Voor het eerst werd de circulaire economie dit jaar genoemd in de troonrede. Een lichtpuntje, maar de vraag is nu hoe we dat in de installatiesector vertalen van circulair denken naar circulair doen. Hoe wordt circulair werken het nieuwe normaal? Al jarenlang hebben we in de installatiesector de mond vol van duurzaamheid. Zeker in tijden van een energietransitie is dat heel logisch. We hebben het over zonnepanelen en warmtepompen en gebruiken afkortingen als NOM en BENG. Maar als ik dan kijk naar hoe duurzaam de materialen en systemen zijn die worden gebruikt onder het mom van duurzaamheid valt dat helaas nogal eens tegen. Tijd dus om daar wat meer aandacht aan te besteden. Voor de goede orde, het is niet zo dat er helemaal niets gebeurt in onze sector, maar iets meer kennis over wat het inhoudt, welke voorbeelden er zijn en wat je zelf direct kunt toepassen brengt je soms ook weer op nieuwe ideeën. Wat is een circulaire economie? Een bekende definitie luidt: “Een circulaire economie is een economisch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt”. Vrij vertaald komt dat erop neer dat alle producten die je maakt zo zijn gemaakt dat je het product lang kunt gebruiken en dat aan het einde van de levensduur alle toegepaste materialen (relatief) eenvoudig kunnen worden teruggewonnen. Op deze manier gaan geen kostbare grondstoffen verloren doordat ze worden gestort of verbrand in een “grondstoffencrematorium”, zoals architect en voorvechter van circulair bouwen
Tag: artikel editie november 2020
Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving zijn de kosten voor het verduurzamen van woningen veel te hoog. Zo zou uit eigen PBL-onderzoek blijken dat een eigenaar al snel 35.000 euro kwijt is en het bedrag niet terugverdient. Volgens Ivo Opstelten klopt die berekening echter niet. De Directeur van Stroomversnelling legt aan IZ uit waarom. Stroomversnelling is een vereniging van ambitieuze bouwers, toeleveranciers, corporaties, gemeentes, financiers, netbeheerders en anderen, die zich richt op de energietransitie van de gebouwde omgeving in Nederland. Sinds 2 jaar is Opstelten één van de topmannen. U kunt zich niet vinden in de conclusie van het PBL, waarom niet? “Kort door de bocht: Ze doen net alsof normale kosten voor de instandhouding van een woning het gevolg zijn van verduurzaming. Als je een woning in stand wilt houden, zal je regelmatig onderhoud moeten plegen. Van bij wijze van spreken het schilderwerk tot de opknapbeurt of vervanging van installaties. Dat brengt kosten met zich mee. Op het moment dat je kiest voor het energieneutraal maken van een woning, ga je een stap verder. Je koopt bijvoorbeeld geen nieuwe Hr-ketel, maar vervangt die door een warmtepomp. Wat het PBL doet is dan de totaalkosten berekenen van de operatie, maar dat is incorrect. Kijk je namelijk sec naar het geld dat uitgegeven wordt aan verduurzaming, dan moet je alleen de meerkosten van die warmtepomp meenemen.” Het PBL gooit dus alle kosten op één grote hoop en schaart die onder de noemer ‘verduurzaming’? “Inderdaad. Daarnaast brengt niet iedere verduurzamingsslag evenveel meerkosten
Duurzaamheid is al jarenlang een topic in de installatiebranche. Toch zal het streven naar een duurzame samenleving voorlopig nog wel actueel blijven. De tijd begint bovendien te dringen. Een steeds grotere meerderheid lijkt doordrongen van de noodzaak van een duurzame samenleving. Maar wat voor de ene persoon al een flinke stap voorwaarts is, gaat voor de ander niet snel genoeg. Het varieert, zeg maar, van een paar zonnepanelen op het dak en een warmtepompje in huis tot bijvoorbeeld volledig circulair wonen en werken. Maar alles wat daar tussenin zit, kan ook duurzaam zijn. Circulair denken is misschien wel de meest ultieme manier van duurzaamheid. In deze editie van IZ staat een interessant artikel over circulariteit in de installatiebranche. Heel kort door de bocht staat dit voor het hergebruiken van alle toegepaste materialen. Maar lees vooral het artikel, dat maakt veel duidelijk. ‘Circulair werken begint met bewustwording en iets gaan doen’, zo sluit de auteur van dit artikel zijn betoog af. ‘Het geeft niet als dat in het begin maar stapje voor stapje gaat. Zo heb je tenslotte ook leren lopen.’ Wijze woorden toch?
