worden bespaard op de arbeidstijd op de bouwplaats in de nieuwbouwfase als in de beheerfase. Dit komt omdat dergelijke apparaten ter plekke worden uitgewisseld en reparaties onder ideale omstandigheden in de fabriek worden uitgevoerd. Op deze manier ondervindt de klant hier geen last van. Daarnaast speelt databeheer een steeds belangrijkere rol in de beheerfase. Door inzicht te hebben in de data van een installatie, weet een installateur bij onderhoud of storing precies wat er aan apparatuur bij de klant staat. Zo vertrekt hij met de juiste spullen en worden onnodige extra uren aan heen en weer rijden en dus faalkosten voorkomen. Door het structureel verzamelen van faaldata van installaties kan de installateur bovendien voorspellen wanneer de installatie aan onderhoud toe is, wat onnodige bezoeken en onderhoud voorkomt. Stilstand wordt hiermee zoveel mogelijk beperkt, waardoor de klant een optimale beschikbaarheid van zijn koel- of klimaatinstallatie heeft. Binnen NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, zijn fabrikanten en leveranciers aangesloten die dergelijke plug-and-play systemen ontwikkelen en leveren. De NVKL-erkende installateurs die hiermee werken zijn volledig op de hoogte van voornoemde innovatieve toepassingen en kunnen hierover advies uitbrengen. Coen van de Sande, directeur

Van toen naar morgen

Enkele weken geleden kreeg ik een uitnodiging van inkoopvereniging SALO voor haar 75-jarig jubileumfeest. Op de uitnodiging stond de tekst: Van toen naar morgen. Dat zette mij aan het denken. Ruim 50 jaar terug ben ik met mijn bedrijf lid geworden van deze inkoopclub. Ik heb altijd veel contact gehad en samengewerkt met deze club. Je hielp elkaar waar nodig, kreeg hulp als je het nodig had. Hoe het van toen naar nu is gegaan, heb ik als jonge enthousiaste installateur tot ervaren senior installateur in ruste mee mogen maken. Maar nu gaan we naar morgen en verder. Daarbij vraag ik me af: met wie en hoe dan? Heel lang was ik namelijk de jongste op de vergaderingen van deze vereniging. Er was (en is) bijna geen instroom van jonge enthousiaste installateurs. De club is weliswaar nog springlevend, maar ik zie er vooral nog grijze koppies. Dit lijkt overigens in de hele branche het geval te zijn. Iedereen zit te springen om personeel, dat haast niet te krijgen is. Bedrijven zetten de boel stop wegens gebrek aan arbeidskrachten, projecten lopen vertragingen op; waar is de jeugd? Er lopen nog genoeg jongeren rond die druk aan de slag willen. Maar bij degenen die het vakgebied instromen, raakt vaak na enkele jaren op een of andere manier de fut eruit. Regeltjes, voorschriften, certificaten, noem het maar op, ze verzinnen ze waar je bij staat, waardoor de animo opraakt en de jonge instromers nogal eens in een andere branche belanden. Na enkele jaren

Optimaal hybride verwarming in de praktijk

De hybride warmtepomp werkt ideaal in de praktijk, maar vergt wel een aantal aandachtspunten die je vaak met zogenaamde vuistregels simpel kan oplossen. Wanneer je vooraf rekening houdt met de volgende aspecten, weet je vrij nauwkeurig dat je een goede en efficiënte installatie kunt realiseren: Het systeem moet in orde zijn en dit wil zeggen dat je niet alleen moet kijken naar de opwekzijde, maar ook naar de distributie en afgifte. Kan deze installatie het gevraagde vermogen leveren bij lagere watertemperaturen (maximaal 45°C als toevoer)? Het simpel laten hangen van de bestaande afgifte kan niet altijd en de energiezuinigheid van de hybride zal hier zeker onder gaan lijden (zie ook de resultaten van het demonstratieproject Hybride warmtepompen. www.demoprojecthybride.nl). Houd als vuistregel voor de richtwaarde van de minimale volumestroom in de installatie van een woning 175-180 l/h aan. Om dit alvast te garanderen, kunnen de voor-instelbare ventielen in de woonkamer op een ruime doorlaat gezet worden (KV waarde). Gebruik altijd een kleine buffer, ook bij vloerverwarmingssystemen. Vuistregel: gebruik voor elke Kw warmteafgifte 10 liter water. Dit kan met een seriebuffer. Daarmee wordt het pendelgedrag van de warmtepomp veel minder en de levensduur flink hoger. Bij nachtverlaging (alleen bij snelle afgiftesystemen) is het advies de temperatuur nooit meer te verlagen dan 3 graden ten opzichte van de gevraagde dagtemperatuur. Als de tempera­tuur ’s nachts nog verder wordt verlaagd, gebruikt de warmtepomp bij de opstart meer energie dan noodzakelijk. Gebruik daarnaast de juiste ontgasser en vuilfilter in het systeem, dit verhoogt de levensduur

