Auteur: Ruud

Profiteren

Alweer een aantal jaren staat de decemberuitgave van IZ in het teken van projecten. We begonnen hier mee omdat er vanuit het vakgebied veel vraag is naar praktijkvoorbeelden. En dat kunnen we ons voorstellen. Recent gerealiseerde of nog in uitvoering zijnde projecten laten heel goed zien welke kant het op gaat met de installatietechniek.

Alles in één

In de nieuwe showroom van camping- en sportwinkel Van Duinkerken moest het voor de bezoekers het hele jaar door aangenaam vertoeven zijn. De oude ruimte was in de zomer vaak te warm. Rooftopunits zorgen er nu voor dat het binnenklimaat van het nieuwe, ruim 6.000 m2 tellende complex altijd comfortabel is, ook bij een buitentemperatuur van 30°C. In het voorjaar van 2015 werden twee installateurs – waaronder Van Dalen Installatietechniek uit Nijkerk – door Van Duinkerken uitgenodigd om op basis van het Programma van Eisen, een voorstel te doen voor de inrichting van het klimaatsysteem. “Er werden hoge eisen gesteld”, vertelt André Roetert Steenbruggen, technisch directeur Van Dalen Installatietechniek. “Omdat het oude bedrijfspand in Hoevelaken matig was geïsoleerd en nauwelijks kon worden gekoeld, was het er in de zomer vaak warm, te warm. Daarom moest de nieuwe showroom zelfs bij hoge buitentemperaturen van tegen de dertig graden nog koel en aangenaam zijn. Een uitdaging.” Vrije koeling Om deze uitdaging met succes te realiseren, maakte Van Dalen Installatietechniek een andere keuze dan zijn concurrent die de showroom vooral mechanisch wilde koelen met ruim twintig kleine airco’s. ”Gelet op de interne warmtelast van het nieuwe goed geïsoleerde pand, heb je dan al in het voorseizoen behoefte aan koeling en dus airconditioning. Aangezien deze units veel energie gebruiken, stijgen je variabele kosten dan explosief.”“De rooftop-unit van Lennox daarentegen filtert relatief koude buitenlucht en gebruikt dit als vrije, gratis koeling voor de showroom in het voor- en naseizoen. Daarnaast kun je met deze rooftop

Passie en vakmanschap in het onderwijs

Onlangs bezochten enkele ambtenaren van de ministeries van Economische Zaken en Sociale Zaken een installatiebedrijf in Schiedam. Centrale vraag bij hun werkbezoek was: waar lopen bedrijven tegenaan als het gaat om de scholing en ontwikkeling van hun vakmensen? Er volgde een ontwapenend gesprek over ondernemerschap, passie en vakmanschap. Eén van de aandachtspunten – of beter gezegd: zorgpunten – betrof de aansluiting onderwijs-bedrijfsleven. Hier zijn verbeteringen mogelijk.

Met handen en voeten

Huub Kamp is als zzp’er actief in Frankrijk en Hongarije. Voor IZ bericht hij over zijn belevenissen in den vreemde. Kamp’s schrijfsels zijn een bonte schakering van verwondering, humor en leermomenten. In deze aflevering: Ventileren tegen murene.

Installateur als regisseur

Nationaal en internationaal zijn er stevige ambities uitgesproken op het gebied van CO2-uitstoot en duurzame opwekking van energie. Zo ligt er de uitdaging om in de komende 33 jaar zo’n 8 miljoen woningen gezond en energiezuinig te maken. Technieken hiervoor zijn al beschikbaar, maar van opschaling en versnelling is (nog) geen sprake. Hoe kunnen regisserende installatiebedrijven de energietransitie versnellen? Hoe de markt voor verduurzaming en duurzame energieopwekking zich in de komende 33 jaar gaat ontwikkelen, is lastig in te schatten. De doelstelling is dat er in 2050 tenminste 8 miljoen gezonde en zeer energiezuinige woningen in Nederland staan. De kans is groot dat de verduurzaming van de gebouwde omgeving de innovatiecurve van Rogers gaat volgen (figuur 1). Aangenomen dat er in 2050 voor duurzame technieken een volledige marktdekking is, zal duurzaam rond 2030 de ‘nieuwe’ standaard moeten zijn. Dal van desillusie Als je kijkt naar de markt voor verduurzaming van woningen tot gezonde en zeer energiezuinige woningen, dan zitten we midden in het gat tussen ‘Early Adopters’ en ‘Early Majority’. Ook wel genoemd het dal van desillusie. Na succesverhalen van innovatieve energie-0 en energiebesparingsprojecten en ronkende ambities en beloften vanuit o.a. de Stroomvernelling en Urgenda is duidelijk geworden dat het verduurzamen van de woningvoorraad veel aandacht voor de klant, kennis, kunde en investeringen in vakmanschap en materialen nodig heeft om echt te versnellen. Ingezette trend zet door Steeds duidelijker is ook dat de ingezette trend echt gaat doorzetten. Zo zijn zonnestroom, ledverlichting, diverse na-isolatietechnieken en domotica al echte ‘Early Majority’