Vroeger speelden we een kaartspelletje, Zwartepieten werd het genoemd. Hoe het exact ging is me helaas ontschoten. Ik weet wel dat als je de zwarte piet had, je deze kwijt moest zien te raken. Want wie hem aan het eind van het spel had, verloor. Op dit moment is de hele maatschappij aan het Zwartepieten, heb ik het idee. Ik word er in ieder geval regelmatig mee geconfronteerd. We monteren een apparaat en sluiten dit conform de daarvoor geldende regels aan. Die regels zijn voor de werkzaamheden doorgelezen en ter harte genomen. Het werk wordt afgerond, maar dan blijkt er een probleempje te zijn met het functioneren. Je gaat eerst zelf alles na, maar komt dan op een punt dat je vastloopt. De telefoon gepakt, en dan begint het Zwartepieten. De eerste aan de lijn kan je niet helpen, daarvoor moet je bij een collega zijn. Die komt met opmerkingen over dingen die je na moet kijken. Maar die stonden al in het boekje, dus dat was al gedaan. Dan word je doorverbonden met de service- of een andere afdeling, waar je, na een of twee keer te zijn doorgezet, bij een persoon komt die kan helpen… of niet. Uiteindelijk krijg je het hoogste orgaan van service aan de lijn, die nog een tip in huis heeft, en dan… heb je de zwarte piet weer terug, want nog steeds lukt het niet het probleem op te lossen. Een klein voorbeeld, maar wel één die op veel gevallen van toepassing is:
Het inzetten van duurzame warmte stopt niet bij de leveringsgrens. Er is een ware zoektocht gaande naar de meest geschikte duurzame warmtebronnen als alternatief voor aardgas en dat allemaal tegen de laagste maatschappelijke kosten. Toch wordt in dit proces nog vaak vergeten dat de kwaliteit van de binneninstallatie een belangrijke rol speelt. ‘Beperk het energiegebruik door verspilling tegen te gaan’; zo luid de eerste stap van de Trias Energetica. Het reduceren van warmteverliezen in de traditionele cv-installaties met radiatoren zoals we deze sinds 1970 kennen, speelt hierbij een belangrijke rol. Het verlagen van de warmtebehoefte draagt niet alleen bij aan lagere energiekosten voor de bewoner maar heeft ook positieve effecten bij de exploitatie van een warmtenet. Het op de juiste manier benutten en verdelen van warmte zorgt voor lagere retourtemperaturen en daarmee lagere distributieverliezen in en buiten de woning. Nieuwe regelgeving Op 10 maart 2020 is het herziene Bouwbesluit gepubliceerd met daarin volop aandacht voor warmteverliezen. Nieuwe regels moeten ons gaan helpen om op een gezonde manier jaarlijks 30.000 tot 50.000 gebouwen aardgasvrij te krijgen. Het Bouwbesluit omschrijft op welke wijze nieuwe en bestaande verwarminsginstallaties adequaat moeten zijn gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en ook instelbaar moeten zijn. Voorkomen overcapaciteit Omdat overcapaciteit een slechte invloed heeft op het rendement geeft het herziene Bouwbesluit aandacht aan het dimensioneren van installatieonderdelen. Dit betekent dat bij het plaatsen van een nieuwe warmteopwekker rekening moet worden gehouden met de warmtebehoefte van het gebouw. Bij de overstap naar een warmtenet of een duurzame warmtepompinstallatie is het belangrijk