Verwarmen via stro

Sinds kort is er wand- en plafondverwarming verkrijgbaar, gemaakt uit een restproduct van de landbouwoogst: stro. De 100 procent biobased Healture is een innovatie van Uniwarm. Deze systeemleverancier ontwikkelt vaker duurzame producten en brengt ze succesvol op de markt. De afgelopen jaren ontwikkelde het bedrijf onder meer een klimaatsysteem met een droogbouwoplossing en een lage opbouwhoogte. Ook introduceerde het bedrijf de ventilatievloer. De Healture wand- en plafondmodule is een lagetemperatuurverwarming die bestaat uit het natuurlijke restproduct stro. Dit materiaal is samengeperst tot een hoogwaardige verwarmingsplaat met een harde densiteit, zodat de leidingen stevig vast blijven zitten. Peter Riethorst van UniWarm ziet in stro een goed alternatief voor houtvezel. “Het is beter voor het milieu omdat er geen bomen voor hoeven te worden gekapt. Bovendien kunnen we het stro al na één jaar gebruiken, omdat het veel sneller groeit. Bovendien is het recyclebaar. Al deze voordelen maken deze wand- en plafondmodule zeer in trek onder klanten die geïnteresseerd zijn in natuurlijke bouwmaterialen. De eerste aanvragen stromen al binnen.” Verwarmt, koelt én isoleert De Healture wand- en plafondmodule is een kant-en-klare module die verwarmt, koelt én isoleert. Het product is te combineren met leem- of kalkstuc en kan op elke warmtebron worden aangesloten. De module is dampopen. Verder blijven de leidingen zelf schoon, dankzij de kern van aluminium die zuurstof buitenhoudt. “Bewoners die voor dit product kiezen, ervaren dat hun woning snel behaaglijk wordt”, vertelt Riethorst. “De leidingen bevinden zich op slechts 7,5 centimeter van elkaar en aan de oppervlakte. Dit leidt

Wie het dichtst bij het vuur zit….

De buurtbarbecue duurt altijd tot in de late uurtjes. En al is het zomer, aan het eind van de avond wordt het killer. En dan is er wel weer één van de buren die voor een houtvuurtje zorgt. Het is doorgaans dringen geblazen bij dat vuur. Want: wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het best. En dat spreekwoord gaat niet alleen letterlijk op bij verwarming. Het geldt ook voor je business. Zeker met alle ontwikkelingen waarmee je te maken hebt als installateur. Denk maar eens aan de transitie van gas naar andere duurzame alternatieven. Des te meer je weet over de oplossingen die voorhanden zijn, des te beter je kunt reageren op vragen van klanten. In ieder geval beter dan het antwoord dat ik recent kreeg op mijn vraag of ik toch al eens moest gaan nadenken over een warmtepomp: “Meneer, waar denkt u dat herrieding neer te gaan zetten zonder klachten van de buren? Enne, het zal allemaal wel niet zo’n vaart lopen. Ze weten het in Den Haag zelf ook niet en als u nu maar zorgt voor wat extra isolatie, dan komt het vanzelf wel goed.” Geen echt vertrouwenwekkend antwoord van de betreffende installateur. Die zit er straks misschien minder warmpjes bij. Want als deze installateur dit verhaal ook bij andere klanten van hem afsteekt, haken er zeker een aantal af wanneer er wel een moment komt, waarop ze de keuze moeten gaan maken. Dan kies je liever voor een installateur die zich wel