Praktijkbegeleiders zijn hard nodig

De onlangs gehouden Topcoach van het Jaar-verkiezing is een overweldigend succes. Vooral de leerlingen zelf waren verantwoordelijk voor de meer dan 700 nominaties voor deze jaarlijks terugkerende titel. “Praktijkbegeleiders zijn onmisbaar bij het motiveren, begeleiden en coachen van nieuw vaktalent voor de installatiebranche”, betoogt één van de genomineerden. “Juist nu er een groeiend tekort aan vakmensen is.” “Genomineerd zijn is een hele eer, een kroon op mijn werk. Maar ik heb me er niet extra voor ingezet, ik deed gewoon mijn werk. Een hele leuke verrassing!”, zegt Wijnand Pul, praktijkbegeleider bij grootbedrijf Hollander Techniek. Pul is één van de negen topcoaches die zijn genomineerd voor de titel Topcoach van het Jaar 2017. De nuchtere houding en het enthousiasme voor hun vak en hun leerlingen kenmerkt alle topcoaches. Zij praten liever over de leerlingen dan over zichzelf. Ook Anthony Sakkee, titelkandidaat uit het MKB-bedrijf THT Groep, was na de eerste verbazing vooral vereerd om genomineerd te zijn: “Als begeleider ben ik écht trots als je iemand ziet groeien en onderdeel ziet worden van een team. Het motiveren van jongeren, dat is toch wel de kracht van de praktijkbegeleider.” Winnaars Waar de genomineerden vooral trots zijn op hun leerlingen, zijn de leerlingen trots op hun praktijkbegeleiders. Dit blijkt wel uit het feit dat ruim 700 praktijkbegeleiders door hun leerlingen en collega’s zijn aangemeld voor de nationale titel Topcoach van het Jaar 2017. Op 7 november werden de topcoaches van het jaar 2017 bekend gemaakt. Maar voor projectleider Joep Hendriks zijn alle negen

Loslaten is het nieuwe vasthouden

Het aantal vacatures in onze sector groeit met de dag. En wie verder dan morgen kijkt, ziet vanuit allerlei Europese duurzaamheidsafspraken bakken met werk op zich afkomen. De installatiesector zit stevig in het zadel. Noem een maatschappelijk vraagstuk en gegarandeerd is er een verbinding met techniek. Als sector staan wij volop in het tijdperk, waarin techniek en technologie gaan domineren. Kunnen wij dit aan? De brancheorganisatie beantwoordt deze vraag – en hoe kan het ook anders – volmondig met ja. Wel aangevuld met dat op verschillende terreinen de zeilen volop bijgezet moeten worden. Om er maar eens drie te noemen: vakonderwijs, arbeidsmarkt en kwaliteitsborging. Geen geringe opgave voor een branche die best ‘vast’ zit in een hiërarchische structuur en innovatie dodende cultuur. ‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ lijkt het adagium. Terwijl ik dit schrijf, word ik bewust van een vreemde tegenstelling. Want uit gesprekken met branchegenoten maak ik op ‘dat we het echt wel weten’. En ‘dat we het echt wel anders doen, maar ja: de opdrachtgevers hè. Die willen nog niet om’. Herkent u dit? Het is niet aan mij om te zeggen of dit goed of fout is. Vanuit mijn visie constateer ik wel dat ik deze argumenten ruim 20 jaar geleden ook hoorde. De wereld verandert. Onze sector verandert. Het is niet de vraag of de sector hierin mee moet gaan. Maar ‘hoe sluiten we aan’ is het enige alternatief, of nog beter: hoe worden we leidend in deze en komende veranderingen? Naar