Wanneer is een gebouw echt duurzaam en hoe meet je dat? Mario Boot, Project- en Service Manager bij BeNext vertelt hoe ICT-oplossingen de helpende hand kunnen bieden. Niet alleen bij de oplevering, maar ook tijdens de gehele levensfase van een gebouw. Een betoog over de waarde van Monitoring, Predictive Maintenance en trends die de toekomst gaan bepalen. We kennen het allemaal: de woningen zijn opgeleverd, de bouwkeet afgebroken, iedereen laat het project achter zich en gaat vol gas door naar de volgende uitdaging. De vraag is echter of de installaties jaren later nog naar behoren functioneren. Kloppen de aannames wel die tijdens de ontwerpfase zijn gedaan? Prestatiegaranties Het afgeven van prestatiegaranties kan een belangrijke incentive zijn om kennis op te gaan bouwen over het lange termijn functioneren van installaties. Immers, zodoende kunnen leveranciers van technische installaties valideren of er mogelijkheden zijn om de inregeling van systemen verder te optimaliseren. Bovendien hebben Woningbouwverenigingen hiermee een instrument in handen om te bepalen of de beloofde prestaties wel worden gehaald. Is dat niet het geval, dan kunnen ze overwegen om claims in dienen bij de leveranciers. In dergelijke situaties spelen aannemers en installateurs een belangrijke rol, omdat ze op basis van monitoringsdata de onderbouwing kunnen aanleveren over de mate waarin de installaties voldoen aan de verwachtingen. Monitoring Door structureel, onafhankelijk en via gecertificeerde meetapparatuur te monitoren, kunnen gegevens verzameld worden over het functioneren van de woningen. Onafhankelijkheid is belangrijk om een “Wij van Wc-eend” verhaal te voorkomen. Certificeringen, zoals bijvoorbeeld de Europese Measurement
Het Floating Office Rotterdam (FOR) wordt het nieuwe hoofdkantoor van het Global Commission on Adaptation (GCA). Het drijvende kantoorgebouw, ontworpen door Powerhouse Company en ontwikkeld door RED Company, wordt een uithangbord voor duurzaam bouwen. Zo gaat het gebouw de warmte oogsten van het oppervlaktewater, komen er PV-panelen op het dak te liggen en krijgt het drijvende kantoor een gebalanceerd ventilatiesysteem. Eind 2020 moet het gebouw klaar zijn voor gebruik. Maar wat heeft Bill Gates hier nu mee te maken, zal de lezer zich afvragen? Het GCA is een initiatief van verschillende landen en de Wereldbank en wordt voorgezeten door voormalig VN-voorzitter Ban Ki-moon, Bill Gates en Kristalina Georgieva (algemeen directeur van het IMF). Het GCA ontwikkelt en deelt kennis over het veranderende klimaat in de wereld en de wijze hoe daarop ingespeeld kan worden. Drijvende bouw Het GCA helpt wereldwijd landen en steden om klimaatbestendig te worden. Drijvende bouw wordt gezien als één van de antwoorden op klimaatverandering, vertelt Rico Logman van DWA. Vandaar dus deze bijzondere keuze. Rico Logman is als senior-adviseur betrokken bij het installatietechnisch ontwerp van Floating Office Rotterdam. Voordelen Wat zijn dan de voordelen van drijvende bouw, zal je je wellicht afvragen. Allereerst gebruik je geen land om een gebouw neer te zetten. Daarnaast gelden er geen verplichtingen met betrekking tot de hemelwaterafvoer. Daarvoor zijn de eisen aangescherpt, tegenwoordig dienen pandeigenaren zoveel mogelijk hun eigen hemelwater vast te houden op locatie en waar mogelijk te infiltreren. Dat brengt nogal wat werkzaamheden en kosten met zich mee.