Hotspots

Hoe kunnen we voorkomen dat drinkwaterleidingen ongewenst opwarmen door circulatiesystemen voor warm tapwater? Deze vraag duikt regelmatig op bij het installatieontwerp. Vooral als het gaat om zorginstellingen, hotels en sportcomplexen. Het gaat dan om de opwarming van distributieleidingen, uittapleidingen en mengkranen. In dit artikel wordt ingegaan op een aantal praktijk­situaties. Tot slot wordt een nieuwe techniek besproken. In veel installaties worden de distributieleidingen voor drinkwater en voor het circulatiesysteem voor warm tapwater boven het verlaagd plafond gemonteerd. Zo wordt een overzichtelijk systeem gecreëerd, waarbij warm en koud water gezamenlijk naar de verschillende tappunten gaan. De keerzijde is de opwarming die optreedt boven het verlaagd plafond. In zorginstellingen en ziekenhuizen is de ontwerp- en bedrijfstemperatuur van de ruimten meestal hoog: 22 of 24°C. Dit heeft als gevolg dat de temperatuur boven het verlaagd plafond oploopt tot boven 25°C. Zelfs bij toepassing van zeer goed geïsoleerde warme leidingen. De warmte kan domweg nergens heen. De drinkwaterleiding zal dus bij stilstand geleidelijk opwarmen tot deze hoge temperatuur. Wat te doen? Isoleren en spuien De gangbare oplossing is om te isoleren en spuien. Het gaat dan zowel om de warme als de koude drinkwaterleiding. Hiermee wordt condensatie voorkomen en wordt tevens bereikt dat opwarming van de leiding bij stilstand wordt vertraagd. Met een veelgebruikt tappunt aan het eind is een regelmatige doorstroming verzekerd. In aanvulling hierop kan aan het eind een temperatuur gestuurde spuiklep worden toegepast. Hiermee kan de temperatuur van de distributieleiding onder de 25°C worden gehouden. Spuien uittapleidingen? Wat hiermee niet wordt

Maak lekkage zichtbaar en controleerbaar

Dit keer doe ik een oproep aan u, installateur: adviseer uw klanten om periodiek hun watermeterstand bij te houden. Ik heb in mijn loopbaan als opzichter veel trieste gevallen meegemaakt. Klanten die ik moest laten afsluiten omdat ze de waterrekening niet konden betalen. Des te triester als de fout bij de installateur lag. Want, hoewel met regelmaat ijking van de watermeter werd geëist, bleek de oorzaak niet hier maar vooral bij de vakman (of leverancier) te liggen.

Thuis in warm­tepompen

De energietransitie begint op stoom te raken en steeds meer marktpartijen zien dat warmtepompen snel terrein winnen in de woningbouw. Maar wat betekent dat voor u als installateur; kunt u het beste nog even afwachten of vol gas geven om bij te blijven? We vroegen het Sander Zuidgeest van de Nederlandse grondlegger van warmtepompen: Itho Daalderop. Onlangs is Itho Daalderop gestart met een Duurzaam Partner Programma, waarvoor Zuidgeest verantwoordelijk is. We vroegen hem wat dit programma inhoudt en hoe Itho Daalderop de transitie voor zich ziet. Hij legt uit: “Itho Daalderop ziet veel installateurs worstelen met de vraag of ze gewoon moeten doorgaan met cv-ketels of dat ze versneld op warmtepompen moeten overstappen. Uit recent onderzoek van Uneto-VNI blijkt dat het grootste deel, 70 procent, van de installatiebedrijven op het gebied van de warmtepomp nog in de oriënterende fase zit, of de beslissingen omtrent de warmtepomp nog voor zich uitschuift. Aan de ene kant begrijpelijk; je hele bedrijf heeft jarenlang goed gedraaid op cv-ketels en met name de onderhoudscontracten. Je personeel kan ermee lezen en schrijven. Als je een zelfde bedrijfsvoering en verdienmodel voor de warmtepomp gebruikt, kom je niet uit. Maar aan de andere kant: nieuwe ketels worden nu met zeer kleine marges geplaatst. Daarnaast kun je je nauwelijks meer onderscheiden als installateur; ketels zijn op elke hoek van de straat te verkrijgen. Warmtepompen zijn ‘here to stay’ en we zien de markt ervan zo groeien, dat je daar als ondernemer niet omheen kunt. Om de onzekerheden rondom kennis