Om het aantal ongelukken door koolmonoxide terug te dringen, mogen werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties vanaf 2022 alleen nog worden uitgevoerd door bedrijven die hiervoor gecertificeerd zijn. Deze maatregel is hard nodig en moet samen met ‘het nieuwe beugelen’ de bakkers en slagers in de markt te weren. Hieronder enige hands on adviezen. KIWA heeft speciaal voor het certificeringstraject de richtlijn BRL6000-25 KIWA richtlijn ‘Werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties in verband met koolmonoxide’ ontwikkeld. De Certificaathouder [lees installateur] kan zich in de deelgebieden 1 t/m 3 bekwamen en gecertificeerd worden. Aangezien het om een samenhangend geheel gaat, is het raadzaam om je alle deelgebieden eigen te maken, zodat je goed beslagen ten ijs kan komen. Deelgebieden 1. Vanaf het moment van opleveren dient de installateur te hebben voldaan aan een juiste installatie van een gasverbrandingstoestel, zowel voor de verbrandingsluchttoevoervoorzieningen en/of de rookgasafvoervoorzieningen. Dit impliceert ook dat de installateur op de juiste wijze moet beugelen op de betreffende mof van de rookgasbuis. 2. Voor het uitvoeren van reparatiewerkzaamheden aan bestaande gasverbrandingstoestellen, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen en/of rookgasafvoervoorzieningen dient de installateur of technicus gecertificeerd te zijn. Ook in dit geval dient de installateur te voldoen aan de voorschriften voor het nieuwe beugelen. 3. De installateur of technicus dient eveneens gecertificeerd te zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan bestaande gasverbrandingstoestellen, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen of rookgasafvoervoorzieningen. Daarnaast moet hij het nieuwe beugelen onder de knie hebben en het samenhangend geheel van een gasverbrandingstoestel, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen of rookgasafvoervoorzieningen kennen. Het nieuwe beugelen Wat is nu dan de beste manier om een rookgasafvoersysteem te installeren? Het is verstandig
Het voelt langer geleden dan het in werkelijkheid is: april 2020. Ik weet nog goed dat ik bij het schrijven destijds twijfelde over de column voor die maand. Moest ik wel inhaken op Corona? Wie weet was het wel overgewaaid tegen de tijd van publicatie; bleek het toch niet meer dan een vervelende griep. Was het als een steen in glad water. Ruim zeven maanden later weten we wel beter. Ervaren we dagelijks allerlei beperkingen. Maatschappelijk, economisch en – misschien nog wel het meest lastige – sociaal. Geen dag gaat er voorbij zonder dat het grote C-woord in de media is genoemd. Corona… de impact nu én naar de toekomst is groot. De bouw- en installatiesector laveert er relatief gemakkelijk doorheen. Raakt het de sectoren écht niet in haar grondvesten? Sectoronderzoeken spreken elkaar regelmatig tegen. Wanneer je het oor te luister legt, hoor en lees je door de beugel genomen gunstige berichten: “We zijn druk”. Het sentiment is positief. Schone schijn? Struisvogeltactiek? Corona heeft wereldwijd blijvende gevolgen in hoe wij ons werk organiseren en uitvoeren. Denk maar aan onze kijk op reizen, thuiswerken en arbeidsvoorwaarden. Dat biedt onze sector kansen. Tegelijkertijd zijn er ook zeker bedreigingen: waar komt de Corona-rekening te liggen (maatschappelijk en economisch)? Ook onze sector gaat niet ontkomen aan de veranderingen die in de BV Nederland gaande zijn. Het is wijs daarop te anticiperen. Welke scenario’s zijn voor jouw bedrijf te voorzien []? Het is nu de tijd om jouw waardepropositie [] tegen het licht te houden.
Bram Tasdelen wist al op jonge leeftijd wat werken was. Met zijn Turkse roots zat het ondernemen in het bloed. Tegenwoordig heeft hij een bloeiend klusbedrijf, waarmee hij allerhande projecten aanpakt. Ook op het gebied van installatietechniek. Zijn mooiste project aller tijden? “Dat was in Zoetermeer.” “Ik ben een echte verwesterde Turk”, zegt Tasdelen lachend. Geworteld in twee werelden, met een exotische uitstraling maar een Haags accent, ging deze vakman al op jonge leeftijd aan de slag. “Dat was gewoon bij ons. Leren om je eigen centjes te verdienen. Ik hielp in de bouw, dat vond ik leuk, maar uiteindelijk besloot ik toch om kok te worden.” Klussen Toch ging het al snel knagen. Tasdelen besloot om de KOB aannemersopleiding te volgen. “Ik heb nu eenmaal graag zelf de touwtjes in handen. En het verdient ook beter”, vertelt Tasdelen. Sindsdien neemt hij de meest uiteenlopende klussen aan. Van tuinen betegelen, tot schilderwerk, kozijnen zetten en allerhande installatiewerk. Daarbij werkt Tasdelen nauw samen met een team van ZZP’rs. Veelal vrienden, die hij al jarenlang kent. Duurzaamheid Hoewel de belangstelling voor duurzame oplossingen toeneemt, staan klanten nog niet te popelen om er geld in te steken. “En dat begrijp ik wel. De terugverdientijden van bijvoorbeeld een warmtepomp zijn gewoon te lang. Ik vind het als vakman niet netjes om iemand een systeem te verkopen, waarvoor hij meer dan 5 jaar terugverdientijd moet uittrekken. Dat kan je gewoon niet maken.” ‘Staycation’ “Kijk, pv-panelen is een ander verhaal. Daarvoor is ook nog een salderingsregeling